Reisverhaal «Singapore voor beginners»

Maleisië, Singapore en Borneo 2017 | Singapore | 2 Reacties 09 Juli 2017 - Laatste Aanpassing 14 Oktober 2017

Singapore behaalt brons als derde rijkste land van de wereld. Op papier de perfecte tussenstop voor ik naar Borneo vlieg. In werkelijkheid maak ik me zorgen of deze driedaagse trip in deze stadstaat geen exuberante uitspatting wordt. Ik ben intussen een week de levensstandaard van Maleisië gewend, dat het met een 45ste plaats op zich niet zo slecht doet in vergelijking met omringende landen als Thailand, Indonesië en de Filipijnen, maar waar het leven voor de westerse reiziger best wel goedkoop is. Het is nu te laat. Ik overhandig mijn kredietkaart aan de receptioniste en duik mijn duurbetaalde luxe in.

De avondzon geeft de veelkleurige koophandelshuizen een warme gloed. Dat de Chinese gemeenschap hier gefortuneerd is, zie je aan de mooi gerenoveerde gevels. Als je neonverlichting en reclameborden wegdenkt, keer je terug in de tijd. Ik logeer nu voor de derde maal op rij in Chinatown en het bevalt mij als uitvalsbasis. Hier zie je op de achtergrond het schouwspel van wolkenkrabbers en luxueuze buildings, maar vertoef je tussen de charmante shophouses waar souvenirwinkels of hippe zaken in gevestigd zijn. Naast een boeddhistische tempel zijn ook steevast een hindoetempel en een moskee present. Ik logeer nu ook al voor de tweede keer op rij in Mosque street, de tegenhanger van onze Kerkstraat. De religieuze sfeer domineert hier op het kapitalisme elders in de stad. 

               

Terwijl Smith Street barst van food stalls en toeristen beland ik in diezelfde straat op een hallucinante plek. Ik ga aan een tafeltje zitten op een kleine, houten kruk. Mijn benen hebben geen idee waar hun plaats is, dus draai ik me in amazonezit. In het midden van het restaurant zit een Chinese familie te eten. Deze ruimte is een vreemde melange van een restaurant, een huiskamer en een boeddhistisch schrijn. De televisie staat stil, maar de eigenaar volgt de quiz onverstoorbaar. Intussen heb ik de menukaarten gevonden. Op een houten bord staan de zeven opties gekriebeld. Gelukkig ook in het Engels. Ik weet niet hoe ik er telkens in slaag om er terecht te komen, maar Ci Yan Organic Vegetariër Health Food trekt duidelijk niet veel westerlingen aan. Tijdens de reclame kan ik de aandacht trekken. Een aantal tellen later geniet ik van een eenvoudig, maar eerlijk gerechtje met bruine rijst en een mix aan groenten. 

Ik knipper de drie soorten sfeerverlichting in willekeurige volgorde aan. Het witte linnen ziet er na een nachtje slapen nog ongekreukt uit. Ik heb zin om te blijven baden in deze luxe, maar spring snel onder de douche. Singapore wacht op mij. De dag start donkergrijs en de regent dreigt. Gelukkig is deze stad een aantal musea rijk. In het National Museum dompel ik me onder in het leven voor, tijdens en na het kolonialisme. Onderweg geniet ik van de grootsheid van de Victoriaanse architectuur. Een aangename afwisseling met de strakke hoogbouw. De luxe overvalt mij aan het Raffles Hotel en het negentiende eeuwse klooster Chijmes. Van de school, het weeshuis of het toevluchtsoord voor vrouwen is niets meer te merken. De gotische kapel staat nog parmantig rechtop, maar is nu een tentoonstellingsruimte te midden van hippe eettenten. Bijna niemand staat hier nog stil bij de Gate of Hope waar in de negentiende eeuw Chinese kinderen die in het jaar van de Tijger waren geboren, werden achtergelaten. Een teken van tegenspoed in de Chinese astrologie. Nu laat men hier vooral massa’s dollars achter.

                

Ja, natuurlijk zijn er metrolijnen in Singapore, én een uitgebreid busnetwerk. Neen, ik ga op dag twee ook de uitdaging aan om de stad te voet te verpletteren. Stap na stap. Het is wel wennen. In Maleisië bekeek ik geen stadsplan, want Google Maps was mijn metgezel. Hier werkt mijn simkaart niet en moet het terug artisanaal. Gelukkig wandelt vandaag de zon mee. Ik zal ze aanbidden en verachten, want het is bloedheet. Ik ben gebiologeerd door het gigantische schip van het Marina Bay Sands dat steeds in mijn vizier ligt. Het schip, bijna 350 meter lang, rust bovenop drie torenhoge gebouwen. Binnen zijn een hotel, kantoren en winkelcentra. Op het schip is een Sky Park en een zwembad van 150 meter. Vandaag is mijn streefdoel zo dicht mogelijk geraken. De tarieven van een hotelkamer starten bij driehonderd euro. Zó ver zal ik dus niet geraken. Toch kick ik op het majestueuze aanzicht dat past bij het posh imago van Singapore. 

Ik vertrek aan Clarke Quay, wandel veel te vroeg op de dag langs de café's en restaurants van Boat Quay en blijf de Singapore rivier oostwaarts volgen. Aan de overkant blinken het Old Parliament, de Victoria Concert Hall en het Asian Civilisation Museum in de zon. Na het poepchique Fullerton Hotel, prijzen vanaf 230 euro, verandert het uitzicht van de stad. Geen koloniale gebouwen meer, wel flitsende, nieuwe architectuur. Massa's toeristen met selfiesticks drummen rond de Merlion, een mythisch figuur met de kop van een leeuw en het lijf van een vis, dé mascotte van Singapore. Ik laat het beest rustig water spuwen, want ik moet de baai nog volledig rondwandelen. Als ik de baai oversteek langs de helixbrug ben ik heel dichtbij het Marina Bay Sands en het Art Science Museum, maar sla ik verder linksaf richting The Gardens by the Bay. Ja, het is een vreemde kronkel. Ik hou immens veel van steden, maar ik geniet in de stad ongelooflijk van tuinen en parken. Er zijn nog heel veel wijken te exploreren in Singapore, maar deze Gardens kan ik niet links laten liggen. 

Het zijn de supertrees die me lokken. In de Supertree Grove wandel je tussen reusachtige ijzeren constructies die verticaal beplant zijn en er zo boomachtig uitzien. Het groene concept van verticale tuinen is bij ons in de stad intussen ook bekend. De dieproze, ijzeren takken van de kruinen waaieren wijd uit. Ik voel me in een sprookjesbos. Op de gerecupereerde grond is het niet mogelijk om hoge bomen met diepe wortels te laten groeien. Toch had men nood aan iets hoogs, synchroon met de hoge gebouwen. Om het fabelachtige gevoel te vergroten, betaal ik om op de hangbruggen tussen de bomen te wandelen. Zo krijg ik meteen een spectaculair zicht over de baai en over de modernistische koepels van de binnentuinen. In deze tuinen ben ik een paar uur zoet. 

                  

Voor ik aan de terugtocht begin, wandel ik onder het Marina Bay Sands Hotel door. Ik duizel van het constant naar boven kijken. Zo fascinerend is dat schip in de lucht. Binnenin geniet ik van de aircoverkoeling, maar veel meer heb ik totaal bezweet niet te zoeken in het chique winkelcentrum. Er rest mij nu alleen nog heel veel baai  en kade om terug te keren. 



Praktische informatie

- Hotel Mono, 18 Mosque Street, http://www.hotelmono.com, €80/n single room (in sommige periodes zijn er kortingen)

- Maxwell Road Hawker Centre, food stalls, lekkere Aziatische keuken, ongeveer €2 à €5/gerecht

- Singapore National Museum, €10 en Fort Canning Park, gratis

- The Garden by the Bay, Canopy in de Supertree Grove, €5 - flower dome, €9, er zijn souvenirshops en restaurants en een cafetaria.

 

 

 

 

Fotoalbums van locatie «Singapore»

I love Singapore (67)

09 Juli 2017 | Maleisië, Singapore en Borneo 2017 | Singapore | Laatste Aanpassing 09 Oktober 2017

  • Eindelijk... onder het schip!

 

Plaats een Reactie

Anneleen @Arjen: eigenlijk is er best wel veel groen en water in de stad! Bedankt voor het complimentje! Geplaatst op 12 Oktober 2017
Arjen Singapore, dat is ook wel één van mijn favourite steden. Terwijl ik niet van steden houd eigenlijk. Je hebt het weer mooi beschreven Anneleen! Geplaatst op 12 Oktober 2017

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking