Reisverhaal «Polen, de weg naar de vrijhei»
Polen en de Baltische Staten: Litouwen,Letland en Estland
|
Polen
|
1 Reacties
13 Augustus 2019
-
Laatste Aanpassing 13 Augustus 2019
Polen en de Baltics, aug 2019, Theo en Klair
De vakantie kon beginnen. Duitsland was de aanloop. Was ik al een beetje gewend geraakt aan weer samen reizen, samen schrijven blijft een probleem. Niet gewend persoonlijke reisverhalen vrij te geven voor ieder die het wil lezen, is Tanga tanga weliswaar een handig medium, maar het gaat volstrekt voorbij aan enige privacy. Dat dwingt me als het ware tot een zelfopgelegde censuur en tot tekstbeperking. Van de andere kant lees ik graag andermans reisverslagen, want zeker met ons campertje ontdek je daardoor vaak buitengewoon leuke plekjes buiten de toeristisch gangbare routes. En geef je zo hetzelfde door aan anderen. Beetje ambivalent dus.
Maar, dit terzijde, begint onze vakantie in Polen.
Als je er over leest is het een van oorsprong West-Slavisch volk, dat na een vreedzaam multi-etnische Pools – Litouwse Gemenebest in de 16de eeuw steeds weer verdeeld werd door talloze conflicten. Vaak misbruik makend van religieuze verscheidenheid. De strijdende partijen kozen op pragmatische of opportunistische gronden religieus en of etnisch verschillende bevolkingsgroepen. Om verdeeldheid te zaaien en steun te verwerven. In elk geval om macht en gewin te vergroten. Met de Polen waren de Duitsers, de Russen en de Zweden, en ook de Katholieke kerk, de Reformatie en Contrareformatie de actoren in het uitspelen en verdrijven van de slavische volkeren. Polen en Oekraïne werden in de 20ste eeuw ook wel de Westelijke Balkan genoemd. Polen werd eind 19de eeuw een vazalstaat van de Pruisen. De Duitsers verloren WO 1 en Polen kreeg zijn koninkrijk terug, zij het veel kleiner dan voorheen. Ze vochten de vierde Pools Russische oorlog uit met een verdrag dat hun autonomie vastlegde. Maar dat was van korte duur. Duitsland en direct daarna Rusland vielen na geheim overleg in 1938 Polen binnen om het onderling te verdelen. Het begin van WO2.
Het bijzondere van deze landen is voor ons eigenlijk de tijd ná WO2. In Polen betekende dat de onvrede met de Sovjetdoctrines, repressie en vervolging en een neergeslagen poging om een vrije onafhankelijke vakbond op te richten. Solidarinosc (1980) Als Sovjetburger was arbeid als kapitaalgoed overgedragen aan de staat en was staking dus een daad van agressie tegen het eigen volk.. Met geweld werd de beweging gesmoord. Lech Walęsa ging daarvoor toen een paar jaar de gevangenis in. Ondergronds ging de vrijheidsstrijd verder en breidde zich uit. In ‘86 – ’87 kwam het hele Oostblok in Europa in opstand en kozen de regeringen en Moskou voor overleg. In ‘89 met het vallen van de Berlijnse muur en het uiteenvallen van de Sovjet Unie begon een nieuw tijdperk in de wereldgeschiedenis. Polen werd een democratische Republiek nadat de koning in ballingschap bij terugkeer zijn macht had overgedragen aan een vrij gekozen regering. Lech Walęsa werd de eerste vrij gekozen president.
Ik was er een paar keer eerder. De laatste keer in 2006. Het Polen van toen is niet meer herkenbaar. Behalve de munteenheid Zloty, die bleef. Niet alleen omdat Polen misschien nog niet voldoet aan de Europese norm (bedoeld was om in 2004 aan te sluiten), maar op dit moment voelen ze er zelf niet meer zo voor. Ondertussen is wel de hele infrastructuur op de schop gegaan en naar de 21ste eeuw gemoderniseerd. De woonkazernes zijn er nog volop, maar ze hebben kleur gekregen; de Sovjets hadden het platteland ontvolkt en de mensen bijeengedreven in de stedelijke industriële complexen; het lege land werd ingericht voor de grootschalige gemechaniseerde landbouw, de kolchosen.
Het rijden over de vele nieuwe geasfalteerde wegen en snelwegen is rijkelijk door Europa gesponsord, te lezen op de vele borden van Europese gulheid of zelfingenomenheid. Maar daarmee verdwenen echter ook de pittoreske dorpjes tussen de enorme gecultiveerde gronden, waar kleine boertjes met eenvoudige middelen hun kostgrondjes bewerkten. Ook al mag je natuurlijk niet blij worden van andermans armoede.
Het hele autopark is vernieuwd met ex westerse auto’s van rond de tien jaar oud tot spuugnieuw. Autohandel vind je in elk dorp en elke stad. Maar nog opvallender: het is overal schoon, in de bermen geen rotzooi, het gras langs de wegen, tussen de huizen en in de parken keurig geschoren, en de vele afvalbakken worden frequent geleegd. De steden worden vanuit het centrum naar de periferie steeds beter en mooier opgeknapt en heringericht. de typische bouwstijlen van de Duitse periode: neoclassicistische bouwstijlen, rijkelijk voorzien van ornamenten en hier en daar ook Jugendstil, zijn in ere gelaten en worden gerestaureerd en gerenoveerd. Kerken, de meeste in onbezette gemetselde baksteen opgetrokken, zijn weer als nieuw. Op zondag zitten ze vol.
Polen heeft een enorm afwisselend landschap van goed opbrengende cultuurgronden, heuvelachtige contouren en enorme vlaktes. Naast een uitgebreid meren en moerasgebied (de Mazuren) en vooral in het oosten enorme gebieden met ondoordringbare bossen, veelal loofhout. Het is een genot om er doorheen te rijden, te picknicken aan een meertje of in het bos – onze koelkast weet alles gedurende een dag of drie zonder stroom van buitenaf prima te overbruggen.
Zo rijden we op de kaart van plaats naar plaats liefst de kleinere wegen. Klair benoemt en wijst me alle borden met een aangegeven snelheid en houdt me met aanwijzingen keurig tussen middenstreep en wegrand. Het geeft een gevoel van een spraakgestuurde Tesla. En ik krijg zo de kans om veel rond te kijken en te genieten van het land. We lachen veel en zijn even verlost van dokters en ziekenhuizen. Met een urinaal voor de nacht hoeft mijn revaliderende been minder acrobatische toeren uit te halen om de porta potti tijdig te bereiken.
Na een vluchtige blik in Jelenia Gora en het pinnen van zloty’s bereiken we Wrocklaw, een stad met een van de mooiste pleinen van Europa. We kamperen op dezelfde camping waar ik in 2006 een nacht had gestaan, niets was er veranderd – jawel, een toiletgebouw met een paar douches erbij. Voor de rest geen enkele voorziening anders dan elektriciteit. Wat opviel was dat het meisje op de receptie geen woord Engels of Duits sprak, maar bij elke vraag meteen de Google vertaalmachine van haar mobieltje liet spreken. We zouden het vaker tegenkomen. Ook op een terrasje waar een dienster me duidelijk wilde maken dat ik eerst moest betalen en vervolgens pas kon bestellen. Het centrum was prachtig. Uitstekende tramverbindingen, mooie nieuwe winkelcentra en parken, levendig, kinderrijk en speels. En de kabouterbeeldjes. Naar verluidt geïnspireerd door de kabouterbeweging in de tachtiger jaren in Nederland – verwant aan de Oranje revolutie. Geweldloos. Klair beschreef het.
Als je rond kijkt zie je toch ook nog de achterstand. De kleding is van mindere kwaliteit, de verf en het stucwerk bladdert snel en de fietsen zijn ouderwets simpel in tegenstelling tot de elektrische steps die tegen betaling door ieder(e) (toerist) gebruikt kunnen worden. Piepende en kreunende kermisweek die onveranderd al bijna een eeuw dezelfde rondjes draaien. Waar op de onbeweeglijke paardenruggen nog steeds blije kindersnoetjes lachen.
Na twee nachten Wrocklaw rijden we binnendoor naar Lódz. Grote bossen, heuvelachtig, idyllische meertjes – jammer altijd weer muggen – en geschoren graanvelden. Veeteelt zie je niet veel. Meestal een enkele koe als privé-bezit grazend in de bermen, een enkele zichtstal. Polen eten veel varkensvlees. Maar die beestjes vertonen zich nog maar weinig openbaar. Net als de kippen. Ook volop in de schappen.
Lódz is toch een mooie stad. Een nieuwe stad. Voor 1800 zal het niet meer geweest zijn dan een paar dorpjes. Geen echt centrum, geen markten – nu de langste winkelstraat van Europa: 5 km. (?) Een mathematisch stratenplan rondom de fabrieken. En wat me opvalt is dat de halve stad fabrieksterrein was. Door de industrialisatie en de mechanisatie beleefde het zijn grote bloei in de negentiende eeuw. Meest Joodse families vestigden zich, en werden schatrijk van de productie en de handel. Zij zorgden goed voor zichzelf maar ook voor de werknemers. En hun families. Behuizing en scholing, voorzieningen en infrastructuur, het werd allemaal voorzien. De prachtige paleizen die ze voor zichzelf bouwden werden hen gegund – velen liftten mee op hun rijkdom. Meteen moet ik denken aan de textielbaronnen in Tilburg en de Philipsen in Eindhoven. Hier in Lódz was de maat groter maar het principe hetzelfde. Macht werd ontleend aan kennis, kunde en succes, niet aan repressie en ideologie. De textielindustrie zakte ineen in de crisis van de jaren dertig van de vorige eeuw. Hitler dacht strategisch en zijn denktank ideologisch. Het derde rijk kon er komen door de verzwakte economie aan te grijpen en de mensheid in een Blitzkrieg te dwingen af te zien van hun persoonlijke waardigheid en integriteit. Gelukkig, maar ten koste van veel is het niet gelukt. En lopen wij door Lódz en mogen we genieten van een wonderschone 19de en vroeg 20ste eeuw industriële architectuur, maar bovendien een grootschalige restauratie en herontwikkeling van industrieel erfgoed dat nergens in Europa zo uitgebreid is en zo mooi is ingevuld. Strijp R en S in Eindhoven, de Gruyter fabriek in den Bosch: helemaal oké, maar dit is zoveel doordachter, mooier en grootser. Terecht Unesco’s wereldheritage.
We bezoeken het MS2, het podium voor moderne kunst – geen echt museum, ondergebracht in een van de zojuist genoemde fabriekscomplexen. Wat er aan de wanden hangt is goeddeels niet de moeite waard, maar de opzet van de permanente expositie: de maatschappelijke visie vanuit de kunsten. De grote transities van de twintigste eeuw in Polen: van socialistische volksrepubliek naar repressie, de strijd om vrijheid en democratisch kapitalisme wordt met matige kunst heel goed verwoord, uitgelegd. Nog los van de fantastische hergebruik en inrichting van het industriële complex. Maar we gaan verder. Missen de Joodse Begraafplaats. Jammer – we gaan door.
Theo