Reisverhaal «Zuid Laos deel 2»

Zuidoost Azië | Laos | 6 Reacties 12 November 2013 - Laatste Aanpassing 05 Februari 2014

We keren terug naar weg 13, verder richting zuiden, het laatste stukje Lao voor de grens met Cambodja

We rijden in het gebied Si Phan Don of in het Nederlands "4000 Eilanden". Over een lengte van 40 km verdeelt de Mekong zich in verscheidene smallere kanalen, waartussen er zeer vele eilanden ontstaan. In het droogseizoen is dat aantal veel groter dan tijdens het regenseizoen. Het geheel is tot 14 km breed. Het grootste, meest noordelijke eiland is via een ferry verbonden met het vaste land. Twee minder grote, zuidelijk gelegen eilanden, Don Det en Don Khon, zijn met een regelmatige busboot(je) verbonden met Nakasan, een dorpje op het vasteland. De andere eilanden kan men bereiken als men privé een bootje huurt, maar daar is toerisme onbestaand.
De eilandbewoners, zo een 70.000 in het totaal zijn vnl. Lao en boeddhistisch. Er wordt vooral rijst geteeld, hier heeft men 2 oogsten per jaar.

Verder wordt er aan visvangst gedaan, volgens wetenschappelijk onderzoek zouden er zo een 200 vissoorten voorkomen.

de linker kaart geeft een overzicht van de Mekong ter hoogte van de 4000 eilanden, de rechter kant is enkel het zuidelijk deel

Vanaf een tempel heeft men uitzicht op Don Khong, het grootste eiland.

Wat verder zuidelijk is de afslag naar Nakasan, maar we rijden eerst nog verder tot de Khon Phapheng waterval in de Mekong. Ze zouden de grootste van Azië zijn, dit moet men verstaan als “ze zouden de breedste van Azië zijn” nl. meer dan 1 km breed.

Het meest zuidelijke punt van Lao, bij de Cambodjaanse grens is het eindpunt van weg 13. Daar ligt het dorpje Veun Kham, aan de Mekong.
In het zuidelijkste deel van de Mekong in Lao, en het noordelijkste deel van de Mekong in Cambodja, komen de Irrawaddy dolfijnen voor. Irriwaddy dolfijnen danken hun naam aan de Irriwaddyrivier die door Myanmar stroomt. Het zijn grondeldolfijnen die, in tegenstelling tot hun familieleden, niet aan de polen leven maar in de warme wateren van Azië. Ze leven zowel in zeewater als in rivieren.
De Irriwaddy dolfijn, die hier in de Mekong leeft ten zuiden van de 4000 Eilanden heeft zeer moeilijke jaren achter de rug. De populatie werd sterk uitgedund. Ze stierven doordat ze in de netten van vissers terecht kwamen. Hun populatie in dit gebied wordt op een 85-tal geschat.
De volwassen dieren hebben een lengte tussen 1,8m en 2,75m.

Op borden hier zien we dat het WWF samenwerkt om de populatie te ondersteunen. Er is een gebied in de Mekong ingesteld waar de dieren moeten beschermd worden.

Van Veun Kham charteren we een bootje om ons naar het gebied te brengen waar de kans om de Irrawaddy te zien, het grootst is. Momenteel is het niet het beste seizoen om deze dieren te zien, er is immers nog veel water in de Mekong en dan verspreiden de dieren zich meer. Maar toch zien we een 8-tal maal een dolfijnenrug boven het water uitkomen, nu eens hier, dan weer daar. Een foto proberen te maken doen we niet, vermits de dieren niet ter plekke blijven.

gebied waar de irriwaddy moet beschermd worden

We keren daarna terug richting noorden naar Nakasan. Het dorpje is wat uitgegroeid tot een lokaal marktplaatsje zowel voor de bevoorrading van de eilanden als voor de aan- en afvoer vaan toeristen die hier inschepen naar Don Det en Don Khon, de twee eilanden die via een regelmatige bootverbinding met Nakasan bereikbaar zijn.
De auto kan hier veilig geparkeerd worden en korte tijd later varen we richting Don Khon.

Op Don Khon wordt er erg veel gebouwd. Vele bewoners startten ooit met homestay, later eenvoudige bungalows en nu al wat meer comfortabele overnachtingsplaatsen.

Rond de eilanden en de Mekong is er een hele geschiedenis te vertellen. In het midden van de jaren 1800 controleerde Engeland de handel langs de Chinese kust. Frankrijk moest dus ook een vaste voet zoeken in Azië. Ze richten hun hoop op Vietnam en namen in 1861 Saigon in. Een jonge Franse marine-officier, Francis Garnier, droomde ervan om China, en al zijn rijkdom, te bereiken vanuit de Zuid-Chinese Zee via de Mekong, en hij zag het erg groots.
In 1864 legde hij zijn plan voor aan de admiraal en al gauw werd de Mekong Expedition Commision boven de doopvont gehouden. Op 5 juni 1866 vatte de expeditie aan met Garnier als tweede in bevel en 20 bemanningsleden op 2 stoomschepen. Op 7 juli bereikten ze Kratie op de Mekong, in Cambodja. Garnier wist iets van de Khone watervallen, dus werd er overgestapt op kano’s. Garnier dacht makkelijk rond die stroomversnelling rond te varen ! Maar nergens werd rustig water gevonden.
Tijdens de expeditie werden de stoomschepen via het vaste land verder stroomopwaarts vervoerd en ze bereikten Vientiane op 2 april 1868. Op 7 oktober van het zelfde jaar bereikten ze Yunnan, de Chinese provincie die aansluit op Birma en Lao. Begin 1869 stierf de kapitein aan dysenterie en de expeditie trok verder over land. In Dali, nog een eind noordelijker in de Yunnan provincie, en nog steeds op land, werd hen door de Chinezen de verdere toegang versperd. Via Shangai , helemaal in het oosten van China moesten ze het land verlaten.
Hun droom om op eenvoudige wijze via de Mekong handel te kunnen drijven met China moesten ze begraven, de watervallen rond de 4000 eilanden waren niet te omzeilen (letterlijk en figuurlijk).
In de jaren 1870 kwamen de Fransen te weten (en dat zonder Snowden!) dat de Engelsen bezig waren met machtsuitbreiding in noordelijk Lao, in Thailand en in Birma.
De Fransen hadden enkel vaste voet in een stukje Vietnam, en beperkt in Cambodja. Controle over de Mekong was voor hen een conditio sine qua non om machtsuitbreiding in Lao en zuidoost Azië te kunnen bewerkstelligen.

Tussen 1890 en 1892 werd het ganse gebied rond de 4000 Eilanden door de Fransen onderzocht om toch maar de watervallen te kunnen vermijden. Maar dit onderzoek eindigde zonder oplossing.
In 1893 werden door Frankrijk 2 oorlogsboten gemaakt en verzonden naar Saigon. Er was de mogelijkheid om de boten in 5 stukken uit elkaar te halen, te vervoeren over land en terug in elkaar te steken, verder stroomopwaarts.
Ondertussen had vnl. Lagrandière het plan opgevat om de boten, in stukken, via een spoorlijn, langs het eiland Khon (één van de 2 eilanden van de 4000 Eilanden, die per boot bereikbaar zijn) te verschepen en ze in het noorden van Don Khon weer in elkaar te steken.

In 1894 waren honderden Vietnamese werklieden bezig met de aanleg van de spoorlijn, de bootshelligen, de versteviging van de kaden (of wat ervoor moest doorgaan). Op het eiland Don Khon werd uiteindelijk, na een eerst poging en nadien weer afbraak, een 3 km lange spoorweglijn aangelegd.
In ongeveer 3u tijd werd de Lagrandière over Don Khon versleept.

De bestelde 2 oorlogsboten, werden vervangen door een grotere en krachtiger, die maar in 2 delen moest gesplitst worden. In 1894 werd het eerste schip, de Ham Luang, op die manier over de watervallen of sterke stroomversnellingen van de Mekong, via de spoorlijn over het eiland , stroomopwaarts gebracht.

Hierna werden 3 stoomboten elk van 60 ton besteld waaronder de Trentina

Omdat de vraag steeds groter werd naar grotere schepen, werd in 1910 de spoorweg met 2 km verlengd over Don Det. Daarvoor moest er een brug gebouwd worden, die 158 m lang is en uit 13 bogen bestaat.. Er werden ook sterkere locomotieven ingezet. Ook al voor de stoomboten was een versteviging van de kades nodig. Overal werd er toen al versterkt beton gebruikt.

Bij laag water in het droge seizoen werden de lasten via kabels opgetrokken en neergelaten, bij hoog water in het regenseizoen werden kranen gebruikt. Bij heel hoog waterpeil werd de bedrijvigheid stil gelegd.

Op deze manierwerden vrachtenhout, andere goederen en ook passagiers over de Mekong en via de eilanden, stroomopwaarts of stroomafwaarts gevoerd.

In de jaren 30 van vorige eeuw werden er op land wegen aangelegd, en werd weg 13 gebouwd. Die maakte het transport over water én de spoorlijn overbodig.

Tijdens de tweede wereldoorlog zou Japan, dat het gebied van de 4000 Eilanden controleerde, de spoorlijn nog voor militaire doeleinden gebruikt hebben. Na de oorlog werd het geheel overwoekerd door de jungle en sommige locomotieven werden pas vele tientallen jaren laten herontdekt. In 1990 vond men 2 vervallen loc’s in de jungle terug.

De rails hebben nog lang hun dienst gedaan als afsluitingen rond eigendommen.

Alhoewel de afstanden op Don Khon beperkt zijn tot in het totaal 10 km, is wandelen in de volle zon niet de beste manier om het eiland te verkennen. De meeste toeristen huren een fiets, sommigen een skooter. Er worden ook tuctucs verhuurd met of zonder chauffeur. Dat gebruiken we om Don Khon en ook Don Det te bezoeken.

Eerst rijden we naar de watervallen ten westen van het eiland, Somphamit watervallen. Net zoals de oostelijke tegenhanger bestrijkt deze waterval een grote breedte. Het hoogteverschil blijkt iets minder te zijn, maar de val gebeurt eerder in trappen.

Via de oude spoorweg, dat nu een goed pad is, rijden we naar het zuiden van het eiland met het dorp Ban Hang Khon.

Hier kan men een bootje huren om de dolfijnen op te zoeken. Het belangrijkste is echter dat hier, Hang Khon, de zuidelijke haven was voor het treintransport over de eilanden.

Van dit zuidelijk punt volgen we de oude spoorweg tot bij de oude Franse spoorwegbrug. Daar kunnen we gemakkelijk over en op Don Det gaat de weg voor 2 km verder.

Op deze plaats in Don Det is weer een structuur om de ladingen van het spoor op een schip, of omgekeerd, te brengen.

Verder noordelijk kan men nog wel fietsen, maar de tuctuc is te breed en dus wandelen we langs de dorpjes tot het meest noordelijke punt. Hier is het (uitgaans)toerisme in volle ontwikkeling. We zien een gelegenheid waar happy drank en voedsel verkocht wordt (je weet wel met toegevoegde drugs).

Voor liefhebbers: men kan hier ook kanoën en tuben. Overal probeert men allerlei uitstappen te verkopen die op het vasteland moeten plaatsvinden, evenals bustickets.

Dit is onze voorlaatste avond in Lao en waarschijnlijk de laatste zonsondergang.

Eens terug op weg 13 keren we een stukje terug naar het noorden. Ongeveer 25 km ten zuiden van Pakxe rijden we richting Mekong. Daar kan een ferry genomen worden zodat we in Champasak komen.

Champasak was ooit de hoofdstad van een zelfstandig koninkrijk, maar daar is niets meer van te zien. Er zijn wel nog enkele Franse gebouwen, meestal in een erbarmelijke toestand.

De reden waarom we naar Champasak komen is een bezoek aan Vat Phou. Vat Phou ligt 8 km ten zuiden van Champasak. Vat Phou, wat betekent Bergtempel, ligt aan de voet van de Phou Kao, een berg van 1416m. Het is het oudste Kmer tempelcomplex buiten Cambodja. Vat Phou is, naast Luang Prabang in het noorden van Lao, Unesco Werelderfgoed.
De oudste delen dateren vermoedelijk uit de 6de eeuw, en zijn daarmee ouder dan deze van Angkor, het beroemdste Kmer tempelcomplex. Het gros van de gebouwen echter stamt uit de 11de tot 13e eeuw.

Oorspronkelijk was de tempel aan Hindoegoden gewijd. Shiva, de voornaamste Hindoegod, is ook de voornaamste Kmergod. Sinds de 14de eeuw is Vat Phou een boeddhistisch centrum.

De top van de Phou Kao, heeft een fallusvorm, een belangrijk symbool van Shiva. Shiva werd immers op 2 manieren voorgesteld, de ene als een menselijk figuur, de andere als fallus. Die laatste vorm was veel meer gebruikelijk.

Aan de voet van de berg is er een bron, dus er was water en bijgevolg de mogelijkheid om er te leven.

Het oude Kmer rijk, Zhenla breidde zich in de 6de eeuw tot deze streek uit. Door luchtfoto’s ziet men dat aan de voet van de tempel, bij de Mekong, een grondplan van een stad te zien is. De Unesco gaat ervan uit dat hier de eerste hoofdstad van het Zhenla rijk was gelegen. In de 7de eeuw verplaatste zich de hoofdstad richting zuiden (Cambodja) maar het gebied van Vat Phou werd tot de 13de of 14de eeuw onderhouden en zelfs uitgebreid.

Bij ons bezoek zien we dat een archeologisch instituut van India bezig is met opgravingen en restauratie van het gebied.Sinds 2012 zou de site in privé handen zijn.

Vertrekkend van de kassa is het nog een heel eind stappen tot het begin van de site. Gelukkig wordt elke bezoeker is een grote golfkar geduwd en worden we vervoerd tot bij de start van het bezoek. Ondanks de hitte genieten we van de warme temperaturen, denkend dat het nu in België al fris tot koud is!

Vat Phou bestaat uit 3 niveau’s die zich over een lengte van 1,4 km van oost naar west uitstrekken. De tempel bevindt zich op het bovenste niveau, 100m hoger dan het onderste niveau.
Beneden start het bezoek bij een ruïne, gevolgd door een 250 m lange kaarsrechte weg met aan beide zijden , op korte afstand van elkaar paaltjes. Die paaltjes zijn nog niet zo lang geleden terug geplaatst.

Na deze afstand bevindt zich links en rechts een gebouw, paleis genaamd. Aan het rechtse zijn stevige restauratiewerkzaamheden aan de gang. Men vermoed dat deze gebouwen, één voor mannen en één voor vrouwen, een rustplaats vormden voor de monniken die van ver naar hier reisden.

Maar zeker weet men het niet. De paleizen zijn alleszins grote omheinde gebieden met een mooi toegangsgedeelte. Hier ziet men nog een aantal mooi gebeeldhouwde stenen.

Voor het linkse gebouw heeft Frankrijk in het verleden geholpen met de restauratie

Voorbij de paleizen wordt de weg met paaltjes vervolgd. Aan beide zijden zouden zich galerijen bevonden hebben. Nu is daar niets meer van over. Halverwege dit gedeelte is er een zijweg, nu nog moeilijk te zien, die naar Angkor (in Cambodja) liep.
De weg tussen de paaltjes gaat tot bij een trap, die toegang geeft tot het tweede niveau. Na deze eerste trap komen we op een relatief klein terras waar enkele stenen beelden zonder hoofd liggen en er een poortwachtersstandbeeld staat. Dit standbeeld heeft men “aangekleed” zodat het een boeddhistisch uiterlijk krijgt. Het wordt ook vereerd.

Hierna volgt de tweede trap.
Wat verder start de volgende, lange trap, waardoor we op het derde en hoogste niveau komen, dat van de tempel. Vanaf het tweede niveau staan er Tempelbomen, die het zicht op de tempel van beneden belemmeren.
Gelukkig is er net voor het derde nivau een eet- en drinkstalletje, dat koude drank verkoopt en een kleine snack. Die koude drankt is voor de vele zwetende mensen, heel welkom. Er zijn enkel vrije stoelen, we houden hier een pauze.
Het tempelgebouw is ook weer met allerlei beeldhouwwerk versierd, o.a. danseressen en wachters.

Binnenin zien we de driekoppige olifant. Er is ook een beeldhouwwerk met de 3 Hindoegoden, Brahma, de schepper, Shiva de vernieuwer en Vishnu, de behoudsgezinde.

Dit niveau wordt afgezoomd door hoge, steile rotsen, de Kaoberg. Aan de voet van deze rotsen bevindt zich de bron (met voor de boeddhisten) Heilig Water. Na de klim in de middaghitte, deed het deugd om ons handen eens te verfrissen.
Op dit niveau liggen ook nog een aantal gebeeldhouwde reuzenrotsblokken. We herkennen enkel de olifantenkop.

Na dit bezoek rijden we langs de rechteroever verder naar het noorden, naar Pakxe, voor de laatste nacht in Lao.

Van Pakxe tot de grens is het 46 km rijden over een vlakke en meestal goede weg met redelijk weinig verkeer.
De grensovergang bij Chong Mek is de enige die niet met een brug of veer over de Mekong gebeurt.

Aan Lao zijde moeten we een stempel krijgen in de pas en komt er een vermelding dat ons visum opgebruikt is.

 

Print Friendly and PDF

 

 

 

 

Plaats een Reactie

katrien Hallo jullie beidjes te laat en te moe nu voor een uitgebreid bericht, zeker na een lang weekend met de kleinkinderen en met het vooruitzicht van morgen werkdag toch wou ik een kort teken van leven geven , net zoals jullie trouw elke week doen maar dan met een boeiend reisverhaal ! Geniet verder van jullie vervolgverblijf in Thailand he ! lieve groeten uit gent Katrien Geplaatst op 17 November 2013
Claudine Leleu Het is fantastisch dat jullie zich zo verdiepen in de lokale geschiedenis en het ons vertellen,dat is het wat jullie verhalen zo boeiend maken.Bij elk verhaal leren we wat. Veel liefs en stel het verder goed. Claudine en Guido. Geplaatst op 15 November 2013
Van Hulle Rita Jullie hebben toch al van veel verschillende transporten genoten denk ik! Ik heb genoten van het verhaal over het transport in de geschiedenis met de trein op en over rails,omhoog getrokken enz...en nu gebruikt men de rails nog als afsluiting... Tot later Geplaatst op 15 November 2013
liliane Dag Wereldreizigers ; het weer ginder ziet er niet slecht uit ; hier regent het voortdurend maar als je de beelden van de Filipijnen ziet dan mogen we niet klagen ; de hulpoperaties schieten als paddestoelen uit de grond maar de hulp zelf geraakt maar traag ter plekke Geniet nog maar een beetje van de mooie reis Geplaatst op 14 November 2013
Astrid Dag Lou Prachtige reis! Ik wou dat ik ook de tijd had, ben eigenlijk een beetje jaloers... Zie ik het mis maar heb jij kousen aan op die foto? Geplaatst op 14 November 2013
Cecile Dag Lou en Stéphan Blij met Jullie zorgeloos verslag,wij zien hier op Tv toe naar de verwoesting door de taifoon op de filipijnen en Vietnam,befast team ginder,ook vliegdekschip USA om verhongerende en verdorste overlevenden te helpen,zeker ook belgen bij slachtoffers, oorzaak weer al klimaatsverandering Hier de ganse dag regen,koffie gaan drinken bij baboe Genoten van de fotos uit de mekongdelta en de site van de khmer tempel op Berg Geniet van de Laatste weken ginder,hier gene vette! Cecile Geplaatst op 14 November 2013

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking