Reisverhaal «2. Luangwa vallei»

Zambia en zuidelijk Afrika | Zambia | 11 Reacties 16 September 2012 - Laatste Aanpassing 20 December 2012

1. De Luangwa vallei

De Luangwavallei is een riftvallei die vele miljoenen jaren geleden (men schat tussen de 175 en 300 miljoen jaar)  gevormd is.  Aan de ene zijde is de vallei begrensd door de Luangwarivier, aan de andere zijde door een vrij steile helling van een 600m hoogte.  De Luangwarivier ontspringt in het bergland in het noordoosten van Zambia tegen de grens met Malawi.  Ze geeft haar water af aan de Zabezirivier, meer stroomafwaarts dan de Victoriawatervallen.  Tijdens het regenseizoen vanaf half november valt er zoveel regenwater uit de hemel, dat de hellingen aan beide zijden van de rivier, al hun water laten afvloeien aan de Luangwa. Maar ook de Zambezi geraakt op die manier vol, zodat de Luangwa zeer moeilijk ontwaterd.  Dit zorgt er voor dat een groot gebied maandenlang zich onder water en de modder bevindt en daardoor ontoegankelijk is. 

Het hele gebied is het ganse jaar malariagebied.  Daarnaast zijn de tsétsévliegen nooit ver weg. Tegen malaria nemen we dagelijks Malarone, en alle niet bedekte lichaamsdelen worden met een 25%icaridine-houdende spray behandeld zodat de muggen (die de malariaparasiet) bevatten op een afstand blijven.  Tegen de tsétsévliegen is er minder bescherming mogelijk.  Het voornaamste is geen donkere kledij dragen, in het bijzonder blauw.  Gelukkig bevat slechts een klein deel van de tsétsévliegen de parasiet die de slaapziekte veroorzaakt. In het Luangwagebied zou geen slaapziekte meer voorkomen. Men gaat de tsétsévliegen te lijf door een uitvinding uit Zimbabwe: blauwgekleurde doeken laat men wapperen.  De doeken zijn behandeld met een goedkoop insecticide DDT, een verboden product in België.  Tsétsévliegen worden aangetrokken en gedood.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Blauwe doeken behandeld met DDT tegen tsétsévliegen

 2.  naar de Luangwa Vallei

Op vrijdag 7 september vertrekken we vanuit Lusaka richting oosten op de Great East Road.  Er lopen vanuit de hoofdstad enkele geasfalteerde wegen door het land.  De Great East Road eindigt in Chipata, een stad die tot 1934 enkel bereikbaar was vanuit Malawi.  Toen is er door de Engelsen door de bergen een weg gemaakt, inclusief een brug over de brede Luangwa rivier.

Naarmate we ons verder van de stad verwijderen wordt de bewoning eenvoudiger.  Eerst hebben de huizen een pannendak, meestal één van golfplaten.  Verderop komt er ook meer een strodak voor.  Eerst zijn de huizen in steen, later ook in andere materialen.

 

De meeste mensen doen aan landbouw, meestal voor eigen gebruik.  Soms zijn er grotere bedrijven zoals bvb. Een kippenkwekerij.  Mensen maken soms houtskool (waardoor de bossen verdwijnen) en verkopen die langs de weg.  Hier en daar wordt er ook suikerriet per stengel verkocht.

Er zijn ook veel lagere scholen en nog veel meer kerken van allerlei soort.  Middelbare scholen komen veel minder voor.  Later horen we dat de lagere school gratis is, maar middelbaar onderwijs niet.  Enkel de begoeden kunnen hun kind(eren) naar school sturen, de anderen niet. Engels is de voertaal in het onderwijs, maar aan de beperkte kennis van deze taal, merken we dat ook de lagere school niet door iedereen gevolgd wordt.

We zien langs de baan ook enkele, zeer typische, baobab bomen. Nu, net na de winter zijn deze bomen bladloos waardoor hun speciaal gevormde stam en takken zeer goed te zien zijn.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Baobab

De weg naar Chipata bestaat uit 2 delen.  Het eerste deel, een goede 200 km tot aan de brug over de Luangwa, ligt er vrij goed bij.  In elke rijrichting is er een volledig baanvak.  Eens voorbij de brug is de weg smaller en komen er hier en daar putten voor (kennen we in België ook, na enkele strenge vriesdagen).  Het tweede deel tot Chipata is nog meer dan 300km.  Omdat er uiteindelijk niet zo rap kan gereden worden overnachten we tussenin op een camping in Petauke. De dag nadien rijden we tot Chipata.  Dit is de laatste zekere mogelijkheid om diesel te tanken, voedsel in te slaan en geld uit de muur te halen. Het betalen met een kredietkaart is erg beperkt, maar meestal lukt het wel in supermarkten

3. South Luangwa National Park

 

Daarna slaan we de weg in naar het South Luangwa Nationaal Park.

 

 

 

 

 

 

 

 

South Luangwa NP

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deze weg is slechts hier en daar geasfalteerd, de andere delen is men aan het maken.  Dit zorgt ervoor dat een groot deel van de weg er in een erbarmelijke toestand bijligt.  Gelukkig is er niet veel verkeer.  Over deze 120 km doen we meerdere uren.  Uiteindelijk is het al vrij laat (Zambiaanse norm, 16u) voor we in Mfuwe toekomen. Mfuwe is de toegang tot het South Luangwa Nationaal Park.  Er zijn 3 campings, wij gaan op Croc Valley. De camping ligt aan de Luangwarivier.  En dat horen we: overal in het water liggen er nijlpaarden te brullen. 

 

 In de reisgidsen is er ook te lezen dat de olifanten de camping vrij frequent bezoeken.  Het is in Zambia immers zo dat de campings geen omheining hebben, evenmin als de parken.  De dieren kunnen dus overal vrij in en uit.   Op de camping zien we ook de blouaap, of vervet monkey.  Ze spelen en lopen rond en vormen op geen enkel vlak een bedreiging voor de mens.

 

  ’s Nachts horen we rond de tent een olifant bladeren van de bomen eten.  Gelukkig voor de bezoeker raken de dieren niet aan de tent, zelfs de leeuwen niet.  Dus we kunnen rustig slapen.

In het South Luangwa Nationaal Park, kunnen bezoekers, die niet in één van de dure lodges in het park overnachten, enkel in het park tussen 6u ’s morgens en 6u ’s avonds.  Daar maken we goed gebruik van, iets na 6u zijn we aan de gate.  Vermits (overal in Zambia) alle papieren manueel moeten ingevuld worden met carbonpapier tussen de verschillende bladen, en er meerdere formulieren per binnenkomende auto moeten ingevuld worden (en telkens het bedrag van de inkom opnieuw met een rekentoestel moet vermenigvuldigd worden), duurt het even voor we binnen zijn. 

Tijdens de tweede dag zien we ook enkele bavianen, baboons (Engels), Bobbejane (Afrikaans) op de camping.  Ze zijn flink wat groter dan de blouaap.  ’s Avonds legt Stephan alles klaar op tafel om het eten klaar te maken.  Plots duikt er een baviaan op en in een mum van tijd is hij weg met het zakje paprika’s.  Stephan erachter met een stok, de baviaan lopen en ondertussen het zakje open prutsen.  Hij steekt heel demonstratief de gele en rode paprika achter zijn kiezen en laat het zakje met de groene achter.  Gelukkig hebben we voedsel genoeg.  Als het net donker is komt er plots een grote olifant over de camping gewandeld langs de waterkant.

 

 Een goed uurtje later wandelt een moeder olifant met haar jong overal rond en slaat haar slurf rond al wat ze vindt.  Ook een derde olifant doet zijn toer.  Wat later zijn er nog twee.  Gelukkig staan er op de camping open hutten (een rieten dak op palen, waar men veilig alles onder kan zetten, in het midden van de hut.  De slurf reikt zo ver niet. De olifanten lopen heel voorzichtig tussen de tenten en de auto’s door. Ook de derde nacht is er nog olifantenbezoek. 

 

Na drie nachten verhuizen we naar Wildlife Camp, in hetzelfde dorp.  De omgeving en ook de dieren zijn hier verschillend omdat het op een 10-tal km buiten de bewoonde wereld ligt, ook aan de Luangwa rivier.  We spreken er met Spanjaarden die de route van het North Luangwa National Park naar het South Luangwa National Park gemaakt hebben via een weg die min of meer de Luangwa rivier volgt.  Die route wordt in de reisgidsen als zeer moeilijk beschreven, de chauffeur moet zeer goed met een 4x4 kunnen rijden en men maakt best de tocht met 2 jeeps (als de ene in panne zou vallen is er direct hulp).  Maar het droogseizoen is al een eind gevorderd en de Spanjaarden hebben de ervaring dat de route niet zo moeilijk is.  Alle rivieren staan droog, enkel de Luangwa rivier draagt nog tot 60 cm water, daar waar er moet over gestoken worden.  We hebben wat heen en weer gepraat en Stephan (de chauffeur terwijl ik kaart lees) overwint zijn vooroordelen en besluit om het er op te wagen.  Op woensdag bellen we naar Buffalo lodge in North Luangwa National Park om een self cateringkamer te reserveren.  In North Luangwa is er immers geen kampeermogelijkheid, enkel lodges.  Buffalo voorziet ook de mogelijkheid om enkel een kamer te huren.  Dat is OK.  Nu nog diesel en geld inslaan.  De vorige dagen stond de dieselpomp in Mfuwe droog, enkel op de zwarte markt is er brandstof verkrijgbaar.  Maar nu staat de tankwagen er en kunnen we tanken.  Ook onze 2 jerrycans worden gevuld.  Ondertussen zien we hoe de handel hier werkt: de mannen van de zwarte markt staan continu brandstof te tanken in massa’s plastic bidons.  Elke keer als er een auto komt tanken verlaten zij het tankstation en gaan weer achteraan in de rij aanschuiven.  Hun bidons stapelen zij op naast het tankstation.  Na 1 dag is er uiteraard geen officiële brandstof meer en floreert de zwarte markt.  Of hoe men gemakkelijk geld kan verdienen…. . Bij het benzinestation is er nog een ATM machine zodat we ook voldoende geld kunnen tanken om allerlei, inclusief de lodge te betalen.  We moeten ook nog wat (blikken) vlees inslaan, groenten en fruit is er voldoende te vinden.  Ook extra water moet nog ingeslagen worden.  Immers is er geen enkele mogelijkheid tot bevoorrading van wat dan ook voordat we na  het beoek aan North Luangwa weer in de bewoonde wereld komen.

In het South Luangwa National Park is één hoofdweg belegd met kiezel.  De andere wegen, loops of drives, zijn enkel tijdens het droge seizoen berijdbaar, maar geven een veel beter beeld van de savanne en de vochtige gebieden en de meren die overblijven na de overstromingen.  Vele van die meren staan in september ook al droog.  Het is er langzaam rijden om zoveel mogelijk dieren en vogels te kunnen bekijken.  We rijden ’s morgens voor 6u30 binnen en blijven er meer dan 10u.  Het is mooi en interessant om al de dieren en vogels die we zien te observeren.  Ik ga jullie de lijst besparen! Toch een paar foto’s met bijzondere diersoorten welke hier voorkomen.

 

In South Luangwa is men vele jaren geleden met een apart soort bezoeken gestart, nl. walking safari of ook wel bushwalk genoemd.  In de meeste natuurgebieden van Zambia, maar ook in Zimbabwe en Botswana biedt men nu walking safaris aan.  Hierbij wordt een kleine groep van maximaal 7 mensen begeleid door enerzijds een goed opgeleide natuurgids en anderzijds een gewapende scout.  De scout heeft een zeer degelijke opleiding gekregen zodat hij de wandelaars veilig kan begeleiden in een gebied waar wilde dieren voorkomen.  Hij houdt zich met de veiligheid en de dieren in de omgeving bezig terwijl de gids instaat voor de uitleg en het geven van veiligheidsinstructies indien nodig.  Gelukkig heeft Hans, voor we vertrokken, mijn knieën met gel ingespoten zodat ik zonder problemen aan dit soort activiteiten kan deelnemen. We krijgen heel wat wetenswaardigheden mee over de flora en de fauna in dit gebied.

 

 Op een 30-tal km buiten Mfuwe is er een bedrijf Tribal Textiles, gesticht door een Engelse.  De meeste mensen die er werken zijn lokale mensen.  Men koopt reuzenrollen witte katoen aan in Zimbabwe en .gele, rode en blauwe natuurlijke (?) textielverf in Zuid-Afrika.  Men gebruikt ook vloeibaar opgelost zetmeel waarmee men tekeningen maakt op het katoen.  Dit gebeurt door een aantal werknemers.  Daarna wordt het hele doek geverfd en in een oven gestoken voor 5 minuten waarna de witte zetmeellijnen weggeschraapt worden.  Daarna wordt en nog gestikt (soms ook reeds voordien) , gestreken en is het product klaar voor verkoop.  Hier komen ongeveer alle toeristengroepen langs, dus het inkomen is goed. Elk stuk is uniek, het is volledig handenarbeid.

4.   Door het Luangwa dal van South naar North Luangwa National Park

We vertrekken op woensdag 12 september pas om 10u vanuit Mfuwe.  De route naar het North Luanwa National Park staat op een goede kaart van Ilona Hupe aangeduid, maar men moet met kompas en GPS waypoints werken.  Na een korte tijd moet een eerste erg zanderige rivierbedding overgestoken worden, daarvoor is 4x4 nodig.  Na een tijdje een tweede rivierbedding en hetzelfde scenario.  De weg tussen de rivierbeddingen ligt er vrij goed bij, dus kan er gewoon gereden worden.  Tijdens de loop van de dag kruist de weg meerdere rivierbeddingen waarbij men op de bodem van de meest zanderige boomstammen heeft gelegd.  De Spanjaarden hadden hierop een band volledig kapot gereden, bij ons is het gelukkig niet zover.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Door

een droge zijrivier van de Luangwa

 We rijden door een zijstuk van het South Luangwa N.P. en daar is de bewegwijzering niet zo bijster goed.  Het kompas en vooral de coördinaten die op de kaart vermeld zijn en met onze (simpele kaartloze wandel)GPS kunnen bepaald worden, en goed detailkaartlezen, helpen ons om zonder  problemen de weg te vinden.  Verder is het soms wat zoeken waar de weg loopt, want deze wordt dagelijks (vanaf mei tot half november) sporadich gereden.  We passeren ook enkel dorpen waar de kinderen door de auto aangetrokken worden en “sweetees, sweeties” roepen.  Waar we erg traag moeten rijden vraag er één een T-shirt.

 

 Omdat we willen overnachten in het Luambwe national park, een park tussen South en North Luangwa N.P., betalen we voor 2 dagen parkbezoek.  De toegangen tot de parken liggen bij kleine nederzettingen, de mensen zijn er immens arm.  Er kan absoluut niet aan landbouw of tuinbouw gedaan worden, de olifanten eten elk eetbaar stuk plant op, en vele nederzettingen zijn tijdens het regenseizoen voor maanden onbereikbaar.  Er is hier geen moderne wereld onder de vorm van elektriciteit of communicatie aanwezig.  Het is hier overleven i.p.v. leven.  Een deel van de weg gaat door savanne, veel gras (dat in september eerder hooi is, en weinig bomen.  Een deel loopt door mopanewoud, hier zijn veel meer bomen te zien, alhoewel het geheel absoluut geen bosallure heeft.  Het woud is eerder houtopslag dan dat er grote, oudere bomen te vinden zijn.  In Luambe N.P. is er bij Luangwa Wilderness lodge de enige overnachtingsplaats waar er ook kan gekampeerd worden.  We staan aan de Luangwarivier met enkele honderdtallen nijlpaarden voor ons. 

 

 Onderweg hier naartoe zien we ook olifanten (ze zijn erg schuw en zelfs vijandig t.o.v. een auto) en puku’s, een antilopensoort.  Op een bepaalde plaats zitten ook een aantal maribu’s, ze leven van dood dierenvlees.

 Wanneer we aankomen op de camping en haalt men direct een grote bidon gefilterd water voor ons en er wordt water in  een soort stenen boiler met onderaan een holte voor een houtvuur, warm gemaakt.  Hiermee kunnen we de bushdouche gebruiken.  Gelukkig gebruiken we steeds biologisch afbreekbare zeep zodat de milieubelasting voor het water zo minimaal mogelijk is. 

 

 ’s Nachts horen we regelmatig het brullen van de nijlpaarden in de Luangwarivier, net onder ons.  Als we ’s morgens buiten de tent komen lopen hier rustig enkele  rooibokken te grazen, maar ze zetten het op een lopen zodra ze ons zien verschijnen.  De bavianen blijven ook op een zekere afstand, ze zijn hier niet gewoon  dat ze voedsel van mensen kunnen stelen.  We horen ook een specht tokken tegen een boom, de kleuren van deze vogel zijn zeer onopvallend. De tweede dag richting noorden door hetLuangwatal is moeilijker omdat de weg er veel slechter bijligt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                      

 

Het landschap bestaat grotendeels uit mopanewoud

 We rijden door verschillende dorpen en de kinderen zijn agressiever in hun vraag naar sweetees en naar andere zaken.  Er wordt heel dikwijls een bedelende hand opgestoken.

 

 Hier komt weinig volk langs, gooien dan zo vele toeristen snoepgoed (zoals zwarte piet en sinterklaas dat zouden doen)?  Het is wel zo dat er hier niets is om van te leven, niemand trekt het zich aan.  Het is hier blijkbaar een viscieuze cirkel: geboren worden, al dan niet met aids, geen scholing, pap eten het ganse jaar door, groter worden, al dan niet zijn ouders aan aids zien sterven, zelf alsmaar kinderen op de wereld zetten en zelf dan uiteindelijk ook aan aids sterven.  Hier en daar is er een kip te zien naast de mensen, in sommige dorpen verbouwt men katoen.  Vandaag is het de dag dat de katoenzakken worden opgehaald.  Krijgen de mensen hiervoor geld of is het ruilhandel?  We komen de vrachtwagen tegen met aan het stuur een deftig geklede heer en verder de werkers.  Op de vrachtwagen wordt er ook nog timmerhout vervoerd en het zit er vol mensen. 

 

 Op het moment dat wij de vrachtwagen tegen komen is er maar beperkte uitwijkmogelijkheid, de deftig geklede heer vertelt ons waar wij naartoe moeten zodat hij kan passeren.  Zij kennen waarschijnlijk de omgeving (misschien) iets beter, dus wij het veld in.  We geraken er nog goed uit. Een eind verder komen we nog een jeep tegen met toeristen, en zoals bij de meesten: ramen gesloten en airco aan.  Dus geen contact met de natuur en de voorbijganger.  Het is trouwen zo dat wanneer we fietsers passeren (meestal met een bredere vracht achteraan, ofwel met vrouw en baby op de bagagedrager, de fietser steevast het veld inrijdt, de achterop zittende er af springt, en dan maar hopen dat ze niet omver vallen.  Hier heerst het recht van de sterkste… . Op sommige plaatsen is het wat moeilijker om de weg te vinden, maar meestal komen we dan wel iemand tegen.  De mensen spreken geen Engels Engels is de officiële taal in Zambia), maar met alleen de naam van een dorp waar we naartoe rijden te benoemen, begint men te spreken en gelukkig ook met de armen te zwaaien.  Zo komen we terecht.  Behalve bavianen, wat vogels en enkele rooibokken zien we geen dieren.  We stoppen net voor de oversteek van de Luangwa en net buiten het North Luangwa National Park.   Er is daar een community campsite, gerund door de lokale bevolking, en heel primitief.  Hier is er geen grondwater, het is rivierwater dat opgepomt wordt.  We hebben er ons op voorzien en naast drinkwater, hebben we ook water mee om te koken en af te wassen.  De kledij zullen we wassen als we in de lodge in North Luangwa zijn.  ’s Avonds spreken we nog met de scout van de inkom tot het North Luangwa Park.  Het gaat eerst over auto’s.  Zo een jeep waarmee wij rijden (Toyota), kan men in dit land op 2 manieren aankopen.  Enerzijds bij de invoerder en dan kost het 700 miljoen kwacha (meer dan 100.000€), of men bestelt hem via internet rechtsreeks in Japan, dan komt de auto toe in Dar-es-Salaam, de hoofdstad van Tanzania, waar hij moet opgehaald worden.  En dan is de kostprijs 450 miljoen kwacha.  Daarna gaat het over onze job (uit het verleden) en het onderwijs in Zambia.  De lagere school is voor ieder toegankelijk en gratis en verplicht (Engelstalig onderwijs), maar aan de kennis van de Engelse taal kan men zien dat heel wat kinderen verstoken blijven van lager onderwijs.  Middelbaar is betalend en als één van de ouders een full-time job heeft, dan kan hij voor 1 kind middelbaar onderwijs betalen.  Maar velen hebben geen full-time job, of zijn al gestorven voor hun kind 12 jaar is, of hebben 6 of veel meer kinderen.  Dus voor deze kinderen, geen middelbare school.  En om een goede job te hebben, heeft men een diploma middelbaar nodig.  De viscieuze cirkel…..

Op vrijdag 14 september betalen we hier voor de toegang tot het North Luangwa N.P en steken we de Luangwarivier over.  Het ponton dat er ligt werkt niet meer omdat het waterniveau vrij ondiep is, maximaal een halve meter.  Onze auto gaat er probleemloos door.

 5. North Luangwa National Park

 

 

 

 

 

North Luangwa N.P.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eens de Luangwarivier over, komen we in het North Luangwa N.P. In dit park mag niet gekampeerd worden.  De enige manier om er te overnachten is in een lodge.  Ik heb woensdag naar Buffalo Camp gebeld zodat men weet dat we aankomen.  We blijken de enigen te zijn.  Het voordeel van Buffalo is dat je er op basis van self-catering kan verblijven, een heel wat goedkopere oplossing dan in volpension. De verblijfhutten moeten jaarlijks afgebroken worden tijdens de maand oktober, ze worden weer opgebouwd begin juni.  Buiten deze tijd is er geen toegang tot het Noord-Park. 

 

 Alhoewel onlangs een nieuwe verordening is uitgevaardigd dat alle toeristen op elke weg in het Noord-Park mogen rijden, krijgen we van Sergio, de uitbater van een ander kamp (North Camp) op onze donder dat we op zijn privéweg niet zomaar mogen rijden.  We zeggen van niets te weten en dat deze weg in onze reisgidsen staat (en we spreken Spaans, zijn taal) en dan mogen we “voor één keer” toch zijn weg gebruiken.  Blijkbaar heeft de man heel weinig gasten en ziet hij zijn mooie geld in het niets verdwijnen.  Slechts enkele handvolle toeristen bezoeken elk jaar het North Luangwa N.P., en dit moet dan nog onder 3 camps verdeeld worden, de opbrengst zal dus niet erg hoog zijn…

In Buffalo is voor ons alles in gereedheid gebracht.  Self catering betekent hier dat er voor ons een houtvuur gemaakt wordt om te koken, dat we alle materiaal uit de keuken en alle eetgerei kunnen gebruiken en dat men voor ons afwast. Enkel voedsel en drank moeten we zelf meehebben, en we moeten zelf achter de kookpot staan.  Ook hier stookt men warm water in een metalen vat zodat we een warme douche kunnen nemen. 

De gids waarmee we walking safari’s zullen maken en de scout komen tijdens de namiddag toe.  Naast deze beide mensen komen er nog 2 andere mee.  We maken 4 walking safari’s, telkens met op kop een gewapende scout, daarna de gids, dan wij 2 en uiteindelijk nog iemand die wat hulpmiddelen meeheeft.  We wandelen ’s avonds, startend om 16u (om 17u30 is het al donker), waarbij we om 17u opgepikt worden door een safari-auto en de weg op die manier vervolgen.  Omwille van de veiligheid mag er noch in het donker, noch in hoog gras gestapt worden. Tegen 19u30 keren we terug.  De ochtendwandeling vertrekt voor 6u, het is immers al licht vanaf 5u30.  Dan wordt er de ganse tijd gewandeld, maar op het eindpunt staat weer de auto klaar. 

Omdat het brood hier niet lang kan bewaard worden, hebben we een zak bloem gekocht (minimum is hier 2,5 kg) en we vragen de kok om er broden mee te bakken.  Wij zelf hebben er maar voor 2 dagen nodig, de rest is voor al de mensen die in het kamp werken.  Ze lusten het bruine brood, meestal eten zij wit brood.

 

 Enkele van de merkwaardige dingen die we zien:  in een waterhoudende poel zitten er heel wat krokodillen.  Dit betekent voor de gids dat er voedsel in de buurt is, dus zoekt hij rond waar de prooi te vinden is.  En dat blijkt zich op 10m hoogte in een boom te bevinden.  Daar zit een impala tussen de takken.  Hoe komt die daar?  Wel, gejaagd en gedood dooreen luipaard.  En om zijn prooi te beveiligen van de krokodillen, de hyena’s en de jakhalsen, klimt hij met de meer dan 40 kg wegende impala in zijn bek, in de boom en deponeert ze daar tot hij terug komt om er iets mee te doen.  De volgende morgen is de impala weg. 

 

 Tijdens een ochtendwandeling stopt de scout plots, hij heeft leeuwen gezien.  De gids geeft het sein om ons terug te trekken en iets verder wachten we af of de leeuwen naar de rivier zullen gaan drinken.  Dit gebeurt niet, dus we stappen opnieuw verder en we zien 2 leeuwen op een 50m afstand rustig in het gras liggen.  Zolang we op afstand blijven, blijven ze gewoon liggen. Ze eten het liefst van al buffels, maar die zijn niet in de buurt.  Het zijn de leeuwinnen die op een prooi jagen, de leeuwen zelf eten er alleen maar van.  Op onze vraag of er soms gevaar dreigt voor de mensen die walking safari maken, krijgen we het antwoord (dat we ook in reisgidsen gelezen hebben) dat er nog nooit een mens in gevaar geweest is, en er nog nooit een dier gedood is in deze omstandigheden. Of dit de waarheid is, of een leugentje om bestwil weten we natuurlijk niet.

Verder zien we nog enkele nieuwe soorten dieren en ook hier komt ’s nachts één of meer olifanten eten op slechts enkele meter van ons verwijderd.  Een eigenaardig gevoel.  Op zondag na de ochtendwandeling vertrekken we richting Mpika.  Nu moet de rifthoogte overwonnen worden, het is ongeveer een 850 hoogtemeter.  Ook dit valt vrij goed mee, het allergrootste deel van de weg moet geen 4x4 gebruikt worden.  In Mpika zijn we terug in de bewoonde wereld en zullen we op maandag weer wat voedsel en geld inslaan voor de volgende dagen.  Daarna trekken we naar het noorden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Print Friendly and PDF

 

 

 

 

Plaats een Reactie

greta van vaerenbergh dag best"over"- of moet ik nu "onder"buren zeggen, zo te lezen beleven jullie een gevarieerde, avontuurlijke trip, de big five hebben jullie reeds gehad , niet? Hier alles rustig, geen avontuur :-), benieuwd naar verder commentaar en vooral foto's. Geplaatst op 24 September 2012
Gaby Hallo Lou & Stephan, Amaai spannende verhalen met al dat bezoek rond jullie tentje! En toch nog rustig slapen? We genieten van jullie fantastisch schrijftalent en wondere verhalen met prachtige foto's! Nog op de valreep aan Stephan 'van ganser harte gelukkige 60ste verjaardag'. Zo te zien op de foto wordt de verrekijker goed gebruikt. Groetjes Geplaatst op 19 September 2012
Bernadette Mooi en spannend verhaal, zoiets lees je in één keer door, met ingehouden adem. Bedankt ook voor de kaartjes, zo kunnen we jullie traject nog beter volgen! Fantastische foto's. Veilige tocht, Bernadette Geplaatst op 19 September 2012
Mieke dag Lou en Stephan, Leuk om zo je reis mee te volgen. zeer aangenaam om te lezen en prachtige foto's. ik laat mama, tante Miet, meelezen. vele groetjes en geniet ervan. Mieke Geplaatst op 18 September 2012
Jozef en Marie-Claire Voelen ons terug een beetje in Afrika bij het lezen van jullie verhalen. Wensen jullie nog een prachtige reis toe doorheen Zambia. Wij hebben momenteel andere katjes te geselen, zijn bezig met onze bouwplannen in Ronse en hopen toch ook nog een reisje mee te kunnen pikken in de loop van volgend jaar. Geplaatst op 18 September 2012
claudine Het zijn bloedstollende verhalen en niet volledig zonder risico s zo dicht bij leeuwen,nijlpaarden en olifanten.Lou ,je hebt er een fantastisch uitleg bij gegeven wat het natuurlijk nog veel interessanter maakt alsook sprekende foto's waardoor we in de juiste sfeer geraken. Nog veel mooie ervaringen gewenst en doe zo voort. Geplaatst op 17 September 2012
dirk en marleen Hay Lou en Hoy Stefaan, ronduit spannend!!!! Een leeuw op 50 m...: is in 4 seconden bij jullie; watch out: rechts ervan ééntje die vertrekt om jullie langs een omweggetje te besluipen; een kroko op 10m: minder dan 4 seconden. Steeds anders, dat maakt het spannend... Nog een goede tijd gewenst! Geplaatst op 17 September 2012
Martine Een boeiend verhaal, de bijhorende foto's komen bijna tot leven. Wees toch maar voorzichtig. Wacht vol spanning op het volgende verhaal. Geplaatst op 17 September 2012
Cécile Hi alletwee ginderonder Geweldig verhaal,van een wildsafarie gesproken!!! Voor gelezen aan Dolf,rust dag hier in Utah na paar dagen bij de navajoindianen Dolf beweert ook meer gestoken te worden door insekten in flayosc als hij zwarte tshirt draagt! De leeuw is goed te zien,na vergroting beeld Onrechtvaardige wereld als je de in de kinderogen kijkt! Tôt volgende keer Cécile Geplaatst op 16 September 2012
Wivine Dag Lou en Stephan, Jullie reisverslag leest als een documentaire die we anders enkel op TV zien! Momenteel zijn wij op reis in Corsica, dit is helemaal geen avontuur maar de natuur is hier wel wondermooi. We kijken al uit naar het volgende reisverhaal. Mvg, Wivine Geplaatst op 16 September 2012
koen Dag Stephan en Lou, Bedankt voor de mooie reisverhalen. Geniet ervan maar wees voorzichtig. Stephan, ook gefeliciteerd met de nieuwe mijpaal (tram 6) in jouw leven. groetjes, Koen. Geplaatst op 16 September 2012

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking