Reisverhaal «Little Corn : a little paradise »

Stapje in de wereld deel 1 | Nicaragua | 0 Reacties 05 Oktober 2017 - Laatste Aanpassing 31 December 2017

Aangekomen aan de grens met Nicuragua werd het me snel duidelijk dat ik in een ander land was aangekomen met andere normen. De grensovergang zelf zag er al wat armoediger en loucher uit, hier zou ik binnen een uurtje als het donker word waarschijnlijk minder op mijn gemak de oversteek wagen. Langs alle kanten waren er louche busjes of afgereden taxi's die mij met een leugen in hun voertuigen probeerden te krijgen, tegen een veel duurder tarief natuurlijk. Argwanend bij elke louche figuur die mij aansprak was het moeilijk om de waarheid te achterhalen. Iedereen speelde op elkaar in en het was precies of er onderlinge afspraken waren betreffende de verhaaltjes die ze de toeristen zouden wijs maken. Op een gegeven moment waren ze aan het proberen mij op een bus te krijgen van 20 dollar omdat zo gezegd de lokale bussen niet zouden rijden op zondag namiddag. Wel drie verschillende mensen zeiden hetzelfde, dus je zou ze bijna geloven. Ik dacht toch snel nog een keer polsen bij een TOTAAL onafhankelijke persoon: de lokale wc dame! En ja hoor, allemaal waren ze aan het liegen om mijn geld te ontfutselen. Eerlijk vertelde de wc dame dat het allemaal leugens waren. Er zou wel een bus op zondag rijden, maar ik had wel nog maar 10 minuten om erop te geraken. De leugenaars waren op mij aan het wachten bij de uitgang van het wc gelijk een adelaar op zijn prooi. Ik zei nog even “jo dag he mannen, leuk geprobeerd!” en wandelde straal door richting de iets of wat verstopte chicken bus. Onderweg werd ik praktisch aangeklampt door zowat elke taxi chauffeur en ik verloor bijna mijn geduld. De laatste mensen kregen een gemeende Nederlandstalige uitbrander en het werd al een pak stiller rond mij. Iedereen droop af en alleen het personeel van de chicken bus bleef over. 5 minuten later vertrokken we richting de hoofdstad, Managua, wat een gedoe was die grensovergang!

De volgende dag zou ik richting de Caraïbische Corn Islands vliegen om van mijn weekje vrijheid te genieten met zon, zee, strand, verse kokosnoten, heerlijke vis en hier en daar een plonsje of duikje in de zee. Met een klein propeller vliegtuigje vloog ik op big corn, het grote broertje van Little Corn (de eind bestemming). Eens aangekomen op de luchthaven zaten we snel met 4 passagiers in een klein yariske, dat dienst deed als lokale taxi. We reden met open koffer terwijl de rugzakken er half uitstaken richting de docks, ik ben nog altijd onder de indruk dat iedereen met bagage mee is geraakt. Vanaf de docks namen we een simpele panga die de lokale oversteek van een 40 minuten zou verzorgen. Op internet en van enkele locals hadden we al enkele horror verhalen gehoord van mensen die met een gebroken rug afgevoerd waren met een medische leger helikopter tot 13 doden bij een kapseizing in 2016. We begrepen direct waarom sommige nog snel een schietgebedje deden bij het starten van de motoren. De weergoden bleken ons wel goed gezind, want het was een vrij kalme zee en we kwamen heelhuids aan op het paradijselijke eiland, Little Corn.

Samen met een Hollandse die ik had leren kennen in Managua checkte ik in bij een van de twee locale hostels en voor ik het wist zat ik in mijn eentje met 6 vlot babbelende, Hollandse, dames aan tafel. Inmengen in de tafelgesprekken was niet simpel omdat dit vrijwel een ander niveau met onbekende materie was (lady talk). Het was wel een keer grappig om alles van een ander perspectief te bekijken en te zien waar de vrouwen zoals over babbelde tijdens hun lady nights :)

De volgende dag ging ik op onderzoek uit bij de locale duikshops, want Little Corn is gekend voor zijn duikstekken rondom het eiland. Aangezien er slecht 2 duikshops zijn op het eiland, was ik snel ingeschreven en 1u later vaarden we al uit voor de eerste duik. Toen we terug waren aan wal kregen we wel even een koude douche over ons heen. Er bleek een tropische storm op komst, wat later zou blijken dat het gaat over de storm die een heuse ravage aanrichtte in Costa rica, oa. Playa del Coco waar we 2 dagen geleden waren, en het zuiden van Nicaragua. Fingerscrossed dat de eilanden gespaard blijven en dat we morgen zonder problemen kunnen verder duiken. Dat is uiteindelijk een van de enigste activiteiten op het eiland en voor mij de hoofdreden waarom ik hier ben.

Maar helaas! De storm was in kracht toegenomen en de weersvoorspellingen bleken niet veel goeds te bieden voor de volgende dagen. De duiken zouden doorgaan tot 13u de volgende dag en vanaf dan zou het eiland zich klaar maken voor de storm die tijdens de nacht het eiland zou bereiken. Dit betekende dat de boten ofwel aan land getrokken werden of dat zij aan de achterkant van het eiland geankerd werden om te schuilen. Geen duiken meer voor onbepaalde tijd en ook geen panga's naar het vast land meer! Iedereen die weg wou geraken om zeker zijn vlucht niet te missen, moest die middag maken dat ze op de panga zaten, het kon de laatste wel eens zijn … Bup! Het beetje hoop voor de toeristen die nog snel de middag panga wouden nemen, werd gewoon vanonder hun voeten gemaaid. De marine had de haven al gesloten en niemand mocht nog uitvaren. Sommige lokale vissers maakte van deze opportuniteit gebruik en boden hun diensten aan om de toeristen tegen een factor 5 van de normale panga prijs te “smokkelen” naar Big Corn. Het kwam erop neer dat iedereen met zijn spullen naar de achterkant van het eiland moest gaan om via het strand op de boot te geraken en met een omweg de overzet te maken in de hoop dat de marine hun niet zouden betrappen. Met het uur liep de prijs op naar factor 7, 9, 11, … We spraken in oudere blogs dat we het gevoel soms hadden van gesmokkeld te werden, maar dit is toch wel de real deal hoor. Wie zich niet had laten smokkelen voor 20u was er aan voor de moeite, want daar was de storm. Het eiland kreeg een stevige regenbui van enkele uren als opener te slikken. Van droog blijven was er geen spraken meer in de vele restaurantjes / cafeetjes die niet in muren geloofde en iedereen blies kort na elkaar de aftocht. In een kwartiertje tijd was zo goed als alles leeg en de straat lag er verlaten bij. Met de kippen op stok en hopen dat het weer morgen wat beter zou zijn.

De volgende ochtend was er van regen geen spraken meer, maar er stond een stevig windje die de palmbomen deed plooien. Ook was er geen sprake meer van een cafeetje of restaurantje dat de moeite had gedaan om open te doen voor het ontbijt op één enkeling na waar bijgevolg iedere toerist van het eiland zat te ontbijten. Bij sommige groepjes gestrande toeristen heerste er wel geroezemoes en lichte paniek omdat ze gegokt hadden toch nog weg te geraken van het eiland zonder vroegtijdig te moeten vertrekken gisteren. Indien je echt wou zou dit nog lukken met twee vissers die bereid waren om de oversteek te maken tegen een meerprijs van 130 dollar per persoon, maar kijkende naar de ruwe zee en de vele cowboy verhalen van het verleden waagde niemand zich gelukkig meer aan de overzet. Er werd een spelletje ping pong, pool of monopoly gespeeld tot iedereen het binnenzitten beu was en ons groepje trok naar het enige winkeltje dat zijn deuren had open gedaan om wat pintjes/rum te kopen om deze op te drinken op het strand aan de andere kant van het eiland waar amper wind zou staan. Dan maken we er zelf maar een plezante namiddag/avond van.

De volgende dag was het weer beter, maar de zee zag er nog altijd vrij hobbelig uit. Het was pas in de namiddag dat de zee iets kalmer werd en dat er één duikshop het waagde om uit te varen. Als de kippen was ik erbij om mij in te schrijven en een half uurtje later trotseerden we de golven door met gebogen knieën recht te staan in de panga om de schokken op te vangen. De rit bleek het spectaculairste van de uitstap te zijn. Samen met enkele duikers konden we de duikshop overtuigen om deze nacht een nachtduik te maken. Al snel waren we met een gevulde boot en de shop gaf groenlicht. Dit bleek achteraf één van mijn beste nachtduiken ooit te zijn! We zagen onderwater overal honderden reflecterende ogen van rode garnalen en enkele grote kreeften. Je wist gewoon dat je omgeven was door levende dieren. Wanneer we halfweg de duik allemaal onze duiklamp uitdeden en in het rond bewogen met onze armen konden we terug bioluminescentie plankton zien. Dit keer was het effect veel duidelijker dan in Colombia en zag je veel meer lichtgevende partikeltjes rondom je. Het geen mij echter het meest zal bij blijven van deze duik was een pijl inktvis die we vonden richting het einde van de duik. Deze bleek geen angst te hebben van het felle licht en liet ons steeds dichterbij komen. Het licht werd gebroken door zijn doorzichte vleugeltjes en de inkvis kreeg precies allemaal diamantjes rondom zich. Gedurende enkele minuten konden we deze inktvis van dichtbij aanschouwen, op een gegeven moment was hij slechts op een 10cm van mijn masker verwijderd. Ik moest bijna scheel kijken om hem fatsoenlijk te kunnen observeren. En opeens, ZOEF! Hij was weg. Wat een prachtige ervaring!

En met het bovenstaande zat mijn vrijheid erop. Ik verplaatste mij één avond op voorhand naar big corn om zeker te zijn dat ik mijn vlucht zou halen, want ondertussen zou de baas mij opwachten in Granada.

Groeten

Geert

 

 

 

 

 

Plaats een Reactie

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking