Reisverhaal «West-Maleisië op naar het noorden langs het westen»

Sri Lanka, Singapore en West Maleisië | Maleisië | 3 Reacties 30 Maart 2019 - Laatste Aanpassing 31 Maart 2019

10. inleiding op West Malaysia of het Maleisische Schiereiland

Het land Maleisië kent een parlementaire monarchie waarbij de koning in beurtrol (tussen de 9 verschillende koninkrijkjes en 4 gebieden waar geen koning aan het hoofd staat) voor 5 jaar aan het hoofd van het land staat. De hoofdstad is Kuala Lumpur. Misschien heb je vorige maand in het nieuws gezien dat de toenmalige koning van Maleisië vroegtijdig is afgetreden, na 2 jaar geregeerd te hebben. De koning had op het einde van 2018 al eens 2 maanden zijn ambt tijdelijk neergelegd. In die tijd is hij gehuwd met een Russische schoonheid, 25 jaar jong. Verder zijn er speculaties over wat al dan niet kan en mag en goed is en misschien al dan niet aanvaard wordt …..
Een maand later, op 6 februari 2019 werd de sultan van Pahang (een koninkrijkje aan de oostkust van het schiereiland) gekroond. Hier enkele foto’s om een beeld te geven van het gebeuren

https://www.straitstimes.com/asia/malaysia-crowns-sultan-abdullah-as-16th-king

https://www.straitstimes.com/asia/malaysia-crowns-sultan-abdullah-as-16th-king

Maleisië bestaat eigen lijk uit 2 delen, enerzijds het Maleisische Schiereiland dat verbonden is in het noorden met Thailand, en anderzijds Noord-Borneo met de staten Sabah en Sarawak. Het is al meer dan 10 jaar geleden dat we Noord-Borneo bezochten.

kaart waar Maleisië in het donker groen is aangeduid, links het schiereiland, rechts, het noorden van het eiland Borneo (tussen Sabah en Sarawak ligt nog het land Bruneï)

kaart van Maleisië (Singapore ligt op de zuidelijke punt van West Maleisië)

De oppervlakte van Maleisië is 330.000 km2, dus 11x België. Het aantal inwoners is ongeveer 31 miljoen waarvan er 75% in de steden leeft. 61% is moslim, 21% boeddhist of taoïst, 9% christen, 7% hindu en 2% animist (natuurgoden). De officiële taal is het Maleisisch

We huren hier een autootje om het schiereiland van Maleisië te bezoeken.

11. Van Kuala Lumpur naar het noorden langs de westkust

Bij onze aankomst in de hoofdstad Kuala Lumpur, blijvn we enkele uren en overnachten we hier éénmaal.
Ons eerste bezoek, iet zover van het hotel verwijderd, is een vlindertuin waar enkel vlinders van het Maleisische schiereiland voorkomen.  Een heel kleurrijke collectie.

de Nationale Vlinder van Maleisië

geen vlinder maar wel een zeer mooie libel(achtige)

We halen vandaag de huurauto op en we vertrekken richting noorden. 

we reserveerden een kleinere auto, maar we krijgen een upgrade.  Altijd leuk ....

Wat ons opvalt op de meeste plaatsen, aan beide zijden van de weg, is de immense reeks aanplantingen van oliepalmen.  In verhalen van vorige reizen schreef ik al over de oliepalm.  Enerzijds wordt er veel olie geproduceerd per oppervlakte-eenheid, anderzijds wordt oerwoud verwoest, niet alleen de planten, maar hele ecosystemen, waarbij heel wat diersoorten uitsterven of met uitsterven bedreigd zijn.  De omzetting van oerwoud naar oliepalmplantages is een ecologische en een klimaatramp.

Na ongeveer 150km langs de snelweg richting noorden, slaan we af richting bergen.   Bij een scherpe haarspeldbocht staan er veel auto's langs beide zijden van de weg, zijn er kraampjes met veel volk en zien we plots een waterval.  Dus we houden ook halt, nadat we alle geparkeerde auto's voorbij zijn.

waterval op de achtergrond, niet zo spectaculair ...

een burkini is hier helemaal niet nodig, de mensen gaan gewoon met hun kledij in het water

in de kraampjes wordt vooral voedsel verkocht.  Er zijn heel wat fruitkraampjes, durian wordt veel aangeboden.  De vracht stinkt echter nogal, het is verboden om er een mee te nemen in de huurauto of in de kamers van accommodaties

Onze eerste stopplaats is het berggebied Cameron Highlands, tot een hoogte van 2000m en duidelijk koeler dan de hoofdstad. 

we verblijven in Tanah Rata.  Al de nieuwste gebouwen, nu wel al enkele jaren oud, zijn in dezelfde stijl gebouwd.  Wij hebben een kamer op het gelijkvloers , bijna in de verste blok

de gebouwen staan in de Kerkstraat.  Hier is een katholieke kerk.  Net zoals in Sri Lanka komen ook hier verschillende godsdiensten voor.  De mensen leven vreedzaam naast elkaar, extremisten zien we hier niet (van geen enkele godsdienst)

ook op het centrale plein is dezelfde bouwstijl te zien

De nachten zijn hier (relatief) fris en het regent regelmatig, dus erg geschikt voor theeplantages en groentekwekerijen. Daarnaast is er nog veel natuur met kleine watervallen en type nevelwoud met veel mos.

2 dorpen liggen goed bereikbaar, Tanah Rata en Brinchang. We bezoeken ze beide en het gebied er rond

Cameron Highlands is op de kaart aangeduid

Volgens de reisgids trekt Tanah Rata eerder westerse toeristen aan, in tegenstelling tot de andere dorpen. Tanah Rata ligt tussen 1300 en 1500m hoogte

Op enkele km voor het dorp ligt de Bharat Theeplantage

ze gaan er prat op dat hun thee enkel uit de bergen komt in tegenstelling tot de thee van het veel en veel grotere theebedrijf BOH, dat ook thee plantages in de laaglanden bezit.
We vinden echter deze thee niet lekker, dat is smaak ....

We komen hier niet om thee te proeven of om een bezoek te brengen aan het bedrijf.  Het uitzicht vanaf het terras is hier het meest indrukwekkend

Langs een zijweg, een eind verder, komen we bij het Agro Technology Park MARDI. Het gebied is verdeeld in 6 domeinen: Engelse tuin, kruiden tuin, orchideeëntuin, rozentuin, onderzoekscentrum en een informatiecentrum.
Toen wij op het boerekot student waren was er een groep Maleisische studenten die een speciale licentie in landbouwontwikkeling volgden.  Ze kregen les in het Engels, een unicum voor die tijd.

Nu zien we hier in het onderzoekscentrum voor berglandbouw dat heel wat technieken gebruikt worden welke ook in Europa toegepast worden in de groenten- en fruitteelt

aardbeienteelt op verschillende verdiepingen

aardbeien worden hier 365 dagen per jaar geplukt en verkocht

en gesmuld

tomatenteelt in zakken op beton

Er is een kruidentuin, meest met voor ons bekende kruiden

De Camelia japonica saat hier en daar al in bloei

net zoals de Amaryllis

en nog veel andere bloemen.  Hier bestaat niet zoiets als een bloeiseizoen, omwille van het warme en vochtige klimaat bloeien planten over een veel grotere periode

tot zelfs dahlia's

Op verschillende plaatsen is het wandelpad voorzien van een rasterwerk bovenaan om schaduw te geven.  Die schaduw wordt verzorgd door de Mysore-winde  (Thunbergia mysorensis), een klimplant die inheems is in Zuid-India

 de bloemen hangen in grote trossen, hier één van de bloemen 

Er is een kleine vlindertuin waar sommige mensen en kinderen vlinders proberen te vangen ...

geen vlinder maar de bloem van een tropische gemberplant, waarschijnlijk nodig als voedsel voor sommige vlinders of rupsen

In het gebied is er ook een uitzichtpunt.  We klimmen naar boven

aan de ene zijde zijn er boomvarens te zien

aan de andere zijde ligt een deel van het gebied, en op de heuvels, een deel van het stadje

de gebouwen hebben allemaal min of meer dezelfde bouwstijl

Tan’s Camelia garden telt vele soorten bloemen, of beter gezegd telde vele soorten.  Een tijd geleden zijn er bulldozers en kranen gekomen, is een groot deel van hun gebied gewoon omgewoeld, sommige planten hebben ze nog kunnen rede-den door ze in potten te zetten.  De beplanting is volledig van de helling weggehaald, wanneer het regent stroomt de modder  in het deel dat hen nog rest.  Reden: er worden nieuwe hotels en appartementen gebouwd waar vroeger hun tuin was.  Vergoeding: 0 en niets want de grond was van de overheid.  De mensen, hij 69, zij 65, zijn er natuurlijk het hart van in.  Heel at van hun planten stonden onder de bescherming van hoge bomen welke voor schaduw zorgden.  Deze hoge bomen zijn weg, de planten staan nu in potten in de volle zon en verbranden. Toch zien ze nog toekomst om hun tuin opnieuw te organiseren

toch trekt ze dapper haar laarzen aan om ons rond te leiden in wat er nog rest, zoals de Camelia japonica met enkele bloemen

en een orchidee

hier was ooit hun tuin, nu is dit woestijngrond omdat de vruchtbare laag al weggespoeld is

En dan zijn er wandelingen, sommige moeilijk tot zeer moeilijk. De wandelingen zijn genummerd, wandeling 4 zou OK zijn, gemakkelijk wordt dat genoemd.  Omdat het echter regelmatig regent, stortvloeden zijn het, is het pad, gemaakt van keramiek-bakstenen superglad.  Na ongeveer 500m, is er een brug over de rivier en gaan we verder langs de weg, veel zekerder.

hier zijn we nog niet op het gladde bospad

het pad loopt naast een riviertje

Brinchang is groter en ligt op 1580m hoogte. Het is absoluut geen mooi dorp, allerlei soorten woonblokken, lelijk en kriskras door elkaar. Men bouwt hier tientallen nieuwe wolkenkrabbers, hotels en appartementen omdat elk weekend, elke vakantiedag, massa's en massa's Maleisiërs naar de koele bergen komen.

Een zijweg richting oosten voert door een dal naar de boeddhistische tempel Sam Poh, gebouwd in 1972 op een rustige plek.  We wandelen er heen.  Omdat deze week vele Maleisiërs vrijaf nemen, het is immers een week schoolvakantie, is het zo druk hier in het gebied, dat we beter wandelen dan de auto te nemen.

helemaal Chinees

met gouden leeuwen voor de toegang

een dikke, welgevulde boeddha

bewakers links en rechts

een tweede gebouw, de eigenlijke tempel

met een olifant met lange slagtanden (nog niet gestroopt voor het ivoor ....)

We rijden , in een georganiseerde excursie met een 4x4, richting bergen, er is een smalle weg naar de Gunung Brinchang. 

de chauffeur en 8 toeristen.  Ik vraag of ik vooraan kan zitten (de chauffeur zit rechts)

Eerst nemen we de afslag naar Sungai Palas BOH Tea estate, een theeplantage op 1780m hoogte. 

zicht op de theeplantage.  Alle thee, welke in Maleisië geproduceerd wordt staat onder leiding van het BOH-vennootschap.  Dit blijkt eigendom te zijn van de Schotse familie Russell, al 90 jaar lang.  Nu is de derde generatie eigenaar, een vrouw.  Af en toe komt zij op bezoek, ze heeft een eigen villa op het domein.  Dan wandelt ze eens rond, samen met de manager, kijkt alles na en incasseert het geld, waarna ze weer vertrekt, zo wordt ons verteld.  Op een grote affiche zien we dat de dame het WWF sponsort voor het behoud van een gebied op Borneo waar de oerang oetan nog voorkomt

J.A. Russell kwam als 7-jarig kind vanuit Groot-Brittannië aan in Kuala Lumpur.   Hij kwam uit een welgestelde familie.  erst investeerde hij, samen met zijn broers in de tinmijnen, later scheidden de wegen van de broers en investeerde J.A. Russell vooral en o.a. in de rubber.  In 1916 kocht hij een gebied in de jungle, liet al het woud op de steile, zeer steile hellingen rooien en startte een theeplantage, eerst samen met een man die in Sri Lanka al heel wat ervaring had opgedaan.
Nu telt de maatschappij 4 vestingplaatsen in Maleisië, samen 1200 ha.

In tegenstelling tot Sri Lanka, worden hier de blaadjes machinaal geplukt.  In de vlakte met grote machines, op de hellingen met kleinere machines bediend door 2 mannen

de machine om theeblaadjes te plukken

Slechts op de heel steile hellingen worden de theeblaadjes met een grote schaar afgesneden

Onze gids, zelf kind van theeplukkers, vertelt dat er nu geen enkele Maleisiër nog als theeplukker werkt.  De job is gevaarlijk, niet alleen omwille van de steile hellingen , maar vooral omwille van insecten en slangen welke dodelijk zijn.
Theeplukkers komen nu uit arme landen (alles is relatief ..) Bangladesh, Pakistan...

Bij elk gebied is er een fabriek waar de blaadjes verwerkt worden.  Hier wordt enkel zwarte thee geproduceerd.  De blaadjes worden eerst machinaal gedroogd, nadat manueel alle verontreiniging is verwijderd.  Nadien worden de blaadjes met een soort draaiende pletwals zeer sterk gekneusd.  Daarna liggen de sterk gekneusde blaadjes voor 3u waarbij ze reageren met zuurstof.  Dat wordt hier de fermentatie genoemd.  Daarna wordt het geheel gedroogd en gezeefd.  De grootste partikels vormen de beste kwaliteit zwarte thee.  De kleinste partikels vormen klasse 3.  Deze zorgen voor sterke thee, die met melk en suiker wordt gedronken.  Alle afval van de blaadjes, het stof wordt hier in de theebuiltjes gestopt, dagelijks 820.000 theebuiltjes .

niet alles wat hier te zien is is thee.  Op de derde rij vanaf bovenaan, is de koperkleurige materie afval dat gebruikt wordt als compost

Nadien rijden we verder richting berg.  Net voor de top, op 2000m hoogte start een wandeling door het met mos begroeide woud.  We maken de korte wandeling in dit nevelwoud, nadien geeft de gids, een stukje lager, uitleg over de jungle

deze berg is de hoogste van West-Maleisië, 6666,66 voet hoog of beter 2030m.  Oost-Maleisië, het noordelijk deel van het eiland Borneo, heeft op zijn grondgebied de hoogste berg van Maeisië, de Kota Kinabalu.  Deze berg, meer dan 4000m hoog, zagen we meer dan 10 jaar geleden, toen we Oost-Maleisië bezochten, nog de tijd voor we een blog maakten

In dit nevelwoud, of zoals het hier genoemd wordt, het moswoud, zijn de bomen begroeid met mos én met epifyten, planten welke niet op de grond, maar op bomen groeien

alle bomen zijn hier met mos begroeid

door de dichte laag bomen en struiken is hier genoeg schaduw zodat ook varens een optimaal groeiklimaat kennen

in deze jungle leven heel wat dieren, vooral nachtdieren. Om ze (eventueel) te zien moet men uren en uren door de dichte jungle wandelen en dan is het nog helemaal niet zeker dat de dieren kunnen gespot worden

soms zijn er opvallende bladeren

de gids, Satu, kent heel wat van de gebruiken van de junglemensen voorheen, en van de planten en dieren in de Cameron-jungle

er zijn nog enkele Nepentes-planten te vinden waarover hij uitleg geeft.  Het probleem is dat, wanneer lokale mensen (daartoe horen ook Chinezen) mooie planten zie, ze deze planten plukken of uitgraven

deze plant wordt lokaal de Cobralelie genoemd omwille van de vorm.  2 jaar geleden zag Satu deze plant nog in het woud, nu staat ze gewoon langs de weg.  Ze bloeit maximaal 10 dagen (wanneer ze voordien ook niet geplukt wordt)

een niet zo zeldzame plant die, volgens de lokale bewoners een bloem heeft welke lijkt op een dansend meisje.
De bloem en het blad worden gebruikt om als pasta op de huid te leggen na een beet van een insect, een schorpioen, ..., maar niet van een slang

overal in dit gebied worden groenten, planten en bloemen gekweekt.  Om ze te beschermen tegen de felle regen en te fel zonlicht, wordt boven de planten een soort dak gemaakt met geweven plastiek.  
Het grote probleem echter is dat daarvoor ooit jungle gerooid werd en  dat de bodem op deze steile hellingen nu bij sterke regenval gewoon wegschuift.  De ganse groenten-, bloemen- en plantencultuur is in handen van de Chinezen en Indiërs

Na de bergen rijden we richting noordwest, we komen bij het stadje Ipoh.

Ipoh is op de kaart aangeduid

Ipoh is een provinciestadje, nog meer authentiek dan de grote steden. We bezoeken Ipoh, maar nadien rijden we door naar de volgende bestemming.
In de buurt van Ipoh werd al lang tin ontgonnen, maar vanaf 1883 werd het tin in massa's ontgonnen, Maleisië was gedurende 100 jaar de grootste tinproducent ter wereld.  Heel wat Chinezen, lees duizenden en duizenden, kwamen naar hier om tinvoorraden te zoeken en vinden, anderen om in de tinmijnen te werken.  Er woedde gedurende een aantal jaren een oorlog tussen de Chinese tinmaffia, Engelsen, lokale machthebbers, .... .  Daardoor was Ipoh de eerste stad in Maleisië die elektriciteit had, de eerste stad waarlangs een spoorlijn werd gebouwd.  Ook Taiping deelde in die rijkdom.

Eerst bezoeken we Han Chin Pet Soo. 

links en rechts naast de voordeur een pauwenmozaïek.  De pauw bracht voorspoed en geluk

Sinds 1893 kwamen hier Hakka-Chinese ondernemers en mijnwerkers samen om opium te roken en hun geluk te wagen bij kansspelen. In 1927 werd het gebouw door de club gekocht, in 1930 werd het gebouw vervangen door een villa, nu is het museum waar nog een goed beeld van de tijd van toen kan ervaren worden.

eettafel van de clubleden.  Het vaatwerk was geëmalleerd

an beide muren was er een grote spiegel.  Iedereen die aan tafel zat keek in een spiegel en kreeg de indruk dat de zaal veel en veel groter was

geld was hier geen beperkende factor.  De lusters kwamen uit Europa

net zoals de vloertegels

de stichter van de club, Leong Fee,  de man had 3 vrouwen en 2 concubines ....  Hij stichtte de Club van de Chinese mijneigenaars in dit gebouw in 1893.  De club werd volledig door hem gesponsord en was uitsluitend bedoeld voor mannen .... .  Hij stier in 1912 waarna zijn zoon en enkele andere mijneigenaars de club verder sponsorden

In 1929 werd de club verbouwd tot een villa met 3 verdiepingen, het gebouw dat er nu nog steeds staat.  Tussen 1941 en 1945 werd het gebouw bezet door Japanse troepen, waarna het weer in handen kwam van de club.
Na 1985  sloten verschillende mijnen, de een na de ander bij gebrek aan tin.  In 2012 waren er te weinig mijneigenaars over om de club te onderhouden.  Het gebouw raakte in verval tot een groep mensen beslisten om het gebouw in zijn voormalige glorie te herstellen.  Nu worden er dagelijks rondleidingen gegeven en wordt aan de bezoekers een gift gevraagd om het gebouw te onderhouden

de gids, ook een Chinese, net zoals 70% van de bevolking van Ipoh, vertelt ons in 45 minuten de geschiedenis terwijl we door het gebouw wandelen

om te weten of de ondergrond voldoende tin bevatte om daar een mijn te starten, werden bodemanalisten ingeschakeld.  Die mannen verdienen een goed loon, maar kregen soms niets wanneer het resultaat niet positief was.  Zij boorden in de grond en per 30cm vulden zij een bamboebuis

de reeks bamboebuizen werden naar een soort labo gebracht waar de samenstelling van de bodem werd bepaald.  Zat er tin in dan werd de grond en een concessie aangekocht.  

om de bodem te ontginnen werd er via een pijplijn water aangevoerd uit de bergen.  Onder hoge druk werd het water ingespoten om het gesteente te verbrijzelen.  De modder die daardoor ontstond bevatte het tinerts.  Deze techniek was succesvol om het tin te ontginnen maar zorgde voor een milieucatastrofe.  Door het veelvuldig gebruik ontstond er niet alleen aardverschuiving en overstromingen, maar de modder blokkeerde ook de afvoer van  waterlopen en erosie

nadien werden de fijne tinpartikels uit het water en de modder uitgezeefd en door warmte, bekomen door verhitting, werd het erts gedroogd.  Het werd dan verpakt in zakken van 25 kg en verhandeld

de Chinezen kwamen hier niet alleen samen om te eten en te praten, zij kwamen hier ook om opium te roken.  Een opiumroker beschreef zijn trip die gelukzaligheid en erotisch was.  Nadien viel hij in een verdovende slaap.  Wanneer hij weer ontnuchterend wakker werd was het enige dat hij wou opnieuw opium roken .... . 

opiumrokers legden hun hoofd te rusten op een steenhard porseleinen kussen waarin ze hun geld stopten, aan de ene zijde was de spaarpot open, aan de andere zijde (de voorzijde) was de gleuf gesloten

Opium is afkomstig van de opiumpapaver en bevat naast codeïne ook morfine en nog sterkere drugs.  Het waren de Engelsen die de Chinezen in contact brachten met het opium om op die manier te kunnen overwinnen op de Chinezen.  Toen de Chinese regering zag welke verwoestende werking het opium had op zijn onderdanen, probeerden ze opium te verbieden.  Hierdoor ontstonden de Engels-Chinese opiumoorlogen omdat de Engelsen kost wat kost dat verbod wilden teniet doen.  Pas onder het beleid van Mao kwam er een einde aan  het gebruik van opium.

Naast het opium roken kwamen de Chinezen ook gokken met hun goed of zuurverdiende geld.  Zij hoopten om hierdoor zo rijk te worden dat ze een welstellend leven in China konden leiden.  Het gokken echter zorgde ervoor dat vele, vooral de minder rijke Chinezen, alles verloren.  Hun enige uitweg was dan nog zich van het leven te beroven .....

Een derde verslaving was prostitutie.  Japanse mannen welke hier op het einde van de 19de eeuw toekwamen, voerden prostitutie in.  Het waren Japanse vrouwen welke de dienst moesten uitmaken

de meest bekende Japanse prostituee

vier ander Japanse prostituees, doodmoe van hun harde bestaan

Als vierde probleem was er de Chinese maffia (men vermoedt dat deze hier nog steeds actief is). Clubleden waren leidende figuren in de Chinese maffia.  Zij lieten Chinezen overkomen tegen forse betaling en zorgden ervoor dat ze werk hadden, waarbij ze een deel van hun loon moesten afstaan.  Hierdoor hadden de mannen, die al weinig verdienden, nog minder geld over wat resulteerde in een erg troosteloos bestaan.  Velen beroofden zich dan ook van het leven

officieel mochten er geen vrouwen lid zijn van de club en mochten er zelfs geen vrouwen in het gebouw verblijven tenzij de huishoudster van de baas.  Langs een achterdeur echter was de toegang voor de concubine van de baas (rechts) en de prostituee geregeld

de mannen speelden allerlei gezelschapsspelen, achter de baas staat zijn concubine

op elke verdieping waren er meerdere badkamers aanwezig

de meeste Chinezen welk hier kwamen waren Hakka-Chinezen, een minderheid die uit China weg vluchtten

zelfde hoed, maar geen Hakka Chinees

We maken een wandeling door de Concubinestraat

een typisch Chinese straat

In enkele steden van Maleisië is er straatkunst te bewonderen. Zo ook in Ipoh, hier noemt dat Art of Oldtown. Het blijkt niet de stad te zijn waar de straatkunst top is, voor ons is dit de eerste plek, dus we maken geen rondwandeling, we zien enkele muurschilderingen op onze wandeling

titel 'Koffie'

muurschildering die de realiteit van de tinbarons weergeeft.  Het hoofd van de club had naast een aantal vrouwen ook enkele concubines.  De vrouwen kregen een villa, de concubines kregen een straat volgebouwd met handelshuizen

Door de tinmijnen, die gedurende 100 jaar werden uitgebaat, het tin zat heel ondiep en was vrij gemakkelijk te ontginnen, was Ipoh een heel welstellende stad met vele zeer rijke burgers.  Er staan nog een aantal gebouwen uit die tijd, groot en groots.  We zien er enkele op onze wandeling door de stad

het voormalig stadhuis uit 1914

de achterzijde is wat minder onderhouden

het station, het eerste in Maleisië, een voormalig hotel met een gevel van 180m

de zijde gericht naar het spoor

de uurwerktoren

De Kek Lok Tong Cave Temple en Zen tuinen ligt 6 km zuidelijk van Ipoh. 

Deze grottentempel is uit de jaren 1970. Zelfs op hete dagen is het hier goed vertoeven.  Maleisië bestaat grotendeel uit kalksteen, ooit was hier zee. De kalkafzettingen dateren uit de periode van 280 miljoen jaar tot 190 miljoen jaar geleden (Trias en Perm-geologische periodes) Door geologische activiteit werd de zeebodem opgeheven en kwam dit gebied boven water te liggen.  Door regenwaterinsijpeling in de kalk ontstonden grotten, druipsteengrotten met stalactieten (hangen aan het plafond) en stalagmieten (staan op de bodem).  Deze grot is hier een mooi voorbeeld van.

de toegang tot de grot, helemaal voorzien van trappen, binnen van polybetonvloeren en goed begaanbare trappen

bij de toegang tot de grot is er een beeld van Confusius

allerlei vormen van druipsteen

ruime trappen, een altaar, beelden, ... allemaal geïntegreerd in de grot

de gelaagdheid van het gesteente is hier duidelijk te zien

ook de plooiing tijdens het opduwen van het gesteente bij de botsing tussen aardplaten

De grot is open aan beide zijden en volledig ingericht als Chinees-boeddhistische tempel

Wanneer we aan de andere zijde buiten komen , zien we een park met deels veel schaduw en deels veel zon.

op verschillende plaatsen in de schaduw zijn jonge mensen bezig met penseel en verf

de hoge rotsen zorgen voor de schaduw

een rij beelden, op zijn Chinees, staan langs het schaduwpad. 
Happy was een welbekend publiek spreker en debatteerde over de boeddhistische doctrines.  Meestal had hij een glimlach op zijn gezicht wanneer hij preekte over geluk.  Daarom werd hij de Gelukkige Prediker genoemd

Pindola was ooit een invloedrijk man.  Op een dag besliste hij om boeddhistische monnik te worden. Later verscheen hij plots voor het koninklijk paleis zittend op een hert.  Hij kwam de koning overtuigen om ook monnik te worden.  De koning trad af, gaf de macht over aan zijn zoon en werd ook monnik

Ook in China en andere boeddhistische landen zagen wij beelden met uitleg.  Waarschijnlijk dienen ze om bezoekers en gelovigen ideeën bij te brengen

nog meer dergelijke beelden

het pad langs de zonzijde wordt niet bewandeld, het is er vrij warm.  Aan drie zijden is dit gebied omgeven door hoge kalksteenrotsen, de warmte kan er niet weg

er zijn enkele meren vol met vissen

de tweede vijver is helemaal bedekt met lotusplanten

Op het einde van het park zien we hoogspanningspalen en daarachter een cementfabriek.  

Cement wordt gemaakt door kalksteen te verbranden, kalksteen dat hier in grote voorraad aanwezig is.  In de grote omgeving van Ipoh zien we op verschillende plaatsen dat bergen gewoon afgegraven worden.
Nadat de tinontginning in verval geraakte, is het uitgraven van kalksteen een belangrijke industriële activiteit geworden dat voor een grote werkgelegenheid zorgt.  Er zijn nu 64 kalksteengroeven, met gemiddeld 50 werknemers.  Daarbij komt het groot aantal vrachtwagens dat de marmer, de kalksteen of de cement vervoert.  Bedrijven waar marmer (kalksteen dat gevormd is onder heel hoge druk) gesneden en gepolijst wordt, bedrijven waar de kalk verwerkt wordt tot poeder en bedrijven die cement produceren telen ook een groot aantal werknemers.  Dan zijn er de havens waar de kalkproducten verscheept worden.  Dat alles zorgt ervoor dat deze streek welvarend blijft.

een van de vele kalkgroeven

er komt wel protest omwille van de natuur, maar de bedrijven die de groeven uitbaten hebben een 30-jarige concessie

Wanneer we verder noordelijk rijden komen we bij Kuala Kangsar, waar we even halt houden.

Kuala Kangsar op de kaart

Kuala Kangsar is de hoofdstad voor de Sultan van Perak, het is een klein en gezellig stadje. 

Hier bevindt zich de beroemde , een van de mooiste in Maleisië, Ubudiah moskee. De toenmalige sultan beloofde, als hij zou genezen van een ziekte, dat hij een moskee zou bouwen. Hij heeft zijn woord gehouden, maar door de perikelen van de eerste wereldoorlog liep de bouw vertraging op. Pas in 1917, na de dood van de sultan, kon de moskee in gebruik genomen worden.
De stijl is Moors met Mogul-Indische invloeden. De gouden ui-vormige torens zijn verguld, de slanke minaretten zijn uit Carrara-marmer vervaardigd. 

binnen in de moskee

ik krijg een lang kleed aan en gebruik mijn sjaal als hoofddoek.  De man die mij de mantel geeft heeft er zelf plezier in in de gedaanteverandering

Op het domein van de moskee is er een mausoleum waar heel wat oud-sultans en hun familie begraven liggen.  Er zijn ook veel kleine graven.  Een Schotse dame, die het geheel hier goed blijkt te kennen, en ons binnenlaat in het mausoleum, vertelt me 'als elke sultan 10 vrouwen en concubines heeft, met gemiddels elk 10 kinderen, dan is het te begrijpen dat er veel kindersterfte was ...'

alle graven zijn uit marmer, behalve deze ene (zwarte), die is gemaakt uit hout

beeld van de moskee, gezien vanaf de zijde van het mausoleum

Het tweede gebouw is het sultanspaleis, het ligt nog 500m op een heuvel. Het gebouw werd tussen 1930 en 1933 gebouwd en ter gelegenheid van de kroning van een nieuwe sultan in 1984 uitgebreid.
Op hetzelfde domein is nog een bamboepaleis te zien, gebouwd in 1926 zonder ook maar 1 nagel te gebruiken

het gebouw zit wat verstopt achter pijnbomen

We zouden nog een bezoek gebracht hebben aan het Lenggong Archeologisch Museum, waar het skelet van de 11.000 jaar oude Perak-mens wordt bewaard, Unesco werelderfgoed. Het is het enige volledige skelet uit de laat-Paleolitische tijd (laat steentijdperk), een belangrijk stuk dus voor de geschiedenis van de mens in Maleisië.
Hoewel de datering van het skelet tussen 10.000 en 11.000 jaar is, zijn er in de omgeving sporen gevonden van menselijke bewoning die 100.000 oud zijn.

in 2006 werd de Perak mens in Kuala Lumpur tentoongesteld. Dit display toont hoe hij begraven is, in foetushouding, op de rug, met een 12-tal werktuigen rond hem en heel veel schelpen. Men kan afleiden dat de man belangrijk was in zijn stam

stenen werktuig gevonden in de omgeving en in Japan gedateerd 1,83 miljoen jaar (+ of – 0,61 miljoen jaar)

De afstand van hier tot Afrika is 1800km, de afgelegde route van de Homo erectus probeert men in kaart te brengen.

skelet van de Perak man (of vrouw?)

Echter bijna alle recente elektronische bronnen melden dat het museum voor onbepaalde tijd gesloten is.

Uiteindelijk komen we vandaag in Taiping waar we overnachten. De stad telt 220.000 inwoners. Volgens de reisgids zijn de mensen hier vriendelijk en regent het hier rond de 4.000mm (België 780 mm/jaar). Taiping is dan ook de stad met het meeste neerslag.

Dichter bij de zee bevindt een 40.000ha groot mangrovegebied, het grootste in West-Maleisië. Vermits in dit gebied al meer dan 100jaar aan bosontginning wordt gedaan is de variatie aan planten laag, nog slechts 15% van het gebied aan de zee is origineel.
Er is een rondweg op plankenvloeren, om op die manier een wandeling te kunnen maken in het slijkgebied.

Maar helaas, wanneer we er toekomen zien we een groot bord: gesloten vanaf 1/1 tot 31/12 2019

 

Print Friendly and PDF

 

 

 

 

Plaats een Reactie

Cecilevanhonacker@gmail.com Dag alletwee Ja,Maleisië ziet er rijker uit dan Sri Lanka Toch weer prachtig gelegen theeplantages, ook mooi moswouden Kleurrijke vlinders en bloemen, hier ontluikt de natuur nog maar... Inkomen verzekerd met cementfabrieken.... Ook leuk om te lezen over de Hakka Chinezen en de opiumoorlogen nog niet zo lang geleden... Eens opzoeken over de Perak mens Om een of ander mysterieuze reden geen verslag gezien over Singnapore ,maar ik vind het wel Jullie 2 zonen gezien,ze stellen het goed.....hier laatste week vooraleer Paasvakantie Gr Cecile Geplaatst op 01 April 2019
LucFanGaby Dag L&St. Deze keer geen vogels, wel vlinders en bloemen. Ook mooi. Iets deed er mij aan denken: wat eten ze daar? Mytilus edulis met solanum tuberosum gebakken in palmolie (mosselen & frieten)? Leuke verderzetting! Geplaatst op 31 Maart 2019
Katrien Hey globetrotters Ik las wel jullie vorig verslag van Singapore maar kon helaas niet reageren omdat de kleinkinderen hier logeren voor een aantal dagen. We genieten ervan ! Terwijl Wannes zijn weekenddutje doet en Marte aan het kleuren is heb ik jullie reportage kunnen doornemen. Wat een prachtige beelden terug, vooral van de vlinders en de theeplantages heb ik genoten. Jullie blijven ons verrassen! Vanavond hebben we hier terug familiereunie met typische Belgische kost: mosselen met friet. Tot volgende week! Geniet nog verder van jullie trip! Katrien Geplaatst op 31 Maart 2019

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking