Reisverhaal «7. Tuinroute en Port Elisabeth»

Zambia en zuidelijk Afrika | Zuid-Afrika | 7 Reacties 22 November 2012 - Laatste Aanpassing 17 Juni 2013

Het gebied dat hier beschreven wordt ligt deels in de Westkaap provincie en deel in de Oostkaap provincie.  Waar de Westkaap nog meer het Afrikaans als voertaal gebruikt, zien we in de Oostkaap meer Engels.  Verder oostelijk in de Oostkaap bevonden zich de vroegere thuislanden Ciskei en Transkei.  Wij gaan niet verder oostelijk dan Port Elisabeth.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Om van Oudtshoorn naar George, aan de Indische Oceaan, te rijden gaat de N12 over 2 bergketens met tussenin een soms erg doorsneden landschap. Rond George wordt er hop gekweekt. Al de velden zijn goed afgeschermd. Tot George gaat de weg naar het zuiden, vanaf dan buigt hij af naar het oosten en komen we weer op de N2. Het gebiedf hier wordt de Garden Route, of Tuinroute genoemd. 

 

 

 Langs dit gebied zijn er verschillende delen van het Garden Route National Park. Het meest westelijk deel is de Wilderness Section, omdat het bij het dorp Wilderness ligt. Het nationaal Park heeft als doel de vegetatie, vooral de nog overblijvende delen van een oorspronkelijk oerwoud, te beschermen. Er wordt geen wild gehouden. De Wilderness Section is enerzijds erg waterrijk door een aantal binnenmeren, en dat trekt vogels aan, anderzijds is er de helling van de eerste bergketen, de Outoniqua. 

 Hier komt het woud voor met grote bomen, met varens die soms hoger zijn dan de mens en met watervallen en rivieren. 

 De voornaamste activiteit is wandelen om dit gebied beter te leren kennen. We maken een wandeling naar een waterval, het pad is voor een deel als planken wandelpad aangelegd. Dit omdat er een waterwinning is voor de stad George en bovenop de buizen heeft men dan het wandelpad als bescherming. 

Er zijn wel wat trappen en er is een ponton dat een trektouw bevat zodat de wandelaars de rivier met droge voeten kunnen oversteken. Gedurende de ganse weg zijn er zingende vogels te horen, maar door het vrij dichte woud zijn die niet te zien.

Een autotocht langs de meren laat toe om wat watervogels te observeren vanuit de schuilhutten.

Het Garden Route National Park en al zijn afdelingen hebben heel erg grillige grenzen. Dit omdat het beschermd gebied tussen dorpen, nutsvoorzieningen, landbouw- en bosbouwgebieden gelegen is. In het noordelijk deel van de Wilderness Section bezoeken we een 600 jaar oude boom,  de Outeniekwageelhoutboom of de Kalander. Het zijn zeker de hoogste, en volgens de info van ter plaatse, de meest spectaculaire bomen uit het oerwoud (of wat er nog van rest). Het hout werd vroeger door de blanken als timmerhout voor allerlei gebruikt. Zij rooiden de bossen aan zo een hoog tempo (niet alleen voor timmerhout, ook voor het maken van boten, meubels, huizen, vuur, ...) dat de eens zo grote arealen bos in de Westkaap helemaal dreigden te verdwijnen. George Rex, een buitenechtelijke zoon van de Engelse koning en een schoenmakersdochter, heeft hier zeer vele jaren een erg groot houthakkersbedrijf en timmerhoutbedrijf gehad.  Bijna te laat heeft men hier een punt achter kunnen zetten. Nu is het ganse gebied van het beetje resterend oerwoud beschermd. 

 Via de 7-passenroute, die in het Outeniquagebergte loopt, min of meer parallel met de kust, rijden we richting oosten. Soms is er asfalt, maar veelal is het geharde modder. Deze weg doet men beter niet als het erg geregend heeft.

We rijden richting Knysna, een van de stadjes langs de Garden Route, en erg toeristisch. Knysna ligt niet aan de zee, maar wat in het binnenland aan de brede Knysna-lagune, die een eindje verder in de oceaan uitmondt. 

 Knysna heeft in zijn achterland nog ouder oerwoud. Ook hier is het Garden Rout National Park , Knysna Section. 

Voordat we Knysna bereiken slaan we af naar Goudveld, één van de 2 plaatsen waar het oerbos toegankelijk gemaakt is. In dit gebied is er Milwood, waar vroeger wat goud gevonden werd. Maar de goudboom heeft daar niet lang geduurd en heeft zich verplaatst naar de buurt van Johannesburg. Milwood is trouwens, op één huis na, volledig afgebroken. Eén huis is verplaatst naa Knysna waar het nu deel uitmaakt van het museumcomplex.

Bij Goudveld is er een deel met heel wat Outeniekwageelhoutbomen. Daar maken we een wandeling. Er komen ook boomvarens voor, het gebied gaat op en neer, is erg vochtig en er lopen wat beken door. Wat verder is er een grotere rivier, de Jubilee Creeck. Deze loopt door Milwood.

Naast dit oerwoudgebied is er nog een tweede, Diepenwalle, dat meer oostelijk ligt. We zouden dat op woensdagochtend bezoeken en er een wandeling maken, maar wegens de aanhoudende regen vanaf dinsdag in de valavond, liggen de niet-geasfalteerde wegen er erg modderig bij. Ook de boswandelpaden zijn glibberig. Dus maken we geen omweg naar dit deel van het Knysnawoud.

Dit gebied staat bekend voor de Knysna olifant, een ondersoort van de Afrikaanse olifant. Het dier heeft kortere poten en de 2 slagtanden zijn erg verschillend van lengte. Maar of er nog Knysna olifanten zijn en in het geval er nog zouden zijn, hoeveel dan wel, blijft een raadsel. Het bosoppervlak is zo groot en het bos zo dicht dat de aanwezigheid van de Knysna-olifant een ? is en blijft.
Ten westen van Knysna ligt nog een natuurgebied, het Goukama Nature Reserve and Marine Protected Area. Ook dit hoort tot het Garden Route National Park. Het is weekdag, buiten het seizoen : de slagboom staat open, we kunnen er in zonder info, en zonder betalen. In ons Rother Wandelgidsje staat er een wandeling in dit gebied. Omdat we niet weten hoe het getijde is, in dit geval wanneer het hoogwater is, kunnen we de wandeling wel starten, maar weten we niet hoe ze verder zal verlopen. Voor de start echter moeten we de Goukama rivier over. Voor de toeristen is er een klein polyester bootje waar de touwen aanhangen, het dient als ponton. Er is ook een groter ponton, waar zelfs een auto op kan. Dat mag enkel door sommige werknemers van het park (manueel) bediend worden. Bij de start van onze wandeling gaat het grote ponton over, dus we kunnen mee. Bij de terugkeer moeten we het kleine gebruiken.  De wandeling gaat door het kustbos, bos op zandige grond. 

Als het pad sterk klimt of daalt, zijn er een soort trappen op de duinen aangelegd, wat gemakkelijker stapt. Het pad voert langs de hoogste duin van Zuid-Afrika, 116m hoog. Van boven is er een wijds zicht op de Goukama, de Oceaan en het bosgebied. 

De wandeling is erg mooi, we moeten wel kijken waar we onze voeten neerzetten voor mogelijke slangen. Maar gelukkig, vandaag geen slangen gezien. Als we uiteindelijk, na bijna 2u stappen, bij de Oceaan aankomen op een klein strandje, links en rechts omgeven door rotsen, zien we dat het bijna hoogtij is. Dan kan de wandeling verder langs het strand niet doorgaan, omdat er gewoon geen strand meer is. Dus moeten we terugkeren, en langs een ongeveer parallel pad, dat echter veel minder stijgt of daalt, terugkeren naar ons beginpunt. In het bos horen we heel wat vogels, maar kijken kunnen we niet wegens het gevaar voor slangen langs het smalle, en soms met gras begroeide pad. 

 Knysna zelf ligt aan een lagune, gevormd door de Knysna-rivier. Een eindje zuidelijker komt de rivier in de oceaan uit. De toegang tot de oceaan wordt aan beide zijden door een hoge rots gekenmerkt. We kunnen bijna tot daar rijden, het laatste stukje moet er gestapt worden. Het is een mooi zicht.

  In het stadje zelf zijn er 2 musea, beiden handelend over de geschiedenis van Knysna. Het ene handelt vooral over de maritieme geschiedenis, het hengelvissen en de gevangenis. Het andere gaat over het goud dat in Goudveld werd gevonden en allerlei andere feiten uit die tijd, en verder over George Rex, de bosontginner van weleer. Al die geschiedenis gaat enkel over blanken, met foto’s en documenten.

 Verder wil Knysna wel een belangrijke stad zijn aan de Tuinroute. Er is naar analogie met Kaapstad, dan ook een Waterfront opgericht, met alles voor de consumptie. Het geld rolt hier, te zien aan de jachten en de sportwagens in en rond de stad.

 Voorbij Knysna en Plettenberg Bay, richting oosten, ligt een belangrijke afdeling van het Garden Route National Park, de Tsitsikamma Section. Dit deel Bestaat vooral uit een smalle kuststrook en een marien gedeelte dat zich 5,5 km ver in de Oceaan uitstrekt. Vbrder is er nog een enorm oerwoudgedeelte in het Tsitsikamma gebergte, 60.000 ha waarvan er 43.000ha beschermd gebied is. Hier nog meer dan ten westen van Plettenberg Bay, komt het Tsitsikammagebergte tot aan de kust, dus erg moeilijk toegankelijk. De wandelingen zijn er niet van het gemakkelijkste en, na de regen, erg modderig. Dus we bezoeken dit deel beperkter. Meest westelijk is er Nature Valley, waar de Groot Rivier in de zee uitmondt. 

De afdaling naar de kust verloopt steil en de rivieren die ontspringen in het Tsitsikammagebergte maken diepe kloven. Om de N2, de weg die Kaapstad verbindt met KwaZulu Natal, te maken, heeft men ooit hier 4 erg hoge boogbruggen moeten maken. De oudste dateert van 1954, de drie andere van 1983. Men startte aan beide oevers met de brug, en dan moest het sluitstuk, in het midden, hoog boven de rivier, de brug volledig maken. De breedste en hoogste van deze bruggen is de brug over de Bloukransrivier, de grens tussen de Westkaap en de Oostkaap provincies. 

 Hier heeft zich een adrenalinebedrijf in bungeejumping geïnstalleerd, een bedrijf dat alle veiligheidsgaranties biedt. We hebben even getimed: vanaf het moment van de sprong (de springer hangt met zijn enkels vast en hangt dus omgekeerd) tot het moment dat hij door iemand van de organisatie terug met het hoofd naar boven aan de lier vastgemaakt wordt, duurt  1minuut 40 seconden, en dan duurt het nog iets meer dan 1 minuut tot ze terug bij de brug zijn.  Het moet wel een speciaal gevoel geven, maar niets voor ons.  Tussen de 35kg en 150 kg lichaamsgewicht is OK om te springen.

Het oostelijk gedeelte van de Tsitsikamma Section wordt ook door een steile baan bereikt. Dit deel is bij de Storms Rivier Mouth. De Storms Rivier vormt een kloof tot bij zijn monding in de zee. De Nationaal Park-organisatie heeft hier drie hangbruggen (lengte 50,5m en 39,5m en 77m) gebouwd om het geheel te kunnen bekijken. De laatste en langste van de 3 bruggen is een vervanging van een brug die in 1969 werd gebouwd. De huidige derde brug is in 2006 gebouwd. Zij overspant de monding van de Storms Rivier. De 2 eerste bruggen werden als toegangsbruggen in 2009 gebouwd. Wat er voordien al dan niet was weten we niet. De wandeling er naartoe is een (kunststof)plankenpad van 1km lang en 500 traptreden. Het uitzicht is wel bijzonder mooi, en de attractie trekt hele busladingen (letterlijk) toeristen.

Er is een vijfdaagse, zeer zware wandeling langs de zeer rotsachtige kuststraao, die start in Nature Valley en gaat tot Storms River Mouth.  Er zijn 4 overnachtingshutten tussenin.  Alles wat men nodig heeft, inclusief voedsel, moet men zelf meedragen.

 Eens terug op de N2 komt de weg nog dichtbij een nog grotere “groot boom”. Hier is er ook een plankenpad van ongeveer 500m tot de boom.  Ook hier komen boomvaarens voor.Verder door richting oosten zien we op de N2 een bord dat de panoramaweg gedaan is. Dus hier eindigt de Garden Route.

 We rijden verder oostelijk in de Oostkaap provincie richting Port Elisabeth.

 De laatste plaats die we bezoeken langs de kust is Port Elisabeth. Het is een stad met meer dan 1 miljoeninwoners en een grote havenstad. De voornaamste industrie is de auto-industrie, o.a. Volkswagen Zuid-Afrika heeft hier haar autofabriek.

We dachten eerst nog Kaap Recife te bezoeken, de zuidelijke punt voordat de lijn land-oceaan zachtjes) afbuigt naar het noorden.

In 1799werd de stad gesticht, maar in 1819 woonden er slechts 35 mensen. In 1820 is een grote groep kolonialen hier geland op instructies van Engeland. Ze stuurden hun Kaapse gouverneur Donkin naar hier om het geheel ingoede banen te leiden én om een oogje in het zeil te houden, zo ver van Kaapstad verwijderd.   Op een kleine heuvel, dichtbij de oceaan en bij de vuurtoren is een open, groen plein naar Donkin genoemd. Er staat een piramide ter nagedachtenis van zijn vrouw, die blijkbaar geliefd was en in Indië gestorven is. Ze stierf in 1818, 2 jaar voordat de kolonialen hier aan land kwamen.

Haar naam was Elisabeth en naar haar is de stad genoemd. Bij dit plein is ook het oudste hotel van de stad, King Edward, gevestigd. In de reisgidsen staat er nog allerlei over dit grote hotel, men zou het ook kunnen bezoeken. Maar helaas, om één of andere reden staat het gebouw er nog, maar het hotel bestaat niet meer op zich. Als we door de ramen naar binnen kijken, zien we dat het voor een groot deel ontmanteld is. Bij één raam staat er nog een salon met wat lectuur op het tafeltje.

 Verder is er het Nelson Mandela Art center, een kunstmuseum, maar ook dat heeft zijn deuren gesloten. 

Onderaan het Donkinplein staan nog een aantal mooie gebouwen, is er een markt en zien we wat mensen, maar verder doet de zo grote stad doods aan. 

 We zien hier duidelijk dat we niet meer in de West- of Noordkaap provincie zijn. Er zijn heel weinig blanken te zien. Geen wonder want een eindje verder oostelijk liggen de voormalige thuislanden Ciskei en Transkei, beiden aan een andere zijde van de Kei rivier. 

Noordelijk van de stad is er enkel industrie, spoorwegen, vervuiling, en alles wat er bij hoort.  Van hier rijden we terug het binnenland in, onze laatste week start immers vandaag.

 

Print Friendly and PDF

 

 

 

 

Plaats een Reactie

marguerite Dank voor al het moois. Ik zal de wekelijkse verslagen missen. In jullie tuin zullen alleen nog mussen, merels en de toch kleurrijke meesjes en roodborstjes te zien zijn.Het zal wel aanpassen worden zeker !! Een goede terugreis Geplaatst op 29 November 2012
Astrid Ik dacht al veel gezien te hebben maar blijkbaar is er nog veel meer te zien. Bedankt voor de vele foto's. Geniet er nog van. Geplaatst op 28 November 2012
Van Hulle Rita Hallo, pas terug van Turkije heb ik vlug de ontbrekende verslagen gelezen.Ze zijn weer subliem,vooral de foto's en tekst van Kaap Agulhas boeiden mij.Bedankt voor de vele uren leesgenot! Rita Geplaatst op 26 November 2012
claudine Bomen die 800 à 1000 jaar oud zijn dat zijn bomen die respect afdwingen,wat hebben zij allemaal niet meegemaakt en gezien,ik zou het wel willen weten,jammer dat zij het niet kunnen vertellen.De natuur is totaal verschillend van die andere streken,er waren ook prachtige planten en bloemen. Ik moet jou en Stephan oprecht bedanken voor de mooie foto s en boeiende uitleg,jullie zijn biologen in hart en nieren. WE wensen jullie vlotte terugreis en eens tot bij ons te Merendree. Guido en Claudine. Geplaatst op 23 November 2012
Cecile Dag lou en stephan Weeral mooie bloemen gezien,spektaculaire brug en plankpaden De gardenroute is door Ineke ook gevolgd,is voor oudjes volgens haar,moeten we ook eens doen Ik ben erg verkouden,hier donker en vochtig,zit binnen Breng aub de zon mee,tot over een paar weken Cecile Geplaatst op 23 November 2012
Robrecht en Isabelle Heel leuk om weer volop te mogen meegenieten van wat jullie daar allemaal beleven! We wensen jullie nog een bijzonder fijne week! P.S.: We zullen jullie boeiende, rijk gedocumenteerde verslagen missen. Blijf dus niet te lang thuis a.u.b. :-) Robrecht en Isabelle Geplaatst op 23 November 2012
liliane Hallo, Telkens geniet ik van de prachtige fotoreportage en de beschrijving ervan. Geniet maar van je laatste zomers weekje en leg je warmere kledij maar klaar voor in Begië Bedankt voor al de reportages en tot later liliane Geplaatst op 22 November 2012

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking