Reisverhaal «LAOS 2016 - part 2 dus»
2015_2016 overwinteren in ZO Azië
|
Laos
|
0 Reacties
15 Januari 2016
-
Laatste Aanpassing 15 Januari 2016
Hallo allemaal,
Op oudjaar 2015 verruilen we THAILAND voor LAOS.
Het wordt een lange “transportdag” want we bussen van CHIANG RAI naar CHIANG KHONG, op een kruispunt zo’n 5 km van de Friendshipbridge (de grenspost dus) worden we echter gedropt … dankzij Fanny’s charmes geraken we gelukkig snel aan een lift tot aan de Thaise douane; vervolgens verplicht de bus op om de brug over te steken en 35 US$ pp later ontvangen we ons Laotiaans visum en kunnen we, met een tuktuk verder tot het busstation; een half uurtje later zitten we alweer op de bus naar LUANG NAMTHA waar een tuktuk ons de laatste 13 km tot in het centrum brengt … all aboard !!!
Gelukkig is Luang Namtha geen grote, levendige stad zodat we, op enkele firecrackers na, een rustig schoonheidsslaapje kunnen genieten.
01 januari en wij weer weg -de trend voor 2016 is gezet- een luttele 3 uren later staan we in UDOMXAI.
Zo’n 8 jaar geleden zijn we hier ook geweest, maar ondertussen is de stad fel gegroeid en vooral “verchineest” doordat de meeste commerce (hotels, resto’s, shops, etc) in handen is van de ingeweken Chinezen; voor ons is dit toch ook een beetje geruststellend herkenbaar.
We zijn hier eigenlijk alleen maar omdat dit de meest noordelijke grote stad is waar we een motor kunnen huren voor onze volgende zoektocht naar authentieke minoriteiten.
Gedurende 6 dagen crossen we slechts 750 km bij elkaar en da’s vooral te wijten aan de vele kleine dorpjes met bergvolkeren die we links en rechts van onze route ontdekken: Thai Lu, Yao en diverse Akha wisselen elkaar af.
In deze noordelijke uithoek van Laos passeren we dorpjes als PAK NAM NOI, BAN YO, OU TAI, SAMPANSAI en BOUNTAI (niet te verwarren met het idyllische Bounty Island want dit zijn echt stoffige, troosteloze scheet-dorpjes).
En zoals het een uithoek betaamt, zijn de wegen ook hier in een zéér lamentabele toestand … zo met van die waterplassen als “net-tot-onder-naftbak-niveau”; Fanny moet ook regelmatig te voet, slibberend haar hachje zien te redden terwijl ik de nautische vaardigheden van onze tweewieler test; gelukkig hebben we er ééntje gekozen met noppenbanden (dat drijft beter ofwa ??).
Al bij al een hééél leuke trip, zowel voor mijn modderminnend motorhart als dankzij de vriendelijke, kleurrijke bevolking en de ongeschonden natuurpracht.
Via UDOMXAI, waar we onze zandkleurige motor terug afleveren, reizen we verder naar LUANG PRABANG: een leuke, relaxte stad in koloniale stijl met wel honderd tempels (UNESCO) en waar we het stof van onze kleren kunnen kloppen (ttz: laten wassen) en we op adem komen bij een lekker bord vol westerse gerechten.
We verblijven er minstens 5 dagen in afwachting van onze visumaanvraag … CHINA wordt onze volgende etappe maar dat is ook voor een volgend verhaal.