Reisverhaal «België, wandeling 9, Asse en Brabantse Kouters »

en nu eens dichtbij: Vlaanderen wandelland | België | 2 Reacties 29 Oktober 2020 - Laatste Aanpassing 10 Oktober 2020

wandeling 9, Brabant, Asse

Vandaag kiezen we opnieuw voor de provincie Vlaams Brabant, nu voor de gemeente Asse, net buiten de Brusselse Ring gelegen.  Asse ligt in het gebied dat Brabantse Kouters wordt genoemd


op deze kaart van Vlaams-Brabant duidt de rode pijl de gemeente Asse aan

Asse behoort tot de streek Brabantse Kouters, veel minder gekend dan het Pajottenland. Brabantse Kouters maakt deel uit van de groene gordel rond Brussel.

Asse bestaat uit meerdere heuvelruggen, dus al lang een ideale vestigingsplaats, het centrum van Asse ligt op de hoogste heuvelrug. In dit centrum heeft men in de bodem allerlei vondsten opgegraven vanaf de pre-Romeinse tijd. De oudste vondsten dateren 2300 tot 600 v.C., het Neolithicum (Jong Steentijdperk, prehistorische periode) .Waarschijnlijk woonden hier Nerviërs, één van de Oud-Belgische stammen (ik herinner me de naam nog uit de lessen in de lagere school, ook al een hele tijd geleden). Bij de inval van de Romeinen in 57 v.C. waren er enkele woonkernen op de heuvels, de valleien waren met een woud bedekt (https://inventaris.onroerenderfgoed.be/themas/14613)

De hoogte vormt de scheiding tussen het Denderbekken en het Zenne-Rupelbekken.

kaart van de Belgische waterlopen (misschien ook ooit nog als blinde kaart in de lagere school gekregen). Hierbij duidt 4 op de Dender, 6 op de Zenne en 7 op de Rupel, allemaal zijrivieren van de Schelde. De Zenne (en het kanaal B) mondt uit in de Rupel.  Asse is aangeduid

Er kan nog veel meer geschiedenis gelezen worden op https://inventaris.onroerenderfgoed.be/themas/14613.

Asse lag aan de westelijke grens van het hertogdom Brabant, over die grens bevond zich het graafschap Vlaanderen. Daardoor lag het meermaals in de vuurlinie bij conflicten tussen deze 2 gebieden, werd er brand gesticht en werd Asse ook wel verwoest. Elke keer werd het dorp opnieuw opgebouwd

Van de 12de tot de 18de eeuw was Asse een gebied van steengroeven waar zandsteen werd gedolven, een belangrijke bron van inkomsten, een activiteit gestimuleerd en gefinancierd door de … abdij van Affligem, de naburige gemeente. Deze zandsteen wordt ook Balegemse steen genoemd

volgende tekst komt uit https://www.routeyou.com/nl-be/location/view/48212262/zandsteengroeve

Balegemse steen, of Lediaanse steen (Zand van Lede), wordt aangetroffen in de geografische Formatie van Lede, onder de vorm van een drietal horizontale, doorlopende banken met een dikte van een halve meter. De steen is ontstaan in het Midden-Eoceen, ruim 40 miljoen jaren geleden, toen onze regio zee was.
De zandsteen vertoont een bleke, lichtgrijze kleur met een zweempje groen. Het is compact materiaal waarin veel fossielen voorkomen. De steen is opgebouwd uit fijnkorrelig kwartszand, kalkfossielen en groene (ijzer) glauconietkorreltjes, aaneengekit met calcietcement.
Op de zeebodem van de ondiepe Lediaanzee leefden veel schelpdieren. Na het terugtrekken van de zee (40 miljoen jaar geleden) werd het kalk van de schelpen in het grondwater opgelost en verspreid tussen de zandkorrels waar het als cement kon kristalliseren. Zodra alle poriën waren gevuld werd het zand een vast gesteente waarin de afdruk van diverse levende wezens als fossielen achterbleef.Bron: Prof. Dr. Roger Nijs, RU Gent, Geologie en Bodemkunde

Nadat er een einde was gekomen aan de steenontginning werd de landbouw nagenoeg de enige productieve bedrijvigheid, vooral in functie van de bevoorrading van de nabijgelegen hoofdstad; geleidelijk ontwikkelde de gemeente zich onder meer tot Brabants centrum van de hopteelt, de streek rond Asse kreeg bekendheid als het "hopkwartier"; tussen de heuvels van het Brabantse plateau was er immers voldoende beschutting tegen weer en wind; de hopteelt was echter zeer arbeidsintensief en rond 1900 kregen de telers het steeds moeilijker; de vraag naar zware bieren die met inlandse hop werden gebrouwen nam steeds verder af; bijgevolg verminderde het hopareaal met een derde in de periode 1880-1910 en tijdens het Interbellum verdween de hopteelt nagenoeg helemaal uit het landschap en werd massaal overgegaan naar groente- en fruitteelt. Ofschoon in het begin van de twintigste eeuw nog een landbouwgemeente bij uitstek, kwam ook in Asse de industrialisatie op gang na de Tweede Wereldoorlog.
Vandaag heeft Asse zich ontwikkeld tot een langgerekt straatdorp aan de transitbaan van Brussel naar Gent, met gunstige verkeersverbindingen. De gemeente vormt trouwens het dienstverlenende centrum voor de omgeving en bezit de daarbij horende infrastructuur waaronder een belangrijk onderwijsprogramma en een ziekenhuis. Daarnaast zijn er een vijftal regionale bedrijvenzones, alle gelegen in de deelgemeenten. (bron https://inventaris.onroerenderfgoed.be/themas/14613)

Genoeg geschiedenis en aardkunde, we starten onze wandeling van 14,5-15km. Het grootste gedeelte van de tocht gaat op onverhard terrein, maar enkel in de valleien ligt de bodem er wat beperkt modderig bij. Ik vind geen totaalkaart, daarom enkele deelkaarten van de wandeling in dit verhaal

In Asse moet er op het grondgebied van het uitgebreide centrum een parkeermeter gevoed worden. Gelukkig is er één, vrij grote, gratis parking, in de straat Boekfos, nabij de watertoren.

we vinden de laatste vrije parkeerplaats op de grote parking bij de watertoren, parking Boekfos …

Vanaf de parking naar de kerk wandelen vraagt een 10-tal minuutjes, we komen eerst op de markt

hier zijn, naast een hele reeks lelijke, ook nog enkele gerenoveerde gebouwen te zien

op dinsdag wordt hier markt gehouden

De Sint-Martinuskerk is nu vlakbij

vanuit het straatje tussen de markt en de kerk is enkel de toren te zien en de ingang, waar nu een begrafenis plaats vindt

volgende tekst bron https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/76674

De kerk ligt op het hoogste punt van de gemeente en vormt zo een baken in het landschap voor de verre omgeving. Ze werd beschermd als monument bij Koninklijk Besluit van 8 maart 1940.
De kerk, opgetrokken uit zandhoudende kalksteen van Lede onder leien zadel- en lessenaarsdaken, heeft een vrij homogeen gotisch uitzicht, hoewel koor en zuiderportaal duidelijk thuishoren in de Brabantse hooggotiek terwijl het schip aansluit bij de laatgotische stijl. Voor de restauraties in de negentiende en de twintigste eeuw werd gebruik gemaakt van onder meer Euvillesteen, Savonnières en Gobertange. De vierkante kruisingstoren gaat terug tot de romaanse periode maar kreeg een neogotische bekroning in het begin van de twintigste eeuw. (nog veel meer info op bovenstaande website)

de rest van de kerk, omwille van de weinige ruimte is een totaalfoto (kerk + toren) met mijn camera niet te maken

voor het eerste deel van de wandeling moeten we voorbij de kerk een drukkere weg oversteken, nog langs enkele woonstraten wandelen … (blauw is de wandelweg)

 …. en dan komen we in een bos en natuur terecht, verrassend dicht bij het centrum

het bos is beperkt in oppervlakte, het is er aangenaam wandelen, de meeste bladeren zijn nog groen

na een korte tijd is er enkel nog links bos, rechts zitten schapen in een weide

en dan is er ook rechts geen bos meer, enkel nog wat bomen. We kijken uit op de vallei waar de Broekebeek ontspringt (zie ook bovenstaande kaart van dit deel van de wandeling)

Het uitgesproken reliëf in combinatie met de specifieke ondergrond waarbij zand- en kleigronden elkaar afwisselen heeft van Asbeek, nu een gehucht van Asse, een bronrijk gebied gemaakt. De bronnen en de kwelzones ontstaan op plaatsen waar regen- en grondwater op de ondoorlaatbare kleilaag stoten en hierdoor aan de oppervlakte komen .
Op de heuvelrug van Asse ontspringen zo de Broekebeek en de Grote en de Kleine Wijtsbeek. Wat verder vloeien deze 3 beken samen tot de Asbeek, naam die ook aan het gehucht werd gegeven. Nu is de naam van de Asbeek veranderd in Overnellebeek, die uitmondt in de Bellebeek, welke op haar beurt uitmondt in de Dender.

vrij kleine weiden

heel afwisselend, mooi groen gebied. Maar in de verte horen we steeds autoverkeer …

nergens is het hier van nature vlak, helling op, helling af …

het is herfst, aan struiken zien we vooral bessen, hier de Sleedoorn …

 … en de Meidoorn

massa’s meidoornbessen

kaart met het vervolg van de wandeling

het bos rechts van het pad ligt steil naar beneden, enkele meter lager dan het pad

en links weer een weide, hier grazen echter geen dieren meer

nog meer bessen, de bramen hebben duidelijk hun beste tijd gehad. Ze verleppen en ze verdorren of ze rotten aan de struik

we wandelen nu op een graspad, in de weide staat een eenzaam paard

iets verder is er een nieuwe aanplanting van boompjes. Ze moeten beschermd worden tegen de aantrekkingskracht van o.a. reeën, die het jonge, malse groen wel erg lusten

vele bomen in het bos hebben een stevige stam, ze zijn al wat jaren oud

we volgen de wandeling uit onze Lannoo Groot Wandelboek Vlaanderen. De paden volgen niet altijd de knooppunten. Gelukkig zijn de kaartjes in het boek wel erg duidelijk

de wandeling gaat nu naast een groot aardappelveld links

een truitje en een jas tegen de kilte

rechts een weide met natte plekken, poelen …

… met hier en daar een oneetbare vegetatie voor vee en paarden

de herfst is niet alleen een tijd van bessen, maar ook een tijd met mooi geschakeerde kleurrijke bladeren aan bomen en struiken

de Oosterse Wingerd, familie aan de druif, heeft zowel mooi gekleurde bladeren als rode vruchten.

Ze wordt als sierplant aangeplant, dikwijls aan gevels. Het voordeel van deze plant (t.o.v. bvb klimop) is dat de wortels van de Oosterse Wingerd zich niet vasthechten in de gevelstenen, maar dat ze kalk afscheiden waarmee ze als het ware op de muur kleven

naast paarden zien we regelmatig pony’s met lange haren op de kop, of als staart …

 … paarden in allerlei schakeringen …

 … dikwijls zien we heel grote paarden

een derde herfstfenomeen zijn de paddestoelen .. met een grote vlakke hoed ..

 … of eerder een klokvormig hoedje

niet alleen op de heuvels, maar ook in de valleien hebben we een wijds en mooi uitzicht op de omgeving

Boerenwormkruid geeft nog kleur naast de groene kleur van gras, planten, bladeren, …

ondertussen komen we weer op een kasseiweg, wat verder is Hof ten Eenhoorn (zie kaart)

volgende tekst: bron https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/76673
Voormalig hoevecomplex met bijhorende brouwerij, gelegen op de hoek met Platijn en in de jaren 1970 gerenoveerd en ingericht als restaurant met feestzaal, recent uitgebreid met seminariezaal. Een opmetingsplan van 1905, ter beschikking gesteld door architect E. Coffe, vermeldt ten noordoosten nog een hopveld en ten noord-noordoosten een ruime boomgaard.
Het Hof ten Eenhoorn is een oude landbouwuitbating waarvan de benaming volgens J. Ockeley een volksetymologische vervorming zou zijn van "enode" in de betekenis van eenzaam, onherbergzaam oord; hij situeert het ontstaan van het huidige hof mogelijk in de zestiende eeuw en kadert ze in de ontginning van deze omgeving vanaf de twaalfde-dertiende eeuw.
De eerste vermelding van het hof is te vinden in een belastingscahier van 1671 waar slechts sprake is van één gebouw, terwijl een beschrijving van 1727 melding maakt van "...seckere hoffstede metten huyse, schuere, stallen en alle andere edificien daerop staende gelegen onder Assche ten eenoorden...." een beschrijving die kan bevestigd worden door de Ferrariskaart van 1771-1777; de hoeve is er immers aangeduid als een ensemble met U-vormig geschikte, losse bestanddelen geopend naar de zuidzijde aan de Keierbergstraat: het woonstalhuis ten oosten, de stallen en westen en de schuur ten noorden.
In de loop van de volgende eeuwen werd het complex meermaals aangepast, onder meer versteend en uitgebreid in functie van het bierbrouwen, een activiteit die hier vermoedelijk in het laatste kwart van de achttiende eeuw van start ging; op de primitieve kadasterkaart van 1823 is er ten oosten van de hoeve een constructie aanwezig die in de leggers wordt aangeduid als brouwerij (het huidige in 1970 tot woning aangepaste nummer 78); tussen de hoeve en de brouwerij lag de stokerij. Vooral vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw werd er intensief gebrouwen; in 1864 werd het "brouwerij"-gebouwtje omgevormd tot mouterij en bakhuis.

bovenop de grote schouw is de Eenhoorn te zien

in 1886 werd de stokerij gemoderniseerd en voorzien van een hoge schouw. Van hieruit vertrok een voedergang naar de koestal in het woonstalhuis zodat ook hier de gebouwen met elkaar verbonden werden; de schuur ten slotte werd aan de oostzijde uitgebreid met een eest die inwendig drie niveaus telde, zie het gedeelte met hogere nok; deze uitbreiding werd kadastraal ingetekend in 1896.

 de wandeling gaat nu verder langs een kasseiweg, heel zelden komt hier een auto, model 4x4

we komen op de derde kaart, de wandeling is nog steeds in blauwe kleur aangeduid

we verlaten het asfalt en komen op een karrenweg. Na korte tijd moeten we aan de zijkant omdat een tractor moet passeren. De landbouwer stopt zijn machine en houdt een babbeltje met ons

terwijl we luisteren naar de man zien we niet dat het grote paard in de weide aan de rugzak komt neuzen … we kunnen niet naar voor, daar staat de tractor, en achter ons is de afsluiting van de weide, dus maar even opzij

via een graspad komen we terecht op een andere boerderij. Vele landbouwers houden het openbare pad zo smal mogelijk en lijven het wel eens bijna volledig in

en dan weer even op asfalt, dat stapt gemakkelijker en vlotter …

en dan weer een aardenweg

hier zijn er grote boerderijen met veel gronden

de straatzijde van boerderijen en tuinen worden wel eens voorzien van bloemen, zoals hier de Kleine Zonnebloem

alle paarden en pony’s komen naar ons als we voorbijkomen en even halt houden … brengen we misschien wel een lekker hapje mee? …

er zijn hier veel paardenkwekerijen, bijna overal hebben de merries een veulen …

nog meer bessen, hier van de hulst

Nu komen we in een gebied met enkele grote villa’s met zeer grote oppervlakten tuin en bos

in de aangelegde bossen staan de bomen in alle richtingen mooi op rijen

We slaan een zijweg in, richting Moretteberg op de steenweg

ook hier komen de paarden snel naar ons. Nochtans is de grond dichtbij de afsluiting een grote modderpoel …

dit grindpad …

… met paddestoelen aan de zijkant …

 … leidt naar een lange, lange muur

we slaan de hoek om en we blijven de muur volgen, hier begroeid met klimop

naast bessen zijn er ook noten, meestal eikels, af en toe kastanjes

eens we het einde van de muur voorbij zijn kunnen we een glimp opvangen van het grote park

volgende tekst, bron https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/76656

Kasteel La Morette met bijhorende hoeve en windmolen, gelegen op de Moretteheuvel op het einde van de baan rechts nabij de grens met Ternat. Tot op vandaag gedeeltelijk ommuurd domein, toegankelijk aan de oostzijde via een gekasseide eikendreef in zuidwestelijke richting naar het kasteel met ten zuidoosten ervan een stenen windmolenromp die teruggaat op een korenmolen, van het type bovenkruier, stenen stellingmolen. Het domein werd beschermd als landschap bij Besluit van 27 december 1987.

De Moretteheuvel speelde van oudsher een belangrijke rol door zijn visueel strategische ligging op een hoogte van 60 meter, meer bepaald op het punt waar de rechtlijnige Romeinse heirbaan Bavai-Edingen-Asse noordoostwaarts afboog naar het centrum van Asse. Circa 276 na Christus zou deze baan versterkt zijn door een kleine observatiepost op de "Morette". Het huidige "kasteel" werd volgens de literatuur circa 1830 gebouwd als onderdeel van een hoeve, ofschoon op de primitieve kadasterkaart, opgemeten in 1823, reeds een gesloten hoeve met bijhorende molen en toegang in de noordoostelijke hoek is ingetekend. De Vandermaelenkaart toont eveneens een vierkanthoeve onder de benaming "Ferme Morette Brasserie". Volgens kadastergegevens kwam het landgoed in 1857 in handen van Hendrik Felix Van Hoorde, handelaar te Brussel, die het geheel uitbreidde tot ongeveer 140 hectare. Volgens de kadastrale mutatieschetsen en bijhorende leggers van 1910 werd de hoeve omgevormd tot zomerverblijf door weduwe Van Hoorde-Spitaels. Het huidige kasteelvolume met afgeschuinde hoeken werd op dat ogenblik ingetekend.

De bijhorende windmolen met jaarankers 1831, leverde oorspronkelijk onder meer drijfkracht voor een bijhorende likeurstokerij, maar al in 1880 werd de bedrijvigheid stilgelegd. De wieken verdwenen omstreeks 1895, enige tijd nadien stortte de omlopende stelling in. Hoewel de molen op dat ogenblik volledig buiten gebruik was, werd hij uitwendig gerestaureerd in 1937-1938. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het domein bewoond door de Duitse bezetter en werd het bovendeel van de kap verwijderd om zo het plat dak te kunnen gebruiken als uitkijkpost.

foto van de molen, of wat er nog van rest (https://www.hln.be/in-de-buurt/asse/sprookjesachtig-domein-de-morette-heeft-nieuwe-eigenaar-en-wordt-gerestaureerd~a3201cb2/?referer=https://www.startpage.com/)

Het huidige "kasteel", ligt ten zuidoosten van een deels gekasseide, deels met gras begroeide binnenplaats. Van de oorspronkelijke dienstgebouwen rest enkel de noordoostelijke vleugel, zij het in gerenoveerde en aangepaste toestand. Ten westen ligt een hoogstammige boomgaard.

Deels bewaarde, bakstenen omheiningsmuur, gemarkeerd door rechthoekige spaarvelden en een ezelsrug van Vlaamse pannen. De muur werd op diverse plaatsen hersteld met mechanische baksteen. Het begin van de toegangsdreef kenmerkt zich door een ijzeren hek tussen pijlers van blauwe hardsteen.

het Morettegoed, eerste helft 20ste eeuw (https://www.hln.be/in-de-buurt/asse/sprookjesachtig-domein-de-morette-heeft-nieuwe-eigenaar-en-wordt-gerestaureerd~a3201cb2/?referer=https://www.startpage.com/)

het kasteel nu (https://www.hln.be/in-de-buurt/asse/sprookjesachtig-domein-de-morette-heeft-nieuwe-eigenaar-en-wordt-gerestaureerd~a3201cb2/?referer=https://www.startpage.com/)

Wij kunnen het kasteel helemaal niet zien, evenmin vanaf de steenweg te zien

een deel van het park waar wij zicht op hebben is een beukenbos

We moeten de steenweg (Ternat-Asse) oversteken en een heel kort eindje volgen

hier is een café van Geuze Boon

Dus even opzoeken op internet. De brouwerij bevindt zich in Lembeek

Nu beginnen we aan het oranje-gekleurde deel van de wandeling zoals aangeduid op de laatste kaart. We verlaten de steenweg bij een kapel.
Dit is het gebied, bekend onder de naam Kapellenweg naar de Kruisborrekapel

de eerste van 6 kapellen. Het gebied is ingedeeld in 2 groepen telkens van 3 kapellen en wat kruisen

volgende tekst, bron https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/76680

Kruisborrekapel, opgericht ter verering van het Heilig Kruis.

De kapel vormt het begin- en eindpunt van de "Kapellekensweg" of "Weg Oem", is gelegen op een steile helling en wordt omringd door een gordel van bomen en struiken waaronder linde (Tilia), els (Alnus), dennen (Pinus), hulst (Ilex) en andere.

De verering van het Heilig Kruis is mogelijk gegroeid uit een heidense bronnencultus, zie de onmiddellijke nabijheid van de zogenaamde Kruisbron, heden afgedekt met een verweerde grafsteen en gelegen aan de voet van de verhevenheid waarop de kapel is gebouwd. De kapel werd gebouwd in 1622 door pastoor Calenus, ter vervanging van een oudere, mogelijk lemen kapel ter plaatse van het mirakel van het Heilig Kruis. In een kerkrekening van 1477 wordt er immers al een allusie gemaakt op het bestaan van een kapel; rekeningen vanaf het tweede decennium van de zestiende eeuw geven meer zekerheid; in de bouwrekeningen zelf is er trouwens sprake van het uitbreken van oudere fundamenten en de verkoop van het houten geraamte. In de loop van de volgende eeuwen werden meermaals vernieuwings- en herstellingswerken uitgevoerd, onder meer in 1642-1644 toen een nieuw torentje werd gebouwd en het dak werd herlegd.

kapel 2

een mooi bosrijk gebied

kapel 3

bij de derde kapel buigt de weg 90° naar links. Hier hebben we uitzicht op een weide en de bosrijke omgeving

het is hier niet gemakkelijk stappen, we lopen haaks op een vrij steile helling, de grond wordt immers bij elke regenbui deels richting weide gespoeld

bij elke kapel en kruis is er minstens 1 zitbank

het terrein is sterk geaccidenteerd en hier en daar steil (op of neer)

koeien op de naburige weide doen zich te goed aan de grote hoeveelheden fris groen gras

de kapellenweg loopt helemaal langs de bosrand

tussen beide groepen van 3 kapellen wandelen we langs weiden

kapel 4, we zijn aan de tweede reeks gekomen

de ganse kapelweg loopt door mooie natuur

bijna geen stam meer en toch nog in staat om water uit de bodem op te zuigen voor de bladeren en takken bovenaan

kapel 5

op weg naar de laatste kapel, de KruisBorrekapel, komen we nog langs een vijver, beneden in het bos

Er lopen hier verschillende paden, ze leiden allemaal naar de, voor ons, laatste van de 6 kapellen

het laatste stuk is een stevige klim, niet weer te geven op een foto

de Kruisborrekapel, heel wat groter dan de voorgaande kapellen (foto https://eerherstelheiligsacrament.org/mirakel-van-asse-belgie-13de-eeuw/)

Het gebouw bestaat uit 2 delen, de eigenlijke kapel die gesloten is, en een voorportaal met zitbanken, kruisen en beelden

er hangt een oud kruisbeeld, erboven het jaartal 1622 …

 …het jaar waarin de Kruisborrekapel werd gebouwd

de eigenlijke Kruisborrekapel is gesloten maar door een raampje met stevige tralies zien we binnenin een goed onderhouden interieur

omdat het hout van de banken buiten doordrongen is van de regen, eten we ons boterhammetjes binnen in het voorportaal, ook hier is het erg netjes

gelukkig wordt er nu meer dan vroeger aandacht besteed aan de natuur, het landschap en het in stand houden van oude, waardevolle cultuur

we wandelen verder, nu is er een afdaling en we zien hellingen naar beneden. Hier staat de maïs nog steeds op de velden

nog meer bessen … cotoneaster of dwergmispel

lang geleden dat we varen hebben gezien

kaart met het vervolg van onze wandeling

na enkele volgende wegen hebben we een bruggetje over de Ijzenbeek, we zijn nu bij de gemeentegrens met Ternat

IJzen komt van Isana en betekent ‘onstuimig water’

we zijn op weg naar knooppunt 234, enkele kilometer verder

hier en daar in een haag zijn nog de klokjes van de Haagwinde te zien, een klimmende plant die zich in en tussen hagen doorslingert en moeilijk te verwijderen is. Vochtige gronden zijn een pluspunt voor de Haagwinde

we stappen langs een weide met Texelschapen

schapen hebben hier een enorm aanbod aan gras…

wandelstokken zijn hier een nuttig hulpmiddel

eerst afdalen tot een beek, daarna weer een stevige klim om vanuit een vallei de volgende heuvel te bestijgen

voor vlaklanders die we zijn, is een heuvellandschap altijd wel iets bijzonders, al was het maar voor de uitzichten

ook is er afwisseling tussen bos, weide en akkerland, met hier en daar een kleine bewoning

en ook de bodembedekking zorgt voor afwisseling

prachtige lanen om langs te wandelen

vervolg van onze wandeling op kaart

en dan plots op één plaats, uitzicht op kasteel Nieuwermolen.

We zijn ondertussen op het grondgebied van Dilbeek

volgende tekst, bron https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/39061Domein rond een L-vormig waterkasteel, gebouwd als 'huis van plaisantie' rond 1600 bij een watermolen met een historisch tuinperceel van 2 hectare. Het kasteel met koetshuis werd herbouwd rond 1750 en renaissancistisch gerestaureerd in 1928-1932 onder leiding van architect Paul Saintenoy. Toen werd ook de tuin historiserend heraangelegd.Het kasteel werd reeds vermeld in de 15de eeuw en de watermolen wordt sinds de 15de eeuw vermeld als eigendom van de heren van Capelle. Het kasteel kende verschillende eigenaars en werd in de jaren 1580 verwoest tijdens de godsdienstoorlogen. In 1587 werd het goed verkocht aan Lodewijk Verreycke, diplomaat en eerste secretaris van Filips II. Hij liet de verwoeste watermolen waarschijnlijk herstellen in 1588. Verreycke liet ook het kasteel herbouwen rond 1596 en 1606, af te leiden uit de ankers op de westelijke vleugel.

In 1695 werd het kasteel verwoest en geplunderd door de troepen van Lodewijk XIV. Het goed blijft in handen van de familie Verreycke tot 1754. In de jaren 1750 werd het kasteel verbouwd, waarschijnlijk al door de nieuwe eigenaar, Joseph-Adrien Anne, die het kasteel in 1754 aankocht (tot 1858). De gebouwen werden aangepast aan de smaak van de tijd en de kruiskozijnen werden toen vervangen door de huidige hoge muuropeningen. Eveneens werden de dienstvleugels ten noorden afgebroken zodat het huidige L-vormige grondplan ontstond, die voorkomt vanaf de Ferrariskaart (circa 1771-1775). In 1794 werd het kasteel nogmaals geplunderd.

De huidige configuratie van het kasteel kwam al voor op het primitief kadaster (circa 1823). Nadien werden er geen wijzigingen meer geregistreerd aan het grondplan. De watermolen komt eveneens in zijn huidige configuratie al voor op het primitief kadaster.

Vanaf de 19de eeuw werd het kasteel door erfenis eigendom van de families Villers-Masbourg (1824), Huysman d’Honssem, de Nieulant, ’T Serclaes de Norderwyck en ten slotte in 1910 van de Ghellinck-Vaernewyck. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was het kasteel een onderkomen voor vluchtelingen uit West-Vlaanderen en leed het schade door de ontploffing van een zeppelin op het vliegveld van Zellik

Op 1 mei 1944 stortte er een Amerikaanse bommenwerper neer op het domein ten oosten van het kasteel, de resten hiervan werden in 2001 opgegraven door de Belgian Aviation History Association (BAHA).

oude foto van het kasteel (https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/39061)

recentere foto, afkomstig van dezelfde website

Nu komen we dichtbij de E40 tussen de afrit Ternat en de Brusselse Ring. Ondanks de geluidschermen hoor je hier continu het verkeer

 de snelweg is gebouwd op minder dan 200m van de toegang tot het kasteel Nieuwermolen

 tussen de smalle weg en de E40 staan op een kleine weide 2 letterlijk zwarte schapen

een boerderij geperst tussen de snelweg en de straat

ook hier verkleurt de Amerikaanse Eik al tot gele bladeren

hier is het minder dan 100m tot het geluidsscherm van de A40 … waarschijnlijk goedkope grond inclusief 24/24u lawaai

Nog wat verder zien we gele buizen en paaltje. Bij nader toezien lopen onder dit gebied pijpleidingen

hier staat nog vermeld dat het gaat over de Nationale Maatschappij van Pijpleidingen NV, dat ondertussen echter al een drietal jaar is overgekocht door het Havenbedrijf Antwerpen.

Antwerpen is de grootste producent van ethyleen ter wereld. Ineos heeft een aanvraag gedaan om nog een fabriek te bouwen in de haven van Antwerpen, deels om ethyleen te maken

Feluy, gelegen in de provincie Henegouwen bevat een grote petrochemische site, geheel of deels (is me niet erg duidelijk) eigendom van Total (foto Total)

volgende tekst komt van Total (https://be.total.com/nl/transform-and-develop)

In Feluy is onze petrochemische fabriek gevestigd alsook ons voornaamste R&D-center, een pionier in de ontwikkeling van nieuwe technologieën en nieuwe polymeren, met een jaarlijks budget van € 110M.

De strategie van het center is gericht op innovaties die ons industrieel gereedschap optimaliseren en "koolstofarme" oplossingen helpen ontwikkelen. Het gaat daarbij om bioproducten zoals biobrandstoffen of biopolymeren of om producten waarmee we de energie-efficiëntie van onze klanten kunnen verbeteren door de materialen lichter te maken.

De fabriek in Feluy stelt ongeveer 450 mensen te werk en is de grootste polypropyleenfabriek van Europa. Daarnaast produceert ze ook polyethyleen en polystyreen.

… onze zogenaamde ‘oplossingen met een laag koolstofgehalte' ontwikkelen. Het gaat om bioproducten zoals biobrandstoffen of biopolymeren, of producten waarmee we de energie-efficiëntie van onze klanten kunnen verbeteren door het lichter maken van de materialen. We besteden jaarlijks bijna 350 miljoen euro aan onderzoek. Onze R&D-teams tellen meer dan 300 onderzoekers van wie de meesten (250) in België werken, in Feluy. Daar werd trouwens een van onze grootste innovaties van de voorbije jaren ontwikkeld: een polypropyleen compound waarmee we auto-onderdelen kunnen ontwerpen die 20 tot 30 procent lichter zijn en zo het verbruik en de uitstoot van voertuigen verlagen. (https://be.total.com/nl/belgie-niet-weg-te-denken-voor-total)

kaart waarop het Belgische deel van het Netwerk van Europese Pijpleidingen is aangegeven

heel wat verschillende pijpleidingen liggen hier onder de grond, ook propyleen, vloeibare koolwaterstoffen, …

en Air Liquide laat hier waterstofgas naar Feluy stromen

dit Brabantse trekpaard laat al deze petrochemie aan zich voorbijgaan

een typisch herfstbeeld, afgevallen bladeren van de Amerikaanse eik en paddestoelen

Jacobskruiskruid heeft ook al een opvallend gele kleur

verder nog enkele witte bloemschermen

beken hebben hier de valleien uitgeschuurd

eindelijk, na vele km bereiken we knooppunt 234

we verlaten de nabijheid van de snelweg, hier wordt het landschap opnieuw gedomineerd door weilanden en kleine bossen

vanaf nu voor de volgende 3,3 km enkel wandelpaden, met slechts 100m asfalt, regelmatig is de grond nogal nat, maar meestal niet modderig

deze pony lijkt naar ons te kijken, zijn haar bedekt echter helemaal zijn kop

ondertussen hebben we de vorige kaart weeral verlaten

soms is er meer modder dan droog pad …

p de hoogte weer een wijds zicht

na de vele paarden, pony’s en schapen, zien we nu koeien. Niets laat vermoeden dat we in feite dicht bij Brussel zijn

moeilijk begaanbare kasseien

vervolg van onze wandeling

deze streek was ooit befaamd voor zijn hopteelt, denk maar aan het gebruik van hop voor de geuze

de hop werd hier langs hoge palen geleid

bron van de volgende tekst https://www.allesoverbier.be/brouwen/ingredienten/hop/de-hopplant

Hop is immers een snelgroeiiende klimplant (tot 7m hoog) uit de familie waar ook hennep en cannabis toe behoort. Er zijn verschillende variëteiten in de hop . Hop is een tweehuizige plant, dit betekent dat er mannelijke en vrouwelijke planten bestaan.
Voor de bierbrouwerij zijn echter enkel de onbevruchte vrouwelijke bloemetjes van de hop bruikbaar, dit voor de smaak van het bier. Dat betekent dus dat er geen mannelijke hopplanten in de buurt van vrouwelijke hopplanten mogen geteeld worden. Zo is het wettelijk verboden in België om een mannelijke hopplant te kweken in een straal van 5 km verwijderd van een hopplantage.

Voor sommige Engelse bieren worden wel bevruchte vrouwelijke hopbloemen gebruikt.

Uit de vrouwelijke bloemen ontstaan nadien hopbellen, die bevatten de bittere stoffen en de aromastoffen welke het bier een typische smaak geven.

Na de bloei worden hopbellen gevormd die verder rijpen tot ongeveer augustus-september. Als de hopbel volledig gesloten is en nog licht elastisch is, dan is de hopbel rijp en kan er geoogst worden. De hopranken worden onderaan en bovenaan afgesneden en opgevangen. Een hopplukmachne zal vervolgens de hopbellen van de hopranken en het loof scheiden. Een goede scheiding bepaalt in grote mate de kwaliteit van de hop die gebruikt wordt in het brouwproces.

Na het plukken worden de hopbellen zo snel mogelijk gedroogd, vocht kan immers schimmels en verrotting doen ontstaan en dient vermeden te worden. In het slechtste geval zou door het vocht de hop totaal onbruikbaar worden. Voor het drogen wordt een grote zeef, een hopeest, gebruikt waarop de hopbellen gelegd worden. Door er vervolgens warme lucht door te blazen en de hopbellen regelmatig te keren kan het vocht verdampen uit de hopbellen.

Tenslotte worden de hopbellen in grote zakken geperst om te beschermen tegen oxidatie en zijn deze klaar voor verdere verwerking tot hopbloemen, hoppellets, hoppoeder, hopextract, hopolie, ...
Deze zakken worden koud en droog bewaard.

deze hopbellen zijn niet meer bruikbaar, waarschijnlijk is de kleine plantage verlaten

op het maisveld, wat verder, hangen de rijpe geel-oranje kolven

 een stukje asfaltweg , meer dan de helft van de wandeling bestaat uit niet verharde ondergrond

de velden en weilanden liggen er meestal netjes bij, zelden is het geheel erg rommelig

we komen weer in een gebied waar woningen staan, op dit veld wordt koolzaad of raapzaad geteeld, beide olie-houdende gewassen

op de wegkant bloeit nog de Melkdistel. De bloei eindigt maar bij de eerste nachtvorst

en wat verder nog een gele bloem van Hertshooi

en gele kleine Pioen

het pad versmalt, het is bijna op de catwalk lopen, maar dan met een veel minder elegant schoeisel (hoewel …)

 en we zien even de kerktoren van Asse tevoorschijn komen

tussen al die gele bloemen eens rode braampjes …

bramen komen altijd voor tussen kreupelhout en struiken

we wandelen nu langs het gebied van het kasteel Hoogpoort

hier kruisen we opnieuw de IJzenbeek, de beek loopt gedeeltelijk wat verder in het kasteeldomein

links het kasteeldomein

op de laatste kaart zien we links onderaan de kasteelvijver, hier (op de foto) is slechts een glimp op te vangen van de vijver

foto van het kasteel, we kunnen het echter niet zien (https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/76667)

Het kasteel is in Neoklassieke stijl gebouwd. Voordat het huidige, en meermaals aangepaste, kasteel gebouwd werd, was hier eerst een hof, later opeenvolgende eigenaars en kastelen

En nu op naar het centrum van Asse. Volgens de vooropgestelde wandeling zouden we opnieuw bospaden volgen, maar voor ons is dat een beetje van het goede teveel. We keren door een woonwijk terug

grote alleenstaande woonhuizen op een vrij groot terrein

Iets minder dan een half uur later komen we aan op de parking.  Mooi gebied en een onbekende streek vandaag

 

Print Friendly and PDF

 

 

 

 

Plaats een Reactie

Cecile Van de Kapellekensbaan naar pijpleidingen totaan Feluy.... Ook nog beetje cursus bierbrouwer, naast foto s met mooie natuurlijke hellingen... Wel geen geluid erbij voor ons van denderend verkeer, maar ja zo dichtbij drukke verkeersader en Brussel kan dat niet anders..... Toch weeral stukje mooi Vlaanderen Gr Cecile Geplaatst op 01 November 2020
Gaby Voilà zie daarmee heb ik ook een mooie virtuele wandeling (mee) gedaan in Asse! Mijn 2 broers Johan en Marcus hebben daar op college gezeten en ik ging graag mee om ze af te halen en weg te voeren. Nostalgische herinneringen... Geplaatst op 01 November 2020

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking