Reisverhaal «Wandeling naar Tang’An»
China 2017
|
China
|
0 Reacties
01 November 2017
-
Laatste Aanpassing 01 November 2017
Woensdag 1 november
Om 9u vertrekken we op wandeltocht. Het doel zijn 2 Dongdorpen Xi ge en Tang An respectievelijk op 5,5 en 7 km van Zhaoxing.
Het is weer schitterend zonnig en warm.
Het pad klimt steil omhoog , eerst door een bos dan door rijstvelden waar het fototoestel weer voortdurend klikt.
Rond 10.30 komen we in Xi Ge toe , door een welkomspoort die net gevernist is ( weg rust op de bank).
Hier worden langs alle kanten betonnen huizen gebouwd. Binnen enkele jaren blijft er van de mooie houten huizen niks meer over. Door heel het dorp liggen nieuwe stenen paden.
Xi Ge heeft een mooie windbrug en enkele drumtorens waaronder weer van die bamboe instrumenten staan. Ondertussen weten we dat het Lusheng zijn.
Nu willen we verder naar Tang ‘An. Het pad vinden is niet zo eenvoudig. Gelukkig begrijpt men onze uitspraak van Tang ‘An en na enkele keer vragen vinden we het pad helemaal vanboven in het dorp waar men een nieuwe windbrug aan het bouwen is.
Tang ‘An ligt nog een stuk hoger midden in mooie rijstvelden en is een authentiek Dongdorp vol houten huizen. We zien steeds hetzelfde: rijstoogst, stofbewerken, oude mannen met pijpjes, spelende kinderen.... en toch blijft het boeiend.
Helemaal bovenaan in het dorp is er een museum met uitleg over de Dong in Tang ‘An, zowaar ook in verstaanbaar Engels.
Onder de drumtoren naast de grote waterbekkens in het midden van het dorp picknicken we.
Vrouwen doen er de was en kinderen plonsen in het water.
De slager komt met een gemotoriseerde driewieler met in de laadbak stukken vlees.
De terugweg gaat sneller. We weten nu langs waar we moeten maar vooral het gaat constant bergaf.
Om 14.30 zijn we terug in Zhaoxing.
Een uurtje later flaneren we door het dorp. Ook hier mooie drumtorens en bruggen. Overal horen we geklop van vrouwen die hun stof met een hamer bewerken. Er is zelfs iemand met een gemotoriseerde hamerversie. Zo maken ze de stof duurzamer en soepeler.
Aan het eind van de hoofdstraat vinden we het Dong cultureel centrum met een zeer interessante tentoonstelling, goed uitgelegd in het Engels , over alles wat met de Dong en hun cultuur te maken heeft.
Dan zetten we ons neer met een drankje en bestuderen de voorbijgangers. Kleine kindjes worden steeds in een draagdoek op de rug gedragen. Het valt ons op dat ze allemaal dik ingeduffeld zijn al is het hier nog minstens 25 graden.
Wanneer we ‘s avonds gaan eten is er op het plein voor de drumtoren net een varken geslacht.
Alles wordt in stukken gehakt en een aantal mannen zijn rood gekleurd met het bloed.
De ober van het restaurant (met hulp van de vertaalapp) zegt ons dat het geen huwelijk is maar gewoon een vriend die op bezoek komt.
Verder weg knalt er ook weer vuurwerk.
Als we later langs het plein lopen staat er een reuzewok te verhitten en ligt een deel van het varkensvlees al in kleine stukjes gebakken klaar. Oude mensen die langskomen krijgen stukken vlees en rijst mee naar huis.
We stappen nog even het toeristbureau binnen om te informeren of we morgen met een taxi in Diping kunnen raken maar hier spreekt werkelijk niemand een half woord Engels. In ons hotel al evenmin maar met behulp van een Chinese die een koppel Fransen vergezeld komen we te weten dat de weg naar Diping zeer slecht is en minstens 1,5u rijden. Om enkel een grotere windbrug te zien, schrappen we dit plan dan maar.