Reisverhaal «Groene sneeuw»

reis rond de wereld in ca. 365 dagen | Nieuw Zeeland | 0 Reacties 05 Maart 2012 - Laatste Aanpassing 14 Maart 2012

Fjordland (met grote F) bestaat uit fantastische fjorden, fotogenieke meren, feeërieke fantasiebossen en formidabele bergtoppen. Het zuidwesten wordt vaak verfoeilijkt omwille van het weer maar we mochten ditmaal alweer niet klagen. Was er in de ochtend soms nog wat mist dan klaarde het met de middag wel op en was het zomers warm.

De streek heeft alles wat een mens zich van de natuur kan voorstellen. We wandelden in bossen die bedekt waren met een groen tapijt van mos, tot we uitkwamen op mooie bergmeertjes met de weerspiegeling van  besneeuwde bergtoppen. We namen ook een “cruise” langsheen de fjorden terwijl in het water wat pinguïns en zeehonden voor animatie zorgden.  Kamperen deden we dan weer langs een beekje midden de natuur. Boekje lezen in het zonnetje, glaasje wijn,  er zijn minder aangename manieren om de dagen door te brengen. Dat het voorziene sanitair er niet altijd even fris uitziet, moet je er wel bijnemen. De verwachte sandflies (zowat onze muggen maar de beet jeukt iets langer en erger) bleken de weg naar ons vlees gelukkig niet gevonden te hebben. De kea’s (agressieve bergpapegaaien) poseerden gewillig voor ons in het ochtendgloren aan de Homertunnel. Toen ze wat dichterbij kwamen was fotograaf van dienst( Vanessa) sneller terug in de auto dan ze eruit was gekomen.

Queenstown noemt zichzelf The Capital of Adrenaline. Om te skydiven, jetboaten, raften, canyonen of nog iets anders: de adrenaline stroomt er even snel door je aderen als het geld uit je portefeuille… Je kan het zo gek niet bedenken, of je kan het er doen, of zoals wij, niet doen. De allereerste commerciële bungysprong werd ondernomen op een brug niet ver van de stad, en vandaag springen toeristen er aan de lopende band (en aan een stevige elastiek) van die zelfde brug.

In de wagen zitten is in Kiwiland vaak erg aangenaam. Je kijkt naar buiten en je blijft kijken, na elke hoek is er wel een totaal ander zicht, en je zit droog als het regent. Van Queenstown ging het richting West Coast, hier ook wel de Wet Coast genoemd. Het ligt geprangd tussen kust en bergen waardoor alle overzeese wolken die niet over de Zuidelijke Alpen geraken, er hun regen loslaten. Helaas, of gelukkig voor ons, was het aangenaam en zonnig weer. Hoogtepunt van de westkust zijn de twee gletsjers: The Fox and The Franz. We besloten een dag de Fox Glacier te beklimmen met (omwille van de veiligheid) een gids. Een ganse dag op het ijs moest wel koud zijn, dus hadden we al een muts en handschoenen in de souvenirshop gekocht. Een windjas, bottines, een stok en crampons kregen we mee. Die crampons zijn stijgijzers die je onderaan je schoen vastmaakt om wat meer grip te hebben. En toen konden we samen met Vrijdag, onze Nepalese sjerpa, de gletsjer op. Een verzameling van samengepakt ijs, vol spleten en oneffenheden, met heel wat steenpuin maar wonderbaarlijk mooi.  Alweer een van de hoogtepunten van Nieuw-Zeeland!