Reisverhaal «San Gil - Cartagena»
Zuid - Amerika
|
Colombia
|
1 Reacties
13 Mei 2011
-
Laatste Aanpassing 22 Mei 2011
02/05/2011 - 10/05/2011
San Gil is "Tierra de Aventura", ttz. dit kleine stadje is het Colombiaanse centrum van de avontuurlijke sporten.
Parapente willen we wel eens proberen. We zijn met z'n drieën. Eerst gaat Lee, een pluimgewicht Koreaantje, van de grond ("The best experience in my life" zegt ze achteraf), daarna mag Ilona het luchtruim in. Tot onze verbazing verdwijnt/landt ze met de instructeur al na een paar minuten achter een bosje struiken in de vallei. "Er was plotseling geen wind meer" is haar uitleg/uitvlucht. Dan is het mijn beurt: "gezeten" op de schoot van de instructeur is het genieten van de schoonheid van het uitgestrekte landschap, het vogelperspectief, de wind, ... "Of ik wil weten hoe een dwarrelend blad zich voelt?" vraagt de instructeur. Wel het kriebelt, maar het draait vooral. Ik mag nog even zelf sturen en een paar bochtjes maken, maar dan begint mijn maag toch wel fel te protesteren. Snel maar weer vaste grond zoeken, al krijg ik een uurtje later toch nog de rekening gepresenteerd ... Ilona maakt nog een tweede vlucht maar blijft dit keer netjes binnen gezichtsveld.
De volgende dag blijven we met beide voetjes op de grond. We gaan met de lokale bus naar Barichara, een plaatsje waar Hollywood-regisseurs van dromen, zo lezen we. Inderdaad, een charmant dorp dat er nog uitziet zoals 300 jaar geleden. Hier volgen we de eeuwenoude Camino Real en wandelen zo'n 9 km tot in het gehucht Guane, waar volgens ons de mensen echt sterven van verveling.
Elke streek heeft zo z'n lekkernij en hier zijn dat de hormigas culonas. Deze geroosterde en gezouten reuzenmieren worden vooral geknabbeld als krokant borrelhapje. Voor wie ook wel eens wil proeven: we brengen een potje mee naar huis!
Rafting staat ook al een tijdje op het (lees: mijn) verlanglijstje. We (wij 2, een Spanjaard en de instructeur) varen zo´n 10 km van de Río Fonce af (voor de kenners: klasse 1 tot 3). Plezante maar natte afvaart, ook al omdat we van "dode tak" spelen en ons een eind laten meedrijven. Waterdicht (foto)bewijs van deze tocht is er helaas niet.
Geen 12 uur (volgens de busmaatschappij), geen 15 uur (Volgens de reisgids) maar 17 uur bussen hebben we er op zitten (!) als we Cartagena de Indias bereiken. Cartagena wordt omschreven als één van de mooiste steden van Zuid-Amerika. Dat geldt zeker voor de Casco Antiguo, het koloniale hart, en in het bijzonder voor het deel dat binnen de omwallingen (16e eeuw) ligt. Verdwalen in de straten is het beste dat je hier kan doen!
De taxirit naar ons hotel en een bezoekje aan de wijken Getsemaní en Bocagrande laten ons echter een andere, minder mooie kant van de stad zien.
In boottochtjes, stranden, forten, ... hebben we geen zin meer (been there, done that) maar een bezoek aan El Totumo, el Volcán de Lodo zien we wel zitten. Deze miniatuurvulkaan, zo'n 20 meter hoog, spuwt geen lava maar modder! In de kleine krater nemen we samen met nog een hoop gringo's een gezond modderbad. Blijven drijven in deze dikke brij is trouwens geen enkel probleem, dat gaat vanzelf.
Proper gewassen stappen we op de nachtbus naar Medellín.
Praktische info:
San Gil
Hotel Santander Alemán (C.12, n°7-63): COP 25000 pp. met basic ontbijt, zeer behulpzaam, ook alle tours
Cartagena
Hostal Santo Domingo (C. Santo Domingo 33-46): COP 136000, met a/c en pover ontbijt
Mila (C. de la Iglesia): Supertaart!