Reisverhaal «Sleeping with the Jaguar - Part I»

Het jaar van de zomer: deel 1 | Bolivië | 0 Reacties 14 Mei 2008 - Laatste Aanpassing 19 Februari 2011

 

Dankzij de tip van de bioloog in Uyuni komen we bij Don Leo van Enin Tours terecht. Zijn en ons Spaans is niet echt van de beste kwaliteit maar ik heb wel het gevoel dat we elkaar begrijpen. Een vijfdaagse basic trekking door de Madidi jungle lijkt ons wel wat en we spreken af om de volgende dag te vertrekken. Don Leo is een Indiaan die lang met zijn familie in het gebied heeft geleefd voor het een nationaal park werd. Nu runt hij een tour bedrijfje hier in Rurrenabaque. Alle inkomsten gaan volledig terug naar zijn familie en de lokale bevolking en zo hebben we het graag. In afwachting van het grote avontuur gaan we die avond met z´n drie naar een Chinees restaurant. Het terras kijkt uit over dezelfde río Beni die ons morgen naar de jungle zal brengen. De volgende ochtend staan we al vroeg aan het kantoor van Don Leo. Heel de familie helpt bij het verzamelen van de nodige spullen en samen trekken we naar de rivier en wachten op de boot. We nemen van de gelegenheid gebruik om kennis te maken met de familie van Don Leo en met Darwin. Een jonge enthousiaste kerel die ons de volgende vijf dagen doorheen de 'groene hel' zal loodsen. Er nemen nog enkele andere Indianen plaats in de boot en weg zijn we, stroomopwaarts de río Beni. Langzaam komen bergen, groen als een oase, dichterbij.

De bergkam met zijn halfronde inkeping is al van ver zichtbaar. Als een baken geeft het de ingang (of uitgang) aan van het machtige Madidi park. Parque Nacional Madidi, waarschijnlijk het meest biodiverse van de beschermde gebieden op onze planeet. Van bijna 6000 meter hoog op de bevroren Andes toppen van de Cordillera Apolobamba tot de stomende tropische jungle en pampa. Naar schatting meer dan 1000 vogelsoorten, 10 soorten primaten, 5 katachtigen waaronder jaguar en poema. Reuze miereneters, reptielen en nog zo veel meer. Samen met  het aangrenzende Pilón Lajas reservaat, 23.000 vierkante kilometer groot. Even ter herinnering, België is 30.528 vierkante kilometer... Misschien toch niet slecht dat we een gids mee hebben die hier de weg weet. Na een uurtje varen ongeveer bereiken we de ingang. Even wat formaliteiten en weg zijn we om even verder terug aan wal te gaan. We brengen een bezoek aan de San Miguel del Bala community en zullen er ook de kok ophalen. Een indiaanse vrouw wil ons graag tonen hoe ze hier aan het suikerrietsap komen. In haar achtertuin (de jungle) staat een grote pers die bestaat uit met de hand gemaakte houten tandwielen en een boomstam als zwengel. Terwijl Darwin en ik met vereende krachten de raderen in beweging zetten stopt de vrouw de grote dikke stengels suikerriet tussen de klauwen van de pers. De stengels kraken en het beige sap stroomt door een geul naar beneden waar het opgevangen wordt in een tuperware (kan ook een ander merk geweest zijn) beker. Al heel vlug stroomt er ook sap van onze rug want ik kan je verzekeren dat het niet van de poes is om in deze hitte de pers draaiende te houden. Het verse sap, perfect op smaak gebracht met wat vers uit de boom geplukte limoen, is heerlijk verkwikkend. Het kleine dochtertje is dat minder. Heel de tijd heeft ze zitten krijsen. We proberen haar wat te troosten maar wanneer we nog maar in haar richting durven kijken wordt het alleen maar erger. Achteraf komen we te weten dat haar papa haar heeft wijs gemaakt dat de "gringos" (vreemdelingen) haar komen halen als ze stout is... In het dorpje doen we nog wat inkopen. Coca bladeren, liaan en wat sterke drank. Darwin ziet meteen mogelijkheden en belooft ons een lekkere Caipirinha te maken met het sap van het suikerriet. We stappen naar de hut van de kok die, alhoewel niet op de hoogte van onze komst, meteen zijn spullen pakt en zich klaar maakt voor de vijfdaagse tocht. Darwin kruipt de appelsienenboom in. "Hoeveel hebben we er nodig?"  roept hij naar de kok. "Zestig" is het antwoord. Met twee stokken en een jutezak maken we een vangnet en plukken de vliegende sinaasappelen uit de lucht. Nog een flinke dosis pompelmoes en weg zijn we. Wat verderop de rivier gaan de laatst overgebleven Indianen van de boot en blijven we met vijf over. Darwin de gids, Wilmar de kok, Jeroen en wij twee. De 'view' is totaal anders dan in de pampa. De begroeiing langs de oever is hoger. Hier en daar staat een boom in bloei en zijn kleur contrasteert met de vele variaties van groen. We nemen aan de lichten, de eerste rivier rechts  en varen de río Tuichi op. Niet veel later gaan we aan wal. We dragen onze spulletjes over het keienstrand en brengen het naar het kamp waar we de eerste nacht zullen doorbrengen. Hier woonde ooit Don Leo met zijn familie. Nu staan er nog drie grote eenvoudige hutten. Om te koken, te rusten (hangmatten) en te slapen (houten planken op een half metertje van de grond). We worden begroet door Negra, een black faced spider monkey. Stropers hebben haar mama dood geschoten. Don Leo wist Negra te redden en heeft haar hier terug vrij gelaten. Ze weet dat er altijd wel iets te rapen valt wanneer hier volk over de vloer komt en meteen is ze daar. We hebben een uitkijk over de rivier waarvan de oever bevolkt wordt door massa's prachtige zwart-wit-groene vlinders die zich voor één keer keurig gedragen en blijven zitten voor de foto. Na de lunch maken we onze eerste wandeling door de jungle. Secundair woud in dit geval. De familie van Don Leo heeft hier vroeger het land bewerkt. De natuur heeft ondertussen de zaak terug over genomen maar tussen de nieuwe vegetatie zijn nog de appelsienen- en bananenbomen te vinden.

 

 Het is vlug duidelijk dat we heel goede maatjes gaan worden met Darwin. Zo´n enthousiasme en zoveel respect voor de natuur heb ik nog niet vaak gezien. Hij is jong maar wat een kennis. Weet alles over medicinale en andere planten en weet ook heel wat beestjes te vinden. Kleine tarantula´s, vogels (waaronder blauwrode ara´s), een soort pauw en uiteraard de flinke joekels van mieren (Sepes of zoiets). Hij wordt helemaal opgewonden over een rottende omgevallen boom. Precies in deze hebben mieren hun nest dat vol zit met dikke larven. Met zijn machete peutert hij wat hout los en ontfutselt van de mieren enkele witte Michelin-mannekesachtige kruipende creaturen. De mieren kunnen er niet mee lachen en het is opletten geblazen want hun beet is navenant hun grootte. "Proef maar" zegt hij, "ze zijn heel erg voedzaam". Ik neem het wriemelende diertje met enige aarzeling tussen mijn vingers en stop het tussen mijn lippen. Misschien heeft deze het ooit al eens meegemaakt en hij doet dan ook alle moeite om er al wriemelend van tussen te komen. Ik klem hem iets steviger tussen mijn lippen, haal hem met het puntje van mijn tong naar binnen en neem hem definitief klem tussen mijn tanden. Het lijfje maakt draaiende bewegingen wanneer ik de druk opvoer. Ik voel het achterlichaampje zwellen. De buikinhoud van het beestje wordt allemaal één kant uitgeperst en net zoals je een puist uitknijpt, breekt op de zwakste plaats de huid en spat het lijfje open. De inhoud komt in dit geval niet op de spiegel terecht maar vermengt zich met mijn speeksel en vindt zo zijn weg naar de smaakpapillen. Terwijl die, redelijk tegen hun zin, de smaak proberen in te schatten, voel ik het kraken van het iets hardere hoofdje tussen mijn tanden. "Lekker?" vraagt Darwin. "Njaa" antwoord ik met beleefd ingehouden enthousiasme. We proeven ook van enkele jungle vruchten en krijgen een tattoo van de 'manzana de la selva' (appel van de jungle). Darwin tekent iets op onze arm maar er is niets te zien. Na een tijdje verschijnt de dieppaarse tot bijna zwarte tekening. "Blijft een paar dagen" zegt hij. Nou, het is er veel langer op gebleven... Na de popcorn (popcorn in de jungle, alé jong) en het avondeten zitten we samen. Het is tijd voor een ernstig moment. We smeken om de gunst van Pachamama (moederaarde) met een offer. Voor een veilige tocht en dat we veel dieren mogen zien. Darwin maakt een gat in de grond waarin hij cocabladeren, een brandende sigaret en bicarbonaat stopt. Daarover giet hij een beetje alcohol van 90%. Ook wij gieten om beurt een beetje drank over het offer en vragen goed geluk aan Pachamama. Het ritueel wordt afgesloten met coca. We kauwen eerst op een stukje liaan zodat het mals en vezelig wordt. Je weet wel, zoals destijds het uiteinde van het zoethout waar je al een halve dag op had zitten knabbelen. We maken er een propje van dat we in onze handpalm stoppen. Samen met de cocabladeren wordt het dan een soort van nestje waarin we wat bicarbonaat strooien. Vervolgens kneden we het zachtjes tot een bolletje en stoppen het in de wand van onze kaak. Het is niet slecht eigenlijk. Na en tijdje krijg je er wel een voos (is dit Nederlands?) gevoel van in je kaak. Alsof de tandarts je een spuitje heeft gegeven. We praten wat (niet zo makkelijk trouwens met die prop achter je kiezen) en Darwin vertelt een Boliviaanse mop. Iets over eenvoudige landbouwers die voor het eerst naar de stad gaan en daar een en ander niet goed begrijpen met een hoop misverstanden tot gevolg. Ik denk dat wij ongeveer dezelfde hebben over Limburgers . In het donker trekken we naar de rivier, op zoek naar de dieren van de nacht. Twee dagen geleden nog heeft Darwin hier een jaguar gezien. Pachamama was toen wel heel gul. Wij nemen genoegen met de vele geluiden, met kikkers en padden die voor onze voeten wegspringen en met de rode oogjes in het struikgewas. Mijn oerinstincten worden weer bevredigd wanneer we gaan vissen. Aan de nylondraad wordt een steentje gebonden. Als een lasso wordt het op gang gezwengeld en vervolgens in het water gesmeten. Aanvankelijk vang ik vooral mezelf... Wanneer het uiteindelijk dan toch lukt om het aas in het water te krijgen wil er niemand in bijten. Blijkbaar geen piranha`s hier. We zetten dan maar een val voor de nacht en keren terug naar het kamp. Het gevoel is onbeschrijflijk. Daar stap je dan, langs de oever van de río Tuichi. Nachtelijke jungle geluiden strelen je trommelvliezen. Op de achtergrond het donkere silhouet van de bergen aan de horizon, waarover, in het licht van de maan, de nachtelijke tropenhemel donkere grillige wolken blaast. Ver, heel ver weg van thuis.
Onze kleren moeten van Darwin in een plastieken zak of onder het muskietennet. Zeker niet onbeschermd laten hangen want er zitten hier nachtvlinders die er eitjes in leggen. Al heel vlug worden dit larfjes die met alle plezier je vel inkruipen van zodra je kleren in contact komen met je huid. Die larven vinden het daar heel plezant en zijn er bijna niet meer weg te krijgen. Hij toont ons de littekens op zijn arm die het gevolg zijn van de enige goede verwijdertechniek, namelijk uitbranden. Ik kan je verzekeren dat ons muskietennet maar enkele seconden met een heel klein spleetje opengaat wanneer we in ons bedje van houten planken kruipen. En toch slapen we als marmotten die eerste nacht in de jungle van Madidi.

Nog voor de zon opkomt zijn we al uit de veren. Vogeltjes fluiten er duchtig op los terwijl Darwin ons alles leert over het gebruik van de verschillende planten en bomen. De zon verschijnt van achter de bergen aan de ingang van het park en kondigt met gekleurde stralen de nieuwe dag aan. Darwin neemt ons mee, dieper de jungle in. Zijn gehoor is vlijmscherp. Nog lang voor dat wij ook maar iets horen doet hij al teken. We volgen hem door het groen. Soms gebukt, bijna op handen en knieën. We krijgen aapjes te zien. Dan wordt Darwin opgewonden. Hij heeft een kudde chanchos (jungle zwijnen) gehoord en geroken. We volgen hem door de dichte begroeiing. Dan rennen we, dan weer zitten we doodstil op de grond. Tot groot genoegen van de muggen die dankbaar gebruik maken van onze stops. We horen het nu ook. Het lijkt wel op het geluid van klappertanden. En dat is het ook. De grote mannetjes met hun vervaarlijke slagtanden laten weten dat ze er zijn en dat hun tanden nog steeds op scherp staan. Het geklepper is nu heel luid hoorbaar. Varkens zien slecht en de wind zit goed. Plots zijn ze vlakbij. We zien het struikgewas op twintig meter van ons bewegen. Geklepper en geknor alom. Het is een grote groep, misschien wel honderd, lipt Darwin. Ik kijk even achterom en kies de boom uit waar ik in zal klimmen moest het nodig zijn. Mijn hart bonst in mijn keel, adrenaline jaagt door mijn venen. Ze worden zenuwachtig, ze voelen dat er iets niet pluis is. Plots stormen enkele onze richting uit en stoppen. Ze snuiven de lucht met hun dikke varkensneus. Hun grote neusgaten gaan ver open en weer dicht. De dapperste komt tot op enkele meters, zijn hoofd hoog in de lucht. Dan slaakt hij een hoge gil en vlucht weg in paniek. Heel de groep komt in beweging. Het geklepper van de tanden en het gekrijs gaat door merg en been. Darwin is door het dolle heen. Pachamama is ons wel erg gunstig gezind. Dat is vast en zeker de beloning voor ons eerlijke offer van gisteren. We zetten de achtervolging in en een tweede keer komen we heel dichtbij. Twee keer de vieze geur van mensen vinden de varkens iets te veel van het goede en onder luid protest vluchten ze diep de jungle in. Wij (de drie Belgen) hebben geen flauw idee waar we zijn terecht gekomen. Gelukkig is er Darwin die feilloos zijn weg weet zonder, voor ons dan toch, één ogenschijnlijk referentiepunt. Na de lunch pakken we onze spullen en vertrekken. Er is ondertussen nog een jong meisje bijgekomen en een extra gids. Ze zal met ons de volgende dagen mee de jungle intrekken. Darwin ziet het niet zitten. Ze is veel te frêle en lust op de koop toe geen rijst! Na een klein uurtje stappen gaat het arme kind door de knieën. Haar witte huid is vaalbleek geworden en al schokkend kotst ze de boel onder. Zie je wel! zie ik Darwin denken. We geven haar wat water om het zuur van haar handen en lippen te spoelen. Even volgt er overleg, de voedselvoorraad wordt opgesplitst en de gids en het meisje gaan terug naar het basiskamp. We zijn dus terug met z´n vijven. Na uren stappen - er is hier nog een klein pad, dus dat gaat makkelijk - komen we net voor het donker op onze kampplaats. Twee plastieken zeilen worden opgehangen. Op de grond wat palmbladeren met een laken erover. Daarboven een muskietennet en dat is het. Terwijl de kok op een houtvuurtje aan het eten begint gaan Anita en ik ons wassen in een riviertje wat verderop. "Hey, dat valt goed mee" zeggen we nog. "Weinig muggen en ander klein ongedierte." Onterecht zal later blijken. Jeroen moet zich een beetje haasten om zich te wassen want na zonsondergang is het te gevaarlijk vanwege de slangen. Het laatste wat je wil tegen komen met je broek op half zeven is een fer-de-lance. En die zitten hier! Na de pasta is het al pikdonker. De jungle stereo wordt steeds harder gezet. Vanuit het struikgewas, heel dichtbij, fonkelen twee nieuwsgierige oogjes van een nachtaapje. Aai, we hebben enkele van onze kledingstukken niet in veiligheid gebracht. In het licht van onze zaklantaarn zien we tientallen nacht vlinders op onze kleren. Ok, die gaan dus ergens diep in de rugzak en komen er pas terug uit om te wassen...
Darwin hoort in de verte de roep van ... de jaguar. Aanvankelijk hoor ik niets maar het lieve dier is zo vriendelijk om dichterbij te komen. Darwin knoopt een gesprek aan met deze wilde kat en roept terug. De jaguar antwoordt. We zorgen ervoor dat het pikdonker is en Darwin roept. De jaguar antwoordt. Steeds dichterbij. Dan is het ook voor Darwin dicht genoeg en maken we terug wat licht. Voor we gaan slapen legt Darwin gloeiende assen van het vuur rondom onze slaapplaats. Dit is nodig om de sepes (grote mieren) weg te houden. "Als ze met een groepje zijn is je T-shirt in een half uurtje opgevreten" zegt Darwin. Er zijn maar twee dunne slaapmatjes voor ons drieën, "Geen probleem" zegt Anita, "heb ik niet nodig." ´t Is toch een straffe hé! Die nacht komen we te weten dat er toch kleine beestjes zaten en worden we regelmatig wakker om eens flink te krabben.
We zijn indringers in zijn territorium en dat zint hem helemaal niet. Gans de nacht maakt hij grote cirkels omheen ons kamp en laat met zijn zuchtende "mwhoe" blaf weten dat hij er nog is. De koning van de jungle, de Jaguar of 'el Tigre' zoals ze hem hier noemen.

naar « Sleeping with the Jaguar - Part II »

 

 

 

 

Fotoalbums van Bolivië

Bolivia - Aguas Calientes (7)

19 Juni 2013 | On The Road up North | Bolivië | Laatste Aanpassing 19 Juli 2013

  • Bolivia - 06182013 - Agua Calientes - DSC 0181-1
  • Bolivia - 06162013 - Agua Calientes - DSC 0168-1
  • Bolivia - 06162013 - Agua Calientes - IMG 3496
  • Bolivia - 06192013 - Agua Calientes - DSC 0222-1

Bolivia - Algemeen (43)

19 Juni 2013 | On The Road up North | Bolivië | Laatste Aanpassing 19 Juli 2013

  • Bolivia - 05202013 - Sucre - DSC 0108
  • Bolivia - 06102013 - Santa Cruz - IMG 3358
  • Bolivia - 05192013 - Sucre (onderweg naar) - IMG 2
  • Bolivia - 06022013 - Tarata - DSC 0245

PN ToroToro (48)

01 Juni 2013 | On The Road up North | Bolivië | Laatste Aanpassing 04 Juni 2013

  • Bolivia - 05312013 - Parque Nacional ToroToro - DS
  • Bolivia - 06012013 - Parque Nacional ToroToro (ond
  • Bolivia - 05302013 - Parque Nacional ToroToro - DS
  • Bolivia - 05302013 - Parque Nacional ToroToro - DS

Valle Hermoso (39)

20 Oktober 2008 | Het jaar van de zomer: deel 2 | Bolivië | Laatste Aanpassing 23 Mei 2011

  • Voor en na school zijn de meisjes herderinnetjes

Tupiza (6)

19 Oktober 2008 | Het jaar van de zomer: deel 2 | Bolivië | Laatste Aanpassing 23 Mei 2011

  • Onderweg naar Tupiza
  • Tupiza

Cochabama - Villa Tunari (11)

16 Oktober 2008 | Het jaar van de zomer: deel 2 | Bolivië | Laatste Aanpassing 23 Mei 2011

  • Cochabamba
  • Een lekje van Loca

Lago Titikaka: Copacabana - Isla del Sol (19)

13 Oktober 2008 | Het jaar van de zomer: deel 2 | Bolivië | Laatste Aanpassing 23 Mei 2011

  • Ons hotelletje op het strand waar een overnachting

Rio Quiquibey (18)

27 Mei 2008 | Het jaar van de zomer: deel 1 | Bolivië | Laatste Aanpassing 23 Mei 2011

  • Río Beni

Rurrenabaque - Madidi (47)

19 Mei 2008 | Het jaar van de zomer: deel 1 | Bolivië | Laatste Aanpassing 23 Mei 2011

  • Kijken mag aankomen niet (giftig)
  • Niet zo groot maar wel venijnig

Rurrenabaque - Pampa (26)

08 Mei 2008 | Het jaar van de zomer: deel 1 | Bolivië | Laatste Aanpassing 23 Mei 2011

  • Op zoek naar het zwitser mes tussen de piranha`s
  • De tandjes van een piranha
  • Ons kamp

Potosi (16)

05 Mei 2008 | Het jaar van de zomer: deel 1 | Bolivië | Laatste Aanpassing 23 Mei 2011

  • Kopen wat edele metalen uit de mijn

Salar de Uyuni (29)

30 April 2008 | Het jaar van de zomer: deel 1 | Bolivië | Laatste Aanpassing 23 Mei 2011

  • Vulkaan (en Godin) Tunupa
  • Cementerio de trenes

La Paz (10)

27 April 2008 | Het jaar van de zomer: deel 1 | Bolivië | Laatste Aanpassing 23 Mei 2011

  • Bolivia - La Paz - Mercado de Hechicería (heksenma
  • Bolivia - La Paz - Tiahuanaco
  • Bolivia - La Paz - Valle De La Luna
  • Bolivia - La Paz - Tiahuanaco

 

Plaats een Reactie

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking