Reisverhaal «Nuthin(g) W(r)ong ? - einde»

Het jaar van 260 dagen (in de voetstappen van de Mayas) | Honduras | 1 Reacties 01 Maart 2012 - Laatste Aanpassing 11 Juni 2012

naar wat vooraf ging

“What the hell is going on?” vraag ik Aslak. “The captain has become very nervous about a suspicious ship” fluistert hij zenuwachtig “it could be pirates…”
“Awel ja” grom ik cynisch “piraten, dat hebben we nog niet gehad! Een joint teveel gesmoord zeker!” Ondanks het ongeloof zitten we in geen tijd in onze kleren en haasten ons in het donker op het dek. Eén glimp van Captain Clive’s beklemmende blik zegt genoeg. Het is menens. Aan stuurboord zijde stevent een schip onze richting uit. Heel de tijd bleef het ter plaatse maar nu we zijn genaderd komt het in beweging. Clive wordt met de minuut nerveuzer. “Change course” zegt hij. Tegelijk slaat hij het roer om en geeft een tik tegen de gashendel. De motor gaat in een hoger toerental en stuwt de boeg onstuimig door de golven. “Paranoia” lip ik naar Anita maar hou net als de anderen de ‘vijand’ scherp in de gaten. Minuten gaan voorbij. Twijfel steekt de kop op. Wijzigen zij ook hun koers of niet? Komen ze dichter of niet? Shit! Het is nu wel zeker, die gasten komen onze richting uit en snel zelfs. “Navigation lights out” beveelt Clive. “Cover the windows. No lights!” De adrenalinepomp komt in werking. Het vegetatieve zenuwstelsel neemt het commando over en gebiedt alarmfase ‘oranje’. Mijn hart peest een versnelling hoger, perst bloed tot in de kleinste arteria en zet mijn borstkas onder druk. De longen zuigen gulzig zuurstof op. Iedereen doet wat van hem wordt verlangd en doet het snel. “Fuck!” vloekt de kapitein. Onze achtervolgers hebben eveneens hun lichten gedoofd en bijten zich vast in onze kielzog. “All reefs up!” sist hij. In complete duisternis zoeken onze handen de touwen. Als een draak kromt de Nuthin Wong haar rug en spreidt haar vleugels. Ritmisch duikt haar hoofd de golven in om meteen, het water wild van zich afschuddend, haar kop weer op te richten.


De skipper doet haar janken. Zwarte rook en gloeiende sintels verdwijnen in het duistere niets. Anita heeft post gevat naast het controle paneel in de kombuis en de opdracht gekregen de meetinstrumenten geen seconde uit het oog te verliezen. Om de paar minuten verheft de kapitein zich, kijkt een fractie achterom, vloekt binnensmonds en stort zich vol overgave terug op het roer. “Kapitein, de engine is bijna in het rood” hoor ik Anita zeggen. “Ok” antwoordt Clive “come and tell me when he’s into the red.” Ik heb geen idee hoe lang we de golven klieven maar langzaam aan verkleint de donkere schim in ons kielwater. Pas wanneer slechts een stip zichtbaar blijft aan de horizon vertragen we. “They are gone captain” zeg ik. Een laatste keer kijkt hij achterom. “That was close” zucht hij en lijkt weer terug op de oude man die hij twee uur geleden was.

Het licht van de nieuwe dag verdrijft de obscuriteit van de nacht. Met een flinke dosis cafeïne om het tekort aan slaap te compenseren beginnen Anita en ik aan de wacht van 06u tot 12u. Na enkele uren komt Aslak erbij. Uiteraard hebben we het over de gebeurtenissen van vannacht. “Misschien waren we ze helemaal niet te snel af” grappen we. “Misschien schrokken ze zich rot van zodra ze dicht genoeg waren om ons eens goed te bekijken en hebben ze meteen beslist om de strijd te staken.” Alhoewel, op de GPS zien we dat de topsnelheid sinds ons vertrek in Gunaja, 9.6 mijl bedroeg. We zijn vannacht echt wel tot het uiterste gegaan…
Wanneer de piraten oud nieuws zijn schakelen we terug over op ons favoriete gespreksonderwerp. Lekker koel Belgisch bier. En meteen hebben we spijt dat we erover begonnen zijn. Wat zouden we al niet over hebben voor een koel drankje!
De zilte eindeloosheid van de dag wordt slecht eenmaal doorbroken wanneer een catamaran ons vaarwater kruist. Het radiocontact is goed nieuws want nu weten we tenminste dat het ding werkt. De boodschap echter is dubieus. De wind keert in de goede richting. “Joepie!” En… er is zwaar weer op komst. “Shit!” De catamaran heeft de voorbije nacht zijn toevlucht gezocht in de haven van Isla de Providencia, een Colombiaans eiland 220km voor de kust van Nicaragua. Onze wacht van 00u tot 06u zou wel eens een voorbode kunnen zijn van wat ons nog te wachten staat. De zee is erg onstuimig. Om het uur nemen we het roer van mekaar over. Het is hard labeur. We zeilen zonder motor maar ook zonder vaart. Bij het ochtendgloren heeft al dat zware werk ons amper 6 mijl verder gebracht. De kapitein neemt de wacht van ons over en start de motor. Er zit dus weer niets anders op dan de oordoppen diep in onze oren te proppen willen we enkele uren van slaap meepikken.

Ships Log: Sunday 26 februari 2012 - 05:00h

LAT 14°.01'.718" - LON 81°.33'.361"
Course: 140 - Miles to waypoint: 20 - Speed 1.3
Remarks:
333,8 miles since Guanaja
        141,8 miles since Vivorillo

“Denk je dat de kapitein in Isla de Providencia zal aanmeren?” vraag ik Aslak wanneer we rond het middaguur weer op dek verschijnen. “Ik hoop het” antwoord hij met een zucht. Het moreel is ook bij hem tot onder het vriespunt gedaald. We zijn het beu. De onstuimigheid, de wispelturigheid, de traagheid, de vuiligheid. Het kombuis is de status van mesthoop nabij. De vettigheid druipt van het fornuis. Koken is een kwelling geworden en niet zonder risico. De vuurbekkens wiegen wild op het ritme van de golven. Het is zoeken naar enig houvast op een glibberige schuine ondergrond. Soms schraag ik Anita zodat ze tenminste beide handen vrij heeft om in de pot te roeren. Wat je even loslaat flikkert meteen de grond op. Niemand heeft de moed om de boel deftig op te kuisen. Niemand vindt het leuk behalve de kakkerlakken. Voor hen is dit het paradijs.
Tijdens onze avondwacht zien we met lede ogen toe hoe aan bakboord de lichten van de haven van het Colombiaanse party eiland langzaam aan ons voorbijgaan. Clive wil weg uit dit gebied voor de storm eraan komt. We moeten kost wat kost van de ‘bank’ zien weg te geraken. “Het zou anders wel eens zeer onaangenaam kunnen worden” voegt hij er aan toe. De wind heeft een betere richting gekozen maar ook een tandje bij gestoken. Wanneer een ‘reef down’ moet, zoek ik in het flauwe licht van ons hoofdlampje een stevig houvast voor mijn voeten en omklem Anita’s middel zodat zij haar handen vrij heeft om het zeil in te halen. Golven spatten over het dek en kletsnat nemen we onze positie achter het roer terug in. Doodmoe kruipen we om middernacht ons bedje in en luisteren nog even naar het lied van de Nuthin Wong. Het wapperen van de zeilen, het gekreun van het hout, het beuken van de golven tegen de romp en het klotsende water binnen op de bodem van de boot.

Ships Log: Monday 27 februari 2012 - 07:00h

LAT 12°.49'.287" - LON 81°.07'.635"
Course: 170 - Miles to waypoint: 238.7 - Speed 4.0
Remarks: Waypoint Portobello!

390 Mijl in acht dagen. Nog 238 te gaan. We leven in een soort van roes met dagen van 18u. Zes uur op, twaalf uur af. Het ondiepe water ligt achter ons. Stormachtige winden woeden over de oceaan en stuwen lange golven tot vier, vijf meter de hoogte in. We zijn alleen op de wereld.

Ships Log: Tuesday 28 februari 2012 - 01:00h

LAT 12°.08'.00" - LON 80°.55'.00"
Course: 140 - Miles to waypoint: 188 - Speed 2.6
Remarks: Slow but Steady

We zijn vroeg uit de veren voor onze wacht van 06 tot 12u. Sammy en de kapitein brengen wel erg vaak een bezoek aan de machinekamer. Wanneer ik vraag wat er aan de hand is blijken we met een lek te zitten. Langsheen de schacht vindt het zeewater met een pisstraal haar weg naar binnen. De bilge pomp moet elk half uur aan en heeft tien minuten nodig om het meeste nat weg te pompen. We zijn al blij dat het ding werkt. Hopelijk blijft dat ook zo.
Vers voedsel is er al lang niet meer maar bloem is er nog in overvloed en dus bakt Sammy brood in de snelkoker. Een uitvinding van onze handige schipper.
Voor de ‘fuit’ echter, waarmee het van kwaad naar erger gaat, lijkt Clive’s voorraad creatieve oplossingen uitgeput te zijn. Dit is de eerste keer tijdens deze trip dat ik me echt zorgen maak. Gewapend met de binnenband van een fiets en enkele slangklemmen kruipen Sammy en ik de machinekamer in. Een half uur later is het lek gedicht. Nu we toch creatief bezig zijn geven Anita en ik mekaar op het dek een goede schrobbeurt met zeewater en shampoo.
Wat eerst een stip aan de horizon was blijkt enkele minuten later een oceaanstomer te zijn die met een rotsnelheid ons vaarwater kruist. We komen in de buurt van het Panamakanaal en verlaten langzaam maar zeker het gebied van eenzaamheid. Met een lekker soepje beginnen we aan de wacht van middernacht. We werken hard maar het gaat vooruit. Een muziekje, het rode licht van het kompas. Een hemel van wolken en sterren en een nieuwe maan die verstoppertje speelt met de vleugels van de Nuthin Wong. We naderen de laatste 100 mijl. We zijn weer ‘Alive and Kicking’.

Ships Log: Wednesday 29 februari 2012 - 06:00h

LAT 11°.04'.028" - LON 80°.34'.671
Course: 150 - Miles to waypoint: 111.5 - Speed 4.1
Remarks: none

Aslak’s matras is al sinds dag één doordrenkt met zeewater. Hij noemt zichzelf een ‘bedhoer’ en is steeds opzoek naar een droge stek om te slapen. Wanneer wij van de wacht komen vinden we hem steevast in ons ledikant. Zachtjes trachten we hem te wekken maar telkens schrikt hij zich rot en kijkt ons aan of we van een andere planeet komen. Het geeft ons een glimlach voor het slapen gaan.
Sammy en Tom duiken onder de 100 mijl. Om 18u nemen wij de fakkel weer over. Het heklicht is stuk. Duck tape – vrijwel alles op dit schip hangt ondertussen vast met duck tape – en een zaklantaarn lossen dat probleem ook weer op. Met het kanaal om de hoek houden we om de 15 minuten een 360° check maar niets of niemand kruist ons pad. Tegen het einde van onze wacht hebben we meer dan 21 mijl zeewater achter ons gelaten. Minder dan 50 te gaan!

Ships Log: Thursday 01 march 2012 - 06:00h

LAT 09°.52'.00" - LON 79°.54'.011"
Course: 150 - Miles
to waypoint: 17.5 - Speed 6
Remarks: Portobelo: We Lóók 4 U:?

Tom en Sammy doen er tijdens hun wacht nog een schepje boven op en overschrijden de kaap van 20 mijl. Het is druk geworden nu we de aanvaarroute van het Panamakanaal oversteken. Via de radio vraagt de kapitein aan een van de grote jongens de coördinaten van de haven van Portobelo. Net zoals wij verbaast de navigator van het containerschip er zich over dat onze kapitein die niet heeft.

En dan, na bijna twaalf dagen, verschijnen de groene heuvels van ‘San Felipe de Puerto Bello’ aan de horizon. Glimlachend kijkt Clive Hamman toe hoe zijn crew op de boegspriet als overwinnaars in mekaars armen vallen. De reefs worden een laatste keer ingehaald. De fietsband gaat van de as en zacht pruttelend vaart de motor ons de haven binnen. Herinneringen vullen ons gemoed. “Kijk daar, het kerkje. En ginder, het fort met zijn kanonnen op de baai gericht.” Vol spanning kijken we naar de geankerde boten. Het zijn er veel meer dan toen. “Denk je dat hij er nog is?” vraagt Anita. “Wie weet, wie weet” prevel ik. Vier jaar geleden was Portobelo het begin van een waanzinnig zeilavontuur met de Tarona en captain Perr. Nu is dezelfde haven het eindpunt van een al even krankzinnige tocht met de Nuthin Wong en zijn captain Clive. Vanop de ons omringende dekken kijken verbaasde zeemannen toe hoe ons schip zich een plaats toe-eigent in de baai. Trots en met de allures van een echte zeerot laten we het anker het zilte sop induiken. De wit-rode Canadese en de gele quarantaine vlag (T-shirt van Sammy) wapperen in de wind.
Proper gewassen en in zijn beste pak verschijnt de kapitein op het dek. Voor hij in de dinghy stapt roept hij ons samen. “Ik wil jullie bedanken” zegt hij “voor jullie inzet en moed. Omdat jullie mij hebben verdragen. Ik wil me verontschuldigen voor het gevloek en getier. Alstublieft, besef dat dit nooit persoonlijk was.” Even pauzeert hij. “Dit” gaat hij verder “was een van de zwaarste tochten die ik in de laatste twintig jaar ondernomen heb…”
“But together we made it!”

Epiloog: De volgende drie dagen blijkt de vaste grond onder onze voeten helemaal niet zo ‘vast’ als verwacht. Vooral ’s nachts lijkt het alsof we nog steeds op de oceaan ronddobberen. Zo fel zelfs dat we steun zoeken tegen de muur om naar het toilet te stappen. We hebben onze intrek genomen in Captain Jack’s Hostel Portobelo. Het dorp is razend populair geworden. Backpackers uit alle windstreken betalen flink wat dollars voor de oversteek van of naar Zuid-Amerika.
“En? Nooit meer!?” Hmmm, daar we zijn we nog niet zo zeker van. De droom van de ‘grote oversteek’ dwaalt nog altijd door ons hoofd. In de verte klinkt nog steeds de roep van de zee. We hebben tenslotte toch maar gezeild met de levende legende Captain Clive Hamman nietwaar. En niet te vergeten, die Zweedse sjarel van vier jaar geleden.
Do you by any chance know captain Perr and his Tarona?” vraag ik captain Jack. “I sure do so” antwoord hij. “He sank his boat two months ago. Sailed into a reef. Do you know him?” “Ja” antwoord ik. “Vier jaar geleden zijn we met hem naar Cartagena gevaren.” Jack fronst de wenkbrauwen en schudt zijn hoofd. “Crazy man he is… shouldn’t be on a boat!”

 




 

 

 

 

 

Fotoalbums van locatie «Honduras»

Nuthin Wong (27)

01 Maart 2012 | Het jaar van 260 dagen (in de voetstappen van de Mayas) | Honduras | Laatste Aanpassing 25 April 2012

  • Honduras - 03012012 - Nuthin Wong - IMG 7137

 

Plaats een Reactie

geert Mr Outdoorschool Sprakeloos... hoe gaan jullie ooit opnieuw een rustig leventje leiden in Belgie? Geplaatst op 14 Juni 2012

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking