Reisverhaal «Betaald vrijwilligerswerk, goed voor wie?»

Wereldreis! | Mongolië | 0 Reacties 01 September 2013 - Laatste Aanpassing 21 September 2013

Na ons avontuur in Mongolie werd het duidelijk dat het concept van vrijwilligerswerk, uitgevoerd door betalende Westerlingen in relatief armere landen, toch een complexer verhaal is dan eerst gedacht. De moeilijkheden die we persoonlijk hebben ondervonden, zowel met de NGO als met de betrokken weeshuizen, tonen aan dat, hoewel zo'n initiatieven nobele gedachten lijken, er toch een aantal ethische vraagtekens en kanttekeningen bij geplaatst kunnen worden. We hebben dan ook de tijd genomen om wat losse gedachtenspinsels hierover in een tekstje te gieten, mede geholpen door wat extra opzoekwerk over het fenomeen van voluntourism.

Motivatie speelt een belangrijke rol bij de uiteindelijke impact van een vrijwilligersproject op zowel de vrijwilliger als de gemeenschap waarin hij dient. Veel vrijwilligers lijken voor dit type reizen (voluntourism - toerist zijn en terwijl bijdragen aan een moreel belonende activiteit) te kiezen om hun CV's op te smukken, om hun wereldbeeld beter te gronden in de realiteit, om armoede en zijn ingrijpende effecten beter te begrijpen in de context van het desbetreffende land, of eenvoudigweg om goede daden te kunnen verrichten, al dan niet stammend uit een streven naar erkenning. Zoals we bij onszelf en de andere vrijwilligers merkten is dit laatste vaak een niet onbelangrijke onderstroom geweest tijdens het uitvoeren van dit werk. Als we heel eerlijk zijn tegen onszelf dan moeten we toegeven dat waarachtig altruisme soms zo verdomd moeilijk lijkt! Het zichzelf op korte termijn op de borst kunnen kloppen ("hoera, we hebben een hek geverfd voor een zomerkamp van weeskinderen! Wat goed van ons!") is immers een veel makkelijker en sneller te bereiken doel dat veel minder verantwoordelijkheidszin vereist, dan zich voor een langere tijd werkelijk in te zetten om anderen een duurzaam steuntje in de rug te geven. Welke rol speelt de kleur van een hek immers in de langetermijn begeleiding en opvoeding van deze kinderen, waar het uiteindelijk toch om draait? Als we toch zo altruistisch zouden zijn, waarom dan ons niet veel dichter bij huis inspannen, in opvangcentra voor drugsverslaafden, daklozen of gewoon in het bejaardentehuis om de hoek? Hoewel dit natuurlijk erg kritisch is en het zeker geen zwart-wit verhaal is en er op zich ook weinig mis mee is om met een goed gevoel te vertrekken van zulke kortetermijn projecten, kan dit laatste een probleem worden als het een doel op zich wordt. Dit is een onderliggend gevaar dat, lijkt ons, vaak vergeten wordt in de marketingcampagnes van de grote vrijwilligersorganisaties die hoofdzakelijk inzetten op voluntourism. Meer nog, vrijwilligerswerk wordt door hen aangeprezen als een niet-te-missen kans om die aloude wensdroom te vervullen om echte helden te zijn, zij het dan in andere bewoordingen. Een wensdroom die weliswaar enkel vervuld kan worden na het spijzen van hun rekeningen met honderden, vaak duizenden euro's! De legitimiteit voor deze manier van werken lijkt bovendien deels geworteld te zijn in de idee dat we een bepaald moreel recht of morele obligatie hebben om onze "goede daden" te verspreiden naar in onze ogen "armere landen", en dit enkel en alleen omdat we afkomstig zijn van financieel rijkere landen. Alsof onze Westerse afkomst ons een superieure positie geeft over de mensen die we gaan dienen! Alsof ontwikkelingswerk bovendien makkelijk is en onze talenten zo waardevol zijn voor zij die hulp nodig hebben, dat geld gedoneerd moet worden aan organisaties opdat ze ons naar hen kunnen sturen om hulp te bieden! Alsof men überhaupt zou moeten betalen om vrijwilligerswerk te doen!! Alsof het bovendien die "armere landen" aan de nodige kennis zou ontbreken zodat wij ons als het ware genoodzaakt moeten voelen onze kennis bij hen te implementeren! Vaak is de kennis echter al aanwezig en draait het voornamelijk om een gebrek aan de nodige fondsen om de zaken te kunnen opstarten, al dan niet veroorzaakt door corruptie en wanbeheer.
Het is niet moeilijk in te zien dat deze Westerse instelling kan leiden tot scheve situaties. Zo is er het verhaal van een Keniaans dorpje waar reeds een schooltje stond, maar waar twee aparte NGO's los van elkaar beslisten om elk een extra school te bouwen (met de hulp van vele, vooral Westerse voluntourists), waarbij de laatste school zelfs nooit afgeraakt is wegens een gebrek aan fondsen, zodat alles uiteindelijk zo werd achtergelaten. Indien men gevraagd had naar de mening van de lokale inwoners, dan had men geweten dat er helemaal geen nood was aan al die extra scholen. Het enige dat men eventueel wilde waren enkele extra leerkrachten of wat extra fondsen om de reeds aanwezige leraren te blijven betalen.

Daarnaast is het ook zo dat de meeste vrijwilligers geen enkele vooropleiding krijgen van de vrijwilligersorganisatie en dus quasi niets over het desbetreffende land afweten, noch over de gewoontes, de geschiedenis, de algemene mentaliteit van zijn inwoners en over het reeds gevoerde beleid van dat land inzake armoedebestrijding, tenzij hetgeen ze te lezen krijgen in bv. de Lonely Planet of op Wikipedia. Bovendien is er vaak ook geen praktische voorkennis vereist voor participatie aan een bepaald project. Op zich hoeft dit geen probleem te zijn als het gaat om zeer eenvoudige taken, maar soms is er zelfs geen enkele ervaring vereist indien men met kinderen moet omgaan, zoals duidelijk gebleken tijdens ons Mongoolse avontuur! Dit gebrek aan algemene voorkennis, gekoppeld aan de korte termijn die veel vrijwilligers aan hun project besteden, zal zeker de reeds bestaande psychologische scheiding tussen "wij en zij" niet ten goede komen, een gegeven dat tegenstrijdig lijkt met de gedachte dat vrijwilligerswerk mensen van verschillende culturen net dichter tot elkaar moet brengen om vervolgens tot een dieper wederzijds begrip te komen. In plaats van verdieping krijg je dan eerder een versterking van reeds bestaande vooroordelen en stereotypes, iets waarmee we zeer duidelijk geconfronteerd werden in Mongolie en dat voor ons een erg leerrijk proces bleek te zijn. Voor sommige andere vrijwilligers waarmee we samenleefden was deze confrontatie echter zo moeilijk dat ze klacht wilden indienen vanwege de zich opeenstapelende misverstanden die voor hen slechts het beeld nog versterkten van "wij zijn beschaafder en hebben het bij het rechte eind, jullie zijn armer en verkeerd". Of hoe men de confrontatie met vreemde culturen weigert werkelijk aan te gaan en vervolgens op zichzelf terugplooit en, ogenschijnlijk in het defensief gedwongen, instinctief zijn eigen wereldbeeld begint te projecteren op anderen, zonder voldoende tijd en ruimte te laten voor de inwerking van de Andere en voor de onmiskenbare geestelijke verrijking die hieruit volgt. Hoewel dit erg natuurlijke reacties zijn die natuurlijk steeds erg persoonsgebonden zijn, zijn ze weinig bevorderlijk voor het wederzijds begrip, dat toch nodig is voor het welslagen van een project.

Het is duidelijk dat een gebrek aan zinvolle motivaties, voorkennis en kwalificaties maar al te makkelijk een negatieve impact kan hebben, zowel op de vrijwilliger als op de mensen die hij wil dienen. We willen mensen dienen waarvan we niets afweten en waarbij we vaak nog eens enige ervaring ontberen omtrent de aard van de hulp die we willen bieden. We willen mensen dienen zonder te weten hoe we werkelijk kunnen dienen, zonder eerst te willen leren hoe te dienen. Het hebben van goede intenties is niet altijd synoniem met goed doen en is zeker in het geval van vrijwilligerswerk niet genoeg. Bovendien gaat het argument van "iets doen is beter dan niets doen" niet op als dit "iets doen" enkel (vals-) positief blijkt te zijn voor de vrijwilliger zelf en verder slechts resulteert in een verspilling van energie en middelen of een negatieve impact heeft op de gemeenschap omdat hij niet bereid was eerst te luisteren en te leren. Voorbeelden van verspillingen zijn legio. Maar al te vaak komt ingezameld geld voor allerhande projecten terecht in corrupte handen of in handen die niet weten hoe dit geld efficient benut kan worden voor het doel waarvoor het in de eerste plaats dient. Tragisch genoeg zijn veel voorbeelden van een echt negatieve impact van vrijwilligerswerk te vinden in de sociale sector. Zo zijn weeshuizen in Cambodja big business geworden. Veel kinderen die geboekstaaft staan als wezen blijken immers nog levende ouders te hebben. Het tijdelijk uitlenen van hun kinderen aan de weeshuizen blijkt een bron van inkomsten te zijn, omdat op deze manier meer vrijwilligers gelokt kunnen worden die bovendien nog een behoorlijke som geld willen neertellen om enkele weken voor deze "wezen" te zorgen, elk gedreven door hun eigen motivaties. Sommige weeshuizen worden soms zelfs doelbewust in veel armere staat gehouden (ondanks dat ze genoeg op hun bankrekening hebben staan!), omdat dit meer vrijwilligers lokt, die zich vaak meer aangetrokken voelen tot armer uitziende kinderen. Op deze manier kan er makkelijker een stroom vrijwilligers (en inkomsten) onderhouden worden. En het lijkt te werken, getuige de statistieken! Terwijl officieel het aantal weeskinderen in het land daalt, stijgt het aantal weeshuizen volgens een trend die gelijkloopt met de stijging in het aantal toeristen. Het klopt wel dat een stijging in het aantal vrijwilligers ook hogere inkomsten betekent voor de toeristische sector in het algemeen, maar of deze praktijken werkelijk de positieve impact, die zowel vrijwilligersorganisaties als weeshuizen aan de bezoekende vrijwilligers verzekeren, teweegbrengen bij degenen voor wie al die hulp eigenlijk bestemd is, namelijk de weeskinderen, blijft natuurlijk de vraag...

Onze ervaringen met New Choice in Ulaanbaatar hebben voor ons duidelijk gemaakt dat als we werkelijk iets in de wereld willen veranderen en een klein, maar rotsvast verankerd steentje willen bijdragen aan die wereld, we eerst bereid moeten zijn onszelf te leren veranderen. De moeilijkheden die soms gepaard gaan met de confrontatie met vreemde wereldbeelden hoeft geen botsing te zijn, maar is eerder een uitnodiging voor zelfonderzoek om meer open te staan voor de Andere en uiteindelijk onszelf. Als de motivatie verandert van het willen dienen uit wat niet zelden een verhulde noodzaak tot egoistische wensvervulling lijkt te zijn, naar het willen leren dienen, zal dit op langere termijn tot veel minder verspilling van middelen en energie leiden. Projecten, waarbij de lerende vrijwilliger gedurende een lange tijd in het desbetreffende land woont en werkt, zullen op deze manier een veel grotere impact hebben, zowel op zichzelf als op de omgeving waarin hij leert te dienen. Op deze manier kan ook de duurzaamheid van een project effectief geevalueerd worden. Kortetermijn projecten kunnen immers bedrieglijk zijn in die zin dat na afloop ervan soms nagelaten wordt de uitwerking op langere termijn op te volgen, zoals bovenvermeld Keniaans voorbeeld aangeeft. Voor onszelf zijn langetermijn projecten echter moeilijk haalbaar, gezien de reeds vastgelegde planning en het aantal landen dat we willen bezoeken. In de landen waar we vrijwilligerswerk willen doen gaan we vanaf nu dan ook eerder op zoek naar initiatieven waar (1) werkelijk hulp gevraagd wordt en waar we niet, zoals New Choice deed, gedropt worden op plaatsen waar klaarblijkelijk nooit echt een oproep werd gelanceerd voor vrijwilligers, en (2) vrijwilligerswerk gratis is, in ruil voor eenvoudige kost en inwoon, zodat het geld dat we er spenderen volledig kan gaan naar zij die het nodig hebben. We zullen dan ook niet meer via tussenorganisaties werken, maar rechtstreeks contact opnemen met de betrokken personen. Op het Internet worden dergelijke initiatieven verzameld via bv. WWOOF of HelpX.

Neen, we zijn geen helden die de wereld kunnen veranderen. Natuurlijk niet! Maar we kunnen wel deze reis, het vrijwilligerswerk en de vele ontmoetingen met de Andere aangrijpen om te leren, zowel over onszelf als over de wereld. Misschien dat het reizen ons zal doen inzien dat we pas echt kunnen leren dienen als we terug thuis zijn, wie weet... Meer kan en moet dat niet zijn. En dat is meer dan genoeg.


 

 

 

 

Fotoalbums van locatie «Mongolia»

In het land van Chinggis Khaan (92)

27 Juli 2013 | Wereldreis! | Mongolië | Laatste Aanpassing 27 Juli 2013

  • Noord-Koreaanse propaganda(4)
  • tijd voor het afscheid(2)
  • gratis mee te nemen - Noord-Koreaanse literatuur(1
  • vernietig eerst om mooi te worden!

 

Plaats een Reactie

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking