Reisverhaal «Op weg door Oost-Europa I - najaar 2021»
Oost-Europa
|
Bulgarije
|
0 Reacties
10 Mei 2022
-
Laatste Aanpassing 10 Mei 2022
Vlak voor Allerheiligen vertrekken we met de auto zuidoostwaarts. We gaan op zoek naar ongerepte bergen, steden waar je een stapje terug in de tijd zet en Sovjetmonumenten die getuige zijn van een roerige zware tijd, nog niet zo lang geleden en eigenlijk nog niet zo ver weg. We gaan op zoek naar een ander Europa.
Bled
Onze eerste stop bereiken we op twaalf uur rijden, het toeristische bergdorpje Bled in Slovenië. Vanaf de oever of een hoger gelegen uitzichtpunt in één van de omliggende heuvels kan je bij mooi weer een perfecte weerspiegeling zien van het schattige barokke kerkje, gebouwd op een eiland midden in het meer.
Na een dag rusten, beginnen wij iets verderop aan een tweedaagse bivaktocht in het Nationaal Park Triglav. Het is ideaal wandelweer. We nemen middagpauze aan de Triglav-Seen-Hütte. De gele luikjes van de hut zijn helemaal assorti met de herfstkleuren van de omliggende berkenbossen. Wij wandelen door naar de hut Zasavskakoča na Prehodavcih, waar we overnachten in het winterruim. We hebben de slaapplek voor ons alleen. Bij zonsondergang genieten we van het grootse uitzicht. De omliggende valleien worden helemaal gevuld met de laaghangende wolken. De volgende dag stappen we de route terug. We bereiken in de voormiddag onze auto en besluiten meteen door te rijden, nog meer oostwaarts.
Grenzen
We rijden Kroatië binnen en verlaten zo de Europese Unie. We slapen in een motel vlak bij Zagreb. 's morgensvroeg na een rijkelijk ontbijtbuffet rijden we verder. We doorkruisen Bosnië Herzegovina en Servië en bereiken zo Bulgarije. Hier rijden we de EU terug binnen, dat administratief gezien opvallend moeilijker is. Ik bestudeer onze wegenkaart nauwkeurig. Tijdens een roadtrip worden landsgrenzen sowieso wat concreter. Nu spelen grenzen van de EU, Shengenzone en eurozone ook mee, die niet altijd gelijk lopen. Ook de coronacrisis, waardoor landsgrenzen terug echt geworden zijn, maakt het onderweg zijn op een vreemde manier interessant.
Musala
We rijden ineens door naar het Rila-gebergte. De nacht spenderen we in een luxe skihotel in Borovets, waar we goed kunnen bijslapen, ontspannen en gezond eten. De volgende dag vertrekken we uitgerust aan de tweedaagse tocht naar de top van de Musala (2.925mbz), de hoogste berg van Bulgarije en de gehele Balkan. Het skiliftje is jammer genoeg in onderhoud, dus moeten we meer dan 1.500 hoogtemeters te voet afleggen. Het pad is een steil jeeptrack. In de minder zonnige delen ligt er een spekgladde ijslaag op. Aan de Musala shelter nemen we middagpauze en binden we onze stijgijzers aan. Vanaf hier klimmen we verder over een smal beijzeld sneeuwspoor. We hopen boven op de Musala te kunnen slapen in een tweepersoonsbivak, maar zijn al wat gerust gesteld als we merken dat het winterruim van de lager gelegen Everest hut open is. Ik eet een snack want ik weet dat het laatste stuk nog pittig zal zijn. We zien het spoor zigzaggend lopen in de hoge witte rotswand voor ons. De sterke zonnestralen doen de sneeuwlaag onder ons smelten en onstabiel worden. We zakken regelmatig tot onze knieën of zelfs heupen in de sneeuw. Boven aangekomen is het genieten van het winterse berglandschap. Ik kijk uit naar een schuilhutje voor de nacht, maar zie niets dat hier voor kan doorgaan. We kloppen luid op de deur van het weerstation dat op de top staat. Uiteindelijk doet iemand open voor ons, die geen weet heeft van een bivak. Hij mag ons niet binnenlaten om de nacht door te brengen. Jullie hebben nog tijd genoeg om af te dalen naar de Everest hut, zegt hij. Vlak voor zonsondergang beginnen we aan de pittige afdaling. We slapen in het winterruim van de piramidevormige hut beneden. Het is een stormachtige nacht. De wind giert onder het dak en door de vele kieren in het houten kotje. 's Morgensvroeg trekt Igor terug naar de top om foto's te nemen van de zonsopgang. Ik slaap iets langer en rommel onze slaapspullen en kookgerief in. Regelmatig kijk ik naar boven om Igor wat in het oog te houden. Als Igor terug is afgedaald, beginnen we aan de terugtocht. Vlak voor de middag bereiken we onze auto. We stretchen wat en kleden ons om. Ik bel naar het Rila Monastery om een kloostercel voor vannacht te reserveren.
Klooster van Rila
Het klooster ligt op het einde van een mooie bergweg. Het complex is omgeven door rotsachtige heuvels en donkere wouden. Het werd gesticht in de negende eeuw. Het heeft een woelig verleden en is een paar keer verwoest geweest door de Ottomanen. Het huidige klooster werd in 1834 gebouwd boven de funderingen van de afgebrande kerk. Het interieur is versierd met prachtige muurschilderingen. Overdag is het klooster een druk bezochte toeristische trekpleister. Het loopt vol met hippe jonge mensen op zoek naar het ideale instagramplaatje. 's Avonds wanneer de tourbussen vertrokken zijn, is het er stil en rustig. Het klooster wordt mooi verlicht en het is zalig om er nog wat rond te lopen. Onze kloostercel is klein en sober, maar heeft alle comfort, inclusief een eigen toilet en badkamer. Na ons avondeten en een warme douche val ik zalig in slaap. We worden vroeg wakker van het licht en gebruiken de toeristenloze ochtenduurtjes om nog wat te genieten van de devote sfeer en mooie omgeving. Als de poort van het klooster open gaat en de nieuwe dagjesmensen toestromen, laden wij onze auto in en vertrekken naar Bulgarijes hoofdstad.
Sofia
Als we aankomen in Sofia, heb ik niet meteen het gevoel dat ik in een Europese hoofdstad ben aangekomen. Er zijn geen wereldbekende trekpleisters te bezichtigen, maar als je de tijd neemt om echt op ontdekking te gaan, wint de levendige stad vol historische knipoogjes je hart.
Ons appartement waar we twee nachten in verblijven ligt buiten het stadscentrum. We besluiten de tram te nemen om zo nog wat indrukken te kunnen meenemen van de omgeving onderweg. Het is moeilijk in te schatten of we de juiste tram hebben genomen; alles is in het cyrillisch alfabet aangeduid en niemand kan me in het Engels voorthelpen. Wanneer ik een jongeman aanspreek, kijkt hij mij wat verdwaasd aan en haalt hij zijn schouders op. Wanneer we merken dat we helemaal uit de richting aan het rijden zijn, besluiten we af te stappen aan een groot park. We stappen richting de grote M die ik vanuit de tram heb gezien en passeren zo een stukje Berlijnse Muur dat hier een herinneringsplek heeft gekregen. De metrolijn is moderner en gebruikt ook Engelstalige borden en lijkt ons dus handiger om ons snel naar het stadscentrum te brengen. De winkeltjes in de ondergrondse gangen zijn gesloten. Daklozen hebben zich zo gezellig mogelijk geïnstalleerd in het metrostelsel. Er hangt een bedroevende sfeer.
We verlaten de metro aan het monument van het Sovjetleger en wandelen langs universiteitsgebouwen naar het eigenlijke stadscentrum. We kuieren langs neoclassicistische gevels, sfeerloze Sovjetblokken en vervallen gebouwen uit het Oostenrijks-Hongaarse tijdperk. Het gele van de oude trams steekt fel af in het overheersende grijs en past perfect bij de herfstkleuren van de platanen en eiken die de rijlanen sieren. Als we wat afwijken van de grote boulevards, komen we terecht in groenere parken en pleinen met herdenkingsmonumenten.
Zo bereiken we de orthodoxe kathedraal AleksanderNevski. Ze staat midden op een plein. Binnen gekomen ben ik overdonderd door haar grootsheid en de weelderigheid van de gouden koepel. De enorme lusters zetten het donkere interieur in een sfeervol zacht licht. Er is een mis bezig. De rechtstaande kerkgangers prevelen vol overgave de gebeden mee. Er wordt devoot meegezongen.
De eerste avond rijden we met de auto richting Black Peak, een tip van de verhuurder van ons appartement. Wanneer we de drukke stad zijn uitgereden gaat de weg in haarspeldbochten omhoog. De omgeving is helemaal bebost. We rijden door tot aan de laatste parking, waar de weg ook stopt. Van hieraf is het te voet verder naar de top van Black Peak. In het begin volgen we de rood-witte wandelmarkeringen nog, die ons gezapig in serpentines naar boven sturen. Al gauw nemen ook wij de binnendoortjes die ons recht omhoog de berg op brengen. We proberen boven aan te komen vooraleer de zon onder gaat. We blijven doorstappen, boven de boomgrens. In de verte boven ons zien we de hut, die boven op de top staat. We blazen uit van de aangename inspanning en kleden ons wat warmer aan. We genieten van de zonsondergang en het prachtige uitzicht over Sofia. Wanneer het donker is, vallen de verlichte monumenten beter op in het straatbeeld. De afdaling doen we in het pikdonker, met behulp van onze hoofdlampjes. Onderweg pikken we nog een Bulgaars stelletje op dat geen licht heeft en ons vraagt hoe ze beneden geraken. Terug aan de parking aangekomen, trakteren ze ons op een biertje. We praten wat over het Bulgaarse eten en de stad Sofia. Het communistische verleden en politiek liggen wat gevoelig, dus gaan we over op lichtere onderwerpen.
Zij raden ons nog een ander interessant uitzichtpunt aan, waar we de volgende avond met zonsondergang naar toe rijden. Het is een andere groene heuvel met bovenop een hotel. We drinken daar een koffie terwijl Igor zijn camera met statief installeert. Ook dan genieten we van Sofia by night. Het is een prachtige stad, ingeklemd tussen oost en west, nog wat hangend in het verleden, hunkerend naar de toekomst.
Boezloedzja
Noordelijker, richting de grens met Roemenië rijden we de Shipka-pas op door mooi dennenwoud. Het duurt een tijdje eer we zien waarvoor we gekomen zijn. Een UFO-achtige constructie lijkt de leegte rondom te bespieden. Het Boezloedzja monument was een auditorium van de Bulgaarse communistische partij en staat op 1.441m hoogte. De bouw startte in 1974 met het afvlakken van de berg met TNT, die hierdoor negen meter lager werd. In totaal zouden 6.000 mensen er zeven jaar aan werken. Er werd speciaal een weg voor aangelegd om al het nodige materiaal de berg op te krijgen; 70.000 ton beton, 3.000 ton staal en veertig ton glas. Het is in de stijl van het brutalisme gebouwd en ontworpen door architect Georgi Stoilov. Momenteel is het betonnen gebouw in zware restauratie en kunnen we niet binnen gaan om de mozaïeken te bewonderen. Alle mogelijke ingangen zijn afgesloten of dicht gestort met beton. De bewakerspost is dag en nacht bemand; de bewaker is jammer genoeg niet om te kopen. Toch was het de moeite om helemaal tot hier te rijden.
Boekarest
Verder noordelijk bereiken we Roemeniës hoofdstad. We hebben een appartement gehuurd in een typisch oude Sovjetwoonblok. Via een kleine gammele open lift bereiken we het hoogste verdiep. Onze kamer is klein, maar erg mooi; hoge plafonds, een vloer in parket. Vanuit ons terras hebben we zicht op het parlementsgebouw. Het blijkt het tweede grootste gebouw ter wereld te zijn, na het Pentagon. Waarschijnlijk heb je vanaf elk terras in Boekarest dus uitzicht op deze gigantische mastodont. Het gebouw is 270 bij 245 meter, 84 meter hoog en zestien meter diep en heeft twaalf verdiepingen en acht ondergrondse niveaus. Het paleis is gebouwd op een heuvel in opdracht van de Roemeense president Nicolae Ceaușescu. De bouw begon in 1984. Een deel van het centrum van Boekarest was in 1977 verwoest door een aardbeving. Daarnaast werd voor de bouw van het paleis en de bijbehorende Boulevard van de Eenheid (Boulevard Unirii) een complete woonwijk, een stadion, kunsthistorische kerken, kloosters en synagogen afgebroken. De kloosterkerk Mihai Vodă werd honderd meter verplaatst.
Sinds 1994 zetelt het parlement in dit gebouw en wordt het deels verhuurd voor congressen. We nemen een rondleiding door het gigantische gebouw en krijgen een klein deeltje van de tweeduizend zalen en kamers te zien. Alles is rijkelijk versierd: gehele muren uit duur marmer, de prachtige vloeren uit parket of marmer zijn bekleed met grootse tapijten. Sommige zalen zijn zo groot als een voetbalveld. Kroonluchters zijn zo groot dat er een kamer binnenin gemaakt is om lichtelementen te kunnen vervangen. Alle materialen zijn afkomstig uit Roemenië zelf, tot de zijde van de gordijnen toe. Enkel de massieve deuren naar één van de grote zalen komen uit toenmalig Zaïre; een cadeau van Mobutu.
Weerkerken
Na een paar dagen Boekarest rijden we Roemeniës pittoreske platteland in. We bezoeken de gezellige hanzestad Sibiu, de weerkerken van Viscri en Biertan. De wegen zijn slecht, maar al sterk verbeterd tegen ons bezoek twintig jaar geleden. Paard en kar is nog een vrij courant vervoersmiddel. De mensen in de dorpjes zijn gastvrij en open. Het eten is rijk en smaakvol.
Vroeg in de ochtend verlaten we Biertan en beginnen aan de terugrit. De thermometer van onze auto geeft –4 aan. De bergweg ligt er beijzeld bij. Langs de kant van de weg zien we wat wild omdat hun ogen weerkaatsen in onze autolichten.
Boedapest
We rijden Hongarije binnen. Rondom ons zien we vooral akkergronden met gigantische sproeisystemen. Vlak voor we Boedapest inrijden, brengen we een bezoek aan het Memento Park. Dit is een beeldenpark waar Sovjetmonumenten na de val van het communistische regime zijn verzameld. Een interessant gidsboekje vertelt het verhaal achter de standbeelden en waar ze ooit stonden in Boedapest.
Misschien komt het door de opgeklopte kerstsfeer, maar ik ben er niet rouwig om dat we het overdrukke Boedapest verlaten. We rijden Slovakije binnen en zien de hoofdstad van ver liggen, omringd door kleurrijke Sovjetblokken. Bratislava wil ik zeker binnenkort ook eens bezoeken, maar nu rijden we nog door, nog een grens over, Tsjechië binnen.
Praag
We hebben nog twee nachten in Praag geboekt. Het wordt een prachtige afsluiter van de reis. Praag komt over als een leefbare studentenstad. We bewonderen prachtige neoclassicistische gevels. Aan de overkant van de rivier de Moldau, komen we in een meer middeleeuwse sfeer terecht met de Praagse burcht en smalle steegjes. In de zuidtoren van de kathedraal neem ik de tijd om te wachten tot er een nieuw uur begint zodat ik het ingenieuze raderwerk van de klok met eigen ogen en vol bewondering kan volgen. ‘s Avonds beklimmen we de torens van de Karelsbrug, die een mooi uitzicht bieden op de stad en haar omgeving.
Wetende dat er nog heel wat te ontdekken valt in Praag, Tsjechië, Slovakije en nog meer oostelijke landen vertrekken we nu echt naar huis. Zeker Roemenië en Bulgarije waren een belevenis; een heel ander Europa, gelukkig niet al te ver.