Reisverhaal «Indonesië inleiding en de eerste dagen»

Indonesië | Indonesië | 6 Reacties 13 Oktober 2015 - Laatste Aanpassing 10 December 2015

1.   Indonesië, inleiding

Indonesië is een staat die uit een zeer groot aantal eilanden bestaat, de cijfers gaan van meer dan 13.000 tot 18.000. De totale landoppervlakte is rond 1.910.930 km2 (volgens de Wereldbank). Daarnaast is er nog meer dan 3.300.000 km2 zeeoppervlakte. Al de gevonden waarden verschillen volgens de bron.

De Indonesische eilanden liggen tussen 8° NB en 10° ZB, rond de evenaar dus. De grootste oostwest afstand is 5.120 km, de grootste noordzuid afstand bedraagt 1.760 km.

kaart Indonesië

Er is een onderverdeling in de reeks eilanden van Indonesië

- Grote Sunda eilanden: Sumatra, Borneo, Sulawesi en Java

- Kleine Sunda eilanden (Nussa Tenggara), ten oosten van Java: van Bali tot Timor

- Molukken

- Nieuw Guinea

Deze laatste 2 gebieden zijn moeilijk toegankelijk en niet toeristisch.

Enkele eilanden in het gebied zijn verdeeld over 2 of meer staten.

Nieuw-Guinea is na Groenland het grootste eiland ter wereld en bestaat uit enerzijds Papua-Nieuw-Guinea, dat tot het continent Australië hoort, en Nieuw-Guinea dat tot Indonesië hoort. Omdat men vermoedt dat onder de Groenlandijskap niet één eiland, maar wel een archipel schuilt gaat, zou Nieuw-Guinea (Indonesisch + Australisch deel)het grootste eiland ter wereld zijn met een oppervlakte van 884.821 km2.

kaart Nieuw Guinea

Borneo met zijn totale oppervlakte van 743.330 km2 is het derde grootste eiland ter wereld. Het Indonesische deel, Kalimantan genaamd, heeft een oppervlakte van 539.460 km2. Ten noorden van Kalimantan ligt het Maleisische deel van Borneo, en de kleine staat Brunei.

kaart Borneo

Het Maleisische deel van Borneo hebben we vele jaren geleden al bezocht.

Op onze planning staan Java (132.187 km2), Bali (5.561 km2) en Lombok (4.700 km2).

Indonesië ligt op de meerdere breuklijn waar de Indo-Australische plaat onder de Eurasische plaat schuift. De derde plaat die hier voorkomt is de Pacifische. Dit zorgt voor een grote instabiliteit met aardbevingen, vulkaanuitbarstingen en tsunami.

Bevolking en een ietsje geschiedenis

De bevolking telt ongeveer 243 miljoen mensen, waarvan het merendeel moslim is. Hiermee is Indonesië de grootste moslimstaat ter wereld. Moslim is echter geen staatsgodsdienst, er heerst godsdienstvrijheid. De (kunstmatige) gemeenschappelijke taal is het Bahasa Indonesia, de Indonesische taal.

De bevolking bestaat uit een grote etnische diversiteit, die zich uit in meer dan 300 verschillende gesproken talen. Historisch kwamen hier vele koninkrijken en koninkrijkjes voor, tot de inval van de Nederlanders. Zij bezetten Indonesië gedurende ongeveer 2 eeuwen en verenigden (rond 1900) de eilanden tot één geheel: Nederlands Indië.

Na de Japanse bezetting, riep in 1945 Indonesië de onafhankelijkheid uit, maar het duurde tot 1949 voordat Nederland ze erkende. Dictator Suharto regeerde tot hij in 1965 werd afgezet. Zijn opvolger Sukarno bracht democratie. De eerste presidentsverkiezingen vonden pas plaats in 2004.

Verschillende provincies streven naar onafhankelijkheid. Oost-Timor slaagde daarin in 1999. Oost-Timor was pas in 1974 gewelddadig bij Indonesië gevoegd.

Wat betreft het aantal inwoners is Indonesië het vierde land ter wereld, na China, India en de USA.

De bevolkingsdichtheid is 133 inwoners per km2, de gemiddelde leeftijd is 28,1 jaar en 8% van de bevolking is ouder dan 60 jaar (http://www.worldometers.info/world-population/population-by-country/). 53% van de bevolking leeft in de steden, waarbij de hoofdstad Jakarta met het ganse verstedelijkte gebied er rond, meer dan 30 miljoen inwoners telt. Hiermee neemt Jakarta op de wereld de tweede plaats in, na het Tokyo gebied. Er leven in Groot-Jakarta meer dan 9.000 inwoners per vierkante km.

Economie, landbouw en industrie, handel en milieuproblemen

De economie van Indonesië is de grootste van Zuidoost-Azië. Een aantal factoren hebben geleid tot het aantrekken van buitenlandse investeringen en de recente macro-economische groei:

- overvloed en diversiteit van natuurlijke grondstoffen

- een jonge, omvangrijke en ontwikkelde bevolking

- een (relatieve) politieke stabiliteit

- een behoedzaam fiscaal management sinds de laatste 20 à 25 jaar

- lage loonkosten

- de strategische ligging t.o.v. de economische reuzen China en India.

De laatste 2 kwartalen echter vertraagt de groei en is de rupiah gedevalueerd. Corruptie is ook in Indonesië een groot probleem.

Landbouw is nog steeds de voornaamste bron van inkomen voor zeer veel gezinnen. Door de vruchtbare vulkanische bodem kan er een variatie aan gewassen geteeld worden.

De textielsector is een van de populaire arbeidssectoren in het land en levert heel wat arbeidsplaatsen op. Een probleem echter is het verouderde machinepark en de invoer vanuit nog lagere loonlanden zoals China. De minimumlonen en de energie zijn de laatste 3 jaar ook sterk gestegen.

De ontwikkeling van de industriële sector is in feite pas vanaf het midden van de jaren zestig opgebloeid. De overheid stak vanaf tijd steeds minder geld in de industriële ontwikkeling, en er werd tegelijkertijd een liberaal investeringsklimaat geschapen voor binnen- en buitenlandse particuliere investeerders.
De industrie is voor het grootste deel geconcentreerd op Java. Meer dan de helft daarvan bestaat uit kleine en middelgrote bedrijfjes die voor ongeveer de helft gemechaniseerd zijn. Van de grotere bedrijven is ca. 85% gemechaniseerd; in deze sector treft men scheepsbouw, aardolieraffinage, chemische industrie, textiel-, cement-, papier- en kunstmestfabricage aan. Ook zijn er bedrijven ter vervaardiging van elektronische apparatuur, auto's en vliegtuigen.
Het aandeel van de verwerkende industriële productie in het bnp is opgelopen van 8,5% in 1970 tot 46,6% in 2013.
Een steeds belangrijker aandeel in de binnenlandse industrie wordt opgeëist door fabrikanten van schoenen, elektronica en textiel. Het betreft dan vooral mondiaal opererende bedrijven uit landen als Japan en Zuid-Korea, die profiteren van de lage lonen in Indonesië. Hierdoor heeft de kleding- en textielindustrie zich de afgelopen tien jaar opgewerkt tot de op een na belangrijkste sector voor wat betreft buitenlandse valutaopbrengsten.

Door de snelle industriële en stedelijke expansie zijn er gigantische industriële en huishoudelijke afvalbergen ontstaan. De grootste milieu-uitdagingen in stedelijke en industriële gebieden liggen in de vervuiling van het oppervlaktewater, de contaminatie en afname van het grondwater, luchtvervuiling, uitstoot van broeikasgassen en een niet afdoende behandeling van industrieel en huishoudelijk afval.

De ontbossing is een ander groot probleem. Indonesië’s eens zo befaamde tropische wouden verdwijnen schrikwekkend snel. Terwijl 50 jaar geleden nog 82% van de oppervlakte van Indonesië was bedekt, is dit vandaag minder dan 48%. In april 2013 gaf de overheid van Aceh, een provincie in Sumatra, nog het groen licht om bijkomend 1,2 miljoen hectare bos te kappen om plaats te maken voor plantages en mijnbouw, terwijl dit gebied een kritisch gebied is voor de bescherming van orang oetangs en andere diersoorten.

Bijna twee derde van het land is bedekt met tropisch oerwoud (60% van Sumatra, 77% van Kalimantan en 80% van Nieuw Guinea), dat vrijwel volledig gecontroleerd wordt door de staat. Er zijn echter ook concessies verleend aan Amerikaanse, Filippijnse en Japanse maatschappijen. Indonesië bezit daarmee na Brazilië het grootste regenwoud ter wereld en is de grootste houtexporteur van Zuidoost-Azië. Gezaagd hout, triplex en fineer wordt vooral uitgevoerd naar Japan, Zuid-Korea, Singapore, Taiwan en Australië.
De bossen leveren behalve hout ook harsen en gommen, terpentijn, rotan en kajapoetih-olie. Het uit de sagopalm gewonnen merg is het volksvoedsel op Nieuw Guinea. Soms breken er als gevolg van droogte en onverantwoorde houtkap, vooral in Sumatra, Kalimantan en Nieuw Guinea, hardnekkige bosbranden uit.

Een aantal bedrijven zoals vb. Sinar Mas, Indonesië’s grootste palmolie-, papier- en pulpbedrijf, heeft onder internationale druk van NGO’s zijn strategie aangepast uit vrees voor verlies van grote Europese klanten. Het bedrijf wil nu een imago creëren als toonaangevend in milieubescherming.

Een bijkomend probleem is dat Indonesië een zeer inefficiënte landbouwindustrie heeft met opbrengsten die per hectare veel lager liggen dan het internationale gemiddelde, waardoor veel meer terrein nodig is om te voldoen aan de vraag naar diverse landbouwproducten.

De belangrijkste voedingsgewassen zijn rijst, maïs, cassave en bataten, grondnoten, sojabonen, kopra en suiker. De rijstcultuur is de oudste en overheersende cultuur, voor het belangrijkste deel op sawa's, maar ook wel (buiten Java) op droge, jaarlijks wisselende velden (ladangbouw: vorm van landbouw waarbij een gewas geplant wordt in een stuk bos dat eerst platgebrand is). Na de rijstoogst worden zonder bevloeiing vaak tweede gewassen verbouwd. Aangezien de rijstbouw zeer belangrijk is voor de voedselvoorziening en het voor de overheidsfinanciën van even groot belang is onafhankelijk te worden van rijstimport, zijn pogingen ondernomen de voedselproductie te verhogen, die echter aanvankelijk niet tot de verwachte resultaten leidden.
Ondertussen is het land overwegend zelfvoorzienend. Landbouwhervormingen, gebruik van kunstmest, bestrijding van insectenplagen en ziekten hebben tot kwaliteitsverbetering geleid, evenals de invoering nieuwe variëteiten. Hierdoor werd niet alleen de opbrengst per perceel vermeerderd, maar kon ook twee- tot driemaal per jaar geoogst worden

De voornaamste handelsgewassen zijn rubber, palmolie, tabak, thee, kopra, koffie (na Brazilië en Colombia de grootste wereldproducent), cacao, peper en andere specerijen. De verbouw vindt hoofdzakelijk plaats op Sumatra en Java, hetzij op grote cultuurondernemingen, hetzij, zoals bij de rubberproductie, door kleine boeren. Indonesië is na Maleisië de grootste wereldproducent van rubber.
De krètèk-sigarettenindustrie heeft de laatste decennia een stormachtige groei doorgemaakt, wat ook weer gunstig was voor de kruidnagelteelt (kruidnagel of cengkèk). Een krètèksigaret bestaat uit tabak, vermengd met grof gemalen kruidnagel. Een groot gedeelte van de productie wordt nog met de hand gedaan. De machinaal gemaakte sigaretten zijn bedoeld voor de buitenlandse markt.

Tuinbouw wordt voor het grootste deel bedreven op erfcultures, dat wil zeggen op erven rond de huizen: groente, fruit, kruiden en specerijen worden ter plaatse geconsumeerd en maar een klein deel gaat naar de markt.
Speciale tuinbouwbedrijven, voor koolsoorten, bonen en prei in de bergstreken en voor bladgroenten in de lager gelegen gebieden, leveren uitsluitend voor de markt.
De sierteeltsector is nog matig ontwikkeld, maar richt zich op zaailingen, potplanten en westerse en tropische planten.

De ontwikkeling van de veeteelt is in Indonesië achtergebleven bij de rest van de economie, ondanks een stimuleringsbeleid van de overheid. Veehouderij dient vooral voor het houden van trekdieren als runderen, buffels en paarden; voor consumptie zijn bestemd geiten, schapen, kippen en koeien. Die varkens zijn vooral bedoeld voor de export, omdat de overgrote meerderheid van de bevolking uit moslims bestaat.

Het lakse milieubeleid kan natuurlijk ook een impact hebben op andere sectoren zoals toerisme. Toeristen klagen nu al over het vele plastic dat in de zee drijft rond toeristische plaatsen zoals Bali.

Daarnaast zorgt het tekort aan drinkbaar water ook voor een uitdaging. Grootsteden zoals Jakarta hebben een grote behoefte aan zuiver water, maar slechts een minderheid van de bevolking heeft toegang tot het waterleidingennet. Andere huishoudens pompen plaatselijk water op, wat dan weer grondwaterverzakkingen teweeg brengt. In beide gevallen is het water niet drinkbaar en daarom wordt massaal gebruik gemaakt van gebotteld mineraal water, meestal in 19 liter bidons.

De rivieren en beken in Jakarta zijn zwaar vervuild door industrieel en huishoudelijk afvalwater. Bovendien komen tijdens het regenseizoen veel overstromingen voor in bepaalde delen van de stad, door een gebrekkig afwateringssysteem en het onoordeelkundig weggooien van vast afval dat de riolen verstopt. Dit alles zorgt ervoor dat ziektes gerelateerd tot de consumptie van vervuild water relatief veel voorkomen.

Bali heeft te kampen met een groot watertekort. Door de enorme investeringen in toeristische faciliteiten is de helft van alle rivieren uitgedroogd.

Door de sterke stijging van de minimumlonen en de onvoorspelbare evolutie ervan is automatisering voor veel sectoren belangrijk geworden.
Ook in de landbouw stijgt de vraag naar automatisering. Indonesië is een wereldproducent van grondstoffen; in een poging om de uitvoer van basisgrondstoffen te vermijden, stimuleert de overheid de ontwikkeling van industrieën die meer toegevoegde waarde leveren.

Verder zijn er kansen in de automotive industrie. De snelle ontwikkeling van de midden- en hogere inkomensklasse blijft zorgen voor een enorme toename van het wagenpark. In 2012 werd een record aantal auto’s verkocht (1,1 miljoen) op een markt die door lokaal geproduceerde Japanse wagens wordt gedomineerd.

Indonesië is na Maleisië de grootste tinproducent ter wereld, de rijkdommen zijn nog nauwelijks onderzocht of in kaart gebracht. Het belangrijkste probleem is de (on)bereikbaarheid van de locaties waar de mineralen en metalen in de grond zitten, vaak dicht beboste of bergachtige gebieden.
Aardolie wordt aangetroffen op Oost- en Zuid-Sumatra, in Oost-Kalimantan en op Oost-Java, maar ook wel off-shore. De exploitatie is deels in handen van particuliere bedrijven, deels in handen van het staatsbedrijf Pertamina.
Indonesië is de grootste aardolieproducent van Zuidoost-Azië en is dan ook nog steeds de belangrijkste inkomstenbron van harde valuta en belastingen.
Aardgas wordt hoofdzakelijk aangetroffen bij de Natuna-eilanden in de Zuid-Chinese Zee en bij Zuid-Sumatra en Oost-Kalimantan.
Tot de overige bodemschatten behoren vooral tin (in 2001 62.000 ton op Bangka, Billiton en Singkep in de Riau-Archipel), bauxiet (Riau-eilanden), nikkel (Zuid-Sulawesi; vrijwel alles wordt geëxploiteerd), steenkool (Zuid- en Midden-Sumatra) en ijzererts (Nieuw Guinea). Voorts worden goud, zilver en koper gewonnen. Bijna alle exploratie- en exploitatieactiviteiten worden uitgevoerd door buitenlandse mijnbouwmaatschappijen, soms in de vorm van joint ventures met Indonesische bedrijven.

Meer dan de helft van de totale energievoorziening is afkomstig van met aardolie of gas gestookte centrales. Verder zijn waterkracht, geothermische energie en vooral steenkool belangrijke energiebronnen.

De handelsbalans is sinds 1980 positief (in 2013 teruggelopen tot 3 miljard dollar).
Vanaf midden jaren zeventig van de vorige eeuw werd de Indonesische export gedomineerd door de uitvoer van olie en aardgas. Halverwege de jaren tachtig steeg de uitvoer van deze producten tot meer dan driekwart van de totale Indonesische exportopbrengsten. Daarna kwam er een beleid om de afhankelijkheid van olie en gas te verminderen, en zich meer te richten op de ontwikkeling van de industrie. Al in 1987 nam het aandeel van de export van olie en gas vrij sterk af.
De belangrijkste uitvoerproducten behalve olie en gas zijn traditioneel grondstoffen: rubber, steenkool, tin, tabak, koffie, thee, palmolie en kopra, maar ook triplex, kleding en textiel, schoeisel, hout, vis en garnalen.
De invoer bestaat vooral uit transport- en voedingsmiddelen, chemicaliën en kapitaalgoederen.

Indonesië handelt het meest met China, Japan, de Verenigde Staten en Singapore. Van oudsher speel ook Nederland een rol, die overigens snel kleiner wordt.

De meeste van deze informatie komt van de site http://www.landenweb.nl/indonesie/economie/

Tot slot nog iets over de flora en fauna

Borneo, Sumatra, Java en Bali bevinden zich op de Aziatische plaat. Indien de zeespiegel 200m zou dalen, dan zijn deze eilanden verbonden met Azië. Heel lang geleden was dit het geval, waardoor dieren en planten afgeleid zijn van deze in Azië.

Op Sulawesi, de Molukken en de Kleine Sunda eilanden komen geen grote Aziatische dieren voor. Alfred Russell Wallace deed in de 19de eeuw hieromtrent onderzoek. Naar hem is de (denkbeeldige) Wallace Linie vernoemd, tussen Bali en Lombok gelegen.

Nadien zijn door andere onderzoekers nog andere linies voorgesteld. De voornaamst daarvan is de Lydekker Linie. Deze scheidt de Kleine Sunda eilanden en de Molukken van Australië en Nieuw Guinea (Nieuw Guinea was tijdens de periode van de lagere zeespiegel met Australië verbonden).

Tussen de Wallace en de Lydekker Linie wordt het gebied Wallacea genoemd. De flora en (kleine) fauna zijn gemengd. Er komen ook een aantal unieke diersoorten voor zoals enkele buideldieren en de reusachtige Komodo waranen.


de blauwe linker lijn stelt de Wallace Line voor, de groene rechter lijn de Lydekker Line


2. naar Bali, rond en in Ubud

De eerste dag heenvlucht vliegen we permanent boven alle wolken tussen Zaventem en Abu Dhabi en schijnt de zon aan een knalblauwe lucht door mijn vliegtuigraampje naar binnen. Hoewel het buiten minder dan -60°C is, is het aangenaam warm binnen. We zien de zon vlug ondergaan, we verplaatsen ons immers richting oosten. In Abu Dhabi is het al duister. De tweede vlucht naar Jakarta vertrekt enkele uren na middernacht. De klok nog eens 3 uur vooruit instellen en dan een stuk nacht en een hele voormiddag slapen. Boven Oost-Azië hangen heel hoge wolken zodat we tussen 2 wolkenlagen door niets zien van het landschap of van de zon. Bij de daling boven Jakarta, de hoofdstad van Indonesië, op het eiland Java, zien we een groot aantal fabrieken liggen. Werklui kost hier bijna niets.
De derde vlucht duurt veel korter en brengt ons naar Bali. Ondertussen is het weeral duister.

De volgende ochtend worden we opgehaald door een chauffeur van het autoverhuurbedrijf. Ieder bedrijf(je) heeft heel wat mensen in dienst, zodat vele mensen wel een job hebben – loon onbekend.
Naast auto’s, vrachtwagens en bussen, rijdt een zeer groot aantal scooters rond.
De man van het autoverhuurbedrijf, een Duitser die in Bali de liefde heeft gevonden, vertelt ons dat verkeersregels door niemand wordt toegepast, maar dat iedereen rekening houdt met de andere weggebruikers die hun pad kruist. Het lijkt nog wel mee te vallen op het eerste zicht. Eerst rechts en dan links kijken wanneer je invoegt in een weg wordt helemaal niet toegepast. Defensief rijden om geen brokken te maken is de regel!
Ook hier wordt weer links gereden, maar de auto’s hebben enkel handgeschakelde besturing.

Ondertussen worden we in een kioskshop er al opgelegd. We vragen een SIM-kaart en voor we het goed weten heeft de “hulpvaardige” buurvrouw de verpakking al geopend om ons te “helpen”. Zo krijgen we de opgedrukte (en de helft lagere) prijs niet te zien. Ook de andere koopwaar in de kiosk krijgt een veel te hoog bedrag toegewezen. De winst(1€) zullen ze hopelijk wel door 2 delen.

Op weg naar Ubud, een uurtje rijden, krijgen we wat indrukken van de zeer vele tempeltjes en tempels, het verkeer en de wegwijzers. Deze laatsten staan éénmaal op een zekere afstand voor het kruispunt . Als je dat niet ziet is er geen tweede kans meer en kan je de verkeerde richting inslaan.

onze huurauto, een Toyota die in Indonesië gemaakt is

Kaart Bali-Ubud

Overal zijn er kleine bedrijven waar handwerk centraal staat. Veel goedkoper dan machines!
Verschillende dorpen staan vermeld in een reisgids. In één ervan wonen en werken beeldhouwers die hun werk uit tufsteen maken. Tufsteen is een vrij zacht gesteente en bijgevolg gemakkelijker te bewerken.

 enkele tufstaancreaties

Een tweede dorp telt zeer veel zilversmeden. Ook hier stoppen we bij één ervan.

het zilver dat, volgens de toelichting, uit Borneo komt, wordt gemengd met koper. Het gehalte zilver zou 92% zijn

we zien geen mooie stukken liggen, toeristen kopen toch iets, zoals deze “symbolen van geluk”

In een derde dorp houden we halt bij een bedrijf dat allerlei voorwerpen en beelden uit wortels van reuzenbomen verkoopt. Of die stukken hier ter plekke gemaakt uit hout afkomstig van Java, of worden ze uit Java geïmporteerd worden weten we niet.

een voorbeeld van een salon!


of een mensenhoog beeld

Een laatste dorp bestaat uit heel veel kunstschilders die Balinese schilderkunst beoefenen. Om te weten wat dat betekent, bezoeken we zo een hangar. Alle doeken of papier zijn beschilderd door familieleden…

een van de werken. Om aan te tonen dat de verf er goed op vasthecht wrijft de man ruw over enkele doeken…..

enkele werken die onder de noemer “Balinese schilderkunst” verkocht worden, prijs vanaf 100 dollar

Hier is er ook een Hindoe-tempel die vele bezoekers aantrekt, vooral tourgroepen. Het is de eerste tempel in Indonesië die we bezoeken.

tempels zijn overdadig met figuren versierd. Om de tempel te bezoeken moet ieder een tempelrok omdoen

een van de figuren

Voor ons echter is de voornaamste trekpleister langs de weg Denpasar-Ubud het Bali Vogelpark. In dit park komt de grootste verzameling Indonesische vogels voor, zo een 250 verschillende soorten (van de meer dan 1600 vogelsoorten die in Indonesië voorkomen). De enige endemische Balivogel kweekt in het park. Deze Bali Myna (Leucopsar Rothschildi) is in de natuur uitgestorven. In één nationaalpark in Bali is hij terug uitgezet. Misschien kunnen we hem daar ooit zien. De vogel komt nog in een vrij groot aantal vogel- of dierenparken ter wereld voor.
Een van de redenen van uitsterven krijgen wij live te horen in het vogelpark. In de grote volière met vogels die op Bali leven, zijn we bezig foto’s te maken van de Bali Myna. Komt daar een groepje van 3, naar ik vermoed twintigers, op ons af. Het meisje vraagt me of ik weet hoeveel geld die vogel waard is. Op mijn negatief antwoord zegt ze : meer dan 3.000 dollar. Direct daarop vraag ik haar of ze Chinese is, en het antwoord is bevestigend. Heb ik haar dan toch proberen wijsmaken dat het vangen en verkopen van tropische vogels, het vangen en verkopen van ivoor en hoorn (van de neushoorn) en de daarmee gepaard gaande uitsterving van diersoorten veroorzaakt wordt door de Chinezen. Blijkbaar viel ze uit de lucht, zo iets had ze nog nooit gehoord!

Leucopsar rothschildi of Balispreeuw

De meeste vogels die in het vogelpark verblijven zijn afkomstig van Papua, Borneo en Sulawesi, eilanden met nog veel regenwoud (alhoewel dat aan een groot tempo gekapt wordt). Om deze vogels in hun natuurlijk habitat te zien, is er een trekking (met gids) nodig door het dichte regenwoud. Dit zit er voor ons niet meer in.

een aantal vogels mag vrij in het gebied rondvliegen. Wegvliegende vogels komen zeer snel terug. Deze Neushoornvogel is zo een van hen.

Deze vogels zijn zo gewoon aan publiek dat voedsel in de hand hen aanlokt.

Grote Beo of Gracula religiosa roept de ganse tijd “hello” tot iemand tegen hem spreekt

de Vlaggendrongo of Dicrurus paradiseus vliegt sierlijk maar laat zich moeilijk fotograferen

de Australische pelikaan (Pelicanus conspicillatus) komt ook in Papua voor

Kroonduif of Goura cristata, de grootste duif ter wereld, die we in Australië zagen, komt ook in Papua voor

de Javaanse ijsvogel of Halcyon cyanoventris heeft een erg lange snavel

Het Vogelpark wordt zeer goed onderhouden, overal zien we mooie en bloeiende planten

Dat trekt ook allerlei andere mooie creaties aan zoals vlinders en libellen

Sommige roofvogels en uilen laat men elke dag even rondvliegen in de vrije natuur, ze komen na korte tijd terug voor voedsel

Maleise Oehoe of Bubo sumatranus hoort ook tot dit selecte groepje vogels

In Ubud hebben we de homestay gereserveerd. Een eigenaar verhuurt één of meerder kamers in zijn of haar woning. Deze in Ubud heeft 2 grote mooie kamers, nog vrij nieuw. De naam van hun homestay, Three Win, is vernoemd naar de drie kinderen des huizes, Wini, Wina en Wino. Voor de naamgeving heeft Winnie the Pooh heeft de doorslag gegeven!

het terras van onze kamer met zicht op de tuin

de vrouw van de eigenaar toont trots de kamer

dit smalle zijstraatje is net voldoende breed voor 1 auto. Om weer uit de wijk te geraken moet er door enkele straatjes achterwaarts gereden worden

Voor vele huizen is op het voetpad een offergave neergezet. Dit is een schaaltje, gemaakt uit bladeren, dat bloemen bevat. Niet alleen bloemen, ook fruit wordt geofferd. Dagelijks, soms meermaals daags, worden die offergaven vers neergezet. Vele families hebben een huisaltaar, soms groter dan een woonkamer.
Bij de familie die de homestay uitbaat, is Ganesha, de god met de olifantenkop, tentoon gesteld.

Ganesha

de oudste dochter plaats de offergaven op precies de juiste plaatsen. Meestal is het oma die zich bezig houdt met het maken van offergaven. Ik lees in een reisgids dat mensen in Bali 1/3 van hun leven spenderen aan de rituelen en tempelfeesten!

Dezelfde avond gaan we naar een optreden. Mannen die in trance zingen, Balinese danseresjes, enkele mannenfiguren met een masker en uiteindelijk een vuurdanser. Het heeft alles te maken met de godsdiensten: Hindu en natuurgoden. We komen in de sfeer.

de scene, even voordat het optreden start


de Balinese danseresjes staan dikwijls in een gedraaide houding met vingers die stuk voor stuk afzonderlijk lijken te bewegen

één van de mannen met een dierenmasker

de vuurdanser

In elke straat van Ubud komen we meerdere openbare tempels tegen. Daarnaast heeft ongeveer elke woning zijn “familietempel”.

een grote openbare tempel

In Ubud worden dagelijks busladingen vol toeristen aangevoerd. Velen immers boeken een all-in aan een van de stranden. Een verplichte excursie vanuit al die hotels in Ubud. Op die toevloed van kapitaalkrachtigen heeft de bevolking van Ubud met succes ingespeeld. Straten lang het ene naast het andere winkeltje, afgewisseld met horecazaken. Deze toeristen komen om geld te consumeren. ’s Morgens voordat de bussen toekomen en ’s avonds als ze weer vertrokken zijn, is het relatief rustiger.

Toeristen die in Ubud verblijven hebben meer mogelijkheden om bezienswaardigheden te bezoeken.
We bezoeken het huis van Lempad. Lempad kwam hier op 13 jarige leeftijd wonen met zijn ouders, en woonde er nadien nog 103 jaar verder (dit zijn geen tikfouten!) De man was tijdens zijn leven (1862-1978) architect, beeldhouwer en artist. Hij werkte alleen op de dagen dat hij zin had, maar wel tot op zeer hoge leeftijd. Nu nog leven familieleden verder in de woningen, maar het publiek mag in de tuinen rondlopen.

de toegang tot het familiedomein

verschillende tentoon gestelde stukken zijn opgebouwd uit houten beelden en bonsai boompjes

het hout verweert langzaam maar zeker

aan de bomen hangen verschillende vogelkooien o.a. met deze prachtige uil

Wat verder ligt het paleis van de voormalige koning van Ubud. De familie is haar titel weliswaar kwijt geraakt, maar ze woont nog steeds in Ubud en is er blijkbaar geliefd.

het poortje dat toegang geeft tot het domein 

bij deze, gesloten, poort zijn twee wachters neergezet. Hoewel ze uit steen gemaakt zijn, moeten ze de kwade geesten buiten het paleis houden

een constante vrij hoge temperatuur zorgt ervoor dat hier gedurende het ganse jaar wel bloemen en bloesem te vinden is

Bezoekers kunnen enkel in het eerste deel van het complex, de rest van gebouwen, tuinen en tempels is blijft gesloten.

Pura Taman Saraswati is een tempelcomplex. Enkel de voortuinen met lotusvijvers zijn toegankelijk. Voor de lokale bevolking worden de poorten wel geopend, maar wanneer dit is weet niemand te zeggen. Deze tempel is besteld en betaald door de voormalige koninklijke familie, de architect was Lempad, toen op de leeftijd van 95 jaar!

enkele lotusbloemen zijn geopend, de rest is verwelkt en toont enkel nog de zaaddoos

op de achtergrond is de gesloten tempel te zien

Threads of Life Indonesian Textile Center and Gallery is een vrijwilligersorganisatie. In Indonesië dreigen heel wat oude en waardevolle weeftechnieken verloren te gaan. Kleine bevolkingsgroepen, die op verschillende eilanden wonen, worden door de organisatie gesteund en hun werken worden niet alleen tentoon gesteld, maar ook verkocht. Omdat het weven van 1 stuk(je) stof maanden tot meer dan 1 jaar vergt, is de kostprijs naar Indonesische normen erg hoog.

hun mooiste doek, met een origineel motief, kost bijna 10 miljoen roepiah (100.000 rupiah is ongeveer 6,5 euro waard)

Ten noordwesten van Ubud bereiken we het gebied van de rijstterrassen. Via een pad dat achter gebouwen loopt, komen we plots in een andere wereld. De rijst is aan zijn laatste rijpingsfase bezig, de velden staan nog onder water, we genieten van elk uitzicht.

rijstteelt vraagt veel water

de rijstaren rijpen, dus moeten vogels weggehouden worden. Op sommige velden gebruikt de boer vogelschrikkers. Andere zijn iets minder vindingrijk, te zien aan het aantal stokken met plastiekzakken

terug in ons straatje zien we rijstkorrels die te drogen liggen. Op enkele uren is de klus geklaard

Tussen de rijstvelden liggen enkele biobedrijven. Hun opbrengst wordt voor een gedeelte of geheel in hun eigen restaurants verwerkt.

lassie, gemaakt van yoghurt en mango. Het bedrijf heeft enkele koeien voor de melk, groenten, fruit en kruiden van bio-oorsprong

Enkele km buiten Ubud bevindt zich het voornaamste van de 5 musea, Neka Art Museum. Het is genoemd naar de stichter ervan. Hier zijn vooral Balinese werken te vinden, er is ook een afdeling met Indonesische werken, en één met werken van buitenlanders. Hier is het rustig, op kleine groepjes van vooral westerlingen na.

het museum bestaat uit verschillende open gebouwen in een grote tuin

Balinese school “puppet style”, werk van I Nyoman Arcana (1972- ) uit 1998

Balinese school ”Ubud style” , werk van I Nyoman Tulus (1941- ) uit 1981

Balinese school “Batuan Style” werk van I Made Budi (1932- )1981

Arie Smit, een Nederlander (1916- ) is in 1956 in Bali gekomen, er getrouwd en gebleven. Deze kunstschilder maakte geen “Hollandse” doeken, maar werd beïnvloed door de Balinese schilderkunst. Op zijn beurt heeft hij een sterke invloed op de Balinese schilderkunst.

werk van Arie Smit

een klein gebouw is naar Lempad vernoemd. We bezochten het huis van de man die 116 jaar werd

één van zijn werken

werk van Abdul Aziz ((1928-2002) uit 1973. Zijn werken zijn te zien in de afdeling Indonesische kunstenaars

onbekende Indonesische kunstenaar

werk van Alimin (1932-2004) uit 1974. Alimin was Indonesiër

Ubud ligt aan de voet van de tweede hoogste berg van Bali, vulkaan Batur. Vanaf de vulkaan en andere bergen lopen een aantal rivieren richting zuiden en zee. Daardoor zijn ook de wegen noord-zuid gericht, op de hellingen tussen de rivieren door.
Tampaksiring ligt langs een weg, een stukje noordelijker dan Ubud, en ook een stukje hoger gelegen.

Hier zijn 2 plaatsen Unesco Werelderfgoed. De ene is Gunung Kawi, de andere de Pura Tirta Empul (tempel).


Op de bodem van een steile kloof is het Hindoe heiligdom Gunung Kawi gebouwd.

Om er te komen moeten we een 300-tal hoge trappen afdalen tot aan de rivier. De klimmers hijgen, puffen en zweten, iets wat ons straks ook te wachten staat. Langs de helling zien we prachtige rijstterrassen.

Hier wordt een ander type rijst, bergrijst, geteeld. Deze rijst groeit langzamer, maar vraagt ook veel minder water. Hier is de grond droog.

een groepje lokale meisjes

Aan beide oevers zijn de rotsen uitgehouwen tot 2 tempels. Er zijn tempelgebouwen en beelden uitgehouwen.

De vijf beelden zijn de begraafplaatsen van de toenmalige koning (11de eeuw), zijn echtgenote de koningin, zijn lievelingsconcubine en zijn 2 zonen.

Aan de overzijde zijn er 4 beelden te zien, de 4 concubines van een andere vorst.
De invloed van Javaanse begrafenisrituelen is duidelijk, daar werden meer rotsen uitgehouwen.

Slechts enkele km hier vandaan ligt de Tirta Empul tempel. De tempel is gebouwd daar waar een bron ontspringt. Al meer dan 1000 jaar is dit water voor de Balinezen heilig. Er zijn 12 fonteinen die water in een bad laten stromen.

de eigenlijke bron ligt ook in het tempelgebied. Het water is klaar en helder

in het tempelgebied staan enkele mooie, oude bomen

Minstens op de verjaardag (volgens de Balinese kalender) komen mensen hier baden. Vermits een tempel met een sarong moet betreden worden, stapt iedereen in het water met de wikkelrok om.

een Balinese man die zich bij het gebeuren zet en een en al oog is voor zijn smartphone

We zien mensen een ganse reeks bewegingen na elkaar uitvoeren waarbij ze telkens het hoofd door het water laten overgieten. Daarna doen ze hetzelfde bij de volgende fontein.
Op sommige momenten staat er een reeks wachtenden.

Vooraf of nadien gaan de mensen dan met witte kledij aan naar de gebedsruimte (het woord ruimte mag niet al te letterlijk genomen worden, wantalles is in open lucht). Daar brengen ze hele schalen offergaven naartoe.

Gedurende deze eerste dagen hebben we al een aantal aspecten van het Balinese leven kunnen meemaken. Wat vooral opvalt is dat de mensen zeer rustig zijn, voor niets of niemand gehaast en door niets of niemand opgejaagd.

 

Print Friendly and PDF

 

 

 

 

Plaats een Reactie

Astrid Wat zien jullie er goed uit. Ik kijk uit naar jullie verhalen want Indonesië staat ook op ons to do lijst. Geplaatst op 24 Oktober 2015
Katrien dag jullie beidjes, ik wens jullie een allermooiste reiservaring toe! ik neem volgend weekend de tijd om jullie reisverhaal te lezen want met mijn oogontsteking lukt het even niet. de foto's zien er lvast weer zeer belovend uit! lieve groetjes uit Gent.(Johan terug in het land na een zeer rijke ervaring!) liefs Katrien Geplaatst op 20 Oktober 2015
Cecile Dag lou en Stephan Na paar dagen kwamen jullie foto's erdoor,ondertussen in atlas gekeken,voor basile gezorgd,nu heb ik tijd om te lezen en te genieten,dolf kijkt naar voetbal Ine en Wout hebben tufsteen ganesha meegebracht Mooie rijstterrassen,vreemde vogels,mooie lotusbloemen Veel onbegrijpelijke rituelen voor ons nuchterlingen! Veel Gr,veilige reis verder Cecile Geplaatst op 20 Oktober 2015
Leen Dag Lou en Stefan, Zoveel mooie herinneringen die opborrelen!! Die relaxte levenswijze mis ik toch wel hoor. De woordjes 'santaai' en 'pelan-pelan' al geleerd? Leen Geplaatst op 19 Oktober 2015
Lieve Hallo, daar zijn jullie weer gelanceerd. De inleiding en geschiedenis heb ik overgeslagen hoor, maar het reisverhaal doet weer een beetje meereizen. Die tempelrok staat Lou toch best! Genieten maar, het ziet er daar goed uit! Tot volgend verslag! Geplaatst op 18 Oktober 2015
anne Goede reis, we genieten weer van op afstand mee! Geplaatst op 18 Oktober 2015

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking