Reisverhaal «Ir18-03»

Ierland 2018 - Schotland 2018 | Ierland | 0 Reacties 11 April 2018 - Laatste Aanpassing 22 April 2018

Ir18-03

12/04 Vannacht heeft het weer geregend, maar vanmorgen is het droog met af en toe zon. Die regelmatige regen maakt het de bodem onmogelijk om wat op te drogen. De grasperken op de camping -en elders- zijn zo zompig dat het lijkt alsof je op een spons loopt.
We rijden noord-oostwaarts en vinden via kleine enkelbaanse wegeltjes een parking in ‘Cromane’, een klein schiereiland dat een stuk in de ‘Dingle Bay’ ligt. Een mooi plekje maar het is nog te vroeg om ons “te settelen”. We kunnen er wel een mooie wandeling langs het strand maken.
Verder omheen de Dingle baai via ‘Castlemaine’ tot in ‘Inch’ waar we de parking aan het strand opzoeken. Het is er drukker want buiten de strandwandelaars heb je hier ook surfers die hier hun ding komen doen. Het strand is bekend als een surfparadijs omwille van de hoge golven die hier toekomen. We maken weer een flinke wandeling op het strand en kijken naar de surfers. Waarschijnlijk zullen we hier de nacht doorbrengen, er is hier vlakbij wel een pub en een restaurant maar we verwachten niet al te veel herrie. Gereden: 84km.

13/04 Lichte regen vannacht, overdag droog maar zwaar bewolkt en nevelig, ’s avonds regen.
Vrij vroeg oostelijk gereden tot ‘Dingle’, een toeristisch bekend vissershaventje, steevast een stopplaats van elke bustour. Een beetje overroepen naar onze smaak. Waarschijnlijk komt het meeste toerisme af op de grootste ster van het stadje, de Dolfijn Fungi. Die leeft al jaren (sinds 1984) in en om de baai van Dingle en is uitgegroeid tot een plaatselijke superster. De tourboten doen er gouden zaken aan. Na een flinke wandeling door het stadje rijden we tot ‘Tralee’ waar we onze LPG-tanks laten vullen. LPG is hier niet zo goed te vinden als bij ons en het vergde dus wat voorbereiding om wat adressen op te snorren. Van Tralee gaat het noordwaarts tot ‘Tarbert’ waar we, per ferry, de monding van de ‘Shannon river’ oversteken. Vandaar gaat het verder noordwaarts tot ‘Lahinch’ nog zo’n bekend badstadje. Ook hier weer heel wat surfers, vooral na de werkuren. Het is vrijdag en na 19u loopt de parking aan het strand vol met campers. Na 19u. hoef je geen parkeergeld meer te betalen tot ’s morgens 7u. Daar gaan wij ook van gebruik maken. Gereden: 171km.

14/04 Regen tot vanmorgen, dan bewolkt met af en toe zon. We rijden vóór 7u. weg van de parking waar we niet zo’n goede nacht hebben gehad. Een tiental hangjongeren vonden het nodig om van na 22u. tot laat lawaai te maken op de parking. Niettegenstaande er intussen al een twintigtal campers stonden die daar duidelijk de nacht wilden doorbrengen. Ongehoord. We maken dan ook dat we wegkomen uit deze onaangename plek. We ontbijten in het verder gelegen ‘Liscannor’. Vandaar is het niet ver meer tot de ‘Cliffs of Moher’. We staan verbaasd over de infrastructuur die daar voor bezoekers is neergezet. Omdat het nog “vroeg” is, is er nog maar weinig volk te zien maar de kliffen zijn, met een hoogte van soms meer dan 200m, toch vrij indrukwekkend. In de verte zien we de Aran eilanden liggen (bij de meesten bekend omwille van z’n wollen kledingstukken). Dat de kliffen zeer bekend zijn merken we rond 11u. wanneer er massaal toeristen worden aangevoerd met bussen en eigen transport. Het loopt hier storm… In het foldertje van het info-center meldt men dat dit de meest bezochte natuurlijke attractie van Ierland is, met méér dan een miljoen bezoekers per jaar.
Constant wordt bezoekers er via borden op gewezen dat de kliffen nog steeds afkalven en dat ze best niet voorbij de afrastering komen. Er vallen nog steeds slachtoffers, te zien aan het monument dat voor hen is opgericht. En, als je ziet wat sommige mensen doen om een selfie te maken, dan is dat niet verwonderlijk. Op nat gras ben je zo vertrokken, enkele richting, zonder stop, tot 200m lager, single trip…
Om toch wat meer kans op een zonnige Cliffs of Moher te hebben bijven we langer en wandelen we heel wat af. In de late namiddag rijden we Mwenzi noord-oost via ‘Lisdoonvarna’ waar we het ‘Burren Smokehouse’ bezoeken. Hier wordt zalm ook op koude en warme manier gerookt, maar het is enkel Ierse organische zalm - gekweekte zalm dus, niet onze favoriet. We horen het Sally Barnes nog zeggen; “…gekweekte Zalm is alleen goed om tegen de muur te plakken…” Toch nemen we een pakje mee voor bij het lekkere Ierse brood. Halverwege ‘Ballyvaughan’ komen we bij ‘Corkscrew Hill’. Hoe Corkscrew Hill aan zijn naam komt is duidelijk als je de haarspeldbochten telt. Een weg die de volle aandacht van de chauffeur vereist omdat de baanvakken van de weg over het grootste gedeelte slechts iets meer dan 2m breed zijn en er ook constant tegenliggers rijden.
Van hier af krijg je al mooie uitzichten op ‘The Burren’ (voor de bijrijder dan…) maar die bezoeken we morgen meer uitgebreid. In Ballyvaughan vinden we aan een haventje een rustige parking voor de nacht. Gereden: 43km.

Eigenlijk is het wel spijtig dat we de Engelstalige benamingen van dorpen en steden gebruiken. In Ierland zijn wegwijzers tweetalig, bovenaan in Keltisch (ofte Gaelisch) en daaronder in de Engelse versie. Dat heeft natuurlijk te maken met de jarenlange Engelse overheersing. Er zijn echter ook streken waar dit enkel in het Gaelisch gebeurt. Dat is vooral in de ‘Ierse Gaeltachts’, streken waar nog Gaelisch wordt gesproken. Tot in de 16de eeuw was het de taal van de gehele bevolking maar door de Engelse overheersing en de grote hongersnoden verdween een groot deel van de Iers-sprekende bevolking. Het gebruik van de eigen taal is sindsdien in onbruik geraakt. De belangrijkste Gaeltachts zijn de Counties (Graafschappen) Donegal, Galway en Kerry, de streken waar we nu middenin zitten.
De Keltische, Gaelische of Ierse taal lijkt ons heel aangenaam om aan te horen maar is voor ons echter moeilijk te lezen en uit te spreken. Ook voor de leesbaarheid van de blogteksten geven we dan maar de voorkeur aan de Engelstalige benamingen.

15/04 Vannacht heeft het gegoten, lang en hevig. Vandaag soms wat zon maar veel buien, ook felle. We bezoeken ‘The Burren’. Een klein gedeelte van deze streek is tot Nationaal Park uitgeroepen maar op het grootste gedeelte van de Burren zijn er nog woningen en is er ook landbouw. We vertrekken om niet ver van onze slaapplaats de winterslaapplaatsen te bezoeken van enkele Bruine beren (Ursus arctos), inmiddels al lang uitgestorven in Ierland. In de Aillwee Cave (Céad Míle Fáilte in het Gaelisch) hielden deze dieren hun winterslaap. We zien er de cirkelvormige ‘bedding’ van hun slaapplaats, uitgesleten in de bodem van de grot. Deze werd pas in 1940 ontdekt door een plaatselijke bewoner die z’n ontdekking 33 jaar lang voor zichzelf hield omdat hij er van overtuigd was dat de grot niet zo belangrijk was. Er zijn hier in de ‘Burren’ wel meer grotten… Later bleek dat z’n ontdekking toch een wel belangrijk grottenstelsel bleek te zijn. Een bezoek aan de grot is dan ook een aanrader en geeft meteen een goed beeld van de ondergrond van de Burren. Dit kalksteengebied is ontstaan uit zeebodem die omhoog is gedrukt. Regenwater, dat vrij zuur is (en dat is hier goed verkrijgbaar), sleet in de loop van duizenden jaren de zachtere kalklagen weg zodat nu de oppervlakte doorsneden is met spleten en geulen. Hierin kunnen, beschermd voor de wind, zoveel soorten planten gedijen dat het grootste gedeelte van de Ierse Flora hier te vinden is. Alpiene flora zowel als Maritieme flora groeien hier samen. Spijtig genoeg zijn we er zelf een beetje te vroeg voor.
Enkele kilometers zuidelijker ligt de ‘Poulnabrone Dolmen’. Deze werd pas in 1986 voor het eerst onderzocht waarbij, naast gebruiks- en siervoorwerpen, de restanten van 33 mensen werden teruggevonden, mannen, vrouwen en kinderen. Inmiddels heeft verder onderzoek uitgewezen dat menselijke beenderen uit verschillende tijdsrekeningen waren en er dus ‘regelmatig’ menselijke resten aan het graf werden toevertrouwd, gaande van 4000 tot 1400 jaar vóór onze tijdrekening !
Al die tijd bleef het graf onberoerd. We spraken er met een man die in de omgeving opgroeide en er nu de site bewaakt, de god ganse dag in weer en wind. Hij vertelde ons over toen hij jong was en het algemeen aanvaard was dat deze plek niet mocht betreden worden. Het was een “Heilige plaats” waarvan men weg moest blijven. De man vertelde ons ook over het waarom er nu bewaking is bij de dolmen. Hij gaf voorbeelden van het “gedrag” van sommige “bezoekers” en die verhalen deden ons huiveren. Wat mensen al niet uitspoken op een plek als deze, het is gewoon hallucinant… maar vooral verontrustend. Toerisme dat in een totaal verkeerde richting evolueert.
We bezoeken even verder het dorpje ‘Kilfenora’ dat het bezoekers-centrum van de Burren herbergt. Er staat ook een kathedraal waarvan de bisschop nog steeds de Paus is. Toen twee bisschoppen, vele eeuwen geleden, het niet eens werden over wie er zeggenschap moest krijgen over dit bisdom, nam de Paus het besluit dat hij het dan wel zelf zou doen. In de omgeving zijn trouwens ook nog heel veel Keltische kruisen te zien. Zoveel zelfs dat het dorp de bijnaam “City of Crosses” toegemeten kreeg.
We eten ’s avonds in Vaughan’s Bar en zullen de nacht doorbrengen op een parking achter het restaurant. Gereden: 26km.

16/04 Zware regenval sinds vannacht en vanmorgen stak er nog eens een felle wind op. Een baal-rust- lees- was- en plasdag die we aan de kust gaan doorbrengen op Nagle’s Campground. Het regent de hele dag en de wind maakt wandelen onplezierig dus beperken we ons vandaag tot de voornoemde activiteiten. We hebben een mooi zicht op de kust waar de wind de golven metershoog blaast. Af en toe waggelt Mwenzi wel even als er weer zo’n felle windvlaag passeert maar binnen is het zoals altijd rustig, warm en gezellig. Méér moet dat vandaag niet zijn. Gereden: 26km.

17/04 Het regende gisteren de hele dag maar ’s avonds begon het pas echt te gieten tot vanmorgen. De wind is wel wat gaan liggen. Rond 10u kregen we beterschap met nogal wat zon…en één fikse bui. We reden vanmorgen nog door een mooi stuk van de Burren, namelijk langs de kust. Hier duiken de ruwe rotsen van dit gebeid de zee in. Prachtige uitzichten trouwens. Via ‘Derreen’, ‘Black Head’ en ‘Kinvarra’ bereiken we ‘Galway’ waar we lunchen en uitgebreid boodschappen doen. Mwenzi’s voorraadkast en ijskast zijn zo goed als leeg. Een plekje vinden voor Mwenzi op de smalle, korte parkingstroken aan de warenhuizen is al zo moeilijk, in de stad vinden we al helemaal geen gelegenheid en zien we af van een wandeling door het oude stadsgedeelte. We zetten onze weg voort langs de zuidoever van ‘Lough Corrib’ een groot meer. In ‘Killarone’ parkeren we nabij het ‘Aughnanure Castle’ dat rond 1500 gebouwd werd door de O’Flaherty familie. De naam zegt ons ook niets maar we geven hem toch mee omdat ie zo mooi Iers klinkt. Het is echter al na 17u. en niettegenstaande er nog veel bezoekers op af komen is het kasteel niet meer toegankelijk. Dat merken we als we een wandeling maken rondom het bouwwerk. We besluiten om hier te overnachten. Gereden 118km.

18/04 Vanmorgen is het beginnen regenen, overdag soms droog maar winderig met felle stormwinden (o.a. aan ‘Kylmore Abbey’) regelmatig felle regenbuien. We zetten de reis verder via ‘Clifden’ waar we even de benen strekken en wat opdrogen bij een lekkere koffie. Even verder bezoeken we het visitor center van het ‘Connemara National Park’. We hadden graag nog een wandeling in het gebied gemaakt maar het weer liet het echt niet toe. We controleren onszelf trouwens regelmatig of we nog geen vliesjes tussen de vingers krijgen en of we misschien al kieuwen beginnen te ontwikkelen. We zouden bij dit alles bijna vergeten hoe mooi het landschap van de Connemara eigenlijk wel is. Heel veel veengebied waar nog steeds turf wordt ontgonnen. Veengebied dat trouwens ontstaan is door toedoen van de mensen die er 5000 jaar geleden leefden.
In Kylmore Abbey brengen we een bezoek aan de ommuurde tuinen, het kasteel en de Neo-Gotische kerk. Het kasteel werd in 1867 gebouwd door Mitchell Henry, zoon van een Amerikaans zakenman, als geschenk aan z’n vrouw Margaret. Toen die in 1874 stierf liet Mitchell op het domein in 1877 nog een kerk bouwen als memorial aan zijn vrouw. De kerk wordt beschreven als “een kathedraal in het klein”. Toen ook z’n dochter stierf (één van de negen kinderen) verkocht Mitchell het domein aan de Graaf en Gravin van Manchester in 1903. Nadat die het in 1914 terug te koop stelden wegens financiële moeilijkheden werd het in 1920 aangekocht door Benedictijnse nonnen. Deze zochten hier hun toevlucht nadat ze -en nu komt het- Ieper waren ontvlucht nadat de bombardementen tijdens WO1 hun abdij had getroffen. Zij openden er in 1923 de ‘Kylemore International Boarding School’ die in 2010 z’n deuren definitief sloot. Het domein wordt nog steeds bewoond door een Benedictijnse gemeenschap. Dit is, in het heel kort, het verhaal van Kylemore Abbey maar het langere verhaal is veel boeiender. Wat een man Mitchell Henry was, hoe z’n vrouw aan haar einde kwam, wat er gebeurde toen de Graaf en Gravin van Manchester het gebied in handen kregen en de geschiedenis van de Ierse Benedictijnse orde die in 1665 (!) in Ieper gesticht werd en die tijdens WO1 op de vlucht terug in Ierland aankwamen… boeiend.
Een bezoek aan de ommuurde tuinen is ook zeer de moeite, vooral als je weet dat de eigenaars eerst een groot veengebied met 300.000 bomen lieten beplanten om de tuinen beter te beschutten tegen weer en wind…
In ‘Leenane’, aan de Killary Bay gaan we de plaatselijke oesters proeven in het Blackberry Restaurant. Een kleine gezellige zaak en heerlijke oesters. In Westport zoeken we zonder resultaat een plek om Mwenzi veilig te stallen om het stadje te bezoeken en er te overnachten maar ook hier is men niet erg camper-gezind en dus rijden we maar verder. We vinden een prachtige rustplek aan de ‘Rosmoney Marina’ in de omgeving van ‘Carraholly’. Gereden 145km.

19/04 Vanmorgen enkele buien gehad… hoe kán het anders. Na 10u. trokken de wolken weg en kregen we een heuse blauwe hemel en zonneschijn… ja, het kán anders ! 🤪 We haalden vandaag zelfs 20ºC. Wat ook opvalt, nog meer dan de vorige dagen, is dat de lente nu echt in de lucht hangt. In de wegrand zien we massa's gele bloempjes. Niet alleen de enorme hoeveelheden Narcissen die we overal al zagen maar ook andere voorjaarsbloeiers. Via ‘Newport’ rijden we west tot ‘Mulrany’ en dan weer noord tot ‘Bangor’. Vandaar naar de plitsing met de R314 die we volgen tot iets voorbij ‘Belderrig’ waar we de ‘Céide Fields’ bezoeken. Heel de weg vanaf Newport is prachtig veengebied met mooie uitzichten over de heuvels van de ‘Nephin Beg Range’. Céide Fields heeft een indrukwekkend kustlandschap maar het gebied is vooral het grootste monument in Europa uit het Stenen Tijdperk. Het ligt bezaaid met muren, grafplaatsen en overblijfselen van woningen uit die tijd, allemaal keurig bewaard onder een laag veen. Er werd hier in die tijd tarwe en gerst verbouwd en er graasde vee -vandaar ook de muurtjes. Uit wat er gevonden werd blijkt dat het een vrij grote gemeenschap moet zijn geweest. Het veen had later de tijd om alles te overdekken en zelfs bomen die er nadien groeiden bleven in het veen goed bewaard nadat ze omgevallen waren. Eén den uit het veenbos werd gedateerd op 4200 à 4400 jaar oud. Deze stam is één van de pronkstukken in het bezoekerscentrum. De muurtjes, gebouwd tijdens de bewoning van het gebied, zouden om en bij de 5000 jaar oud zijn… ontzaglijk.
Vandaar gaat het via ‘Ballina’ en via een vlotte hoofdweg tot ‘Sligo’. Daar parkeren we Mwenzi op een bewaakte parking en trekken het stadje in. Sligo is naar onze normen een “nog te doen” stadje, niet al te druk en nog net gezellig. Na wat door de straten geslenterd te hebben zoeken we Mwenzi weer op en rijden naar het ‘Slishwood Carpark’ aan de rand van het ‘Gill Lake’ waar we de nacht zullen doorbrengen. Gereden: 229km.

20/04 Vanmorgen droog en de zware bewolking begon rond 10u op te trekken zodat de zon er na de middag mooi doorkwam, toch nog frisse wind. Mooi weer met max.11ºC . Vanuit Sligo vertrokken en via ‘Bundoran’ tot ‘Donegal’ gereden waar we Mwenzi op de parking stallen. We verkennen dit vrij kleine stadje en bezoeken er het ‘Donegal Castle’ gebouwd in de 15de eeuw. Recht tegenover het kasteel is er de ‘Olde Castle Bar and Restaurant’ en er stonden mosselen op het menu. Daar zochten we al enige dagen naar en dus gingen we binnen voor de lunch. Maar ze hadden ook oesters !!! en Donegal-oesters wilden we zeker eens proeven want we hadden op internet gelezen dat die toch bijzonder zijn. En dat waren ze ook, buitengewoon lekker en veel minder zout dan diegene die we bv. in Frankrijk eten. De mosseltjes nadien waren ook lekker, maar de oesters zullen ons nog lange tijd bijblijven, zo goed waren ze. Toen we de bazin hierover aanspraken gaf ze ons spontaan een editie van de plaatselijke krant waarin een artikel stond over hun zaak. De ‘Olde Castle Bar and Restaurant’ was onlangs, op 16 april in Dublin, beloond met de “Best Seafood Award 2018”, uitgereikt door de “Good Eating Guide”. Dat wil toch wat zeggen.
Na Donegal stond ‘Killybegs’ op het programma maar omdat we op elke parking borden zagen met rood-doorstreepte campers, zijn we meteen doorgereden tot ‘Carrick’ waar we weer noordwaarts trekken tot ‘Meenaneary’ . Daar rijden we een klein smal wegeltje in dat 13km verder eindigt in ‘Port’. Gedurende die 13km wiegt Mwenzi als een bootje op woelige zee en dus blijft onze snelheid beperkt. Na een half uurtje komen we op een plek met een fenomenaal panoramisch uitzicht. Port is een oud verlaten dorpje waar nu enkel nog schapen grazen. Er is echter nog een klein haventje, ‘Port Tormore’ waar we Mwenzi parkeren. We wandelen er wat rond en vinden een gedenksteen ter nagedachtenis van de 19 slachtoffers van een scheepsramp in 1870.
Bij het opkomend getij kunnen we nog snel wat kreukeltjes rapen, die koken we vanavond nog wnat we blijven hier overnachten. Gereden: 147km.

21/04 Zon vanmorgen. Tot het rond 16u. begon te regenen. Toch een “mooie” dag. Vanmorgen zijn we gaan wandelen in het omliggende gebergte, het weer was mooi maar er was toch die onaangename, kille wind die de gevoelstemperatuur flink deed dalen. Aangezien we de helft van de wandeling toch moesten bergop lopen viel dat nogal mee. Op de terugweg zagen we vlak naast het pad een schaap lopen, uiteraard zijn er hier zo veel maar dit keer leek die op zoek naar haar jong waarvan we het geblaat ook konden horen. Na enig zoeken, want het dier was wel hoorbaar maar nergens te zien, vonden we, onder een Heidestruikje, een gat in de grond van ongeveer 30cm doormeter. Van hieruit kwam het geblaat ! Bij nader toezien bleek er een klein lammetje in de put te zitten op ongeveer 60-70cm diepte. We waren op deze hoogte op een typisch veengebied en door regen en erosie zijn er nogal wat slenken en blijkbaar ook gaten in de bodem. We vermoeden dat het lammetje in deze put gevallen is en er duidelijk niet meer uitgeraakte. De moeder moet wel echt radeloos geweest zijn, net als het arme lammetje. Uiteraard hebben we het arme diertje uit z’n benarde positie gehaald door het, op gevoel, bij de achterpoten te pakken en het door de smalle opening terug op de begane grond te heffen. Het diertje bleek ook vast te zitten in het slijk onderaan de put, zodat het niet makkelijk uit de put te krijgen was. Eenmaal op de begane grond begon het, helemaal zwart en vol turfslijk hangend, meteen nog harder om z’n moeder te roepen. Die was van ons weg gelopen maar kwam algauw, op het geblaat van haar jong, terug om het kleine ding zorgvuldig te besnuffelen. Eerst wat afwijzend -blijkbaar door de turfgeur- maar geleidelijk aan toch toegevend aan het jong dat aandrong om gezoogd te worden. Hopelijk zou ze nadien het lammetje ook drooglikken wat ons met deze koude wind wel wenselijk leek. Missie volbracht. Dat hebben we toch weer goed gedaan. We hadden graag de eigenaar van deze dieren op de hoogte gebracht van dit incident maar wie dat is of waar die woont… Hopelijk komt het in orde met de kleine speleoloog(oge)…
In de namiddag kwamen er nogal wat wandelaars hun wagen parkeren zodat er wel wat beloop was. We stonden ook op de uitkijk naar een visser die hier vanmorgen om 7u. z’n bootje instapte. We hoopten dat ie misschien op Kreeft of Krab ging vissen. Dat was inderdaad het geval en toen de man in de late namiddag terug aanmeerde konden van hem een Kreeft en enkele Krabben kopen. Die hebben we meteen klaargemaakt in gezouten water en samen met de kreukeltjes, die we gisteren klaarmaakten, hadden we voor vanavond een echte “Plat de Fruit de Mer” op tafel. Het saldo van het krabbenvlees wordt met wat mayonaise in de ijskast gezet voor later. Onze blog-lezers weten intussen ook al wel dat de culinaire geneugten tijdens onze reizen ook een vrij belangrijke rol invullen, dus het mag eigenlijk niet meer verbazen dat we daar ook over berichten. De plek bevalt ons hier zo goed dat we, vanmorgen al trouwens, beslisten om hier nog een nachtje te spenderen. Gereden: 0km.

22/04 De hele nacht heeft het geregend, en waarschijnlijk is het water op want rond negen klaart het op en is er, met frisse wind en af en toe bewolking, ook zon.
We trekken vandaag even terug op onze passen om in Killybegs een camping op te zoeken waar we Mwenzi nog eens een beurt kunnen geven. Op deze camping zijn er ook douches en goede wifi, dus voor de blog komt dat ook weer goed. ’t Is alweer een tijdje geleden en daarom schrijven nog gauw over vandaag. We leggen ook elektriciteit aan zodat we de batterijen nog eens goed kunnen doorladen en alle toestellen kunnen opladen. Met de zon van de afgelopen dagen is dat niet echt een noodzaak, wel een luxe en we hoeven er ook niet voor bij te betalen. Het is nu net middag en het regent... Gereden: 41km.

 

Print Friendly and PDF

 

 

 

Fotoalbums van Ierland

Ir18-05 - Sc18-01 (9)

30 April 2018 | Ierland 2018 - Schotland 2018 | Ierland | Laatste Aanpassing 08 Mei 2018

  • Ir18-05 - Sc18-01   01 Het Titanic Museum in Belfa
  • Ir18-05 - Sc18-01   06 De robot die in 1985 de ver
  • Ir18-05 - Sc18-01   08 Scheepsbrug van Harland & W
  • Ir18-05 - Sc18-01   02 Titanic maquette
  • Ir18-05 - Sc18-01   03 De grote Titanic werf en co

Ir18-04 (31)

22 April 2018 | Ierland 2018 - Schotland 2018 | Ierland | Laatste Aanpassing 22 April 2018

  • Ir18-04   25 Giant's Causeway 5
  • Ir18-04   16 Einde van de Wild Atlantic Way
  • Ir18-04   14 Duik van de Jan-van -Gent 4
  • Ir18-04   08 Noordelijkste punt van Ierland
  • Ir18-04   26 Carrick-a-Rede Rope Bridge 1

Ir18-03 (60)

11 April 2018 | Ierland 2018 - Schotland 2018 | Ierland | Laatste Aanpassing 22 April 2018

  • Ir18-03   50 Donegal Castle
  • Ir18-03   23 The Burren 4
  • Ir18-03   21 The Burren 2
  • Ir18-03   47 Ceide Fields - Klein hoefblad = lente
  • Ir18-03   30 The Burren - Kilfenora, Kauw

Ir18-02 (46)

02 April 2018 | Ierland 2018 - Schotland 2018 | Ierland | Laatste Aanpassing 02 April 2018

  • Ir18-02   40 Politiek bewuste fietsenhandelaar
  • Ir18-02   26 Ladies View, Killarney National Park
  • Ir18-02   23 De seizoenen van Ierland
  • Ir18-02   39 Monding van de rivier Sneem
  • Ir18-02   41 Proclamatie aan het Ierse volk

Ir18-01 (33)

25 Maart 2018 | Ierland 2018 - Schotland 2018 | Ierland | Laatste Aanpassing 22 Maart 2018

  • Ir18-01   21 Kilbeggan - oude koperen alambik's
  • Ir18-01   31 Cahir - 1810 Swiss Cottage voorgevel
  • Ir18-01   19 Kilbeggan - industriele archeologisch
  • Ir18-01   01 St.Vaast - oesterkweek
  • Ir18-01   09 Dublin - let op het aantal dubbeldekk

 

Plaats een Reactie

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking