Reisverhaal «Op 1 lijn - een internationale mini-expeditie ;)»
Zuid-Amerika
|
Argentinië
|
1 Reacties
24 November 2011
-
Laatste Aanpassing 25 November 2011
Op weg met de bus naar El Chalten krijgen we een buitengewoon panorama voor ogen: een granieten rots rijst duizenden meters uit de grond. Het is de grootste kathedraal die ik ooit aanschouwd heb. Als God ergens zou wonen, is het daarboven wel, op de top van de Monte Fitz Roy. Vooraleer we het eigenlijke stadje binnenrijden, wordt er gestopt aan de parkwachtershut. Hier krijgen we informatie over het natuurpark, de wandelpaden en er wordt duidelijk gemaakt wat er van je verwacht wordt als wandelaar. De ranger is een heel enthousiaste natuurliefhebber wiens uitleg duidelijk en correct is en doorspekt mete en flinke dosis humor, een genot om naar te luisteren kortom. Met de weinige middelen waarover de rangers beschikken, leveren ze prachtig werk ter bescherming van de natuur. Zo zou het volgens ons in elk natuurpark moeten zijn.
Na het zoeken van een hostal, keren we samen met Katharina en Matthias, een Duits koppel dat we hebben leren kennen tijdens de trekking in Torres del Paine, terug naar de parkranger om toelating te vragen voor de trekking rond de Cerro Torre. Tot onze grote verbazing is hij heel positief over onze plannen. Hij begint enthousias te vertellen over de Hiele Sur, de enorme binnenlandse ijsvlakte waar wij een deel van zullen oversteken.
- “Het is er net hetzelfde als op Antarctica,” zegt hij met glunderende ogen “en ik kan het weten, ik heb daar twee jaar gewerkt. Enkel de pinguins ontbreken.”
- “En de weersvoorspellingen?” vragen we.
- “ Hier moet je niet wachten op het goede weer. Je bent in Patagonie. Just go!”
Verbaasd, maar met een enorm goed gevoel stappen we terug naar het centrum om al ons materiaal te regelen. Bovenop onze stijgijzers en ijspickels hebben we nog sneeuwschoenen, gordels, een touw en een sneeuwschop nodig.
Alles voorloopt voorspoediger dan verwacht en de volgende dag starten we met ons vieren goedgeluimd aan de trekking. Ondanks de loodzware rugzakken maken we een vlot tempo en bereiken we al vroeg de eerste kampeerplek. We nemen hier een snelle lunch en beslissen verder door te gaan naar Campemento La Playita. Na een uur stappen, komen we onverwacht voor een wild stromende en diepe rivier te staan. Na een paar pogingen op blote voeten, besluiten we terug te keren naar de vorige camping, in de hoop dat het waterpeil in de vroege ochtend veel lager zal zijn. Maar bij wonder vinden we een paar versleten loopschoenen, perfecto m de rivier mee te doorwaden. Al lachend krijgen ze de naam “Schoenen van God” en keren we terug naar de rivier. Ik waag me als eerste in het water. De schoenen geven me voldoende grip om stand te houden tegen de sterke stroming. Als ik de overkant bereik, voel ik haast mijn voeten niet meer door het ijskoude water. De schoenen worden terug naar de overkant getrokken met een reeks aaneengeknoopte veters. Katharina heeft zich ondertussen al klaargemaakt om als tweede over te steken. De eerste passen gaan heel vlot, maar als ze het stuk bereikt waar de rivier op haar krachtigst is, blijft ze roerloos staan. Matthias en Kim moedigen haar aan: “Komaan, je zit al in de helft, je bent er bijna!” Op dat moment verliest ze het gevecht tegen de rivier en valt ze om in het ijskoude water. Door haar zware rugzak is ze niet in staat terug op te staan en voor onze ogen drijft ze onbeholpen stroomafwaarts. Onze harten staan enkele seconden stil. Ze wordt meegesleurd tot de aaneengeknoopte veters, die aan 1 eind vastgemaakt zijn aan haar rugzak en het andere eind vastgehouden wordt door Matthias en Kim, strak komt te staan. Het zelfgemaakte touwtje dat louter bedoeld was om de schoenen terug over te brengen, doet nu dienst als levenslijn. Matthias en Kim trekken met al hun kracht, hopend dat de dunne veters het houden. Bij wonder krijgen ze Katharina uit het water. Ze is drijfnat, maar godzijdank niet gewond. Wanneer ze zegt dat ze het helemaal niet koud heeft, ontstaat er wat paniek omdat we beseffen dat ze in shock verkeert. We helpen haar met omkleden en stappen zo snel mogelijk terug naar de eerste kampeerplek. Daar krijgen we hulp van de eigenaars zodat ze zich kan opwarmen aan het haardvuur en de inhoud van haar rugzak te drogen kan leggen. Op dat momento vermoeden we dat dit het einde van de trekking is, maar we zijn heel opgelucht dat het nog goed is afgelopen. Iedereen zit wat met vervelende gevoelens. Katharina voelt zich schuldig voor het mislukken van de trekking, Matthias zegt dat het stom van hem was haar over te laten gaan met rugzak, Kim hoopte dat ze de schoenen niet had gevonden en ikzelf voel me verantwoorderlijk omdat ik de overwaadplek had uitgekozen. Uitgeput en vol emoties kruipen we heel vroeg de tent in.
De volgende ochtend worden we tot onze verbazing gewekt door Katharina die ons mete en glimlach vertelt dat haar schoenen droog zijn. Ze voelt zich goed en wil de trekking nog niet opgeven. Met verse moed begeven we ons terug naar de Rio Pollone, die nog niets van kracht heeft verloren door de enorme regenval van de afgelopen nacht. We bespreken kort de situatie en beslissen gezamenlijk om het er toch terug op te wagen. Deze keer gebruiken we het klimtouw om elkaar te zekeren en Matthias en ik stellen voor om ook de rugzakken van de meisjes over te dragen. Op deze manier slagen we er allemaal in om veilig en droog(!) over te geraken. Als we onze voeten hebben gedroogd, stappen we verder over en tussen rotsen op weg naar Campemento La Playita. Daar kunnen we onze tenten redelijk beschut opzetten. De eerste uren zitten we in de uren, maar als de hemel openbreekt krijgen we een onbetaalbaar uitzicht op de statige Monte Fitz Roy.
Na een onrustige en winderige nacht vertrekken we al heel vroeg richting Paso Marconi. De weg slingert eerst nog langs soms spekgladde en grote rotspartijen, waarna we via een steilere helling de Glaciar Marconi opkruipen. We horen regelmatig een neerdonderende serac en realiseren ons dat we hier geen tijd te verliezen hebben. Naarmate we vorderen, wordt de gletsjer steeds spaltiger en onstabieler. We besluiten dan maar verder te klimmen over de rotsen die ons op een zadel brengen. Nu moeten we enkel nog 1 groot stijgend sneeuwveld over om de Marconi-pas te bereiken. Het einde lijkt in zicht, maar we doen er nog een paar uren over. Op deze ijsvlakte heb je geen besef van afmetingen meer. In de vroege namiddag bereiken we Chileense bivakhut. Ze is spiksplinternieuw en er zijn zelfs bedden. Na de voorbije zware dagen vinden we dat we wat luxe hebben verdiend en we besluiten hier te slapen in plaats van ergens op het ijsveld te kamperen.
De Hielo Sur is prachtig, een immens grote witte vlakte, die de mooiste kleuren krijgt door de weerkaatsing van de zon. De schaduw van de overdrijvende wolken tekenen golven in het glinsterende oppervlak. Het lijkt wel een eindeloze ijszee. Langs het westen hebben we zicht op enkele imposante zwarte bergen en in het oosten zien we misschien wel de indrukwekkendste bergketen ter wereld: een reeks toppen van naalden en scherpe kammen uit kleurrijk graniet en de Monte Fitz Roy en Cerro Torre torenen er ver boven uit. De ondergaande zon en het steeds veranderende wolkendek, maken dat het uitzicht elke minuut anders is. Buiten druk ik me aan tegen een rots om me te beschermen tegen de hevige wind om zo van dit nooit vervelend wordende schouwspel te genieten. Die avond maak ik zonder het te beseffen een paar honderden foto’s.
De volgende ochtend zijn we al op stap nog voor de zon op is. We willen zo lang mogelijk profiteren van de harde bevroren ondergrond, die in de loop van de dag zal veranderen in een moeilijk begaanbare sneeuwbrei. Iedereen voelt zich die dag erg fit en ondanks dat er regelmatig wordt gestopt voor het nemen van foto’s bereiken we al om 10u de volgende bivakplek, gelegen in een ietwat beschermde inham vlak aan de Cerro Torre. Omdat het nog enorm vroeg is en de weersvoorspellingen voor de volgende dag helemaal niet goed zijn, nemen we hier enkel een vroege lunch en stappen we verder. Ergens vind ik het jammer dat we hier niet bivakeren, een put in de sneeuw moeten graven om de tent veilig op te stellen en genieten van de zonsop- en ondergang midden in het ijs, maar ik weet dat je op deze extreme plek echt niet wil vastzitten in slecht weer. Als we onze sneeuwschoenen aantrekken door het steeds zachter wordende sneeuwoppervlak, toont de Cerro Torre trots zijn besneeusde en verijzelde top. Iedereen is dolgelukkig dit te mogen meemaken. We weten maar al te goed dat maar weinig mensen deze mini-expeditie op eigen initiatief doen en nog minder mensen hebben op deze plek van zo’n zeldzaam uitzicht kunnen genieten. Met ons tweeen hadden Kim en ik deze tocht nooit aangedurfdm maar hier staan we un met twee vreemden, midden op de Hielo Sur, 1 van de mooiste momenten van mijn leven delend. We kennen Katharina en Matthias nog geen drie weken, maar het klikte al meteen. We hebben dezelfde hobby’s en interesses en zitten qua lichamelijke conditie min of meer op hetzelfde niveau. Al twee dagen lopen we achter elkaar op een spaltige gletsjer, onze levens aan elkaar geknoopt met het klimtouw. We zitten letterlijk en figuur op 1 lijn.
Na dertien uur stappen nemen we onze rugzakken die dag voor de laatste keer af. We hebben de Refugio del Lago bereikt, een miniscule hut gelegen in een sprookjesachtige omgeving van groene mossen, een sprankelend bergriviertje, orchideeen en een azuurblauw meer. De sfeer is goed, ondanks de vermoeidheid en pijnlijke restanten van de voorbije dag. Iedereen heeft wel een blaar of spierpijn. Na het koken kruipen we in de beddenbak en hopen tegen morgen wat uitgerust te zijn.
De dag daarna beginnen we met krakende gewrichten te stappen naar de laatste kampeerplek.
We moeten een weg zoeken over de Paso del Viento (heeft zijn naam niet gestolen), een gletsjer en een morene die wat weg heeft van een labyrinth. Wanneer we een gids tegenkomen vertelt hij ons dat de tirolerbrug over de Rio Tunel kapot is en dat we de diepe snel stromende rivier zullen moeten doorwaden. “Geen makie!” zegt hij, terwijl hij op zijn bovenbenen aftekent tot waar het water bij hem kwam. Naarmate we verder afdalen wordt iedereen steeds nerveuzer, maar deze ongerustheid was nergens voor nodig. Blootvoets, elk zijn eigen rugzak dragend, steken we probleemloos de rivierdelta over.
Na een lange nachtrust beginnen we aan de laatste etappe. Met nog altijd de vermoeidheid in onze benen voelend, bereiken we El Chalten, waar we ons trakteren op een heerlijk ijsje en ‘s avonds een feestje bouwen met een grote pot bolognaisesaus en veel wijn. Het was werkelijk een droomtrip.