Reisverhaal «Once upon a time in the (wild) east (deel 1)»

Het jaar van de glimlach | Laos | 10 Reacties 27 Januari 2011 - Laatste Aanpassing 10 Mei 2011

23/01/2011
Restaurant @SIAM tegenover het Hualamphong treinstation in Bangkok. Op de grens tussen 2 culturen. Zeemzoete westerse muziek weerklinkt op de achtergrond. Honderden foto's van lachende reizigers die hier ook zijn geweest aan de muren...

Als in een film met verschillende verhaallijnen pikken we, na bijna 3 maanden onverwacht in België, op exact dezelfde plaats de draad terug op. Er is veel gebeurd ondertussen. Laatste afscheid van Anita's vader, stil en sereen. Bewust stilgestaan bij het leven toen de dood zo tastbaar nabij was. Troostende woorden toveren een voorzichtige glimlach op de lippen. “De dood is zo erg nog niet wanneer het leven mooi is geweest.”
Tijdelijk een unieke woonst in Mechelen. Oude en nieuwe vrienden ontmoet. Lange wandelingen door kou en sneeuw.

Het is zwoel. De zon zoekt, zoals iedereen in deze miljoenenstad zijn weg tussen de duizenden bouwsels en gaat tenslotte onder.
Bijna voelt het alsof we nooit gestopt zijn met reizen...

24/01/2011
Op het dak van het Pakse Hotel in het zuiden van Laos brandt de ondergaande zon unieke beelden op ons netvlies. Badend in gouden hemellicht rijzen donkere silhouetten op uit de Mekong. De beneveling van de mojito maakt de betovering compleet. Handen en blikken raken elkaar. It feels good to be back on the road again!

Met foto's van de kinderen en van de 'homestay' familie van ons vorig bezoek op zak, nemen we de sãwngthãew naar Kiet Ngong. We hebben ervaring en dus kunnen we Tess - de madam van “Portugal vakantieland” (of zoiets) - al een beetje voorbereiden op wat komen gaat . Haar was vertelt dat het busje om 10u zou vertrekken. In het  toeristisch informatie centrum kregen wij 12u te horen. “Nee, nee om 13u” laat de chauffeur weten. Rond 13.30u komt er beweging in. Tess dolblij. Wij weten beter. Die dingen vertrekken nooit in één beweging. Er moet altijd nog wel iets geladen worden hier en daar. Even ziet het er naar uit dat het een relatief comfortabele rit gaat worden. Met z'n tienen in één voertuig is pure luxe naar Lao normen. De 23 zakken cement van 50kg die wat verderop worden ingeladen maken stoffig een eind aan het gemak. Na twee uurtjes asfalt wordt het eentonige grijs van de cement verrijkt met het rode stof van de aardeweg. Het is volop droog seizoen. Het woud is dof van kleur geworden. Om de droogte te overleven laten vele bomen hun bladeren vallen. Het groene struikgewas dat enkele maanden geleden de dirtroad flankeerde is nu diep oranje rood van kleur. Wij een tintje lichter dankzij de cement...
Eenmaal in het dorp verzekeren we Tess “dat het wel goed komt” wanneer ze, een beetje uit haar lood geslagen, door een oude dame met de woorden 'homestay' van de sãwngthãew wordt geplukt. Via via belanden wij bij het jonge gezinnetje van Mr. Wanna. Ze runnen een restaurant tegenover het informatie centrum aan de ingang van het dorp. Voor 40000 kip (4 euro) kunnen we logeren in een van de drie super eenvoudige maar propere hutjes achter het eet terras. Meteen gaan we op pad en stappen rond alsof we niet weg zijn geweest. Hoewel we hier in oktober maar enkele dagen verbleven hebben voelt het toch alsof we elke uithoek van het dorp kennen. Het is aangenaam warm, een staalblauwe hemel en een pak minder zwoel dan vorige keer. Perfect zomerweertje.
Sommige dorpsbewoners weten niet waar ze het hebben wanneer we hen met hun naam aanspreken. Andere herkennen ons meteen. Het dorpshoofd bijvoorbeeld die glunderend de foto die we hem overhandigen mee naar binnen neemt en aan iedereen toont.
De wetlands zijn niet 'wet' meer. Het riviertje waar de kinderen zo vrolijk in rondspetterden is zieltogend aan het opdrogen. Wie niet rijk genoeg is om een waterpomp te installeren moet dagelijks op pad. Zelfs jonge kinderen torsen het gewicht van twee grote emmers water aan een smalle reep bamboe die pijnlijk op hun schouders drukt. De verbaasde en blije blikken maken ons warm vanbinnen wanneer we her en der foto's overhandigen. Met een goed gevoel genieten we na zonsondergang van een BeerLao op het terras van het restaurant waar we logeren.

Al minstens twee uur is er volop bedrijvigheid wanneer we de volgende ochtend rond een uur of acht de slaap uit onze ogen wrijven. Tijd voor wat actie vinden we en grabbelen wat trekkingspullen uit de rugzak. Tijdens ons verblijf in oktober hebben we in het gezelschap van een gids een wandeling naar de tempelruïne Phu Asa gemaakt met aansluitend een jungletocht van een halve dag. 't Zou leuk zijn om op eigen houtje de rimboe te trotseren vinden we. Bovenop Phu Asa hebben we een perfect overzicht van de streek. Westelijk zijn er de dichtbegroeide steile heuvelflanken. Oostelijk strekken de wetlands zich kilometers ver uit. Tussenin, het te veroveren woud. Als we dus een pal zuidelijke koers aanhouden en vervolgens een oostelijke, moeten we op de wetlands belanden. Eenmaal daar aangekomen is het niet moeilijk om het dorp te bereiken. Na even zoeken vinden we net achter het heiligdom een pad dat over de rotsen naar beneden leidt. We duiken het groen in en verwisselen de staalblauwe hemel voor het door het bladerdak gefilterde zonlicht. Meteen is het een stuk koeler en de geluiden van het dorp die boven op de berg nog net hoorbaar waren, verstommen. De lianen helpen ons recht te blijven. Eenmaal beneden is het pad duidelijk zichtbaar en loopt het, zoals we gehoopt hadden, naar het zuiden. "Hadden we niet beter een foto genomen van die twijfelachtige splitsingen die we zijn gepasseerd?" "Goed idee. Doen we vanaf nu." "Een of ander merkteken zou ook niet slecht zijn." "Goed, doen we ook vanaf nu."... Hans een Grietje in de jungle'...
Met de zon als onze gids en het kompas om onze koers te bevestigen stappen we moedig enkele uren zuidwaarts. Stilaan is het moment aangebroken waarop we moeten beslissen of we op onze stappen zullen terugkeren. We willen immers voor zonsondergang het woud uit zijn. "Maar ja, helemaal langs dezelfde route terug is ook niet plezant dus laten we nog even doorgaan. Misschien is er wat verder wel een pad dat oostelijk gaat."...
Uiteindelijk vinden we ons trail naar het oosten. Ruim voor de zon achter de heuvels zal duiken opent het woud en arriveren we op de wetlands. Mission accomplished! Applaus voor onszelf en als beloning een dutje in onze hangmat in de schaduw van een oude, knoestige mangoboom.
Eenmaal terug in het dorp ontmoeten we Vilat. Hij herkent ons meteen en vraagt prompt wat we morgen gaan doen. "Een trekking met jou" antwoorden we. De zakenman in spe laat er geen gras over groeien en even later regelen we de financiële details met de politieagent van het dorp. Waarschijnlijk zou Vilat het liever anders zien maar onze centen gaan in de communistische dorpsspaarpot en worden (waarschijnlijk(niet)) eerlijk verdeeld onder de dorpsbewoners. Volgens de mannen van de Lonely Planet is dit een van de zwaarste trekkings in Laos. Ideaal als opwarmertje dus :-). Deze 3-daagse tocht zal ons naar de meest afgelegen dorpjes in het Se Pian nationaal park brengen.

Gepakt en gezakt stappen we de volgende ochtend tot bij Vilat's huis. Lao, zijn neef, gaat ook mee. We verlaten het dorp en de wetlands en worden niet veel later opgeslorpt door het woud. Aanvankelijk is het pad nog relatief breed maar al vlug is het nog nauwelijks zichtbaar. Het tempo ligt hoog en het terrein is grillig. Behalve de grote woudreuzen is niets hier recht. Als een kronkelende slang krult en krolt het pad over en onder krullende boomkronkels en kronkelende liaankrunkels. Broek en schoenen blijven droog omdat in de meeste riviertjes waar we doorheen moeten, het water op is. In het regenseizoen moet deze tocht nog een stuk lastiger zijn. Na drie uren van hard labeur hebben we onze eerste maaltijd. De fried morningglory, sardienen en sticky rice zijn lekker. Het gedroogde buffelvlees ruikt exact zoals het levende beest. Het is taai als autoband en smaakt zoals het ruikt. Nog geen half uur later zijn we alweer op weg. Op en over, onder en door tot we na bijna zeven uur gestapt te hebben een open plek aan de rivier bereiken.
"That is good" zegt Vilat met oprechte bewondering wanneer we onze Hennessy jungle hangmat ophangen. "Dat geloof ik graag" zeg ik in mijn hoofd wanneer ik met oprechte verbazing verneem dat zij op de grond zullen slapen. Op de rotsen langs de waterkant beginnen onze gidsen aan het avondeten. 


Wij nemen een frisse duik in het verkoelende water van het door rotsen en jungle omzoomde meertje.
 

Tijdens het avondeten krijgen we gezelschap van enkele mannen die in het woud takken verzamelen waarvan het bittere, gele sap paracetamol bevat. Als zij hiervoor al 50.000 kip (5 euro) per kilo krijgen, durf ik niet te schatten hoeveel winst er voor de farmaceutische bedrijven inzit die deze natuurlijke rijkdom opkopen.  Een vuurtje maken is 'peace of cake'. Sommige bomen bevatten olieachtige sappen die zeer makkelijk ontbranden en lang branden op de koop toe. Door een flink gat te kappen tracht de boom met een overvloed aan sappen de wonde te helen. Het goedje brengt 30.000 kip per liter op. Om te voorkomen dat deze bron van rijkdom komt droog te staan wordt de holte open gehouden door er regelmatig de fik in te steken.

Ons avondmaal verorberen we op de rotsen aan de waterkant. De dag maakt plaats voor de nacht. Vilat en Lao gaan een babbeltje slaan met hun landgenoten in het kamp wat verderop. Miljoenen sterren houden de wacht over twee belgen die alleen zijn achter gebleven. Het vuurtje is zo goed als uit. We doven ons hoofdlampje, kruipen dicht tegen elkaar aan en staren omhoog, naar de eindeloosheid. Hoe langer we kijken hoe meer sterren ons vergezellen. Van horizon tot horizon. Het is januari en dat betekent dat de regio onder invloed is van de Northeast monsoen. Droge, relatief koude lucht komt helemaal uit China om de dagen aangenaam droog en warm te houden maar toont pas zijn ware aard gedurende de nacht door de boel flink af te koelen. Ondanks slaapzak, lakenzak en fleece dekentje is het tegen de ochtend aan behoorlijk frisjes. Onze gidsen die daar op de grond zo goed als geen bescherming hebben moeten regelmatig op zoek naar wat hout om zich op te warmen aan het vuurtje. We slapen niet zo heel erg goed. Het geritsel van een beest dat groot genoeg blijkt te zijn om onze gidsen uit hun bed te doen springen helpt ook niet echt. Vilat, die om de haverklap en luid "Nat are you cold?" fluistert, draagt ook al niet veel bij tot een gezonde nachtrust. Vroeg op, een flinke hoop rijst als ontbijt and off we go again. We stappen nog steeds in zuidelijke richting en het terrein is mogelijk nog zwaarder dan gisteren. Pad?! Welk pad? Omdat we ons water niet zelf hebben gekookt doen we er voor alle veiligheid toch maar enkele druppels Hadex bij. De behoefte aan vocht is zo groot dat je de chloorsmaak er maar al te graag bij neemt. Na uren stappen en een korte break verandert de vegetatie en komen we in een bamboewoud terecht. De stengels staan in groepen bij elkaar, hebben onderaan een diameter van 15cm en schieten tot makkelijk 20 meter de hoogte. Elk van deze 'toefkes' zijn een onneembare vesting met vlijmscherpe, centimeters lange dorens. Ook de laaghangende nieuwe twijgen zijn voorzien van deze raiserblades. Gelukkig is het enkel mijn broek die in de klappen deelt en er op verschillende plaatsen enkele tochtgaten heeft bijgekregen. Al geruime tijd volgen we een meer noord-oosteliijke koers. We merken de eerste tekenen van menselijke aanwezigheid op. In de late namiddag bereiken we Ta Ong. Een Brau (= etnische minderheid) dorpje waarvan de animistische bewoners geesten en voorvaders vereren. Geprezen voor hun jagers instinct en kennis van het woud. Normaal gesproken zouden we hier overnachten maar Vilat tracht ons al sinds ons vertrek op andere gedachten te brengen. "Het is er vuil". "Je kan je er niet deftig wassen" en over het eten is hij ook al niet te spreken. Toegegeven, het dorpje ziet er wat rommelig uit, maar wat wil je in deze uithoek waar geen stromend water en geen elektriciteit is. We zijn bekaf en zien het niet meteen zitten om nog een uur langer te stappen tot Nong Ping waar hij het steeds over heeft. De warme Pepsi (ook Pepsi is overal) geeft ons kracht. We geven onze gids zijn zin en dwingen onze ledematen tot een laatste inspanning. Voor we Nong Ping bereiken moeten we nog een hindernis trotseren. De Ta Euang rivier. Gelukkig zijn er twee meisjes die ons, een voor een, met een kleine kano droog naar de overkant weten te loodsen. Toegegeven, dit dorpje ziet er veel leuker uit dan Ta Ong en het hutje waar we kunnen slapen is vlak bij de rivier gelegen. 't Moet lang geleden zijn dat hier nog eens iemand op bezoek is geweest want de sleutel van de hut is zoek. Uiteindelijk wordt dan maar het gehele slot er afgevezen. De dames van het dorp hebben nog een hele klus te klaren om al het stof en bladeren van de vloer te vegen. Ons doen en laten wordt nauwlettend gade geslaan. Heel wat kreetjes van bewondering ontsnappen aan hun lippen wanneer al die kleine pakjes in onze rugzak uiteindelijk een comfortabel bedje worden, inclusief een kussentje dat zichzelf opblaast. Zelfs een muskietennet ontbreekt niet. Het verkwikkende water van de rivier wast zweet en stof van ons lichaam en geeft ons een tweede adem.

 

In het licht van een olielampje bereidt de dochter op een houtvuur een lekker avondmaal. Wij eten, zij kijken. Zij eten, wij kijken. Geen woord begrijpen we van de conversatie maar het is duidelijk dat Vilat hun alles moet vertellen over onze rare gewoontes. Soms vinden ze het grappig, soms kijken ze ons aan en knikken goedkeurend. Wanneer ik Vilat vraag wat de grootmoeder toch allemaal te vertellen heeft antwoord hij dat ze me aan het beschrijven is. "Ngahm Lai" (heel mooi) zegt ze met een bijna verleidelijke blik wanneer ik in haar richting kijk. Ik moet er warempel bijna van blozen en vraag me een beetje ongerust af waarom ik toch zo goed in de markt lig bij tandeloze oude vrouwen. Als Opa een sigaret opsteekt die meer wegheeft van een frietzakje haal ik een sigaar. Uit ervaring weten we dat we daarmee kunnen scoren en ja hoor, bingo! Het bruine strak gerolde tabaksblad gaat van hand tot hand. Kijken, voelen, ruiken en tenslotte proeven. We wachten met enige spanning op het effect. Ook deze keer hebben we de hoofdvogel afgeschoten. Ondertussen is het al na achten en hebben de indruk dat de familie uit beleefdheid zolang opblijft. We geven te kennen dat we willen slapen, danken hen voor het lekkere eten en zoeken onze hut op. Niet veel later wordt het van conservenblik gemaakte petroleumlampje gedoofd. Ons plan om nog even aan de rivier afscheid van de sterren te nemen bergen we meteen weer op wanneer onze gids zegt "be carefull for snakes". In onze hut, onder het muskietennet zijn we veilig. Nooit geweten dat termieten zo duidelijk hoorbaar aan het hout kunnen knagen denk ik na een tijdje het geluid aan ons hoofdeinde te hebben bestudeerd. Aangezien de spleten in muren en vloer hoop en al 2 cm breed zijn kunnen het geen al te grote beesten zijn die met smaak aan de zakken rijst aan ons voeteneinde peuzelen denk ik nog en val in slaap.
Wanneer de eerste zonnestralen doorheen de kieren piepen en de nachtelijke kou resoluut verdrijft ontmantelen we ons nestje. Lijf en leden voelen stram aan. Niet erg dus dat we vandaag maar een drietal uur moeten stappen. Er rest ons nog wat tijd om in het dorp rond te kuieren voor we bij onze lieve familie van een stevig en pittig ontbijt mogen genieten. Moeder, dochter en kleindochter zwaaien ons uit. Grootmoeder pinkt een traantje weg (grapje). Dankbaar en met een goed gevoel laten we dit dorp achter ons. Dat van die slangen was blijkbaar niet uit de lucht gegrepen want op het stoffige pad zijn verschillende sporen duidelijk zichtbaar. En er zijn flinke exemplaren bij. Een wel heel wankel bamboe bruggetje zorgt nog voor wat spanning maar verder is de tocht een en al luxe in vergelijking met de voorbije twee dagen. Eenmaal in Kiet Ngong streelt een ijskoude BeerLao onze stoffige keel. We trakteren ons op een nachtje in de eco-lodge waar we de plannen smeden voor een volgend avontuur...

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar deel 2 van dit verhaal
Extra foto's bij dit verhaal: Kiet Ngong
Extra foto's bij dit verhaal: Ban Mai - Tat Saepha

 

 

 

 

Fotoalbums van locatie «Kiet Ngong & Xe Pian NP»

Trekking Xe Pian NP (9)

28 Januari 2011 | Het jaar van de glimlach | Laos | Laatste Aanpassing 23 Mei 2011

Phu Asa (10)

27 Januari 2011 | Het jaar van de glimlach | Laos | Laatste Aanpassing 23 Mei 2011

Kiet Ngong 2 (13)

26 Januari 2011 | Het jaar van de glimlach | Laos | Laatste Aanpassing 23 Mei 2011

 

Plaats een Reactie

Norman Hey Anita & Nat eindelijk (nog) eens op jullie blog geraakt ... Ongetwijfeld boeit Azië jullie minstens even veel als Zuid-Amerika. Elk buurland heeft zo zijn eigen typische kenmerken, alleen de rijst blijft wel een constante ;-) Het is aangenaam en boeiend tegelijk om jullie belevenissen in woord en beeld te kunnen volgen. Dit is stof voor publicatie. Jullie komen op plekjes die echt wel "off the beaten track" zijn. Dat maakt de ervaring alleen maar intenser. Geniet er nog met volle teugen van en schiet nog maar veel rolletjes, euh memorykaartjes vol. Groetjes, Norman Geplaatst op 03 Maart 2011
Arnold en marie-Jose Hallo Nat en Anita, allereerst gecondoleerd met het overlijden van jouw vader Anita. Wat een nare gebeurtenis en vooral omdat jullie zover weg waren. Gelukkig hebben jullie de draad weer opgepakt en.........wat een vervolg van deze wereldreis deel 2! Wat een mooi verhaal! Geniet er de komende maanden maar van. Zoals je weet: Hier mis je niets. En dat geldt niet alleen voor Nederland....ha, ha....ook in Belgie niet. Groeten Arnold en Marie-José Geplaatst op 27 Februari 2011
Melissa Kwijl Kwijl Kwijl ... Amaai, wat ziet het er weer fantastisch uit ! Leuke verhalen en prachtige foto's. Geniet er van !!! Mel Geplaatst op 26 Februari 2011
Joris Schitterend verhaal! Geniet van de komende maanden! Groetjes, Joris Geplaatst op 21 Februari 2011
Piet en Dominique Hoi Nat en Anita, Het lezen van jullie prachtig verhaal maakt alweer onze herinneringen wakker aan het wondermooie Laos op. De ganse dag van 's morgens vroeg tot 's avonds laat vanop op fietske wuiven en sabaidee roepen terwijl we zwetend en zwoegend de bergen proberen te overwinnen...heerlijk!! Geniet er ervan! groetjes Piet en Dominique Geplaatst op 20 Februari 2011
rémy sey hallo mooie foto's en prachtig natuur schoon Rémy Geplaatst op 19 Februari 2011
Rudy Ik lees altijd met spanning en verbazing jullie prachtige verhalen uit een andere wereld. Geplaatst op 19 Februari 2011
Rudy Ik lees altijd met spanning en verbazing jullie prachtige verhalen uit een andere wereld. Geplaatst op 19 Februari 2011
Marc Schitterend verhaal, schitterend land. Misschien toch maar reisgidsen en reisverhalen gaan publiceren. Geplaatst op 19 Februari 2011
leen mooi geschreven, boeiend reisverhaal geniet samen, plan nieuwe avonturen en laat ons af en toe meegenieten groeten Leen Geplaatst op 19 Februari 2011

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking