Reisverhaal «België, wandeling 14, Affligem»

en nu eens dichtbij: Vlaanderen wandelland | België | 4 Reacties 03 December 2020 - Laatste Aanpassing 02 November 2020

wandeling 14: Vlaams Brabant, Affligem

Affligem ligt in Vlaams Brabant, dichtbij de provincie Oost-Vlaanderen


kaart van Vlaams Brabant waarop Affligem is aangeduid

Affligem, de naam van de fusiegemeente, bestaat uit Essene, Hekelgem en Teralfene. Het grootste gedeelte van onze wandeling vandaag gebeurt op het grondgebied van Hekelgem én de naburige gemeente Aalst

kaart waarop de wandelwegen zijn aangeduid. Het allergrootste gedeelte van de weg en paden is onverhard

Onze wandeling start aan de abdij van Affligem, waarschijnlijk in 1062 gesticht door 6 ridders. Dit betekent dat hier al bijna 1000 jaar Benedictijner monniken leven.

Voor ons is de abdij het best bekend voor zijn kaas en zijn bier (dat in Opwijk gebrouwen wordt)

Bij een geleide rondleiding, buiten coronatijden, kan men naast de abdij, ook een grote tuin, een archeologisch museum, een religieus centrum en een cultureel centrum bezoeken

(volgende tekst: bron https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/38830)

Sint Pieter en Paulus abdij van Affligem, ooit huisabdij van de hertogen van Brabant

Hier werd rond 1080 een religieuze gemeenschap gesticht naar de regel van Sint-Benedictus, afhankelijk van het bisdom Kamerijk (1086); dotatie van Hendrik van Brabant, onder meer goederen in de onmiddellijke omgeving, domeinen te Asse en gronden in de omgeving van Waver; voortdurende steun van Brabant omwille van de politiek gunstige ligging op de grens met Vlaanderen; omwille van deze inplanting werd de abdij trouwens herhaaldelijk geplunderd en ingenomen door verscheidene troepen, onder meer tijdens de 14de eeuw, na de eerste bloeiperiode van de 13de eeuw, tijdens de tweede helft van de 16de eeuw, 1576 en 1580 toen de monniken verplicht waren hun abdij te verlaten tot 1605, en vanaf 1667-1668 plunderingen door het Franse leger van Louis XIV. Op elke catastrofe volgde een periode van restauratie en wederopbouw met eventuele uitbreiding en relatieve bloei.

Moeilijkheden tijdens de Franse Omwenteling van 1793 af, met beginnende plunderingen na de slag van Fleurus (26 juni 1794), opheffing van de abdij in 1796 en systematische afbraak in 1797. Eerste hergroepering der benedictijnen te Aalst in 1838 en terugkeer naar Affligem in 1869 gevolgd door de heroprichting van een aantal gebouwen van circa 1880 af en gedurende de eerste helft van de 20ste eeuw. In de loop der eeuwen verwierf deze abdij een zekere befaamdheid omwille van haar culturele uitstraling en de rijke verzamelingen die ze wist aan te leggen: munten, handschriften, kunstvoorwerpen, onder meer schilderijen van Rubens en de Crayer

De belangrijke abdijkerk werd in 1129 gebouwd onder de tweede abt Francon. Dit vroeggotisch gebouw werd geteisterd in 1580 en gerestaureerd in de loop van de eerste helft van de 17de eeuw, met onder meer verhoging van het vloerniveau, aanpassing van de spitsboogvensters en volledige interieurstoffering in renaissance-barok overgangsstijl met rijke aanvulling van het kerkmeubilair.

In 1768 werden ook de plans van L.B. Dewez goedgekeurd voor de vernieuwing van de conventgebouwen, gegroepeerd rondom twee vierkante binnenplaatsen, met integratie van de aangepaste westgevel van de kerk als centraal element voor een lange, symmetrisch uitgebouwde voorgevelcompositie met twee risalieten onder driehoekig fronton. Eerstesteenlegging in 1770 en verdere opbouw waarvoor drie kloosterpanden moesten worden opgeofferd. Het onafgewerkte ensemble werd in 1797 verkocht, voornamelijk als bouwmaterialen (zie opnieuw gebruikte architectonische elementen in Hekelgem en omgeving).

De enkele resterende gebouwen, het "Bisschopshuis", een deel van de noordzijbeukgevel en aangepaste aanhorigheden vormen geen bijzonder grootse ruïne

(er is nog veel meer te lezen op bovenstaande website).

Nu leven er nog een paar enkele monniken, met een zeer hoge gemiddelde leeftijd.

bij de abdij van Affligem verlaten we de bebouwde kom van Hekelgem. Affligem is het verzamelwoord voor de drie deelgemeentes, er is geen deelgemeente met de naam Affligem

aan de hoek, knooppunt 1, slaan we het pad in, hier nog bedekt met kasseien over een korte afstand

op het gebouw met een bio-winkel, hangt een tekst, letterlijk en figuurlijk een waarheid

we zijn direct buiten de bebouwde kom

Het pad zigzagt door de velden, weiden en bosjes

de kasseien zijn er al lang niet meer

plassen en modder, voor het volgend uur de grond waarop we stappen

al gauw komen we bij het gemeentelijk hopveld

hoge palen waarop bovenaan telkens een lijn gespannen is, om de hopranken te leiden

Op het hopveld staan, in rijen met een tussenafstand van 9 tot 12 meter, grote houten palen in de grond geheid. De houten palen zijn van de spar en worden speciaal voor dit doel in Duitsland of Frankrijk geteeld. De houten palen worden met stalen draden verankerd. Over de houten palen wordt op 6 meter hoogte een stalen draad gespannen. Aan het draad komen verticale kabels ‘leidraden’ waar de hopplanten tegenop groeien. Naast elke hopplant is een bodemspies met een ijzeren fiche waaraan 2 leidraden bevestigd worden.

hop is een meerjarige tweehuizige klimplant die tot 9m hoog kan worden!

Meerjarig betekent dat de plant vele jaren kan overleven, tweehuizig betekent dat er mannelijke planten en vrouwelijke planten bestaan. In gebieden van hopteelt is het verboden mannelijke planten te laten groeien. Deze zorgen van bestuiving van de vrouwelijke hopplanten waardoor de bellen groter worden maar ook te bitter worden voor Europese bieren. Voor Engelse bieren is dit wel geschikt en daar geldt geen verbod.
Hopteelt is sterk gemechaniseerd maar nog altijd zeer arbeidsintensief. Op een hectare groeien tussen de 2000 en 2500 hopplanten. Hopplanten kunnen tot 20 jaar oud worden. Pas na 3 jaar zijn de hopplanten volgroeid en heeft de boer een volledige opbrengst.

In maart komen de eerste hopscheuten boven de grond. Nu bekijkt de boer of de ranken een leidraad gevonden hebben. Indien nodig worden de ranken een handje geholpen. Per leidraad worden de 3 beste scheuten rechtsdraaien aangeleid. De overige scheuten worden verwijderd met een onkruidverdelger. Dit is nog steeds een zeer arbeidsintensieve klus.
Hop is een van de snelst groeiende planten ter wereld en kan wel 10 centimeter per dag groeien. Tijdens de groeifase moet de boer constant in de gaten houden of er ziektes de kop op steken.

vrouwelijke hopbellen

Voor het oogsten worden de hopranken op 1 meter hoogte boven de grond afgesneden. Een hopoogstmachine plukt vervolgens de hopranken inclusief leidraden en verhakselt de opbrengst. De hop wordt nu gedroogd voordat ze verwerkt kan worden tot andere producten zoals hopbellen, hoppellets, hopextract en geïsomeriseerde producten (speciale producten voor bierbrouwerijen).
(bovenstaande tekst https://www.hopscheuten.nl/hopteelt/)

Ooit behoorde de hop van Affligem, samen met deze van Aalst en Asse, tot de beste van Europa. Tot het midden van de 20ste eeuw was de hopteelt een belangrijke economische sector in Affligem, ho werd dan ook wel het ‘groene goud’ genoemd

we stappen nu langs de lange zijde van het hopveld

wat verder versmalt het pad en komen we in een meer bosrijke omgeving

vanaf het begin van onze wandeling daalde de weg

we kruisen nu de Weimeersbeek

De Weimeersbeek speelt een belangrijke rol in de geschiedenis van de abdij van Affligem. De beek werd verlegd en vergraven waardoor men soms spreekt van de Weimeersgracht. Monniken legden langsheen de beek visvijvers aan. In de 18de eeuw waren er zeker 5 dergelijke visvijvers. Men kweekte vooral karper, maar ook snoek, baars en witvis. Elke vijver telde duizenden vissen (info van een tekstbord)

het vervolg van het pad is nog meer modderig

het bos noemt hier Kluizenbos, een zeer oud bos

Tijdens de Middeleeuwen behoorde het tot het Grote Kolenwoud. Tot de afschaffing van de abdij onder Franse heerschappij in 1796, was de abdij eigenaar van een omvangrijk boscomplex dat ze al eeuwen lang in bezit had, het Affligembos. Het strekte zich in hoofdzaak uit over de gemeenten Melden (Truyenbos, Conventschouw en Ouden Houw), Erembodegem (Cluyserije of Kluisbos)en Hekelgem (Assscherenbos). Ook enkele bosjes die aansloten bij het nabij gelegen Kravaalbos (voornamelijk gesitueerd op Meldert en Asse) behoorden tot het bezit van de abdij maar het overgrote deel van dat zelfde Kravaalbos maakte sinds de 14e eeuw deel uit van de benedictinessenabdij van Vorst, een stichting van de abdij van Affligem. Beide boscomplexen waren eens delen van eenzelfde bosgebied, het Asscherholt, dat op zijn beurt kan beschouwd worden als een restant van het Kolenwoud. Het Affligembos lag grotendeels op droge tot uiterst natte zandleemgronden, deels op droge tot uiterst natte leemgronden. Het reliëf is vrij geaccentueerd.Na het opheffen van de abdij van Affligem door de Franse bezetter werd ze in 1796 werd het in beslag genomen en verkocht, met uitzondering van de bossen die domaniaal goed bleven tot 1846. De bossen, die rijk waren aan bosplanten, werden tot naaldhoutaanplantingen en hopvelden omgezet. Het Kluisbos, dat zich uitstrekt van de Kluiskouter tot het vroegere vliegveld en van de abdij Maria Mediatrix tot het Hof Zomergem is een oud bos dat in zijn totaliteit in de 19e eeuw ontgonnen werd. In de loop van de 19e en de 20e eeuw werd een deel van het historische boscomplex herbebost, echter vooral in de omgeving van de bosvalleien en aan de onderzijde van de steilrand. Het huidige bos wordt door populier gedomineerd terwijl tot de 18e eeuw voornamelijk een middelhoutbeheer toegepast werd, met hier en daar een hakhoutperceel. Dit droeg bij tot de instandhouding van het open bos. Op de boswegen en de hakhoutpercelen werd gras gesneden, hierbij werd soms jong hakhout beschadigd. Ook dit maakte het bos meer open. Tot in de 19e eeuw waren heiderelicten niet ver af. Bij de heraanleg van een deel van het bos binnen de grenzen van het historische boscomplex, beboste men echter grotendeels de beekvalleien en de nattere gronden, de drogere gronden bleven onder akker of grasland. Herstel van de vroegere contactzones nat- droog binnen de bossfeer bleef dus achterwege; wat bleef was de scherpe grens tussen bos en cultuurland. Deze grens werd in de 20e eeuw nog bruusker door het gebruik van steeds meer mest op het cultuurland enerzijds en het wegvallen van het hakhoutbeheer binnen het bos anderzijds. Op Ferraris kaart is de beboste oppervlakte veel groter dan vandaag.

na het bos stappen we op een smal pad tussen weilanden

de weiden zijn vrij klein van oppervlakte

wat verder is er bewoning

we komen langs een huis met 2 potten Bidens Triplinervia, een gekweekte plant, afkomstig uit Centraal-Amerika, die hier niet kan overwinteren. Nederlandse benaming is Tandzaad omdat het zaad 2 tanden bevat waarmee het zich kan vasthechten aan dieren of zelfs de mens, die dichtbij de plant komt

de plant bloeit van mei tot oktober

na een stukje asfaltweg, slaan we weer een pad in

de plassen en de modder zijn nog niet voorbij

dat belet ons niet om de bomen in herfstkleur te bewonderen

het is uitkijken naar een plekje waar het water niet te diep is

een klein stukje vegetatie, opvallend van kleur

met reuzegrote paardenstaarten

we komen terug in het Kluizenbos

de brug over de Steense Meersbeek is gewoon een grote betonnen rioolbuis. De naam van de beek verwijst naar de aanwezigheid van kalkzandsteen in de ondergrond

De gronden waren eigendom van de abdij. Door de exploitatie van de steengroeven werd de abdij rijk. De laatste groeve sloot in 1889

hier zijn de bomen dikker en al vele jaren ouder

tussen weiland en akkerland, nu met een groenbemester

af en toe is er een bank en wat verder zelfs picknicktafels

nu zien we twee geitjes. Maar vroeger op het jaar kan men hier ook reeën zien. Een bord waarschuwt om de reekalfjes zeker niet te aaien. De geur van mensen zorgt er immers voor dat de kalfjes door hun moeder verstoten worden

en we blijven het natte pad volgen

dit is de meest hachelijke plaats. De weidepaal zou een steun zijn, mocht de paal vast in de grond zitten. Gelukkig zit er geen stroom op de schrikdraad

nog een veld met groenbemesting, nog wat bloemenkleur tijdens de herfst

Brabant, Pajottenland … en het Brabantse trekpaard

rechts van ons zien we een ander klooster, Maria Mediatrix

abdij Maria Mediatrix (https://www.dekluizerij.be/info.php?hcat=&hc=7&cc=8) geschiedenis waarvan de start slechts 100 jaar geleden plaats vond, onvoorstelbaar voor ons.

In 1913 bezocht de Nederlandse dame Molengraaff- Schim van der Loeff de abdij Affligem met de bedoeling in een klooster te treden. Geboren in 1889 te Gouda in Nederland in een streng protestants gezin was zij naar het katholicisme overgegaan. Zij was getrouwd met Willem Molengraaff, maar beiden voelden zich aangetrokken tot een contemplatief leven. Nederlandse en Belgische abdijen stonden toen weigerachtig tegenover bekeerlingen zodat ze voorlopig nergens werd aanvaard. Haar verlangen om benedictines te worden, bracht dom Franco de Wyels, sinds 18 mei 1912 prior van zijn abdij, ertoe te dromen van de stichting van een benedictinessenabdij in de buurt van Affligem.
In 1917 waren er stichtingsplannen voor een abdij, maar de start gebeurde in Dourgne in Zuid-Frankrijk. De Nederlandse dame Molengraaff- Schim van der Loeff trad in 1919 in als domna Gertrudis om er gevormd te worden voor de Vlaamse stichting.Al snel volgden nog enkele postulanten. Domna Gertrudis bleek beter geschikt te zijn voor de nieuwe stichting.
Inmiddels hadden de monniken van Affligem ermee ingestemd een zusterabdij op te richten.
Eens de oorlog voorbij begon men uit te kijken naar een geschikte woning in de omgeving van Affligem. De familie Callebaut uit Wieze stelde te Hekelgem aan de Aalsterse Dreef een terrein ter beschikking. Op 10 februari 1921 legde domna Gertrudis haar tijdelijke geloften af en vernam dan, tot haar ontzetting, haar aanstelling als overste van de zes zusters die de volgende dag al naar Vlaanderen zouden afreizen. De abt en Charlotte Callebaut, de eerste weldoenster, waren naar Dourgne afgereisd om de groep te begeleiden. Op 13 februari ontving kardinaal Mercier de zusters. Tot zijn verbazing stelde hij vast dat de monialen nog geen naam voor hun klooster hadden en hij stelde dan zelf Maria Mediatrix voor (= Maria Middelares)
In Hekelgem was er nog geen gebouw opgericht, de zusters kregen eerst een kleine villa in Heid-Kalmthout (provincie Antwerpen). Hun woning, herdoopt tot De Kluis, was in feite te klein voor de zes zusters. Het was de chauffeurswoning van de bekende Vlaamse musicus Jozef Muls. De eerste maanden kenden ze er grote armoede. Ze leefden van wat de buren en weldoeners brachten: vlees, kaas, versnaperingen. Vier zusters hadden niet eens een stoel. Lange tijd hadden ze niet eens een wekker. De zuster die de anderen voor het nachtofficie moestwekken, durfde niet naar bed te gaan uit vrees zich te verslapen. Het eten koken gebeurde op een klein kacheltje met slechts één pan. Was een gerecht klaar en uitgeschept, dan kon men aan het volgende beginnen. Dom Gregorius De Groote, oud-missionaris en verblijvend in de stichting van Heide, spande zich in om de monialen aan het nodige te helpen. Eigenhandig maakte hij banken, stoelen en een lessenaar. Dagelijks kwam hij naar De Kluis om er de mis te lezen en gaf er ook conferenties.
Dat eerste jaar traden meerdere postulanten in. De Kluis werd echt te klein en de zusters keken uit naar een geschikter verblijf. Met geleend geld kochten ze Villa Keienhof, een afgelegen woning op zo’n 20 minuten lopen van Heide waar de monniken verbleven. In juni 1922 verhuisden ze. Een paar dagen later boden er zich weer postulanten aan waardoor het nieuwe klooster al meteen te klein was. Elke kamer moest in drie verdeeld worden. Nu beschikten ze wel over een grote tuin en daar konden ze kippen houden. Op 14 augustus 1924 verhief kardinaal Mercier het klooster tot priorij. Domna Gertrudis Molengraaff- Schim van der Loeff werd de eerste priorin. Nog hetzelfde jaar konden konden de zusters te Hekelgem een stuk grond bijkopen.
Op 18 mei 1931 begonnen de werken voor het nieuwe klooster op de Potaardeberg in Hekelgem aan de Aalsterse Dreef. Voor de buitenmuren had de architect gekozen voor Boomse steen, de stenen voor de binnenmuren werden ter plaatse vervaardigd. In mei 1932 konden 24 zusters er hun intrek nemen. De inwoners van Hekelgem verwelkomden enthousiast de monialen. Ze hadden de straten versierd met bloemen, vlaggen en opschriften zoals Welkom aan de Bruiden van Christus of Welkom aan de gewijde Maagden. Salvo’s uit jachtgeweren weerklonken en een kanonschot deed de zusters zelfs opschrikken.
Abt Benedictus zegende de eerste vleugel van de abdij in. Na de feestmaaltijd, aangeboden door de familie Callebaut uit Wieze, bracht dom Jozef, begeleid door heel wat mensen uit het omliggende, het H. Sacrament naar de kapel. De volgende dag zegende de abt plechtig de kapel in en droeg er de eerste mis op. Hoewel het gebouw nog niet af was, er ontbraken nog deuren, vensters en vloeren, toch waren de monialen gelukkig over een eigen cel te beschikken, ook al was het enige meubilair een stromatras en een koffer. Met de communiteit was ook een hele veestapel meegekomen: een paard, enkele koeien, varkens en kippen. De buitenzusters hadden meteen de handen vol. De volgende weken was het er erg druk: bedden, kasten, stoelen kwamen toe, allerlei vaklieden waren aan de slag, buren brachten bloemen, broden, hammen, cider, maaiden het hooi enz. Meerdere monniken kwamen regelmatig naar het nieuwe klooster en betekenden een grote steun voor de monialen: dom Franco als geestelijk leider, dom Gregorius Manisse als biechtvader en broeder Tobias Vergauwe, de redder in nood voor alle materiële problemen.Uiteindelijk heerste er rust en stilte in de abdij. Het aantal leden van de communiteit bleef stijgen en in 1939 was het klooster, gebouwd voor 40 zusters, al te klein geworden. Op twee decennia was de gemeenschap uitgegroeid tot een grote abdij. Dat was onder meer te danken aan de vele Nederlandse postulanten, waaronder een aantal bekeerlingen uit het protestantisme. In Nederland was er maar één benedictinessenabdij, nl. Oosterhout en die was al overbevolkt en zo kozen veel postulanten voor Hekelgem.

Van de abdij en de 10ha bijhorende grond werd er in 1997 bijna 3 ha verhuurd aan een wijnbouwer. Ook delen van de gebouwen werden aan verschillende organisaties verhuurd (voor conferenties, bezinningen, …).

Het aantal zusters daalde gestaag en in 2006 verhuisden de 7 resterende slotzusters naar Leuven.

Het geheel van de gebouwen wordt nu verhuurd aan vzw De Kluizerij (https://www.dekluizerij.be/)

vele weilanden zijn omzoomd door knotwilgen

het laatste stukje van dit pad is weer kasseiweg

we komen bij een bord waarop onze wandeling volledig is uitgetekend

hier zijn we bij de Kluiskapel aangekomen

De huidige Kluiskapel werd in 1758 gebouwd. In 1835 werd het bouwvallige gedeelte gesloopt, zodat nu alleen het hoofdkoor overblijft. Voorheen moet hier ooit een Kluis of Cella midden in het bos gestaan hebben die teruggaat tot de 7de of 8e eeuw.

hier komen we in het deel van het Kluizenbos dat door Natuurpunt beheerd wordt. We volgen voor een lange tijd de blauwe wandeling

het Kluizenbos is een goed bewaard biotoop met ook zeldzamen soorten planten, bomen en mossen

wat verder staan Voskopschapen te grazen

het pad wordt weer nat en modderig, zelfs onder het tapijt herfstbladeren

het is een mooi bos, de bomen zijn nog vrij jong (zoals beschreven wat eerder tijdens deze wandeling)

waar het modderig is, zetten we kleine stappen om het gevaar voor uitglijden te beperken

plots staat er een breed gesloten hek op het pad. Wanneer we aan het hek zijn zien we dat dit een afsluiting is van een groot golfterrein

net voor het hek buigt het pad naar links en blijven we de afsluiting van het golfterrein volgen

bij de hoek van het golfterrein staat er een bank, en het is tijd voor de lunch

op een smalle stengel zit een Zwartgerande Tuinslak, mooi van kleuren

Blijkbaar heeft de kleur en de gekleurde banden te maken met de vegetatie. Op weiland heeft de tuinslak weinig kleur en is de kleur eentonig. In bosgebied daarentegen veel kleuren en tot 5 banden

in het ganse gebied hier is er veel Kardinaalsmuts aangeplant of komt het natuurlijk voor

nu komen we bij Somergembos, gelegen in de vallei van de Somergembeek die in het Kluizenbos ontspringt

Met een totale oppervlakte van 14 ha wed deze langwerpige strook ingericht als stadsbos met aandacht voor natuur. Het is een open landschap met grasland, moeraszones en aanplantingen van inheemse boomsoorten. De beekvallei wordt omzoomd door rijen knotwilgen.

We zijn nu op het grondgebied van Aalst, in Oost-Vlaanderen dus. Wil je hierover meer lezen: http://www.zwamvlok.be/component/content/article/51-gebieden/56-somergembos.html

we kruisen een diepe geul, echter zonder water

dit (kunstmatig) heuvachtlg gebied is een speelzone

het pad is nu verhard

hier en daar is er een klein bosgedeelte

op sommige plaatsen is het bosgebied zeer smal en is er een woonwijk gebouwd

we lopen dan op een pad net naast de achtertuinen

ook hier weer Voskopschapen

Eeuwenlang bevolkten voskleurige schapen de Ardense weilanden. De huidige Ardense voskop stamt af van de Ardense schapen die vroeger door kooplui werden meegebracht om op de betere Vlaamse weiden te worden vetgemest. Lokale herders uit Klein-Brabant (= streek rond Bornem) hebben dit schaap aangehouden voor het fokken van Paaslammeren. Uit deze restpopulaties werd de Ardense voskop terug gefokt en geselecteerd.

Het is een schaap dat zich thuis voelt in ruige omstandigheden. Voskoppen kunnen zowel tegen droogte als tegen nattigheid en koude. Ze kunnen perfect buiten overwinteren onder de beschutting van bomen en struiken.

De Ardense voskop is een schaap van gemiddelde grootte met een robuuste en statige indruk. Het is een vinnig dier, wantrouwend tegenover vreemden. De kop en de poten zijn vosbruin, de wol is lichtbruin zonder vlekken.

De meeste rammen zijn ongehoornd, maar gehoornde exemplaren komen sporadisch voor. Het aantal gespeende lammeren is ongeveer 1,7 per ooi. Het volwassen gewicht van de ram ligt tussen de 70 en 80 kg en van de ooi tussen de 55 en 70 kg. Deze schapen hebben een goed slachtrendement en produceren vlees van uitstekende kwaliteit en smaak.

Intussen is de Ardense voskop opnieuw goed verspreid in Vlaanderen. Anno 2010 was de 'Ardennais roux' zelfs het meest gehouden ras in Wallonië.

(https://www.sle.be/wat-levend-erfgoed/rassen/ardense-voskop)

een bord vertelt ons dat deze schapen worden ingezet voor het milieuvriendelijk onderhoud van de graspartijen

midden op een grasplein zien we enkele kleurrijke bomen

even later stappen we weer door een bosje

een boomstam van een knotwilg, een natuurlijk kunstwerk

rechts is een aanplanting van hoogstam fruitbomen, vroeger een veelvoorkomend zicht in dit gebied

We bevinden ons nu in het Heuvelpark, 8 ha groot met speelheuvels en een natuur-educatieve schuur, daarnaast ook een ^poel en een bijenvriendelijk speelbos

tot nu toe weinig paddestoelen gezien, maar hier komen wat grote inktzwammen voor

eens een ander perspectief, alsof ik er op mijn buik bij lig om de foto te nemen ….

een sleedoornbes aan een voor de rest kale struik

en bessen van een soort Hondsroos

op het einde van het Heuvelpark is op een heuvel een levend kunstwerk vervaardigd

Kunstenaar Will Beckers maakte samen met schoolkinderen uit Aalst dit werk aan de rand van een poel. Dit 30m lange kunstwerk is gemaakt vooral van wilgentenen, het kreeg de naam The Observer

het kunstwerk heeft een kijkvenster, langs waar er een mooi uitzicht is op het omliggende landschap en de poel

wat verder komen we langs een klimophaag. Massa’s bijen doen zich hier te goed aan de nectar van de bloemen

ook de Gelderse Roos is hier aangeplant door de schoolkinderen

de Gelderse Roos heeft een handvormig blad

De bessen van de Gelderse Roos zijn zwak giftig en niet-geliefd bij de vogels. Hierdoor blijven ze tot een eindje in het voorjaar aan de struiken hangen

het gebied wordt afgesloten door een beek

en direct aan de overzijde van de beek worden er vele appartementsgebouwen opgetrokken. Voor ons komt dat erg storend over  zo dicht bij een natuurgebied…..

een oude ophaalbrug geeft in de toekomst toegang tot het gebied voor de bewoners van de wooneenheden

Hier zijn we op het verst verwijderde punt van onze wandeling

we keren terug gedeeltelijk langs een andere weg in het Heuvelpark en langs dezelfde weg in het Somergembos

087 

terug bij de Voskopschapen zien we een ,letterlijk, zwart schaap

Wanneer we terug bij het Kluizenbos komen blijven we de blauwe natuurpuntroute vervolgen

nu komen we langs de toegang tot de golf. Op één dag voor de lockdown is hier helemaal niets te zien van verboden en isolaties. De parking staat vol auto’s en mensen golven meestal per 2 personen. Dit clubhuis lijkt wel gesloten

een smal paadje scheidt de golf van de voetbalterreinen

hier staan nog enkele struiken Boerenwormkruid, verwelk en bijna zonder bladeren

enkele bloemen Rode Klaver zorgen voor een klein beetje bloemenpracht

nu wandelen we voor een korte tijd op asfalt, het voelt heel netjes aan, na al de modder

De brede asfaltstrook is het fiets- en voetpad naast een baanvak voor auto’s. Deze weg verbindt Aalst met Hekelgem

het landschap is hier licht glooiend, dus pedelec’s en elektrische fietsen snoeven ons voorbij

we komen langs een groot, hedendaags kasteel, onder de vorm van een vierkantshoeve

de andere zijde

voorbij de gronden van deze hoeve slaan we opnieuw een bospad in, we zijn weer in het Kluizenbos

voor ons is het pad afgesloten voor natuurherstel, de wandeling gaat links verder

de Parelstuifzwam is jong eetbaar

de Vliegenzwam daarentegen is giftig, maar niet sterk giftig

hier zijn nog de witte stippen te zien, zoals bij de kabouterpaddestoelen …

en hier is een baby-vliegenzwam

en nog een kleinere paarse paddenstoel

en kleine paddestoeltjes in veelvoud op een dood stuk hout

de bedekking van de grond met kleurrijke bladeren verbergt dikwijls het pad. Gelukkig is er een goede bewegwijzering van Natuurpunt

we komen weer bij de Kluizenkapel, net voorbij deze gebouwen

Hier verlaten we weer de blauwe Natuurpuntwandeling

Doorgroeide Duizendknoop is attractief door zijn felle kleuren tussen al de herfsttinten

het pad keert bijna 180° terug, nu hebben we het bos verlaten

tussen ons pad en het Kluizenbos is er een groot veld aangeplant met prei. De nabije Brusselse agglomeratie is waarschijnlijk een afzetgebied voor de landbouwer

tussen de zeer vele kraaien en duiven zien we een koppel fazanten op het pad

het pad is breed en kaarsrecht, we wandelen richting abdij Maria Mediatrix

de voormalige abdij bevindt zich achter een lelijke betonnen afsluiting

voorbij de afsluiting is er een gesloten hek. Hier zien we het gebied van bijna 3 ha dat verhuurd is aan een wijnboer

het klimaat dat steeds warmer wordt is goed voor de wijdruiven

(meer info    https://www.domein-de-kluizen.be/html/Vanons.html)

we komen terug op de weg, welke we een tijdje geleden hebben gevolgd

De wandeling gaat in feite terug langs het zeer modderige pad welke we deze ochtend hebben gevolg. We verkiezen echter (begrijpelijk) het asfalt

nog een laatste paddenstoel

en rode hulstbessen

Weldra komen we weer bij het centrum van Hekelgem, de parking voor de abdij is het eindpunt van onze wandeling.

 

Print Friendly and PDF

 

 

 

 

Plaats een Reactie

Rita Jullie doen prachtige wandelingen en zo leer ik ook streken kennen waar ik nog nooit geweest ben. Misschien een optie voor als de dagen wat langer worden. Isabel, een vriendin, is verzot op inktzwammen. Zij plukt ze en maakt ze klaar. NB. Stuur je de mails naar mijn hotmailadres aub ? op mijn telenetadres komen ze steeds bij mijn spam terecht. Geplaatst op 28 December 2020
Leen Heerlijk zompig! Prachtige paddenstoelen, de inktzwam is mijn favoriet. Geplaatst op 07 December 2020
Cecilevanhonacker Zeer mooie streek weer, maar zeer nat nu.... Toch te doen met goed schoeisel.....mooie foto s ook van de resterende bloemen,van paddestoelen, voskoppen... Hier zondagnamiddag, koopzondag in de Veldstraat, Sinterklaasdag ..... Oslo bucco klaargemaakt, 2 kerstbloemstukjes geknutseld..... Louis Quatorze is 70 j al,aan het einde van zijn lang leven , na vele oorlogen nu de strijd om de opvolging....kinderen en kleinkinderen geveld door mazelen en pokken..... Veel gr Geplaatst op 06 December 2020
Erik De Bou Mooi!!! Genieten jullie maar van de wandelingen! Hopelijk tot vlug eens. Geplaatst op 05 December 2020

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking