Reisverhaal «Het Jungle-gevoel»
Zuid-Amerika
|
Bolivië
|
1 Reacties
31 Augustus 2011
-
Laatste Aanpassing 31 Augustus 2011
Het is moeilijk de magie van het regenwoud te beschrijven. Ik heb me nog nooit zo dicht bij de natuur gevoeld. Het was eerder een totaalbelevenis IN de natuur. Als mens brengt het je terug naar je roots; een soort oermens. Je zou hier gemakkelijk kunnen overleven zonder veel hulpmiddelen, met enkel wat de omgeving je biedt. Je kunt er nog echte wilde dieren. Wij hebben er veel meer gespot dan we hadden gehoopt.
Door stom toeval komen we terecht bij AMERICA TOURS, die een echte expeditie aanbiedt door een gebied dat nog nauwelijks betreden is door de mens. Dit is het enige agentschap dat een echte jungle-trekking organiseert; geen toeristische attractie, geen luxelodges, geen halftamme dieren die uit je hand komen eten, geen platgelopen paden. Wij zullen slapen in een tent, sleuren met een zware rugzag, koken op een kampvuur, maken ons eigen pad door de dichte begroeiing en oriërenteren ons met kompas en GPS.
De expeditiegroep staat onder leiding van Marcos, een gewezen parkwachter van het Parque National Alto Madidi. Hij heeft een jarenlange ervaring opgebouwd in het regenwoud en is een heel enthousiast en respectvol natuurliefhebber.
Darwin is een drager en kok. Hij is een van de intelligentste mensen die ik ooit ontmoet heb. Hij is opgegroeid in de jungle en heeft nooit leren lezen. In onze maatschappij zou hij als dom beschouwd worden. Elke dag tovert hij met beperkte middelen de lekkerste gerechten tevoorschijn op een kampvuur. Hij is altijd hyperactief, opgewekt en vrolijk. Niets lijkt hem te veel. Zijn kennis over het regenwoud is enorm. Geen enkel boek beschikt over zo veel informatie. Hij vertelt over de dieren, geneeskrachtige planten en giftige insecten. Als iemand een dier opmerkt is hij het wel en hij brengt ons telkens naar de beste spotplekjes. Als hij het geluid van de Spidermonkey nabootst, krijgt hij altijd antwoord, wat ontaardt in een grappige dialoog. Wij noemen hem "Monkey Boy" en zijn motto is "In jungle todo es possible, y nada es certan":
Sixto, een parkranger is een beer van een kerel. Zijn vlijmscherpe machet is zijn beste vriend. Handig kapt hij een pak voor ons zonder al te veel levende planten te vernietigen. Tot onze verbazing ontpopt hij zich op een ochtend tot een meester-banketbakker. Met een enorme fijnheid maakt hij lekkere saltenas voor ons.
Vanaf de eerste dag worden we ondergedompeld in het regenwoud. We krijgen direct wilde dieren te zien. Ongelooflijk! De apen zijn de eerste minuten altijd wat nerveus. Eenmaal tot rust gekomen, worden ze nieuwsgierig en beginnen ze ons te bestuderen. Met een heel intense blik bekijken ze ons op dezelfde manier als wij hen aanstaren. De Macows (een soort papegaai) blijven gewoon ongestoord verder eten. Als we lawaai maken kijken ze ons wat verbaasd aan. Het is onvoorstelbaar hoe dicht we de dieren soms kunnen benaderen. Voordat we het goed beseffen staan we plots op nauwelijks 5 meter van een groep imposante, ronkende en sterk ruikende everzwijnen.
Het machtigste gevoel heb ik gehad wanneer we tijdens een nachtwandeling een jaguar recht in de ogen hebben kunnen kijken. De kracht die deze prachtige katachtige uitstraalde hield ons aan de grond genageld. De koning van het regenwoud staarde ons enkele seconden aan waarna hij zijn tocht door het duister verder zette. Ik heb op dat moment geen enkele angst gevoeld, enkel een diep respect.
Het regenwoud heeft zeker ook minder aangename kanten: overdag worden we belaagd door honderden venijnig bijtende sunflies. Als de avond valt nemen de zoemende en stekende muskieten de fakkel over. Na enkele dagen staan we vol met beten die jeuken als hell. Het zijn de kleinste diertjes die zorgen voor het meeste ongemak en vaak ook het grootste gevaar opleveren: tekenbeten, brandende mierenbeten en een steek van een zwarte wesp.
Het regenwoud krioelt van het leven en de kracht die ervan uitgaat is onbeschrijfbaar, bijna magisch. En over magie gesproken: 's avonds bij het kampvuur krijgen we plaatselijke legendes te horen over jagers die 's nachts veranderen in een jaguar, de schattig ogende Noisy Nightmonkey die transformeert in een moordlustig killing-machine en dan nog niet te vergeten de Toromonas. Het verhaal doet de ronde dat dit een nog niet ontdekte vijandige stam is, die zich in het hard van de Madidi schuilhoudt. In dat gebied durft echt niemand te komen. Wanneer we het diepste stukje van het regenwoud bereiken, op 5 dagen reizen van de bewoonde wereld, worden we een vreemde sfeer gewaar, bijna angst. We komen zo nu en dan afgeknakte takken tegen. Deze eeuwenoude techniek wordt nog altijd gebruikt om de weg in het regenwoud terug te kunnen vinden. Ze moeten gemaakt zijn door mensen, hoewel hier niemand woont en geen jagers durven te komen. Die avond worden de tenten wel erg dicht bij elkaar gezet.
Ooit is een zekere Lars, een Noor, op zijn eentje op zoek gegaan naar de stam. Tijdens 1 van zijn omzwervingen zou hij ze gezien hebben. Van zijn laatste zoektocht is hij nooit terug gekeerd. Er werd enorm veel geld aangeboden door zijn familie om hem te gaan zoeken, maar niemand durfde het gebied te betreden.
Of ze nu echt bestaan of niet is misschien niet het belangrijkste. Maar het verhaal intrigeert en doordat het door de lokale bevolking als echt wordt beschouwd, beschermt het dit gebied van jagers en houthakkers. We worden geconfronteerd met het trieste effect van deze laatste 2 naarmate we de bewoonde wereld naderen. We zien nog maar zelden dieren en de dichtheid van het regenwoud neemt met zienderogen af. Mijn tranen zijn moeilijk te bedwingen als ik zie wat de mens hier aanricht. Maar ik heb gemakkelijk praten. Deze mensen leven tegen of zelfs onder de armoedegrens en proberen gewoon brood op de plank te krijgen. Met pijn in mijn hart en een bezorgd gevoel neem ik afscheid van de Madidi, een stukje wildernis van onschatbare waarde.
Voor de geïnteresseerden: een lijst van alle dieren die we op slechts 13 dagen in het regenwoud hebben gespot. Volgens Marcos hebben we zowat elk dier gezien dat we hadden kunnen zien. We hebben ongelooflijk veel geluk gehad. Jungle likes us and we like the jungle!
ZOOGDIEREN
- 3 jaguars - 2 overdag die de Beni-river voor ons overzwommen en 1 's nachts
- 1 Ocelot, een kleine katachtige ook 's nachts
- 5 reuzenotters
- 1 Marine Otter
- een tiental capibaris, sommige zwemmend anderen langs de oever
- Apen (ONTELBAAR VEEL)
* Commen Squirrel Monkey
* Commen Capucin Monkey
* Noisy Night Monkey
* Saddle Backed Tamarin
* Howler Monkey: gezien, maar nog meer gehoord, heeft zijn naam niet gestolen
* White fronted Capucin Monkey
* Callicebus Auripalati, pas ontdekt in 2003 en komt alleen voor in Madidi!
- Tapir: 3 in totaal, waarvan 2 wel erg dichtbij!
- White lipped pecaary: een hele troep everzwijnen
- South American Caoti: een groep van deze wasbeerachtigen kwam zo maar uit een boom vlak voor onze voeten gevallen.
- Red Brocket Deer
REPTIELEN EN AMFIBIEN
- Alligators - veel, vooral 's nachts lichten hun ogen in het donker
- Kaaiman
- Yellow foot Turtle
- Kikkers in alle groottes
VOGELS
- zwarte Caracara
- Macows: rood-blauw, geel-blauw en de 7-kleurige (echt om ter schoonst)
- Ringed en Amazon Kingfisher
- een specht, weten niet exact welke
- Razor billed Curassow, een soort kalkoen
- Blue Throated Piping Guan
- Sunbittern
- Cocoi Heron
- Oropendola Olive
- Yellow rumped Cacique - kan ongelooflijk mooi fluiten
- Watted Jacama
- Hoatzin
- Tinamou
- Black Skimmer
- Horned Screamer
- Cuvier's Toucan - heeft een bananensnavel
- Batfalcon
- Pied Lapwing
- Snowy Egret
- Red-capped Cardinal
- Social flycatcher
- Spix's Guan
INSECTEN: onmogelijk allemaal op te sommen, beperken ons tot de spectaculairsten
- Cicade - lichtgevende kever
- Owl Butterfly
- Leafcutter - een rode mier - miljoenen denk ik
- Leaf Mimicking Katydid - sprinkhaan
- Sandflies - ongelooflijk irritant en pijnlijk en spijtig genoeg alom aanwezig