Reisverhaal «Nikko»

Japan | Japan | 0 Reacties 13 November 2015 - Laatste Aanpassing 13 November 2015

Vandaag onze uitgestelde uitstap naar Nikko, in de bergen buiten Tokyo city.

Hiervoor zijn we weer vroeg op stap want de trein vertrekt om 8.10u in Asakusa Tobu station.

Om onze voeten en benen, toch al vaak zwaar belast op deze reis, te sparen, nemen we de shuttle tot Ueno en de metro tot het juiste treinstation.

We razen lange tijd door de Tokyo agglomeratie. Hier geen rijhuizen maar open bebouwingen met minuscule tussenruimte. We rijden ook voorbij enkele Pachinko. Dit zijn grote hallen met slotmachines, Japanners lijken er van te houden.

Dan komen we op het platteland met grote rijstvelden en kleinere groentevelden en zelfs een zeldzame koe.

Tenslotte rijden we de bergen in.

Nikko is een heilige pelgrimsplek zowel voor het Boeddhisme als voor het Shintoïsme .

Het stadje staat dus vol tempels. Deze verschillen tegenover de andere tempels die we in Japan zagen omwille van hun uitbundige versieringen.

Een sightseeing bus brengt ons naar de tempels waar we rond 10.30 met onze bezoeken starten.

We s het tempelcomplex van de Rinno-ji Taiyuin.

De eerste toegangspoort Nio-mon is schitterend versierd met heel veel goud en kleurige schilderingen.

Grote dreigende wachters aan beide zijde bewaken het complex.

Overal staan enorme bronzen uitgewerkte lantaarns.

De tweede poort staat volledig in de steigers, er wordt hier druk gerestaureerd.

Aan weerszijde van de weg staan hoge torens, een drumtoren en een klokkentoren met verguld koperen beslag.

Dan volgt nog een kunstwerk, de Yashamonpoort, met 4 kleurrijke wachters.

Een laatste vergulde poort brengt ons naar de gebedshal,Hai-den.

Sculpturen van witte, gekleurde en rode draken en vogels sieren de dakranden.

De afscheidingsmuur rondom heeft raampjes met wit houten rastering.

Binnen in de hal is het goud langs alle kanten. De wanden zijn bedekt met drakenschilderingen op een gouden achtergrond, het plafond bestaat uit vierkantjes met drakenschilderingen .

De Koka-mon poort, die leidt naar een grafmonument, is de laatste poort van deze tempel in Chinese stijl.

Via het Futarasan shrijn wandelen we verder.

Dit schijn is niet zo bijzonder. Het is net een grote marktplaats waar allerlei geluksbrengers en prularia verkocht worden. Overal wapperen papiertjes met wensen aan de bomen en aan een speciaal daarvoor ontworpen boog.

Het grootste en schitterendste tempelcomplex is het Tosho-gu complex.

Door een massieve granieten tori betreden we het terrein.

Een 5voudige rood met groene pagode versierd met dieren van de dierenriem toornt boven alles uit.

Het complex betreden we via de Omote-mon poort. Op het grote plein staan enkele gebouwen die dienen als opslagplaats voor festival benodigdheden. Deze zijn ook weer versierd met houtsnijwerk . Er zijn onder meer olifanten met een vrij rare anatomie ( de ontwerper had nooit een olifant gezien) en de drie aapjes "hoor geen kwaad-zie geen kwaad-spreek geen kwaad"

Een granieten waterbekken uit 1 stuk dient voor de rituele reiniging vooraleer de tempel te betreden en heeft een mooi met goud bewerkt dak.

Door een bronzen tori komen we op de middelste binnenplaats aan een reusachtige bronzen lantaarn en kandelaar, een geschenk van de V.O.C uit 1681.

Voor ons ligt nu de Yomei-mon, de zonlichtpoort. In heldere kleuren beschilderde beeldhouwwerken maken deze poort tot een schitterend bouwwerk. We zien draken, pauwen, leeuwen, vogels, bloemen.....

De 223m gaanderij aan weerszijde van de poort omsluiten het binnenste van het heiligdom.

Dit heiligdom heeft een prachtige witte poort met draken en witte figuurtjes.

Binnenin gelijkt de gebedshal op de vorige al is hier iets minder goud.

Achter de klokkentoren staat de tempel van de brullende draak met op het plafond een grote schildering van een draak. Een monnik demonstreert hoe de echo het geluid van een brullende draak veroorzaakt wanneer hij houten blokjes tegen mekaar klopt.

Langs de poort van de slapende kat, weeral een symbool van geluk, klimmen we meer dan 200 treden naar het schrijn. Hier enkel een bronzen poort, een bronzen graf en enkele bronzen beelden.

Langs een brede laan met kleurige bomen in herfstblad lopen we naar de Sanbutsodo .

Deze tempelhal staat volledig in de steigers en doeken.

Binnenin kunnen we de renovatiewerken bekijken.

Vrouwen herstellen de 8 meter hoge gouden Boeddha 's met goudblaadjes.

Het houtwerk werd volledig ontmanteld en is nu reeds voor een groot gedeelte opnieuw opgebouwd waarbij slechte stukken worden vervangen. De renovatie zal nog tot 2020 duren.

In de tijdelijke ruimte zien we nog enkele kleinere tempelbeelden.

Er zal veel geld nodig zijn voor deze restauraties maar aan de offergave en de rijen wachtenden voor aankopen van geluksbrengers te zien, hebben de tempels de nodige inkomsten.

We dalen verder af tot de rivier waar de heilige rode brug van op de foldertjes een minder frisse bruine kleur heeft. Het is hier opmerkelijk kouder, zeker nu de zon is verdwenen.

De bus brengt ons terug naar het station waar we na koffie en lekkere cake de terugweg aanvatten.

Van Asakusa wandelen we naar het hotel en genieten onderweg van onze laatste Japanse maaltijd.

Tenminste dat hopen we want bij een poging tot inchecken zegt deze iPad dat er niet voldoende plaatsen beschikbaar zijn op de vlucht van Tokyo naar Moskou

 

 

 

 

 

Plaats een Reactie

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking