Reisverhaal «Once upon a time in the (wild) east (deel 2)»

Het jaar van de glimlach | Laos | 1 Reacties 06 Februari 2011 - Laatste Aanpassing 19 Maart 2011

Naar deel 1 van dit verhaal

En we willen en we zullen via de zuidelijke 'road 18' naar Attapeu en niet helemaal rond via Pakse en het Bolaven plateau zoals iedereen maar blijft herhalen. Er is een weg (of toch iets waarover men zich verplaatst). Er zijn enkele dorpen langsheen het traject en het is droog seizoen. Zo moeilijk kan dat toch niet zijn. Toegegeven, er is geen georganiseerd vervoer en de taalkloof is redelijk breed maar daar vinden we wel wat op. Het is tenslotte maar 101 km.
"Hi Tess, are you leaving?" We stuiten op onze Portugese TV persoonlijkheid die op het punt staat Kiet Ngong te verlaten. Terwijl ze wacht tot iemand van de ecolodge haar naar het asfalt van 'road 13' zal brengen drinken we nog een BeerLao en kletsen wat. Niet veel later is het onze vriend Toui die kom aantuffen en hem hebben we nu net nodig. Om dat taalprobleem te overbruggen is het misschien geen slecht idee om een plannetje te maken met vermelding van het traject en enkele woordjes uitleg in het Lao. "Wil ik heel graag doen" zegt Toui "maar eerst moet ik Tess wegbrengen." "Straks?" "Kan niet want morgen is mijn vrije dag en ik kom pas overmorgen terug naar het dorp." "Nou dan wachten we gewoon tot je terug bent" antwoorden we. ' 't Zou trouwens leuk zijn om een nachtje in de lodge te logeren" voegen we er aan toe. Toui pleegt in de rapte een telefoontje en stuift met Tess achterop over het rode zand.

Kingfisher ecolodge. Een groen lusthof, gelegen aan het noord einde van het Xe Pian nationaal park op 700 meter van Kiet Ngong. Grote en kleine stulpjes met view over de wetlands. Eén voet in het prachtig restaurant en je waant je in een of andere Afrikaanse safari lodge. Na dagen van slapen op houten vloeren en in hangmatten, een welgekomen afwisseling.

 We voelen ons de koning te rijk wanneer tijdens het avondeten de zon de wetlands doet blozen en imposante olifanten er vredig hun avondmaal verorberen. Een zwerm grote witte vogels strijkt neer, krekels zingen en in de verte slentert een groep waterbuffels naar hun volgende modderpoel.
Het gezinnetje dat we in het zompige groen tegenkomen is minder rijk. In een twee meter diepe put staat vader tot aan zijn onderbroek in de modder te ploeteren. Met een kom gooit hij het slijk op het droge. Mama en de drie kinderen zoeken in de grijze smurrie naarstig naar visjes en andere eetbare creaturen. Net voor de wetlands volledig opdrogen worden diepe kuilen gegraven. Al wat water nodig heeft om te overleven tracht hierin het leven wat te rekken. Het droogseizoen is nog niet halfweg en het enige wat overblijft is modder en pietluttige visjes. Het is pijnlijk om te zien hoe deze mensen in dergelijke omstandigheden hun avondmaal bij elkaar trachten te sprokkelen...

 

Sabaidi
As we are Lao to show our spirit, relationship and hospitality to the people.
If any Lao who sees these 2 foreigners, please kindly help to tell them the direction as written in Lao language and help them in case of any emergency.
That's very kind of you to help them.
Toui

Schrijft Toui in het Engels en het Lao op de tekening die we van het traject hebben gemaakt. Met dit briefje, flink wat water, aiki noedels en de diesel (voor ons brandertje) die we in het dorp hebben gekocht zijn we helemaal klaar voor de tocht naar het wilde Oosten van Laos. We stoppen nog even bij Wanna waar we enkele dagen hebben verbleven en proberen hem uit te leggen wat de plannen zijn. Spontaan brengt hij ons een voor een met zijn brommer naar de splitsing wat verderop. Dat is weeral drie kilometer stappen uitgespaard. En daar zitten we dan zie. Onder een afdakje aan de rand van de weg, wachtend op wat komen gaat.
De eerste pick-up die langskomt moet naar Kiet Ngong. Niet erg nuttig want daar komen we net van. Niet zo heel veel later komt een tweewielige tractor voorbij protten. We doen teken. Een jonge man kijkt om en roept iets. We verstaan het niet maar roepen van ja, gooien onze rugzak over de schouder en reppen ons in hun richting. "Phapho?" vragen we. De jonge kerel knikt. "Mogen we mee? gesticuleren we. Weer knikt hij van ja. We kieperen onze rugzakken in de houten bak en klauteren in de kar.  "Sabadiën" met een brede glimlach naar de iets oudere dame en de andere twee gasten en zoeken ons een plaatsje tussen de grote en kleine zakken met van alles en nog wat. We horen de naam Attapeu vallen. "Gaan jullie naar Attapeu?" vragen we in een mix van Lao, Engels en Gebarentaal. De kerel knikt. "Today?" "Yes" bevestigd hij. Tjonge wat zijn we weer met ons gat in de boter gevallen! Ze gaan naar Attapeu en één van hen verstaat en spreekt enkele woorden Engels. We rijden zelfs tegen 40 km per uur schat ik. "Als we met zo'n vaart blijven gaan zijn we binnen vier uur al in Attapeu" zeg ik wreed enthousiast tegen Anita. Maar het bleef zo niet gaan. Wat had je gedacht... Zelfs in de Lonely Planet staat dat deze weg voor vrijwel elk transport onmogelijk is. Al vlug ontpopt de dirtroad zich tot een rotsig putten gedrocht dat in combinatie met de tractor en houten kar, waar elke vorm van vering aan ontbreekt, een nachtmerrie is voor elk bot dat het menselijk lichaam rijk is. We worden door mekaar gerammeld dat het niet schoon meer is. Het is zoeken naar de minst pijnlijke houding. Zet je je schrap dan knallen je ruggenwervels tegen elkaar aan met pijnscheuten tot in je achterhoofd. Met een te ontspannen pose loop je het risico op iemands schoot terecht te komen. Hoe die gast dat ding kan besturen is me een raadsel. Terugschakelen geeft een terugslag waar je je beter even schrap voor zet heb ik de indruk. Na een poos wordt het terrein heuvelachtig op de koop toe. Aan de houding van de bestuurder te zien zijn vooral de afdalingen risky business. Heel traag en met een stevige grip rijden we de hellingen af. Vervolgens vol gas terug omhoog. De andere passagiers springen indien nodig eruit en duwen het gevaarte de helling op. We willen helpen maar dat mag niet. Vaak moeten we door de bedding van een rivier. Gelukkig niet veel water meer. Ik begrijp nu waarom deze route in het regenseizoen ondoenbaar is. Tijdens de eerste tien of twintig kilometers zien we aanwijzingen dat er aan een weg gewerkt wordt. Links en rechts is een ferme strook van de begroeiing gekapt. Af en toe passeren we een dorpje waarvan de bewoners ons met stomme verbazing gadeslaan. Falangs in de bak van een tractor, dat zien ze hier niet vaak langskomen.

Na enkele uren rijden stoppen we net voorbij een rivier. We klauteren uit de rammelkast en trachten met wat stretchen en zwaaien onze botten min of meer terug op hun plaatst te manoeuvreren. Spontaan delen deze lieve mensen hun voedsel met ons. Wij zijn blij dat we onze dankbaarheid kunnen tonen met twee zakjes chips. Twintig minuten en weg zijn we weer. Geen sporen van wegwerkzaamheden meer, enkel een strook zand die als een tunnel doorheen het woud slingert. Niet alleen moeten we nu het wispelturige gehobbel proberen op te vangen maar ook nog eens om de haverklap wegduiken voor overhangende takken en venijnige bamboe twijgen. Het is hard maar mooi en eigenlijk lachen we, gezien de omstandigeheden, nog redelijk wat af. Het niet al te snuggere varken dat pardoes voor het wiel van de tractor loopt kan er minder mee lachen. De bestuurder tracht nog te remmen maar te laat. Zonder het te willen rijden we het zwijn overhoop. Het rechter wiel gaat even de hoogte in. Al krijsend maakt het beestje enkele koprollen en rent, tot ieders verbazing, onder luid protest verder. Wie niet slim is moet maar tegen een stootje kunnen... Na meer dan vijf uur rijden (hobbelen, horten, hotsen, schommelen, schudden, snokken, en stoten) bereiken we een dorp en houden halt. 't Ziet er leuk uit maar dit is niet Attapeu, toch? "Nee, niet attapeu." De Babylonische conversatie die volgt brengt niet meteen klaarheid en ze halen er de leraar van het dorp bij. Die spreekt een mondje Engels. Van hem komen we te weten dat we in Ban Tai zijn terecht gekomen. Aangezien onze 'tractor vrienden' hier wonen is dit het einde van de rit. "Aan gene zijde van de rivier ligt Ban Mai. Vandaar kunnen jullie met de sãwngthãew naar Attapeu, veertig kilometer verderop. Waar gaan jullie slapen?" "Weten we niet" antwoorden we. Uit zijn vraag kunnen we meteen ook afleiden dat er vandaag geen vervoer meer is tot onze eindbestemming. "In de school?" vraagt hij. "Is prima voor ons." Ondertussen heeft de familie overleg gepleegd en de vrouw des huizes geeft te kennen dat we op hun 'koerke', voor de voordeur mogen slapen. "Kop chai lai lai" (heel erg bedankt) repliceren we en geven hun een royale vergoeding voor het transport en de onverwachte homestay. We hebben nog even voor het donker wordt, dus hoog tijd voor een verkwikkende douche. Daarvoor moeten we, zoals iedereen hier, naar de rivier. Anita krijgt een sarong mee.Het is immers niet netjes voor jonge vrouwen om veel prijs te geven. Vandaar de sarong die van boven de borsten tot onder de knieën alles zedig bedekt. Ik mag in mijn onderbroek het water in. Gelukkig maar, want je uitkleden, inzepen, afspoelen en terug aankleden zonder dat lapje stof te verliezen is geen sinecure. Anita heeft dan ook veel bekijks.


Op de mat die straks onze bedstee zal worden wordt het avondmaal geserveerd. Bountamon (de jonge kerel van de tractor) is erg leergierig en breidt aan hoog tempo zijn Engelse woordenschat uit. Wij verruimen onze culinaire grenzen nog maar eens met de vleermuis die we voorgeschoteld krijgen. In het wild gevangen dieren proberen we zoveel mogelijk te mijden op ons menu maar soms is het zoeken naar balans tussen principes en beleefdheid. Dus nemen we een klein stukje. Wat was me dat lekker zeg! Af en toe wordt het smekken onderbroken voor een verhaal over een waterval in de buurt. "Als jullie willen gaan we er morgen heen" "Nou, graag!". Na het eten wassen we, zoals het hoort, onze handen in een waterkom. Poetsen onze tanden aan de waterton in 'den hof' en zoeken het toilet op naast de kippen- en varkensren. Op het koerke wordt de 'eetmat' de 'slaapmat'. We maken ons bedje op en vallen in slaap. Maar niet voor lang. Wat was me dat daar voor een zoölogie zeg! De drie honden - stuk voor stuk wandelende vlooien circussen - en enkele staartloze katten willen liefst zo dicht mogelijk tegen ons aan komen liggen. Gelukkig houdt het muskietennet ze op enkele centimeters afstand. "Boe!!!" Op zoek naar een lief zeker en voorzien van een luide bel, lopen loeiende loopse koeien, rakelings langs ons hoofd, rondje om het huis. In hun kielzog volgen de mogelijk nog irritantere bleitende geiten. Uit hun kot ontsnapte zwijnen knorren als ... ja als varkens natuurlijk. De honden die tijdens de dag te tam zijn om hun luie kont te verheffen vinden het nu nodig om naar alles te blaffen wat voorbijkomt en brengen daarmee de al in de tijd gedesoriënteerde van de pot gerukte hanen compleet van de wijs. Niet te doen, niet te doen! Oordopjes verminderen deels het aantal kakofonische decibels maar van nachtrust is nauwelijks sprake ...

De dorpelingen kijken vreemd op wanneer twee, op plastieken tuinstoelen gezeten, falangs in tractor met kar voorbijrijden. Ok, het is ongetwijfeld goed bedoeld van hen en ok, het zit een stuk makkelijker maar het is echt geen gezicht. Zestien kilometer verder en heel wat verbaasde blikken later bereiken we Tat Saepha. Een waterval op een van de zijarmen van de Se Pia rivier. "Wow! ziet er knap uit." "Van beneden ziet ze er nog veel mooier uit" weten de jongens. Langs wortels en rotsen dalen we ettelijke meters af. Terwijl wij op handen en voeten de diepe holen en spleten trachten te overbruggen springen de gasten blootsvoets en lenig als apen van de ene rots naar de andere.

 't Is waar, hier beneden ziet de waterval er nog indrukwekkender uit.


We krijgen nog wat lekkers achter de kiezen en worden om 11.30u met de tractor naar de andere kant van de rivier gebracht. "Om 12u is er een sãwngthãew naar Attapeu" geeft Bountanom ons nog mee. We zetten ons in de schaduw van een boom en wachten.

12u: Middagpauze in het schooltje vlakbij. Zoals het 13 jarige meisjes betaamt houden ze zich even sterk, antwoorden netjes "sabaidii" en maken dan giechelende geluidjes en gekke sprongetjes.
Een man komt langs en vraagt (waarschijnlijk) waar we heengaan. "Attapeu" zeggen we. "Attaphoe!" antwoord hij. Knikt en gaat verder.
13u: Einde van de middagpauze. Zelfde giechel scenario maar dan in de andere richting.
Een man komt naast ons zitten. "Attapeu" zeggen we nog voor hij ernaar vraagt. "Attaphoe!" Hij knikt en blijft zitten. Zijn vrouw heeft hem nodig om een varken in de kar te gooien. Hij knikt, staat recht en doet, tot grote onvrede van het varken, wat hem gevraagd wordt.
14u: Twee honden hebben een kalfje achterna gezeten en krijgen er van langs. Ik vraag aan een man wanneer het busje naar Attapeu komt. "Attaphoe!" Hij knikt en gaat verder.
15u: Een sãwngthãew stopt. De chauffeur vraagt waar we heen moeten. "Attapeu." "Attaphoe!" Hij knikt en rijdt verder. Even later is hij er weer. "Attaphoe?" vragen we. Hij knikt en we gooien onze rugzakken op het dak.
De aardeweg is vlak. Het stof is rood. Enkele uren later bereiken we een stadje waarvan de straten geen naam hebben.
We drinken een BeerLao en eten een bord vol gebakken krekels.

Attaphoe, The Wild East of Laos.

Extra foto's bij dit verhaal: Attapeu
Extra filmpje bij dit verhaal

 

 

 

 

Fotoalbums van Laos

Amazing Lao (20)

11 Maart 2011 | Het jaar van de glimlach | Laos | Laatste Aanpassing 23 Mei 2011

  • Kiet Ngong
  • Tha Khaek

Phongsali - Akha-trekking (15)

05 Maart 2011 | Het jaar van de glimlach | Laos | Laatste Aanpassing 23 Mei 2011

Phonsavan - Plain of Jars (6)

24 Februari 2011 | Het jaar van de glimlach | Laos | Laatste Aanpassing 23 Mei 2011

Ban Khoun Kham en omgeving (16)

15 Februari 2011 | Het jaar van de glimlach | Laos | Laatste Aanpassing 23 Mei 2011

Sekong (12)

07 Februari 2011 | Het jaar van de glimlach | Laos | Laatste Aanpassing 23 Mei 2011

Attapeu (8)

04 Februari 2011 | Het jaar van de glimlach | Laos | Laatste Aanpassing 23 Mei 2011

Ban Mai - Tat Saepha (5)

03 Februari 2011 | Het jaar van de glimlach | Laos | Laatste Aanpassing 23 Mei 2011

Trekking Xe Pian NP (9)

28 Januari 2011 | Het jaar van de glimlach | Laos | Laatste Aanpassing 23 Mei 2011

Phu Asa (10)

27 Januari 2011 | Het jaar van de glimlach | Laos | Laatste Aanpassing 23 Mei 2011

Kiet Ngong 2 (13)

26 Januari 2011 | Het jaar van de glimlach | Laos | Laatste Aanpassing 23 Mei 2011

Pakse (3)

24 Januari 2011 | Het jaar van de glimlach | Laos | Laatste Aanpassing 23 Mei 2011

Varia (19)

27 Oktober 2010 | Het jaar van de glimlach | Laos | Laatste Aanpassing 27 April 2011

  • benzinestation

Nam Ha NPA (8)

24 Oktober 2010 | Het jaar van de glimlach | Laos | Laatste Aanpassing 06 Maart 2011

Nong Khiaw (11)

19 Oktober 2010 | Het jaar van de glimlach | Laos | Laatste Aanpassing 26 April 2011

Luang Prabang (4)

17 Oktober 2010 | Het jaar van de glimlach | Laos | Laatste Aanpassing 26 April 2011

Tha Khaek (4)

10 Oktober 2010 | Het jaar van de glimlach | Laos | Laatste Aanpassing 10 Mei 2011

Kiet Ngong (15)

07 Oktober 2010 | Het jaar van de glimlach | Laos | Laatste Aanpassing 10 Mei 2011

Don Det (10)

04 Oktober 2010 | Het jaar van de glimlach | Laos | Laatste Aanpassing 10 Mei 2011

Champasak - What Phu (18)

02 Oktober 2010 | Het jaar van de glimlach | Laos | Laatste Aanpassing 23 Mei 2011

  • Het water uit de eeuwige bron

 

Plaats een Reactie

Cami Weeral sprakeloos! Maar ik denk dat we volgende keer bij de Thai, in plaats van vis een zak krekels gaan moeten bestellen :-). 't Beoogde alvast kookboek-smakelijk! Geplaatst op 19 Maart 2011

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking