Reisverhaal «België, wandeling 13, Berlare»

en nu eens dichtbij: Vlaanderen wandelland | België | 2 Reacties 26 November 2020 - Laatste Aanpassing 26 Oktober 2020

Wandeling 13, Oost-Vlaanderen, Berlare

Berlare ligt centraal in Oost-Vlaanderen en bestaat uit drie deelgemeentes: Berlare, Overmere en Uitbergen

kaart van Oost-Vlaanderen waarop Berlare is aangeduid

Berlare is vooral bekend voor het Donk-meer. In niet-corona jaren wordt er jaarlijks gedurende een aantal weken een musical opgevoerd, in open lucht, bij het Donk meer. Vele jaren gelden hebben we daar de Sound-of-Music bijgewoond

beperkt zicht op het meer bij de festival-hall, heel kleurrijk

(https://www.berlare.be/donkmeer-4.html)
Het landschap zoals we het nu kennen, is ontstaan uit een oude meander van de Schelde.

Eeuwen terug is dit gedeelte van de stroom rond een stuifzandheuvel (een ’donk‘) onderhevig geweest aan een proces van verlanding en turfvorming. In de 18de en het begin van de 19de eeuw begon men turf te ontginnen als brandstof voor woningen. Na de turfwinning liepen de ontstane putten van het zogenaamde Berlaars en Overmeers Broek geleidelijk onder water.

Het Berlaars Broek werd leeggepompt, eerst in 1862 en daarna opnieuw na de Eerste Wereldoorlog. Vooreerst werd het hoofdzakelijk bebost met wijmen (of tenen voor mandenvlechtwerk) en na de Tweede Wereldoorlog met populieren (voor de luciferfabricage). Momenteel beheert het Bestuur van Waters en Bossen het Berlaars Broek als bosdomein. Het Overmeers Broek (het huidige Donkmeer) bleef overstroomd en is uitgegroeid tot het bekende toeristische centrum. De wateroppervlakte bedraagt ongeveer 86ha. Het Donkmeer is niet zo diep en bereikt op enkele punten maximaal 3,20m.

(https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/135203)

Het gebied ‘Oude Scheldemeander van Overmere-Donk en Berlare Broek’ omvat een (afgesneden) paleomeander van de Schelde gelegen op de linkeroever van de Schelde. Deze meander is heel goed herkenbaar in het landschap omdat door de lage ligging van de meander het om zeer natte gebieden gaat waar veen kon groeien en later ook veenwinning plaatsvond. De waterplassen die hierbij ontstonden volgen de oude meander en benadrukken deze vorm. Het deelgebied Turfput en Het Broek bevinden zich respectievelijk ten noorden en westen van Berlare. Ze vormen samen een ongeveer 300 meter brede en 5 kilometer lange, sikkelvormige strook tussen Berlare-Sluis en Overmere-Donk.

kaart waarop de Schelde- en de oude afgesneden Schelde-arm goed te zien zijn

Wat is veen? Uitleg via https://www.helpdeskwater.nl/onderwerpen/waterveiligheid/primaire/technische-leidraden/zoeken-technische/@194066/ontstaan-veen/

Veen is een grondsoort met hoofdzakelijk organische bestanddelen, voornamelijk opgebouwd uit (gedeeltelijk) vergane vegetatie. Indien de vegetatie zich verzamelt op de bodem van stagnerend (stilstaand) water in anaërobe omstandigheden (zonder zuurstof) zal de vegetatie niet volledig vergaan; als gevolg van diverse chemische en biochemische processen wordt in eerste instantie humus gevormd en later veen.

Waar de omstandigheden dit toelaten kan een veengebied (veenmoeras) ontstaan en kan proces van veenvorming optreden, ongeacht de lengte- of breedtegraad. Veenvorming komt echter voornamelijk voor in streken met een relatief koel en vochtig klimaat.

Het proces van veenvorming wordt voor een groot deel bepaald door het klimaat en de topografie. Gedurende het jaar dient er een wateroverschot te zijn en de vorm en samenstelling van het landoppervlak dient zodanig te zijn dat voldoende water wordt vastgehouden om plantengroei mogelijk te maken en om de afgestorven vegetatieresten te conserveren.

Ondergelopen laagtes in het landschap, oevers van meren en van rivieren met een lage stroomsnelheid zijn geschikt voor de fase in het proces van veenvorming.

Zelfs onder ogenschijnlijk stabiele klimatologische omstandigheden zijn veengebieden niet in rust; de vegetatie is aan veranderingen onderhevig, welke leiden tot voortdurende veranderingen van de veengebieden. De ontwikkeling van moeras tot veen is een langdurig proces en neemt tot ettelijke duizenden jaren in beslag. In de veenvorming kunnen 3 fasen onderscheiden worden, waarbij iedere fase gekenmerkt wordt door een eigen vegetatie, die leidt tot een karakteristiek soort veen met eigen geotechnische eigenschappen. Deze fasen worden gekenmerkt door de hydrologie (wetenschap die zich bezig houdt met de studie van water in de atmosfeer) en voedselrijkheid van het veengebied en worden hierna beschreven.

fase 1: De veenvorming in deze fase vindt plaats langs de oevers van vennen, meren en rivieren met langzaam stromend water als gevolg van verwering van riet, zegge en in mindere mate van waterplanten. De veenvorming wordt beïnvloed door het waterniveau, de aanvoer van voedingsstoffen door het water en door de toevoer van water door rivieren, neerslag, neerslag-af -voer uit de omgeving en grondwater.Aan het eind van deze fase is een moerasachtig landschap ontstaan, dat over het algemeen aangeduid wordt als laagveen. Deze veengebieden worden vaak gevormd bovenop zeer slappe organische klei, die vaak resten van riet bevat.

fase 2 of overgangsfase: De vegetatie in het veengebied raakt meer afhankelijk van watertoevoer door neerslag en minder van toevoer van grondwater, doordat het waterniveau aan schommelingen onderhevig is. De vegetatie bestaat voornamelijk uit bos (els, berk, eik).

fase 3: Nu is het veengebied zover naar boven uitgebreid dat de vegetatie boven het grondwater is gelegen en voor de waterbehoefte volledig is aangewezen op de neerslag. De afgestorven plantenresten (veenafzetting) houden het water vast voor de begroeiing. In het water zijn slechts kleine hoeveelheden voedingsstoffen aanwezig, aangezien neerslag slecht kleine hoeveelheden zouten (voornamelijk natrium- en magnesiumzouten), chloride, sulfaten en opgeloste gassen (zoals kooldioxide) bevat. De vegetatie in deze fase bestaat voornamelijk uit heide en mossen.

Het veen dat is ontstaan in deze fase vormt een zuur milieu en wordt als hoogveen betiteld.

een tekening om dit te verduidelijken (https://eu-browse.startpage.com/av/anon-image?piurl=https://slideplayer.nl/slide/16307776/95/images/32/Natuur:+Veenvorming+De+resten+van+water-+en+oeverplanten+en+dieren+vormen+een+%28veen%29sliblaag+op+de+bodem..jpg&sp=1603658886Tf67c39b58ce2bfa811bda8be0d8568607bdb0dae63d9d3c18562c30dcb987907)

(https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/135203)

Dit gebied ligt ten westen van Berlare, aan de linkeroever van de Schelde. Waarschijnlijk vond in het begin van het laatglaciaal (15 500 tot 11 500 jaar geleden) de overgang plaats van een verwilderd naar een meanderend rivierpatroon. De oorzaak van de overgang was het milder wordende klimaat en de toename van de plantengroei, waardoor de vegetatie verdichtte en de erosie afnam. In een meanderende rivier vindt aan de buitenkant van de bochten erosie plaats en aan de binnenkant afzetting van materiaal. Hierdoor verlegt de rivier geleidelijk haar loop in de richting van de buitenkant van de bochten. Erosie en afzettingen gebeuren vooral bij extreem hoge waterstanden, waarbij in de binnenbocht zogeheten sikkelbanken worden gevormd. Die zijn als lage, gebogen ruggen in het landschap zichtbaar. Vooral tussen Gent en Dendermonde heeft de Schelde in die periode een groot aantal fossiele meanderbochtenachtergelaten, bijvoorbeeld die van Overmere-Donk, Kalken en Laarne-Damvallei. De afsnijding van de meander van Overmere had ongeveer 10.000 jaar geleden plaats waarna de veenvorming begon. Duizenden jaren verliepen vooraleer de meander volledig opgevuld was door dit verlandingsproces.

(https://archeologieonline.nl/artikelen/de-geschiedenis-van-turf-een-oude-brandstof)

Wanneer het natte veen droog wordt in deze conditie is het bruikbaar als brandstof. Het gedroogde product turf was eeuwenlang - van grofweg de 11e tot 18e eeuw - de belangrijkste brandstof.  Het gebruik van turf als brandstof wordt al in de Romeinse tijd vermeld. Turfwinning kwam echter pas op grote schaal op gang toen in de middeleeuwen het hout te schaars werd om de groeiende de bevolking van brandstof te voorzien. Turf werd een belangrijke brandstof voor zowel het huishouden als de industriële praktijken. Men verhitte er onder andere ovens en brouwerijen mee.

De dikke veenlaag van afgestorven plantenmateriaal baggerde men op en legde men te drogen op akkers. Omdat de behoefte van de groeiende steden niet te temmen was, werd het veen tot onder de waterspiegel weggebaggerd. Hierdoor kwamen deze plaatsen onder water te staan. In sommige gevallen werd na de veenwinning het ontgonnen landschap gereedgemaakt voor landbouw; op andere plaatsen bleven grote plassen over, zoals we die in het hedendaagse landschap nog aantreffen.

turf, deels afgestoken (https://eu-browse.startpage.com/av/anon-image?piurl=https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/c/c8/Peat_artisanal_exploitation2.jpg&sp=1603659869T2245df15c9ad0d27f1bb42cb3400ed98043729de196264753454a870ca4a8658)

turf steken (https://eu-browse.startpage.com/av/anon-image?piurl=https://reintjurjens.weebly.com/uploads/1/9/9/6/19968767/turfwinning-20160620-738-ierland-rrj-tcf_1_orig.jpg&sp=1603660045T8ef9cf24e963bd1c4189672664380650ad2ab533fb8984d36fba715c1280cb5c)

Turf in het gebied van Berlare (https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/135203) :
Het gebied bestond voor een groot gedeelte uit zeer natte en venige gebieden. De meer zandlemige en kleigronden werden gebruikt voor weiland en waar mogelijk akkers. De oude meander zelf echter, waarin een dikke laag veen zat en dat bijzonder nat was, bleef praktisch onaangeroerd tot de tweede helft van de 17de eeuw. Pas op het eind van de 17de eeuw begon men het turf te steken. Vermoedelijk eerst in het oostelijke deel van de meander omdat daar vlakbij bebouwing lag (Het Broek en Turfput).
Het turf was voor de boeren een waardevolle brandstof en werd vooral in de 17de en 18de eeuw opgegraven. Men schat dat in totaal 6 miljoen m3 ontgonnen werd. De aaneenschakeling van turfputten, samen met enkele overstromingen van de Schelde, verklaart het ontstaan van het Donkmeer. Voor 1850 zal het Donkmeer gegraven zijn, op de kaart van Vandermaelen hebben de meeste waterplassen hun huidige omvang. De ontginning is na 1850 heel beperkt geweest. Toch werd er in de oorlogsjaren ook nog turf gestoken. Later is verschillende keren geprobeerd het gebied droog te leggen om vruchtbare landbouwgronden te maken.

Het Broek vormde omstreeks het midden van de 19de eeuw samen met de Turfput en het Donkmeer één groot vijvergebied binnen de afgesneden meander. De gemeente Berlare verkocht het gebied in 1854 met de verplichting het droog te leggen. Een poging daartoe werd onder meer ondernomen door de gebroeders Van der Elst uit Brussel die in 1860 een plan indienden voor het plaatsen van twee machines voor het droogleggen van Het Broek. De drooglegging door hun pompinstallatie slaagde slechts gedeeltelijk. Op 10 augustus 1860 kwam Het Broek in het bezit van baron M. de Hirsch de Gerenth, bankier te Brussel. Volgens het kadasterarchief liet hij in 1862 aan Schuitje een stoomwatermolen oprichten en onder leiding van ingenieur Theodoor Leysen slaagde het droog leggen van Het Broek in 1862.

Een enorme verlanding was het gevolg van de droogmaling. De oppervlakte en diepte van het meer waren dus gedurende de laatste eeuwen erg wisselend, ook wel doordat het meer in verbinding bleef met de Schelde. Er werd in totaal ongeveer 180 ha landbouwgrond gewonnen. Wegens de grote diepte kon het Donkmeer niet volledig ontwaterd worden

Het Donkmeer is, samen met het gebied er rond, steeds privé-eigendom geweest. Dit betekent dat elke eigenaar zijn eigen ideeën had over de toegankelijkheid voor het publiek, over de toestemming om te vissen enzovoort.
Na het overlijden van graaf Visart de Bocarmé, kasteelheer en burgemeester van Uitbergen, werd het meer dat zijn bezit was, in 1952 door de nieuwe kasteelheer, baron de Crombrugghe de Picquendaele, verkocht. De nieuwe eigenaar was de 'Intercommunale voor Exploitatie van het Donkmeer', opgericht door de gemeenten Berlare, Overmere en Uitbergen. Vanaf dat moment nam de toeristische uitbating van het meer en de omgeving in sterke mate toe. Dit verhoogde de druk op het meer.

Wandeling: wij maken een knooppuntenwandeling, lengte 10,2 km waarbij we starten bij knooppunt 9, verder 11 – 10 – 31 – 30 – 29 – 28 – 14 – 15 – 7 – 1 – 2 - 9

onze wandelroute, vandaag niet met Stephan, wel met enkele klasgenoten van weleer

het eerste deel van de wandeling gaat langs het Alfred Nelenpad door een parkje

asters staan nog in bloei, een erg opvallende kleur

Na een stukje langs een drukke verkeersweg komen we terug in de natuur

het gebied is zeer waterrijk, gelukkig geldt dat niet voor het grootste gedeelte van de paden

het grootste deel van de wandeling verloopt in bos, aan de rand van het bos of dichtbij bos

we wandelen nu in het gebied van Berlarebroek. In 1979 kocht de Vlaamse overheid (Agentschap voor Natuur en Bos) hier ruim 120ha.
Het domein vormt een lange strook van 6km en bestaat uit 2 delen, die gescheiden zijn door particuliere eigendommen. In het noorden ligt de Turfput, een vijver van 24ha. Het grootste deel bestaat uit bos met daartussen moerassige gedeelten en meer dan 50 vijvers (aangelegd in de jaren ‘60-‘70). De populieren worden geleidelijk aan vervangen door streekeigen bomen en struiken. Dergelijk bos biedt meer afwisseling en heeft een veel hogere natuurwaarde. (https://www.berlare.be/berlare-broek-1.html)

tussen de bomen en wat dieper gelegen zien we de vijvers

hier zijn de bladeren nog groen

en op andere plaatsen zien we tinten van geel-bruin

heel zelden rijdt hier een auto

enkele malen zien we de auto van Google-streetview met de camera bovenop

we steken hier een beek over, de ene zijde

en de andere zijde

nog een opvallende kleur

na een tijdje komen we in Berlare, hier een rustig straatje, netjes onderhouden

daarna wandelen we langs kaarsrechte wandelwegen door bosgebied

water, vijvers, beken, nooit ver weg

hier en daar is het wateroppervlak helemaal groen van Eendekroos, een klein plantje. Eendekroos is in staat water te zuiveren van ammoniakverbindingen

sommige vijvers zijn in formaat XL

het bos is nog jong te oordelen aan de dikte van de stammen

kaarsrecht en goed aangelegde paden

misschien is deze paddenstoel een bovist, of een nog ongeopende stuifzwam

op een omgevallen boomstam groeien Tonderzwammen en mooi groen mos

heel veel water in het gebied

een smal pad tussen rietkragen, wat duidt op stilstaand water

in dit gebouw bevindt zich het pompgemaal Turfput

Na vele jaren mislukte oogsten heerste er schrijnende armoede in grote delen van het land. Wateroppervlakten, moerassen en heide moesten toen bij wet, omgevormd worden tot landbouwgebied. Om Berlare Broek droog te leggen werd er daarom in 1862 een stoomwatermolen op steenkool opgericht, bekend als ’t watermachien.
Bij het begin van WO I was er een tekort aan steenkool waardoor het gebied weer onder water kwam.

Het controleren en in stand houden van het waterpeil in het Donkmeer is nog steeds een moeilijke opgave. In 1985 werd dit pompgemaal gebouwd dat water van Berlarebroek pompt naar het Donkmeer. Vandaar wordt het overtollige water dan via een tweede pompgemaal, Leeggoed, naar de Schelde gepompt

we wandelen langs een beek die bij het pompgemaal Turfput samen vloeit met een andere beek

de beek lijkt echter een klein kanaal te zijn, perfect recht

herfstkleuren zorgen voor een vrolijke noot

we komen bij het Donkmeer

af en toe is er een visser in een tentje te zien

Op het meer zitten heel wat watervogels

de Grote Canadese Gans

en de Wilde Eend

een mooi biotoop

een Aalscholver droogt zijn vleugels na een duik in het water

zo wat in het midden van het meer is er een dijk van de ene zijde naar de andere

we komen bij de eendenkooi

(https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/135203)
In het gebied lagen twee eendenkooien. Die ten oosten van Donk is verdwenen, deze eendenkooi is op terrein niet meer terug te vinden. De eendenkooi nabij het Donkmeer echter is wel goed bewaard en in 2007-2008 gerestaureerd. Dit gebeurde in het kader van een in 1992 goedgekeurd beheersplan van het Donkmeer. De eendenkooi, een aanvankelijk als commerciële vangplaats van eenden aangelegde vijver, werd met zijn zeer specifieke vorm met 4 gebogen vangarmen al op de kaart van 1678 van A. Schockaert aangegeven. De kooi bleef voor de eendenjacht in werking tot 1930. In 1961 werd de eendenkooi voor het publiek opengesteld als natuur- en vogelreservaat later aangevuld met een educatief vogel- en dierenpark.

De historisch verantwoorde restauratie van de eendenkooi (2007-2008) vormt het hoofdthema van de recente cultuurhistorische en natuureducatieve herinrichting van de site. Deze uitzonderlijk goed bewaarde Vlaamse kooisite is bereikbaar vanuit het westen vanaf Brielstraat of vanuit het oosten vanaf Donklaan (via A. Nelenpad, Uitbergen). Bij een eendenkooi hoorde in de regel een kooihuisje als verblijf voor de kooiman. Het eerder al gerenoveerde oude kooihuisje bij de eendenkooi van Overmere - Donk werd in 1994 door brand verwoest. In 1997 volgde de reconstructie ervan naar ontwerp van architect H. Van Sande (Berlare), op basis van beschikbare gegevens en andere vergelijkbare exemplaren. Het betreft een verankerd en gewit bakstenen huisje van circa 3 bij 6 meter onder rieten zadeldak. Het kooihuis is uitgerust met een alkoof en kleine open haard.

op een verrotte boomstam groeien groepen zwammen

enkele Inktzwammen

Zwerminktzwam, kleine paddestoelen

links een meer, rechts een meer

we komen weer bij het Donkmeer, nu het noordelijk gedeelte

een uitham van het meer 

naast de Aalscholver is de Blauwe Reiger een kenmerkende vogel van dit gebied. Verschillende paren broeden hier

op wandel of op jacht ….

net voor we het bos verlaten nog een foto van de herfstkleuren

Langs het meer en het dorp komen we weer bij onze startplaats

 

Print Friendly and PDF

 

 

 

 

Plaats een Reactie

Rita Mooie wandeling . Vorige week heb ik ook met 2 vriendinnen een wandeling gemaakt rond het Donkmeer bij mooi , zonnig weer. Ter info : Alfred Nelen was de promotor van het toerisme rond het Donkmeer Ik ken zijn kleindochter Geplaatst op 30 November 2020
Leen&Pat Leuk om op die manier Vlaanderen te leren kennen. Het was prachtig wandelweer gisteren! Geplaatst op 29 November 2020

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking