Reisverhaal «The Lost World - II»

Het jaar van de zomer: deel 2 | Venezuela | 0 Reacties 21 Augustus 2008 - Laatste Aanpassing 19 Februari 2011

Dinsdag 19 augustus 2008 - 06:00u - "Hotel Sucre" op de top van de Roraima (2700 m)
Doel: 3-landenpunt in het noord-westen - Verwachte duurtijd van de tocht: 8 tot 9 uur

Ik ben veel te vroeg wakker om me lekker te voelen en zie het eigenlijk niet zo goed zitten. Het vooruitzicht om 8 a 9 uur te moeten stappen spreekt me op dit moment niet echt aan, maar ik laat me al vlug overhalen. Na het ontbijt vertrekken we met een kleine groep naar het hoogste punt van de berg (2723 m). Katrien en Jelske, de Japanse Niku, onze Duitse brombeer, wij twee en Adrian, onze sympatieke gids. Het weer is goed en urenlang hoppen we van de ene op de andere rots. Zulk een grillig landschap heb ik nog niet vaak gezien. Overal duiken vreemde illustere figuren op. Olifanten, schildpadden, apen, draken... Bijna elke rots lijkt wel een of ander wezen uit de oudheid.


Een riviertje duikt onder het oppervlak om wat verder terug te verschijnen. Onze gids vertelt ons dat af en toe de indianen helemaal tot hier komen om op zoek te gaan naar diamanten. Oranje en rode bloemen steken vanop de planten-eilandjes hun kopje in de lucht. Omdat de grond (als die er al is) hier erg arm is, zijn ze speciaal aangepast aan de extreme omstandigheden. Ze kunnen zowel extreme droogte als vochtigheid aan en hebben speciale gaven om het schaarse voedsel vast te houden. Er zijn ook kleine vleeseters bij die insecten vangen in hun bekers. Zelfs vleesetende bromelias en een zonnedauw soort ( Drosera roraima) die enkel op de Roraima voorkomt. Orchideeën die het voedsel pikken van schimmels die aan hun wortels groeien. Straffe kost allemaal. We zien vrolijke vogeltjes en kleine knaagdiertjes. Een roodachtig wezen in de verte, een soort vos, is het grootste niet versteende beest dat we kunnen spotten. De imense wouden aan de voet van de noordflank stuwen dikke wolken, zwanger van jungle vocht, langsheen de wanden omhoog. Maar wij hebben geluk. We zijn vlak bij de rand en de gordijnen worden geopend. We kijken over de afgrond en zien diep onder ons de enorme groene jungle langs de Waruma rivier. Het spijt me beste lezer maar dit is met geen pen te beschrijven. We liggen op onze buik en turen minuten lang over de rand heen de diepte in. Nog meer naar het noorden ligt het land van Adrian. Hij woont ongeveer twee dagen stappen, meer noordelijk, in Guyana. Wanneer hij samen met zijn vader in dit gebied komt jagen horen ze soms indianen van een mystieke stam die niemand ooit gezien heeft, enkel gehoord.

De nevelgordijnen worden terug gesloten en we trekken verder. De grond ligt bezaaid met kristallen in de vorm van een penis  . De dames in de groep zijn bijzonder geinteresseerd en bestuderen het uiterst grondig. "Vroeger lagen er vele grotere" zegt adrian "maar die zijn ze met een helikopter komen halen." Even verderop is er Crystal Valley. Al van ver zien we de schittering van duizenden kristallen in de zon. De flikkering is echter van korte duur. Net wanneer we arriveren lozen de wolken hun overtollige water. We proberen een schuilplaats te vinden maar dat lukt niet echt. Wie onvoldoende regenkledij mee had is binnen de kortste keren doorweekt. We wachten even tot het ergste voorbij is maar moeten dan verder. Het regent nog steeds wanneer we het 3-landenpunt bereiken. Een stenen obelisk geeft de plaats aan waar Venezuela, Brazilië en Guyana elkaar ontmoeten. In drie seconden reizen we doorheen drie landen. Van het landschap zelf zien we bitter weinig. Daar zorgen regen en mist voor. Het is hoogtijd om op te krassen willen we voor het donker terug zijn. Het is gestopt met regenen wanneer we "El Foso" (de put) bereiken. Een groot rond, metersdiep gat, gaapt met wijd open mond. In zijn keel staat water. Helemaal beneden lijkt het of peilers de metersdikke rotsen ondersteunen. Adrian neemt Nat mee naar de ingewanden van dit monster. We moeten een hele poos wachten tot ze terug zijn en krijgen het redelijk frisjes. Wat ze juist gezien hebben weet ik niet, veel wilden ze er niet over kwijt, maar Nat is zichtbaar opgewonden, dus het moet wel de moeite zijn geweest.
De terugweg gaat moeizaam. De regen heeft op sommige plaatsen het waterniveau met twintig tot dertig centimeter doen stijgen. Adrian zoekt voor ons de veilige doorgangen. Het is mistig en grijs, een koude wind waait over de rotsen. De atmosfeer wordt dreigend. We hebben honger, zijn moe en onze spieren stram. Het is belangrijk om mekaar niet uit het oog te verliezen met deze mist. No way dat je hier op je eentje je weg kan vinden.


Wanneer we na negen uur stappen "Hotel Sucre" binnen oogbereik komt, daalt de zon voorbij de rand en worden de stenen monsters voor een laatste keer in nevels en mystiek licht gehuld. De nachtelijke duisternis doet al haar intrede. In het kamp wacht er thee, lunch en avondeten op ons. Voor we gaan slapen verlaten we even de veilige geborgenheid van de overhangende rotsen. In het oosten wordt de hemel verlicht door felle bliksem.

Woensdag 20 augustus - 07:00u - "Hotel Sucre" op de top van de Roraima (2700 m)
Doel: Afdalen tot Tök Camp site (1050 m) - Afstand: 14 km - Hoogteverschil: 1650 m

Roraima heeft vandaag alle mistgordijnen gesloten en wil blijkbaar niet dat we gaan. De regen heeft watervallen en modder geschapen om ons het leven zuur te maken maar onze tijd is gekomen en we moeten terug. Rond een uur of negen zetten we de afdaling in. Uren kruipen we naar beneden over gladde rotsblokken en modderige paden. Voorzichtigheid is geboden. Het laatste wat je wil is in deze onherbergzame woestenij, je been breken. Het is afzien. De kniekes moeten tot het uiterste gaan. Vaak moet ik op mijn bips een stukje naar beneden schuiven omdat de afstand tussen de rotsen te groot is. Meer dan eens gaat het loodrecht naar beneden. Wanneer we in Base Camp aankomen ontmoeten we terug de KrisKras bende. Het regent pijpestelen. Gelukkig zitten wij net in het kleine hutje voor onze maaltijd. De mannen van KrisKras moeten verder. Er zijn er die weer heel erg nat zullen worden... Adrian zegt dat we ons moeten haasten. Door de regen zwelt de Kukenan rivier. Als we niet tijdig terug zijn kunnen we er vandaag niet meer over. Daar aangekomen schrikken we. De rivier is woest. Enkele gidsen en dragers hebben zich schrap gezet en houden het touw dat onze enige houvast zal zijn, strak gespannen. We zien hoe de KrisKrassers al vechtend met de stroming de overkant halen. Enkele van hun sterke gasten helpen mee het touw strak te houden. Een voor een beginnen we bang aan de hachelijke overtocht.


Iedereen heeft het gehaald en we stappen verder. Het wordt al duister en er wacht ons nog een rivier. In het pikdonker met slechts hier en daar een hoofdlampje maken we een ketting. Hand in hand nemen we ook dit laatste obstakel. In het kamp verwisselen we onze natte kleren voor droge. Moe maar voldaan. We krijgen een T-shirt waarop staat wat we voelen. "I didit!"

Donderdag 21 augustus 2008 - 08.00u - Tök Camp (1050 m)
Doel: Paraitepui (1200 m) - Afstand: 12 km

Overal doet het pijn wanneer ik me voor de laatste keer van de harde grond losmaak, mijn rug rek en me uit de tent bevrijd. Ik strek mijn benen en zet enkele voorzichtige stappen. Auch het is lang geleden dat mijn ledematen nog zo stijf zijn geweest. Ik voel nu al dat dit melkzuur is van het hardnekkige type en zich niet zonder slag of stoot zal laten verwijderen. Onze schoenen zijn nog kletsnat maar het weer ziet er goed uit, dus die zullen wel drogen. Ook de andere stappen met een eigenaardig ganzenpasje. Ik ben dus gelukkig niet de enige die sijf is. Enkele dagen geleden vertelde Katrien ons dat ze bevriend is met Leen en Thomas, waarmee we een fijne tijd gehad hebben in Uyuni in Bolivië. Nu blijkt dat Gwen, die we leerden kennen in Cap Bohan, haar huisgenote is! It's really a small world after all.
Vier uur zien we af. De vlakke stukken zijn nog te doen maar wanneer het bergop of bergaf gaat protesteert elke spiervezel vanaf mijn billen tot mijn kleine teen. Het venijn zit hem vaak in de staart zeggen ze. Awel, vandaag ook want het dorpje waar de jeeps op ons wachten ligt op een heuvel die voorafgegaan wordt door nog een heuvel. Het brandt! Niet op de Savannah deze keer maar in mijn kuiten. Die van Backpackers Tours weten gelukkig wat een mens nodig heeft en hebben ijskoude pintjes klaar staan...  We nemen afscheid van de KrisKras jongens en meisjes, van Roriama en haar zuster Kukenan. Net voor ik in de 4X4 stap hoor ik in de verte een rommelend geluid. Alsof een enorm dier zijn keel schraapt. Ik draai me in een ruk om en kijk naar de in wolken gehulde grootheid. Zouden er dan toch...

 

 

 

 

Fotoalbums van Venezuela

Venezuela 1-15 (15)

16 Augustus 2008 | Het jaar van de zomer: deel 2 | Venezuela | Laatste Aanpassing 23 Mei 2011

  • Ciudad Bolívar
  • Roraima
  • Roraima
  • Ciudad Bolívar

 

Plaats een Reactie

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking