Reisverhaal «Ethiopië 2003»

ETHIOPË 2010 | Ethiopië | 0 Reacties 05 Februari 2003 - Laatste Aanpassing 05 December 2009

Op zondag 12 januari 2003 begint ons grote avontuur; we hebben gepland om in 10 dagen zoveel mogelijk van het zuiden te verkennen en daarna nog eens 10 dagen om de historische hoogtepunten van Ethiopie te zien.

We vertrekken om 06.25 Hr met de trein van Antwerpen Centraal naar Schiphol, vandaar via Nairobi (tussenstop van ± 1 uur vanwege de goedkope vlucht met Kenya Airways) naar ADDIS ABEBA waar we om 23.55 Hr landen. Tijdens het uurtje wachten op de bagage, wisselen we een deel van onze dollars om in Birr (max 200$ per persoon dus zijn we 2 keer in de rij gaan staan), waarna we in de auto stappen van Bahir Dar Tours & Travels (het agenstschap dat we vooraf hadden gecontacteerd om onze jeeptocht in het zuiden te organiseren) om vervolgens onze intrek te nemen in Hotel Baro.

Maandag 13 januari
Een groezelig, donker kamertje voor een korte nacht; het is ondertussen 02.00 Hr en we hebben afgesproken dat ze ons om 10.00 Hr terug oppikken (alweer gratis) om in het kantoor alles te regelen, enkele inkopen te doen (eten en drinken voor op de campsite’s) en om 12.00 Hr vertrekken we met Tisfaye Mekonnen, onze chauffeur voor de volgende dagen, en zijn jeep richting Awassa. Onderweg stoppen we in ZIWAY voor de lunch; volgens Lonely Planet (LP) heeft het Brothers Hotel een goede keuken en als we de mening van de chauffeur vragen is hij blij met onze keuze. Onze eerste kennismaking met de lokale keuken valt reuzegoed mee; mijn Kai Wat (de beruchte enjira met lamsbout en berberesaus (lees pikant)), Fanny’s pasta met saus en het Ethiopische bier smaken ons alleszins voortreffelijk. Bij een kort bezoekje aan Lake Ziway zien we enkele ibissen(zwarte en witte), marabou’s, visarenden en vreemdsoortige eenden. Rond 18.00 Hr arriverren we in AWASSA, waar we onze intrek nemen in Hotel Yamare; een modern en proper hotel (met TV op de kamer) met een tuin en zelfs een bellboy (verkeerde lichtschakelaar gebruikt) maar rumoerig vanwege de nabijheid van enkele bars. ’s Avonds eten we in het trendy Hotel Pina een anderre lokale specialiteit, nl kitfo (enjira met half rauw, gehakt vlees met kruiden en sausjes), zeer lekker en verzorgd geserveerd.

Dinsdag 14 januari
Als we om 06.00 Hr willen ontbijten, blijkt de keuken gesloten ondanks we zowel het resto-personeel als de receptie om info hadden gevraagd maar het misverstand zal wel ontstaan zijn door de Eth klok (06.00 Hr in Eur. tijd is 00.00 Hr Eth en ons 12.00 Hr is hun 06.00 Hr ! ? !); enkele mueslirepen moeten de eerste honger dan maar stillen. We gaan verder op weg naar de lokale vismarkt maar ook hier zijn we te vroeg (06.30 Hr); er zijn slechts 3 bootjes te vinden met enkele vissers, al bij al meer marabou’s en ibissen dan vis(sers). Daar wij nog een lange weg te gaan hebben naar ARBA MINCH en wij vandaag ook nog via Chencha en Dorze willen passeren, wachten we niet langer op de ooit terugkerende vissers. Rond het middaguur nemen we onze intrek in het Arba Minch Hotel (Hotel Bekele Mola met zijn prachtige ligging bleek ons voor 300 Birr (half pension) toch te duur). Na een lekkere schotel vis met groenten en fritjes bij resto Soma, vertrekken we naar CHENCHA en DORZE.
Onderweg zien we de typische hoge hutten, in de vorm van een bijenkorf, tegen de bergflanken; maar eerst rijden we naar Chencha waar de markt in volle gang is.  Een glooiende weide lijkt van ver op een kleurig lappendeken, dichterbij gekomen blijkt elke lap zijn eigen genre van produkten te hebben: kleding en katoen, zeep en plastic, koffie, dieren, schoen- en parapluherstellers, granen en dierlijke vetten, etc . . . Op de terugweg vragen we de chauffeur even halt te houden aan een weide waarachter enkele hutten staan; enkele stappen van de jeep verwijderd, worden we al hartelijk verwelkomd door een tiental kinderen die ons meezeulen om hun hut te laten zien; de aanwezige volwassenen zijn eerst wat schuw maar na een bewonderende blik en een grapje komen ook zij los en inviteren ons op hun erfjes en ontstaat er een babbeltje in “handen- en voetentaal”.
’s Avonds eten we bij Roza “bij kaarslicht”, niet omdat we in een romantische bui zijn, maar vanwege de steeds wederkerende stroompanne’s of –onderbrekingen.
Woensdag 15 januari
’s Ochtends vroeg vertrekken we naar het NECHISAR NATIONAL PARK voor een vroege game-drive; bij aankomst aan het hoofdkwartier blijkt het nog gesloten maar één van de nachtwakers wil ons wel vergezellen (een gewapende scout is namelijk verplicht) om de weg te wijzen. Na enkele kilometers zakt de wagen echter door de veerpoot rechtsachter; na een uurtje (de panne zal zich nog herhalen maar we kunnen het steeds sneller herstellen) vervolgen we onze weg tussen de meren Abaya en Chomo. We ontwaren colabusaapjes, bavianen, zebra’s, gazelles en allerlei vogels maar ons hoogtpunt was een wandeling met de scout tot op 5 meter van enkele grote krokodillen en (iets verder weg) enkele nijlpaarden.
Rond de middag verlaten we het park (na het betalen van: 2x70 Birr voor ons, 20 voor de auto, 10 voor de chauffeur, 30 voor de scout en 60 taks) en rijden we 2 ½ uur tot aan Hotel St Mary in KONSO.
Na de lunch (in Wubet Hotel) gaan we naar de Tourist Office waar we een gids (60 Birr) nemen (verplicht om de omliggende dorpen te mogen bezoeken) die ons de weg zal wijzen naar GESERGIO en andere dorpen waar we de voorouderbeelden zien; we mogen ongegeneerd foto’s maken van de beelden, dorpspleinen, mensen, generatiebomen, etc.

Donderdag 16 januari 
De volgende dag vertrekken we richting Jinka, maar houden eerst halt nabij de markt van KEY AFAR . . . ongelooflijk wat je hier ziet . . . veelal mensen van de Hamerstam in traditionele kledij. D.w.z.: veel kralen en schelpen en enkele lapjes geitevel als kledingstuk; het haar goed ingewerkt met rundervet gemengd met okerstof; vele metalen elleboog-, arm-, knie- en enkelbanden; enkele mannen hebben witgekalkte armen en/of benen met motieven, anderen hebben kleikapsels met veren en nog meer van dat alles. De marktwaren worden op het hoofd of de rug gedragen of gewoon achterna gesleept, gewikkeld in vellen, opgeborgen in kalebastassen, gebruikte wegwerpflessen of lege blikjes. De mensen zijn vriendelijk en beschouwen je niet als een buitenaardse indringer; ze zeggen vriendelijk goeiedag, proberen soms een gesprekje aan te knopen of -in het slechtse geval- wordt je getollereerd; je kan ongestoord (en onbetalend) foto’s nemen naar hartelust.
Na het middagmaal (alweer enjira met een bruin “vlees”-sausje) rijden we verder tot JINKA waar we onze intrek nemen in het Goh Hotel en de “stad” verkennen; we komen op de dagelijkse markt maar deze is duidelijk minder kleurrijk

Vrijdag 17 januari
Al vroeg vertrekken we naar het MAGO NATIONAL PARK op zoek naar de Mursi-stam (met de befaamde lipschotels) in het noorden van het park, we passeren de poort en informeren bij de wakers over de ligging van de Mursi-dorpen. Bij de brug over de Mago-rivier staan 2 Mursi-vrouwen; de chauffeur van een meereizende jeep spreekt hun taal en vertaalt het verhaal waaruit blijkt dat 2 dagen geleden de politie het dorp heeft ontruimd voor een verplichte verhuis buiten de parkgrenzen, maar enkele families hebben kunnen ontglippen (deze stam wordt door de anderen niet gewaardeerd wegens hun “zwart-zijn”, vermeende cleptomanie en drankzucht). Na wat praten, foto’s nemen en onderhandelen over de prijs van armbanden en lipschotels vervolgen we onze weg naar een tweede dorp,Haile Woha, net over de bergen. Na 2 uren rijden over wat geen “weg” is passeren we een andere jeep; de andere chauffeur, die vol modder hangt tot in zijn oren, ontraadt ons deze weg te vervolgen daar de “weg” nog veel slechter wordt. Dan maar naar de campsite van het park. Onderweg treffen we toch nog 2 maal dolende Mursi-families. Op het hoofdkwartier van het park aangekomen worden we niet te hartelijk ontvangen, we hadden ’s morgens een scout moeten inhuren en entreetickets moeten kopen (de poortwachters van vanmorgen hadden misschien geen balpen bij ?); even afrekenen dus (70 Birr per toerist voor 48 Hr, 20 voor de auto, 30 voor onze tent, 40 voor de scout en 60 taks) en op zoek naar een mooi plekje voor het bivak. We zetten vlug de tent op en vertrekken voor een game-drive; we zien enkele gazelles, dikdiks, wat vogels en een prachtige sunset. Terug bij de tent gaan we ons verfrissen in de Neri-rivier en bereiden ons maal bij een kampvuur. Zalige rust in een prachtige omgeving!

Zaterdag 18 januari
Na het ontbijt vertrekken we ,via Jinka, naar de markt van DIMEKA. Na slechts 20 minuten kuieren komt onze chauffeur ons opzoeken . . . hij heeft net gehoord dat er een ceremonieel feest in de buurt is en wil er (met ons) naartoe want deze unieke kans heeft hijzelf voorheen nog nooit gehad. Een half uurtje later volgen we een zingende en toeterende stoet Hamer door bossen en velden tot aan de nederzetting van de gevierde. 
Het spektakel, gespreidt over 5 uren verliep als volgt:
- familieleden wandelen al zingend en toeterend door de wijde omgeving om vrienden en familie bij elkaar te roepen en verzamelen op een open plaats in het bos,
- hier wordt gezongen en gedanst, mannen beschilderen elkaar, vrouwen dansen rond de mannen en vragen hen om zweepslagen (teken van affectatie) tot bloedens toe,
- al zingend trekken ze verder tot aan de “versierde” nederzetting van het feestvarken waar de dorst wordt gelest en wordt bijgepraat,
- enige tijd later vertrekken we met zijn allen naar een open plaats op een nabijgelegen heuvel waar het befaamde “osselopen” tot 4 maal toe wordt herhaald,
- geslaagd voor deze ontgroeningsproef wordt hij door intimi op de schouders weggedragen waarna wij met stille trom afdruipen, een schitterende ervaring en prachtige foto’s rijker.
Eens bekomen van het feestgedruis vertrekken we naar TURMI waar we onze tent opstellen op campsite van Evangadilodge.
 
Zondag 19 januari
Vandaag gaan we op zoek naar enkele Karo-nederzettingen; Tisfaye, onze chauffeur/gids heeft de avond voordien in het dorp een “local” kunnen overhalen om (in ruil voor een gratis enkele rit) ons de route te wijzen daar de oude weg volledig weggespoeld en ondertussen ook overwoekerd is.  Bij het eerste dorp aangekomen moeten we onderhandelen over een toegangsprijs tot het dorp en de kostprijs van foto’s (één van de nadelen van het groeind toerisme in deze streken); 50 Birr entreegeld, zonder toelating voor foto’s, lijkt ons teveel (toegeven aan deze veel te hoge prijs maakt het voor de volgende bezoekers nog duurder) en als we besluiten om te vertrekken komen de mensen het dorp uit om voor een veel lagere prijs toch enkele foto’s te laten maken. Verder opweg via MURLE (ook wel Murule) naar Omorate missen we een splitsing waardoor we als bij toeval op een Bumi-dorp stuiten, gelegen aan de flanken van de Omorivier. Terwijl onze chauffeur nogmaals een mankementje aan de auto repareert, hebben wij het zoveelste gebarentaalgesprek met deze uitzonderlijke stam; deze mensen zijn ook weer “echt” zwart (zoals de Mursi) maar wat we nog niet eerder zagen is dat bij deze stam de mannen hun aangezicht verminken/verfraaien met kleine (ontstoken) littekens die motieven vormen.
Later op de dag bezoeken we ook nog de stam van de Dassanetch (= Gelleb). Ook zij worden niet echt geapprecieerd door de andere Ethiopiers vanwege hun “donker” uiterlijk, hun voorliefde voor “tella” (huisgebrouwen bier, voor 3 Birr kan je jezelf een ganse dag volgieten) en hun gewelddadige reputatie. Hun architectuur daarentegen is opmerkelijk: de lage, ronde hutten worden buitenaf bedekt met al het vindbare van gras tot metalen golfplaten, van huiden tot versleten autobanden.
Terug in TURMI aangekomen blijken de timkat-festiviteiten nog in volle gang; we wonen een kleurrijke Grieks-orthodoxe kerkdienst bij en genieten daarna nog enkele uren van zang en dans.
Maandag 20 januari
Tijdens het ontbijt blijkt het brood beschimmeld (hitte en plastic zak zijn een slechte kombinatie) waardoor we wat vroeger in de stad rondkuieren om de toestromende marktgangers te observeren. Weer zijn veel Hamer aanwezig; we kunnen vrij fotograferen en de communicatie verloopt steeds vlotter (vooral met de nieuwsgierige kinderen die al een woordje Engels hebben geleerd op school of van toeristen). Als de markt ten einde loopt, worden enkele zuurverdiende Birr’s gespendeerd aan het lokale bier (te koop in de huizen die tijdelijk als cafe dienst doen, te herkennen aan de drinkbus of kalebas die, omgekeerd op een stok (als een neonreklame) voor de deur staat). Wij volgen echter de stroom met brave huismannen het dorp uit en vervolgen onze weg terug naar KONSO.
Dinsdag 21 januari
Vandaag is het reisdag; we keren terug naar ZIWAY en vanaf Arba Minch gaat het weer vlot want dit is het begin van de beschaafde wereld (lees: geasfalteerde wegen).
Woensdag 22 januari
Onze laatste dag met de jeep verlaten we, net voorbij Ziway, het asfalt en volgen een alternatieve route via TIYA (waar we de grafpalen (stelea genaamd) bewonderen) en ADADI (waar we onze eerste uit-de-rotsen-gehouwen kerk bezoeken, nl de Myriam –kerk (30 Bir p.p.)). Eens in ADDIS gebruiken we een laatste maaltijd samen met onze chauffeur en bedanken hem gepast voor zijn enthousiasme, rijvaardigheid, kennis en flexibiliteit. We trakteren onszelf (na 10 dagen local dishes) op een luxueus avondmaal in het beste Italiaanse restourant van Afrika, nl: CASTELLI in de hoofdstad.
Donderdag 23 januari
Na het ontbijt wordt het tijd voor een beetje cultuur; we bezoeken het Nationaal Museum (10 Birr) en de zaal met de oudste vrouw LUCY (gratis toegang); onze poging om ook het Etnografisch museum te bezoeken wordt gedwarsboomd door weer een electiciteitspanne (=geen licht), maar uitstel is geen afstel. Als alternatief nemen we een microbus richting ENTOTO; aan de voet van de berg, het keerpunt van de route, stappen we uit om de laatste 3 km (tot aan de kerk op de top) te wandelen. Tot onze grote verbazing rijden microbusjes en zelfs grote bussen (Nr 17) tot aan de top en terug. 800 meter hoger dan de grote stad heb je een prachtig overzicht van deze miljoenenstad. De afdaling te voet verloopt een stuk makkelijker en er wordt veel gebabbeld en gelachen met de vele bedevaartgangers en houtdraagsters (voruwen tussen 6 en 66 jaar torsen hout (±30 kg zwaar) uit de bossen op de berg naar de kookvuren beneden in de stad).
Vrijdag 24 januari
Een taxi brengt ons naar de luchthaven voor de vlucht van 05.000 Hr naar BAHIR DAR. Daar aangekomen blijkt dat er op deluchthavenparking geen taxi’s of openbare bussen passeren . . . enkel minibusjes van hotels die je willen meenemen (gratis dus) als je er verblijft, zoniet betaal je een schandalige 30 Birr per persoon en daar een kamer in Hotel Ghion je 105 Birr kost is de keuze vlug gemaakt. Het koloniaal-uitziende hotel is prachtig gelegen aan het Tanameer en heeft een grote. gezellige tuin. Daar we de volgende dagen een boottocht naar de eilanden willen maken alsook een uitstap naar de waterval van de Blauwe Nijl gaan we wat rondneuzen voor prijzen en busregelingen; we bespreken de boot voor morgen (200 Birr voor een boot voor ons alleen), vinden de bus naar de waterval en kuieren nog wat rond op de markt.

Zaterdag 25 januari
Om 0800 Hr vertrekken met de boot voor ons eerste eilandbezoek en de kerk van Tolse Jesus. Op het volgende eiland wordt ik (en ik alleen want vrouwen mogen het klooster niet in) rondgeleid door een monnik die me alle uithoeken en schatten van het klooster Kebran Gabriel en museum (met allerlei soorten kruisen, boeken, kronen, etc…) laat bewonderen. Onze volgende stop is het schiereiland Zeghe met zijn Azwo-Maryankerk en het Uru Kidane Mihiretklooster (vrouwen wel toegelaten). De toegang tot een kerk of klooster bedraagt meestal 20 Birr p.p. en hiervoor krijg je onbetaalbare schatten te zien die (meestal) niet al te best worden bewaard (oude heilige schriften en muurschilderingen mag je zelfs fotograferen met flitslicht of worden naar buiten gedragen. Rond 15.00 Hr zijn we terug in het hotel en daarna gaan we naar de markt want ’s zaterdags komen vele boeren (met hun herkenbare kledij en eigen gewoontes) uit de wijdere omgeving hun schrale overschotjes verkopen aan de “stedelingen”.

Zondag 26 januari
’s Morgens gaan we op weg naar de bus richting TIS ISAT (= Tis Abay = waterval van Blauwe Nijl = afbeelding op briefje van 1 Birr); voor we het busstation bereiken passeren we een kerk waar een dienst bezig is en we besluiten even de sfeer te gaan proeven. Deze massabijeenkomst (zeker de naweeen van Timkat) van wit-geklede kerkgangers wordt opgeluisterd met drums en zang en dans. Een stoet van priesters (in prachtige, felgekleurde gewaden, afgeboord met zilver-en gouddraad, in de ene hand een staf en de andere een groot kruis) wordt voorafgegaan door vele misdiennaars die een doorgang vrijmaken in de menigte zodat de priesters en hun aanhang rond de kerk kunnen blijven cirkelen; dit spektakel duurt ongeveer 2 uren waarna de menigte in kliekjes afdruipt.
Onze busrit naar het dorp Tis Isat (± 1 Hr, 3,6 Birr) eindigt voor het ticketbureau; voor 15 Birr hebben we de ganse dag vrijgeleide (voor zover de gidsen/gidsjes ons laten althans). We vertrekken via de Portugese brug en komen op een heuvel uit tegenover de waterval (niet zo hevig als op het bankbiljet maar het is dan ook geen regenseizoen), een knaapje dat onderweg frisdrank verkoopt vergezelt ons tot onderaan de waterval en verder tot aan de oversteekplaats, waar we de boot (10 Birr) nemen om via de westelijke route terug naar de bus te gaan.

Maandag 27 januari
Het hotelbusje brengt ons naar de luchthaven voor onze vlucht naar GONDAR, de overzijde van het meer. Bij aankomst nemen we onze intrek in Hotel Fasil en gaan de stad verkennen. Na de lunch in Hotel Fogera (boven op de heuvel) kunnen we niet weerstaan aan de charme van het rustige, nette Pension Mirak en besluiten te verhuizen voor de nacht. Nadien bezoeken we de prachtige Debre Bihran Selassie kerk en genieten van lekkere koffie en gebak bij Delicious Pastry.

Dinsdag 28 januari
Uiteslapen gaan we vandaag naar Fasil Ghebbi (=de koningsstad) (50 Birr p.p.voor dagticket). Dit uitgestrekte paleizencomplex wordt goed bewaard (en gerestaureerd) en herbergt o.a. het mooie Paleis van Fasilades; de staat promoot haar eigen schatten voor de lokale bevolking door (zoals hier bijvoorbeeld) er de lokale bibliotheek in onder te brengen. Tijdens de middag wordt wel het paleis maar niet de site gesloten zodat je rustig kan pikniken tussen de ruines. Rond 14.00 Hr vertrekken we naar de befaamde baden; volgens Lonely Planet worden zij tijdens het Timkatfestival (lees: 8 dagen geleden) gevuld met water, helaas bleek enkel de modder op de bodem het enige water te bevatten, toch is het huisje met brug, ingesloten tussen de enorme olijfbomen (waarvan de wortels de omwalling overwoekerd) prachtig gelegen. Nadien nog even naar het paleizencomplex om foto’s te nemen (gewijzigde lichtinval en avondschemer) en tijdig naar bed want morgen weer vroeg op voor onze vlucht naar de volgende bestemming.

Woensdag 29 januari
De luchthavencontrole bij aankomst in LALIBELA lijkt overdreven streng: mijn cakejes worden tot moes genepen en ik moet zelfs de telelens van het fototoestel scheiden. Eens buiten onderhandelen we over de prijs voor een “shared” busje en nemen onze intrek in Hotel Asheton. Onze eerste dag hier gebruiken we om de stad te verkennen, onze vluchten te herbevestigen, een gids te engageren (één die goed Engels praat en niet opdringerig overkomt) voor de volgende dag en om tickets te kopen voor de site (200 Birr). ’s Middags eten we in een klein restaurantje vlakbij het hotel (Blue Nile resto) en geraken aan de praat met de kersverse ambassadrice voor Nederland die haar eerste rondreis in het land maakt; haar chauffeur is een vriend van de resto-eigenaar waardoor we uitgebreid worden gesoigneerd, koffieceremonie incluis.
Donderdag 30 januari
Onderweg naar de site komt onze begeleider (gisteren afgesproken voor 30 Birr p.p.) ons tegemoet en ontdekken we de uitgestrektheid van deze doolhofsite; we krijgen een uitgebreide verklaringen voor wat we zien en nemen rustig de tijd om rond te kijken en te fotograferen. Na wat overredingskracht (en 10 Birr in het offerblok) krijgen we zelfs het befaamde Lalibela-kruis (ooit gestolen en later teruggevonden door een attente “Belgische” douanebeambte) te zien.

Vrijdag 31 januari
Gelukkig voor ons is het vandaag Saint George waardoor het groot feest is, in en rond de bekendste kerk van Lalibela: de in kruisvorm in de rotsen uitgehouwen, goed bewaarde en veraf gelegen kerk: Beta Ghiorghis. Zowel in de smalle gang rondom, als in de grote uitgehouwen nissen in de muren als in de kerk zelf worden gelijktijdig diensten opgedragen voor de “en masse” toegestroomde gelovigen, begeleid door gezangen en drums. Na dit spektakel zoeken we een rustiger omgeving op en stappen naar het Asheton klooster, een flinke klim (±4000 m hoog) naar het bijna verlaten klooster dat wel enkele prachtige, zeer oude boeken bezit alsook een adembenemend zicht op de wijdse omgeving.

Zaterdag 01 februari
Vandaag verlaten we Lalibela om ’s middags terug in Addis te arriveren; we checken in bij Hotel Wutma en gaan nogmaals de stad in om weer wat sfeer te proeven.

Zondag 02 februari
In tegenstelling tot onze vorige poging om het etnografisch museum te bezoeken is er vandaag wel electriciteit zodat we het kunnen genieten van dit mooie, duidelijk ingedeelde museum met al zijn schatten.

Maandag 03 februari
In het holst van de nacht verlaten we Addis . . . om moe, maar vol mooie herinneringen (en een boek vol foto’s om ze te herbeleven) terug te keren naar het koude Belgie.

 

 

 

 

Fotoalbums van Ethiopië

Trip 2010 - deel 4 (15)

28 Januari 2010 | ETHIOPË 2010 | Ethiopië | Laatste Aanpassing 28 Januari 2010

  • Traditioneel in WUKRO: hangslot in bovenoor, bolle
  • Interieur van deze kerkjes
  • De WUKRO CHIRKOS werd uit 1 groot rotsblok gehouwe
  • De baseliek van Axum, Koekelberg in verknipte vorm

Trip 2010 - deel 3 (20)

28 Januari 2010 | ETHIOPË 2010 | Ethiopië | Laatste Aanpassing 28 Januari 2010

  • De kamelenmarkt in BATI
  • Opvallende kapsels en haarjuwelen
  • ijdele jeugd in SENBETE
  • Een hut van de nomadische AFAR, ergens in de woest

Trip 2010 - deel 2 (16)

28 Januari 2010 | ETHIOPË 2010 | Ethiopië | Laatste Aanpassing 28 Januari 2010

  • Het leven (de markt) speelt zich af achter de mure
  • Een Harari met de zeldzame, typische haardracht (v
  • Een van de kleurrijke straatjes in DIRE DAWA
  • Onderweg van KOREMI, een Harari-haarnetje

Trip 2010 - deel 1 (24)

16 Januari 2010 | ETHIOPË 2010 | Ethiopië | Laatste Aanpassing 02 Februari 2011

  • en we hebben ook BUMI gezien
  • en ook niet alle bordjes zijn rond, dit is een hou
  • Op de campsite in TUM, vergezeld van enkele honger
  • Fanny in haar nopjes met de bijna onbereikbare BUM

 

Plaats een Reactie

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking