Reisverhaal «We are the 'Akha' - Part II»

Het jaar van de glimlach | Laos | 0 Reacties 05 Maart 2011 - Laatste Aanpassing 04 Mei 2011

naar deel 1 van dit verhaal

We are the 'Akha'. You will be assimilated. Resistance is futile... Part II

OK, ik weet nu wat die ene in zijn broek heeft. Eens kijken of zijn kameraad ook zo goed voorzien is. 't Is even zoeken maar ja hoor, net niet verscholen achter zijn rug zie ik het blinkende metaal van de loop in een half open holster verdwijnen. OK, ik weet nu wat ze hebben. De vraag blijft wie ze zijn en vooral wat ze zijn. Agenten in burger? bandieten? huurlingen? Kan allemaal maar dat het geen boerenpummels zijn die voor de fun een wapen bij zich dragen staat als een paal boven water. Dit zijn professionelen met de ijzige blik en de koelbloedigheid van een killer. In het geval ze op geld uit zijn hoeven we voorlopig niet echt te vrezen. Er zijn nog genoeg locals aan boord. Maar hoelang nog? De man die ons de tickets heeft verkocht zei dat we halfweg het traject maar met ons drie zouden overblijven. Het zal dus pas echt spannend worden in het geval deze twee nog blijven nadat de laatste 'normale' passagier de boot heeft verlaten. Voorlopig zeg ik nog niets aan Anita en Michèle maar verwijder wel zo onopvallend mogelijk de geheugenkaart uit mijn camera. Al wat je wil maar niet onze foto's. We stoppen. Weer twee minder maar niet diegenen die ik had gehoopt. Het wordt warm. De tijd schijnt te vertragen. We meren opnieuw aan. De laatste opvarenden pakken hun spullen. De twee blijven zitten. Een van hen vraagt iets aan de kapitein.  De schipper springt van boord. We zijn nog met vijf. Wij drie en zij twee. Temperatuur en hartslag stijgen. Ze kijken elkaar aan. Nummer één kijkt naar mij. Ik naar hem. Hij staat recht. Stapt uit. Nummer twee volgt. Ze trekken hun jasje in de plooi en overleggen. De vrouw van de kapitein komt terug. Ze stapt langzaam onze richting uit. Haar man maakt het meertouw los en klimt in de boot. Met een stok duwt hij zijn sloep naar dieper water. Het lukt niet zo goed. "Komaan man haast je wat!" denk ik. De motor start. De twee gaan de heuvel op.
Mijn spieren ontspannen, ik leun tegen de houten wand, laat één hand in het water bengelen en kijk naar de twee engeltjes naast mij. "Ik voel me goed, ik voel me goed" zing ik bijna hoorbaar en stop de memory card terug in mijn camera.
We hebben er heel wat vaaruren opzitten en dus hoogtijd voor een late lunchpauze. De boeg schuift in het slib. De bootman en zijn vrouw gaan iets eten in de hut wat verderop. Wij blijven aan de waterkant. Het is heet. "Meen je het?" vraagt Michèle. "Natuurlijk" zeg ik en doe mijn broek uit. De dames knopen een sarong om en met een plons vinden onze warme lijven verkoeling in het zacht golvende water. De kinderen uit het dorp overwinnen hun angst en komen al spelend tot op enkele meters afstand kijken naar de die drie vreemde eenden in de bijt. We ravotten mee. Pletsen ook water in hun richting en zwemmen achter de krijsende kleintjes aan.

Rond een uur of vijf bedanken we het schipperskoppel voor de veilige vaart. 'Road 1A' die dwars door Mung Khua loopt verdwijnt hier letterlijk in de Nam Ou. Een lawaaierige overzetboot brengt al wie dat wil naar de plaats waar '1A' weer opduikt en zich over berg en dal een weg naar Vietnam slingert. Voor we slapen gaan laten we Michèle het gat in de tafel en bijhorende Lao BBQ ontdekken. Wreed lekker en gezellig.
De overzet hebben we niet nodig. Onze bestemming ligt immers niet in het Oosten maar wel in het Noorden. En daarom hebben we weer een vaartuig nodig. Dat is iets kleiner deze keer en vaart uit om 10u. In tegenstelling tot gisteren zijn we met vier 'falangs' in plaats van drie. Elie, een Amerikaan uit San Francisco is de vierde musketier geworden. De zeven uren durende 'bips geseling' op een houten plankske van 15cm breed brengt ons langs iets minder maagdelijke landschappen. De stroomversnellingen echter worden alsmaar onstuimiger. Eén keer moeten we er allemaal uit. Vanop de oever zien we hoe de piloot en zijn assistent het gevaarte als een zalm door kolkend water en over rotsen laten vliegen. In Hat Sa wisselen we van transportmiddel. Het wordt ons al vlug duidelijk waarom de Laotianen als sardientjes bij mekaar zijn gekropen in de cabine van de sãwngthãew en ons zoveel plaats gunnen in het open gedeelte achteraan. Hoewel we de 20 km naar Phongsali in record tempo overbruggen - deze chauffeur stamt gegarandeerd uit hetzelfde geslacht als die van Vieng Thong - zitten bij aankomst onze poriën en andere lichaamsopeningen potdicht met stof. Elie, die in San Francisco zijn eigen tour bedrijfje runt, neemt het voortouw in de onderhandelingen over een trekking. We willen de minst bezochte bergstammen verkennen en kiezen daarom unaniem voor de zwaarste tocht die 'Amazing Lao Travel' te bieden heeft. Een driedaagse naar afgelegen dorpen die enkel te voet bereikbaar zijn.
Met China op slechts een boogscheut van ons verwijderd is het logisch dat we bij 'de chinees' gaan eten. Dat niemand Engels spreekt maakt het niet echt makkelijk maar wel heel plezant en verrassend. Ondanks de status van provincie hoofdstad is er in Phongsali maar van 18.30u tot 21.30u elektriciteit. Wat ze wel hebben is een joekel van een vuvuzela die je om 05:00u in de ochtend - ja ja, je leest dit goed - de schrik van je leven bezorgd met loeiharde muziek en communistische 'boodschappen van algemeen nut'. Misdadig is het!
We verzamelen bij het kantoor van ALT waar we kennis maken met onze gids Seng. Een toffe dertiger die behoorlijk goed Engels spreekt. Via smalle steegjes verlaten we de stad. De zon duwt de laatste nevelslierten opzij. Het terrein is relatief vlak. Iedereen heeft er zin in. Zeker na het glaasje LaoLao (rijstjenever) dat we in 'Ban Khounsouknoy' te drinken krijgen. Gebrouwen op ambachtelijke wijze door leden van de 'Phounoy stam' en groen van kleur deze keer (de LaoLao niet de brouwers). 

Met een kleine liter van dit lekker spiritueus drankje op zak dalen we via een smal pad af door een bamboebos. De dichte begroeiing houdt de bodem vochtig en glibberig. Afwisselend dalen en stijgen we, met prachtige panorama's vanaf de bergruggen.

Achter ons hebben de weergoden niet veel goeds in petto en blazen bloemkool vormige wolken drijvend op een palet van paars en donker grijs in onze richting. Onze gids kijkt bedenkelijk. In de verte wordt het etherisch dispuut kracht bij gezet met donder en bliksem. We zoeken ons heil in lager gebied en dalen af langs een pad dat door Franse soldaten is aangemaakt tijdens de Vietnam oorlog. De weelderige, intens groene vegetatie van bamboe, boomvarens en gracieuze palmen wijst op de aanwezigheid van water. Het geluid van de kabbelende rivier die luistert naar de naam 'Nam Long' geeft ons een blij gemoed. Thor, de God van donder en bliksem, heeft beslist om ons met rust te laten zodat wij in alle sereniteit van een super lekkere lunch aan de waterkant kunnen genieten. Verse bamboescheuten, gefrituurd varkensvel, worst van waterbuffel, vis, gefermenteerde groenten, licht gebakken spruiten van nieuwe varens,... het gaat erin als zoete koek. 

Wat verderop arriveren twee mannen die net als wij verkoeling zoeken in de rivier. Ambtenaren van de belastingen weet Seng na een kort gesprek. Ze zijn ook op weg naar 'Ban Changtern' om er de jaarlijkse taksen te innen. Tja, het leven van een fiscus kan hard zijn. De twee zijn, hoe zou ik het zeggen, eerder rond van figuur. Hun rood hoofd gedrapeerd met dikke druppels transpiratie bevestigd het vermoeden dat hun fysieke conditie eigenlijk niet aangepast is aan de opdracht voor vandaag. En het ergste moet nog komen. Vanaf nu gaat het enkel nog omhoog. Onze hersenen dwingen de beenspieren om ons bezweet corpus stap voor stap de berg op te duwen. Af en toe houden we even halt om op adem te komen. Seng vertelt ons dat heel wat dorpen in deze afgelegen regio zullen moeten verhuizen. "Naar waar?" vragen we. "Dichter bij de weg" is het antwoord. "Waarom?" "Omdat het dan makkelijker is voor de overheid om bijstand te verlenen" zegt Seng niet echt overtuigend. Bijna niet te geloven dat zoiets nog bestaat maar we weten ondertussen dat  de communistische autoriteiten in Laos er hun hand niet voor omdraaien om etnische minderheden te verkassen. "De Akha ontbossen enorme gebieden" gaat Seng verder "en het gouvernement wil deze regio terug bebossen." "Tiens, tiens dat is ook de eerste keer dat ik hoor dat de regering zich druk maakt over ontbossing" zeg ik niet luidop. "En opium" voegt hij er stilletjes aan toe. "Ah, nu zijn we er" denk ik "at the end it's all about the money". Ik blijf in gedachten verzonken over de gedwongen verhuis van een dorp dat tot nu toe enkel in mijn verbeelding bestaat tot, na iets meer dan zeven uren gestapt te hebben door een quasi verlaten wereld,  op een heuvel grote bamboe hutten opduiken met driehoekige daken van stro die bijna de grond raken. Even staan we stil om het beeld in ons op te nemen en wandelen dan verder over de uitgedroogde gele aarde. De vermoeidheid wijkt voor de sensatie van het ontdekken. Van de vreemde nieuwe wereld vóór ons. De wereld van de Akha's...

naar deel 3 van dit verhaal

 

 

 

 

Fotoalbums van locatie «Phongsali & trekking»

Phongsali - Akha-trekking (15)

05 Maart 2011 | Het jaar van de glimlach | Laos | Laatste Aanpassing 23 Mei 2011

 

Plaats een Reactie

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking