Reisverhaal «4. Pretoria en de noordelijke provincies»
Zambia en zuidelijk Afrika
|
Zuid-Afrika
|
8 Reacties
01 November 2012
-
Laatste Aanpassing 05 November 2013
Nadat we beslissen niet in Bela-Bela te blijven, rijden we via de N1 door naar Pretoria. We zouden de stad pas op het einde bezoeken, maar omdat we nu toch richting zuiden rijden, en reeds vele km er op zitten hebben, zullen we toch nu Pretoria te bezoeken. Pretoria is de hoofdstad van de uitvoerende macht in Zuid-Afrika. De wetgevende macht zetelt in Kaapstad, de rechterlijke in Bloemfontein. De ambassades zijn in Pretoria te vinden.
Pretoria is een erg moeilijke stad om er binnen te geraken. Er zijn allerlei wegen rond de stad, maar een weg loodrecht hierop, dat is een hele klus om daar op te geraken. Bovendien staan er wegwijzers, soms wel, soms niet. Dan denken we dat de richting OK is, en dan plots zien we dat hetzelfde in tegengestelde richting wordt aangeduid. We vragen het dan maar aan een politieman in een auto, en die rijdt ons een eind voor.
Omdat het onweer met ons mee gaat, zoeken we een guesthouse, maar uiteindelijk wijken we uit naar Brits, een stadje op een 40 minuten (zegt men ons) rijden van het centrum. Vanuit Brits, dat al een stuk westelijk ligt, bezoeken we dan Pretoria.
Op zondag is Pretoria een rustige stad. We houden rekening met de aanbevelingen van de Rough guide wat betreft de plaatsen waar men beter niet komt. Het is trouwens zo dat ook langs de weg naar Pretoria, evenals op andere plaatsen in Zuid-Afrika waar we al kwamen, er op gevaarlijk plaatsen aangeduid staat dat men er niet moet stoppen. Hoog risico misdaadgebieden heet dat.
Zolang men niet af te rekenen heeft met een panne of een platte band is dat OK.
Van Brits is het een klein uurtje rijden, we kennen nu de weg, om in het centrum van de stad te komen.
Pretoria is de stad van de jacaranda. En die bomen staan momenteel in bloei.
Eerst stappen we af op het centrale “kerkplein” of “church square”. Hier staan enkele belangrijke gebouwen en centraal een standbeeld van Paul Kruger. Paul Kruger was een bescheiden en streng calvinistische Boerenpresident.
De “Ou Raadsaal” in vroege Italiaanse Renaissancestijl was tijdens de Zuid-Afrikaanse Republiek het parlement.
Het gerechtsgebouw was tijdens de Boerenkrijg een militair ziekenhuis.
We rijden enkele straten verder naar een volgend plein waar zich het stadhuis bevindt. Het is erg door de politie bewaakt omdat er een internationaal Congres over Solidariteit plaats vindt. Er zou ook een Belgische delegatie zijn. Het stadhuis heeft een grote klokkentoren dat een klokkenspel met 32 klokken bevat.
Tegenover het stadhuis bezoeken we het Transvaal Museum van de Natuurlijke Historie. Dit museum is bekend omdat zich hier het stuk schedel bevindt van “Mrs Ples”. De ouderdom van de schedel wordt tussen 2,7 en 3 miljoen jaar oud geschat en is gevonden in de Sterkfontein grotten, niet zo ver van Pretoria. 7 jaar geleden bezochten we die grotten. De gids had toen een replica mee. Men kan echter de originele schedel maar zien na een voorafgaande afspraak, en dat vooral door archeologen en soortgelijke wetenschappers. Mrs Ples is een Australopitecus africanus, dus nog geen moderne mens.
In het museum heeft men een mooi overzicht van mineralen waarbij niet de grootte van de collectie telt, maar wel de manier van voorstellen. Men komt duidelijk te weten waarvoor het metaal, dat zich in het gesteente bevindt, gebruikt wordt.
Zuid-Afrika is een land dat, net zoals Namibië, Zimbabwe en Zambia (en deels ook Kongo) rijk is aan mineralen en dus ook ertsen.
Ook in Brits, waar we overnachten, bevindt er zich een mijn waar uit het erts chroom gezuiverd wordt. De grootste chroomoven ter wereld staat hier.
In het Transvaal museum is er ook een goede didactische voorstelling van de evolutie van het leven. Het moet leuk zijn om dit te gebruiken voor de lessen biologie.
We hebben al veel dergelijke musea ter wereld bezocht. Ondanks het feit dat dit museum niet het meest moderne is, is de voorstelling duidelijk beter dan in andere soortgelijke musea
Net achter het stadhuis van Pretoria is er het cultuurmuseum dat we ook bezoeken. Het gebouw is moderner dan dat van het Transvaal Museum. Een eerste zaal stelt kleifiguren voor die men voor een groot deel gevonden heeft in het gebied bij de Limpopo rivier, maar niet in Mapungubwe.
In Zuid-Afrika heeft men enkel in het noorden wat overblijfselen uit vroegere tijden (ongeveer 1000 jaar geleden). Verder is er een zaal met voorstellingen van voornamelijk dieren die de San of Bushman (Bosjesmannen) in rotswanden maakten. Ook dit werd enkel in het noorden van Zuid-Afrika gevonden.
Ondertussen horen we mensen zingen in een ander zaaltje van het museum. We gaan kijken en zien een man, die muziek maakt, omgeven door een groepje jonge vrouwen die zingen, dansen en lachen. Het is een erg leuke bedoening.
Verder zijn er nog verschillende andere zalen waarvan we de ene, waar heel wat voorwerpen volgens verschillende thema’s tentoongesteld zijn.
Verder heeft Pretoria een mooie botanische tuin, 10 km buiten het centrum. Er staan heel wat auto’s, dus veel bezoek. Eenmaal binnen zien we dat deze tuin op zondag gebruikt wordt als picknickplaats voor groepen en families blanken. Ze zitten of liggen op het gras. Wat vooral leuk is zijn de vele vogels die in de botanische tuin rondvliegen. Het is mooi weer, 25°, dus een aangename plaats om rond te wandelen, te kijken en foto’s te maken
Brits, het stadje waar we overnachten, ligt buiten de provincie Gauteng, de provincie waar Johannesburg en Pretoria in gelegen zijn. Brits ligt al in de North-Westprovincie.
Naast de chroommijn is er ook minstens 1 granietsteengroeve en een zeer grote fabriek van Bridgestone. Dus werk genoeg voor vele mensen.
Op maandag rijden we verder richting westen en komen eerst op het grondgebied van Rustenburg, een stad met vele mijnen waaronder de 2 grootste platinamijnen ter wereld. Dat zorgt enerzijds voor welvaart, maar anderzijds ook voor misdaad.
We hoeven niet door het centrum omdat we langs een verkorte weg naar Pilanesberg National Park kunnen. Dit nationaal park is een groot natuurgebied waar vroeger boerderijen van blanken waren. Toen men besliste om hier een thuisland te maken ten tijde van de apartheid, werden de boeren onteigend en woonden hier enkel zwarte mensen. De leiders van de zwarte bevolking wilden hier een natuurgebied maken. Nadien heeft men de operatie Noah uitgevoerd. In diverse parken in en buiten Zuid-Afrika werden in totaal 6000 wilde dieren, waaronder de big 5 (luipaard, leeuw, olifant, buffel en witte neushoorn) aangekocht. Ook de met uitroeiing bedreigde zwarte neushoorn (die een apart gebied van het park gekregen hebben) en veel ander wild werden “geïmporteerd”. Nu telt het gebied meer dan 10.000 dieren en er zijn ook een groot aantal vogelsoorten. Het gebied is nationaal park maar wordt door een privé firma uitgebaat.
Als we bij de ingang moeten betalen, schat men ons beiden gepensioneerd, dit is minstens 60 jaar oud. Meestal vraagt men of we gepensioneerd zijn, hier is men er zeker van. Men vraagt ons evenmin waar we wonen en mens denkt dat we Zuidafrikanen zijn. En de persoon is daarbij helemaal niet vriendelijk. Dus we kunnen nu voor een prijs van 1 persoon voor 1 dag bezoek met ons beiden binnen voor 2 dagen!
Het landschap in het park bestaat uit heuvels (tot 700m boven het laagste punt) en rivierdalen. De vegetatie is nogal open, zodat men weidse uitzichten heeft en gemakkelijker dieren kan zien. Er zijn meren en bij verschillende waterplaatsen zijn er schuilhutten, zodat men vooral vogels, maar (en dat is vooral tijdens het droge seizoen) ook ander wild.
We hebben al heel wat dieren en vogels gezien, maar een speciale vogel, de secretarisvogel, hebben we nog niet gezien. Daarom hopen we die tijdens de tweede dag te kunnen vinden, hij leeft en komt immers voor in dit park. En wat een geluk, net voor de middag zien we er 2 lopen, zij het op een zekere afstand van ons verwijderd, maar doordat hij tussen 1,2 en 1,5m hoog is, is hij toch goed op te merken. Het dier heeft zijn naam niet gestolen, hij loopt statig en gedistingeerd zoals het een secretaris past, hij stapt ijverig door zonder te lopen, en meestal knikt hij, af en toe buigt hij. We hebben ooit één exemplaar gezien in Namibië.
Overdag in het park is de temperatuur aangenaam, de eerste nacht echter krijgen we een zwaar onweer boven de tent (blijkbaar regent het hier niet gewoon zoals in België, regen gaat steeds gepaard met minstens donder en bliksem), tijdens de tweede dag wordt de tent in de late namiddag bekogeld met hagelstenen zo groot als een knikker. Maar ze houdt stand, we kunnen er rustig en droog in slapen.
Waarschijnlijk is het hier de laatste keer dat we sommige dieren in Zuid-Afrika zien want de noordelijke parken en KwaZulu Natal hebben meer groot wild dan de zuidelijke parken.
De volgende dag rijden we naar het zuiden van de Noord-West provincie. Hier zijn geen heuvels noch bergen, het landschap heeft een veel vlakker uitzicht. Er komen grote boerderijen voor, eerst enkel met runderen, later ook met maisteelt en runderen.
De zuidgrens van tussen de Noord-West provincie en Free State wordt gevormd door de Vaal rivier. Ten westen van Free State is de Noordkaap provincie. Eens de Vaal rivier over, komen we in de Noordkaap provincie. Het is de grootste provincie van Zuid-Afrika, maar anderzijds de dunst bevolkte. De hoofdstad is Kimberley, een stad die heel aan het oostelijk uiteinde van de provincie ligt. Kimberley is de oudste diamantstad van Zuid-Afrika en er is wel wat te zien.
Tot ongeveer 150 jaar geleden dacht men dat diamanten in rivier- en ook wel zeesedimenten te vinden waren. In Zuid)-Afrika had men toen al diamanten gevonden in de Oranjerivier. De Vaal is een bijrivier van de Oranjerivier. De Oranjerivier vormt in het noorden de grens met Namibië. Rond 1870 heeft men eerder bij toeval (en daarover bestaan er blijkbaar verschillende verhaaltjes) stenen op land gevonden in Kimberley, waarbij experten die stenen als diamanten bestempelden.
Ondertussen weet men dat door korstvorming met een immense druk 2,5 miljard jaar geleden diamanten gevormd werden. Diamanten bestaan gewoon uit koolstofatomen, die echter onder een zodanige druk gekomen zijn dat de atomen op een vrij korte afstand van elkaar tegen elkaar aangedrukt zijn. Door vulkanische activiteiten zijn dan die diamanten in andere gesteenten terecht gekomen en meer uit de diepte naar hogere aardlagen gebracht. Die uitgestorven vulkanen zijn door erosie in de loop der tijden een hele hoogte kwijtgeraakt waardoor de diamanten en het gesteente waarin ze voorkwamen eerder bij de aardoppervlakte liggen. Door erosie kunnen de diamanten in de bovenste aardlaag uitgespoeld worden en via rivieren vervoerd worden, en ook in zee terecht komen. De eerste plaats op aarde waar men diamant bij de oppervlakte ontdekt heeft is Kimberley in Zuid-Afrika. De gesteentelaag die diamantrijk is door een Amerikaanse geoloog kimberliet genoemd.
Toen in 1871 bekend werd dat er op een landbouwgrond in Kimberley diamant voorkwam, trok dat massa’s diamantzoeker aan uit verschillende plaatsen ter wereld. Zij begonnen met schop en pikhouweel te graven. Sommigen onder hen werden daardoor zeer rijk, anderen vonden niets.
Al heel gauw had de Engelsman Cecil Rhodes de zaak gevonden en de grond werd aangekocht. De diamantzoekers kregen elk een oppervlakte van 10 vierkante meter ter beschikking. De diamantkoorts had zich van hen meester gemaakt. Uiteindelijk vormde de afgegraven rotsgrond een immense put. De boeren, van wie het domein was waren de gebroeders De Beers. Omdat ze verder wilden boeren, ze verstonden immers niets van die “kiezelkoorts”, hebben zij hun grond verkocht aan Cecile Rhodes en kompanen. Die stichtten hier de “De Beers Consolidated Mines Limited”.
Ondertussen was door de massa gevonden diamanten, de diamantprijs in elkaar gestort waardoor de diamantzoekers ook deels verdwenen. De De Beers compagnie baatte de put verder uit tot dat die in 1914, moment dat de zaak hier werd stopgezet, een put ontstaan was van 214m diep met een omtrek van 1,6 km, er werd meer dan 22 miljoen ton grond verplaatst met een opbrengst van 2722 kg diamant. Dit komt overeen met 1 g of 5 karaat diamant op 10 duizend kg verplaatste grond.
Omdat het uiteindelijk niet meer rendabel was om de stenen met diamant uit zo een diepte omhoog te halen, werd in de jaren 1880 een systeem ontwikkeld voor ondergrondse mijnontginning. De arbeidsomstandigheden waren meer dan triest, de arbeiders werkten 12u in een zeer grote hitte en in omstandigheden erger dan deze van concentratiekampen. In 1888 was er een instorting van de mijn met meer dan 200 doden. Men verbeterde de technieken, niet voor de arbeiders di er werkten, maar om met een zo klein mogelijke kost, zoveel mogelijk diamant te kunnen winnen.
Ondertussen waren er nog andere vondplaatsen in Kimberley, zodat De Beers uiteindelijk 5 mijnen had in de stad. Momenteel is er nog slechts erg beperkte mijnactiviteit en dat enkel voor industriële diamant.
Ook in het noorden van Limpopo werd er diamant gevonden en de opbrengst (ook weer voor De Beers) is er veel groter.
Rond de grote put, Big Hole, is het hele gebied nu een toeristische attractie. Men kan van op een platform (grootte ook 10 vierkante meter) de immense put bekijken. De onderste 41m bevat nu water.
Verder heeft men hier de mijnschacht voor een stukje gerestaureerd en een aantal werktuigen en een lift op het terrein gebracht. Het zijn voorwerpen van de verschillende mijnen.
Er is ook een museum met heel wat uitleg evenals een “schatkamer” met allerlei ruwe en geslepen stenen. Er zijn ook replica te zien van de grootste en meest merkwaardige diamanten uit de geschiedenis.
In het stadje is er de grote Oppenheim building waar de diamanten toekomen, bekeken worden, naar waarde bepaald worden, en verzonden worden. Aan de noordzijde, dus de zonnezijde, is er in het gebouw speciaal glas om de diamanten met optimaal licht te kunnen bekijken
In de stad is er een monument ter herdenking van de mijnwerkers. Het kunstwerk bestaat uit 5 mannen, één voor elke mijn, die een zeef in de hoogte houden.
In het gebied van de Big Hole heeft men ook een soort openluchtmuseum met huizen en ambachten uit de “goede ouwe tijd”.
Op dit moment is Kimberley een stad met enerzijds nog mooie Victoriaanse gebouwen, anderzijds zijn er enkele musea en chique wijken. Maar het centrum hoort tot de gevaarlijkste plaatsen van Zuid-Afrika op crimineel gebied. We passen ons aan.
Verder bezoeken we de Williams Humphries Art Gallery. Het is een verzameling van tekeningen, beelden maar vooral schilderijen deels van de San, Vlaamse en Hollandse schilders en vooral Zuid-Afrikaanse artisten. We mogen er niet fotograferen. Een aantal werken handelen over de mijn(miserie) en er is ook enkele werken over de hopeloze tijd van de apartheid.
We gaan ook langs bij de Duggan Cronin Gallery. Duggan Cronin was een man die op latere leeftijd met fotografie begon en zeer veel, erg mooie (zwart-wit) foto’s van verschillende volkeren en mensen uit zuidelijk Afrika maakte. Op 20 jaar reisde hij hier 128.000 km samen met een vriend en helper, om bij de verschillende stammen te komen. Zijn fotografie situeert zich 80 jaar geleden.
Daarnaast is ook het McGregor museum. Het is oubollig en er moeten vele teksten gelezen worden, maar het gebouw waarin het gehuisvest is, is mooi.
Morgen, vrijdag rijden we verder zuidelijk en weg uit de Noordkaap provincie en start een volgend verhaal