Reisverhaal «Werelds Madrid»
Madrid 2012
|
Spanje
|
0 Reacties
25 December 2012
-
Laatste Aanpassing 18 November 2014
De schoonheid en
charme van de hoofdstad ontdekken, is een beproeving en geen evidentie. De
concurrentie met toeristenlieveling Barcelona is dan ook groot. Als je moeite
doet en geen hardnekkige drang naar de zee hebt, dan bots je in Madrid op alle
ingrediënten voor een volwaardige citytrip.
Het middelpunt
van de stad
Op de Plaza
Puerta del Sol stond vroeger de oostelijke toegangspoort van de stad. Mijn hotel
is dichtbij dit centrale plein gelegen en wordt zo mijn dagelijks vertrekpunt voor
mijn stadsverkenningen. Naast het pand van El Corte Inglés – het belangrijkste
warenhuis van Spanje – kan je op de Puerta del Sol niet kijken. Toch is het in
rode bakstenen opgetrokken Casa de Correos, het postkantoor, het meest in het
oog springende gebouw van het plein. De klok er bovenop is bekend van het
aftellen op Nieuwjaar, wanneer de Madrilenen bij de laatste twaalf klokslagen
traditioneel een druif eten. In mijn reisgids vind ik een afbeelding terug van
een bronzen beeld van een beer – symbool van Madrid – maar ofwel ben ik
stekeblind (het beeld is vier meter hoog) ofwel is de beer die eet van een
aardbeiboom (tijdelijk) weg gehaald of verplaatst.
Als de Puerta del Sol open en modern is, dan vind je
op de Plaza Mayor een gezellige geslotenheid terug. Weg van de drukte van het
verkeer wandel je onder de galerijen een wereld van elegante architectuur
binnen. En als het druk is, heeft dit oude plein ook wel iets weg van een
toeristisch circus. Terrasjes, een marktje met oude munten, het toeristisch
informatiepunt, straatmuzikanten… voor elk wat wils. Een appartementje in een
van de huizenblokken spreekt tot de verbeelding. Room with a view op de Plaza Mayor zal wel onbetaalbaar zijn. En
dan valt je blik op de Casa de la Panaderia, een vroegere bakkersgilde waar nu
de burgerlijke stand gevestigd is. De gevel is versierd met intrigerende soft-erotische
fresco’s van de Romeinse godin Cybele die in de onderwereld op zoek is naar
haar dochter Proserpina. Onder de galerijen – en in de straatjes die op het
plein uitkomen – schuilen authentieke winkeltjes met onder andere hoeden,
espadrilles en corsetten.
Rond het Palacio Real
De stad slaapt
als ik om half negen mijn eerste stappen op de Calle Mayor zet. De straat wordt
strak afgezoomd door vier à vijf verdiepingen hoge huizenblokken in typische
oranje-, geel- en olijftinten. De Mercado San Miquel ligt er ook nog verlaten
bij. Al zwerven er verlopen types met lege drankflessen rond. Dat is
onvermijdelijk in een grootstad als Madrid. Als ik er later op de dag
binnenwandel, ben ik blij dat ik nog niets gegeten heb. Aan al dit mooi
geëtaleerde lekkers valt gewoon niet te weerstaan. Op de kleine Plaza de la
Villa – verder langs de Calle Mayor – waan je je tussen het stadhuis, de Torre
de los Lujanes en het Casa de Cisneros in de Middeleeuwen.
De Calle Mayor
leidt van de Puerta del Sol recht naar de Catedral de Nuestra Señora de la
Almudena. Als je voor deze mastodont staat, voel je je zeer nietig. De kerk
heeft verschillende stijlen omdat er over een periode van 350 jaar aan gewerkt
is. Deze kathedraal werd pas in 1993 door paus Johannes Paulus II ingewijd. Een
weetje voor de royaltyfans: in 2004 werd hier de eerste koninklijke bruiloft
gehouden toen prins Felipe trouwde met de journaliste Letizia Ortiz.
Het Palacio Real
ligt er pal tegenover. Dit neoklassieke paleis staat samen met de kathedraal op
een helling die afdaalt naar de rio Manzanares. Op heldere dagen kan je de
besneeuwde toppen van de Sierra de Guadarrama goed zien. Volgens mijn reisgids
gaat het koninklijk paleis open om 9u. In werkelijkheid blijkt het om 10u te
zijn. Bij mooi weer lonkt een bankje op de Plaza de Oriente, met zicht op het
koninklijk paleis. Vandaag regent het en verwarm ik me aan chocolademelk en
churros. Als ik terug present ben rond half tien, staat er al een rij toeristen
aan te schuiven. Het wachten loont de moeite. De koninklijke vertrekken
getuigen van weelde en rijkdom. Porseleinen tegels, chinoiserieën, tapijten,
muurschilderingen… Overdaad schaadt duidelijk niet. De wapencollectie in de Real
Armeria bezoek ik wegens weinig interesse slechts vluchtig. De Real Botica
showt een interessante verzameling apothekersmateriaal uit de 17de
en 18de eeuw.
De tuinen van
Sabatini, naast het Palacio Real, lonken, maar de regen zorgt voor plan B. De
dichtstbijzijnde schuilplaats is het Estacion Principe Pio. In de vroegere hal
van dit metrostation ligt nu een winkelcentrum. Op de eerste verdieping kan je
ook iets eten. Als de regen is weggetrokken, trek ik naar het Campo del Moro – de
uitgestrekte tuinen achter het Palacio Real. Je kan er gemakkelijk een uur
stevig wandelen. Ik slaag er zelfs in om er mijn oriëntatie te verliezen. In
plaats van op de Calle Mayor of de Paseo Ciudad de Plasencia uit te komen, sta
ik terug waar ik vertrokken ben, dichtbij de Puerte de San Vincente. Aan de
overkant van de Paseo de la Virgen del Puerto trekt me iets aan wat niet in
mijn reisgids beschreven staat. Langs de Manzanares ligt een modern park dat
reikt tot aan de Puente de Segovia, de viaduct over de rivier. Op zonnige
zondagen krioelt het hier van de wandelende, joggende of fietsende jonge en
oudere Madrilenen. Langs de ene kant duiken het Palacio Real en de kathedraal
statig op; aan de andere zijde rijzen de bergen op.
De klim terug
naar de Calle Mayor kruipt stevig in de benen. Ik rust uit aan de Muralla Arabe,
een van de zeldzame restanten van de Moorse geschiedenis. De naam van de stad
zou ook afkomstig zijn van de Arabische naam voor het fort, Mayrit, dat met
zijn goede ligging aan de rivier bron van leven zou betekenen.
Langs de Plaza de
Oriente wandel ik rechtsaf naar het Teatro Real en kom via het mooie,
romantische – de eerste zonnestralen kunnen daar een rol in spelen – Real Monasterio
de la Encarnacion terug uit op de Calle de Baillen (iets voorbij het koninklijk
paleis). Voor ik me verder op het centrum van Madrid stort, maak ik een omweg
langs de Paseo del Pintor Rosales. Langs de brede laan staan imposante
gebouwen, waaronder ook het Museo Cerralbo. Je kan hier schilderijen, etsen en
wapens uit de 19de eeuwse verzameling van de markies van Cerralbo
zien, maar ik bezoek het museum niet. Mijn doel ligt nog verder op de laan: het
Parque del Oeste met de Templo de Debod.
De Templo de
Debod is een Egyptische tempel uit de 4de eeuw. Net als mij vraag je
je terecht af wat deze in Madrid doet. Het is een geschenk van de Egyptische
regering als dank voor de Spaanse hulp bij de Aswandam. Daar stond hij dan ook
oorspronkelijk. Rond het tempeltje ligt een waterpartij waarin hij mooi wordt weerspiegeld.
Check op voorhand de openingsuren, want op de middag is hij onverbiddelijk
gesloten. Ik keer een ander moment terug om de reliëfs binnenin te aanschouwen.
Geen interesse voor wat in de tempel te zien is? Geniet dan van de prachtige
vergezichten vanaf het Parque del Oeste.
Museumdag
De weergoden zijn
de museumgoden gunstig gezind en laten bakken regen uit de hemel vallen. Drie
belangrijke musea – Museo del Prado, Centro de Arte Reina Sofia, Museo Thyssen-Bornemisza
– liggen op wandelafstand van elkaar. Ik ben niet de enige met een regenplan en
schuif geduldig aan. Bij de ingang van het Prado bots je op een standbeeld van
Velazquez. Driekwart van zijn bekend werk hangt hier. Daar kan je niet naast
kijken. Het Prado is een van de grootste musea ter wereld. Je kan je beter
concentreren op een kunststroming die je interesseert. Ik maak een snelle
wandeling van anderhalf uur door de verschillende verdiepingen om een indruk
van de totaliteit te krijgen. Het langste blijf ik hangen bij De Zeven
Hoofdzonden en De Tuin der Lusten van Jeroen Bosch.
Op tien minuten
wandelen in zuidelijke richting kom je langs de overkant van de Plaza Emperador
Carlos V bij het Centro de Arte Reina Sofia. Aan de voorgevel vallen vooral de
glazen liftkokers op. Van binnenin heb je een mooi uitzicht. In dit museum is
de nationale collectie moderne kunst ondergebracht. Ik val er voor Miro, Dali
en natuurlijk voor de impressionante Guernica van Picasso.
Ik loop terug in
noordelijke richting langs de Paseo del Prado tot aan het Museo
Thyssen-Bornemisza. Ik ben eigenlijk al museumverzadigd, maar zet toch door. Dit
museum is ondergebracht in een voormalig paleis. Ik bekijk in een snel tempo de
collectie van baron Von Thyssen. Je ziet er Rembrandt, Rubens en Van Eyck, maar
ook werken van Mondriaan, Hopper en Lichtenstein. Er zijn ook steeds tijdelijke.
Ik geniet van de intense kleuren van Chagall en van de gedetailleerde Visiones
del India. De toegangsprijs is stevig. Je kan een ticket kopen voor de vaste
collectie, voor de tijdelijke tentoonstellingen of een combi-ticket. Omdat dit
een privémuseum is, kan ik deze keer geen gratis ticket versieren met mijn
Lerarenkaart.
Van de Puerta de
Europa tot de Gran Via
Ik neem de metro
naar het Plaza de Castilla en vertrek aan de Torres Kio. Je komt hier in het
economisch centrum van Madrid terecht. De twee scheve torenflats met veel glas
symboliseren de financiële wereld. Van het uitgaansleven merk ik niets, want ik
loop hier ochtendlijk vroeg. Op een
waterreservoir ligt een mooi aangelegd parkje. Ik verpoos op een bankje. Het
gezang van de oude tuinman – waar ik door gebrek aan kennis van het Spaans niet
mee kan praten – neem ik er graag bij. Un
curazon…
De Paseo de la
Castellana is vandaag mijn catwalk en leidt me door het drukke stadsverkeer.
Links en rechts op mijn wandelpad duiken verschillende fasen van de
geschiedenis van de stad op. Langs de Torre de Europa en Torre de Picasso wandel
ik verder. Ik passeer het Estadio Santiago Bernabeu. Er staan al toeristen en
voetbalfans aan te schuiven om het stadium van Real Madrid te bezoeken. In de
straten achter het AZCA-complex kan je verpozen in de winkelketens waarvan ze
er hier dertien in een dozijn hebben: Mango, Zara, Sfera… Pas na het Nuevos
Ministerios – een grijs complex overheidsinstellingen – worden de stops
interessanter. De wetenschapsliefhebbers kunnen terecht in het Museo de
Ciencias Naturales. Vooral kleine jongens zijn gefascineerd door de gigantische
skeletten en replica’s van dinosauriërs. Boekenliefhebbers kunnen dan weer
terecht in de Biblioteca Nacional. De mooi gedecoreerde buitengevel en statige
entree met beelden spreken tot de intellectuele verbeelding. Aan de achterzijde
ligt het Museo Arqueologico Nacional. Dat was mijn geplande stop, maar het
museum is dicht voor renovatie (nog steeds in januari 2013). Het museum is
gewijd aan de periode voor de komst van de Romeinen tot de late middeleeuwen.
Een extra reden om Madrid opnieuw te bezoeken.
De chique
winkelstraten in de wijk Salamanca, tussen de Calle de Serrano en de Calle del
Principe de Vergara, leiden me af van mijn wandeling. In het schaakbordpatroon van
straten lokt de ene etalage na de andere mij. En zo kom ik op de Calle de
Alcala terecht die grenst aan de noordelijke kant van het Parque del Buen
Retiro. Het park bezoek ik later nog. Nu wandel ik eerst verder langs de Puerta
de Alcala over de Plaza de la Independencia naar de Plaza de la Cibeles. Op de
Plaza de Colon staat een fontein met in het midden op een hoge sokkel een beeld
van Colombus; hier staat een marmeren fontein dat dankzij Real Madrid tot een
symbool van de stad is uitgegroeid. De Romeinse godin Cybele ment een
strijdwagen die getrokken wordt door twee leeuwen. Als Real Madrid een
wedstrijd wint, wordt Cybele gehuld in de vlag van de voetbalclub.
Voor, achter en
rond de fontein raast het drukke verkeer. Toch moet je even de tijd nemen om rond
je as te draaien en om alle gebouwen rondom het verkeersknooppunt te bekijken. De
ongedurige Madrileense chauffeurs besteden er al lang geen aandacht meer aan. De
witte stenen van het Palacio de Comunicaciones geven extra karakter aan de
neoclassicistische bouwstijl van dit voormalige hoofdpostkantoor. Op de klok
van het hoofdkwartier van de Banco de España blinkt een gouden bol onder de
prille lentezon. Het Palacio de Linares, het Casa de America, het Palacio de
Buenavista vervolledigen het rondje prachtige gebouwen. Waar het
Metropolisgebouw hoog boven alles uit toornt, daar eindigt mijn tocht en begint
de de Gran Via die zowel verkeersader
als winkelstraat is. Kijk af en toe op naar de prachtige gebouwen waarin de
winkels ondergebracht zijn.
Malasaña en
Chueca
Ten noorden van
de Gran Via liggen de wijken Malasaña en Chueca. Op de Plaza Dos de Mayo staat
een poort ter ere van de gesneuvelden tegen de troepen van Napoleon. Verder
door deze wijken wandel je langs mooie gebouwen en voormalige paleizen: de kerk
San Antonio de los Alemanes, het museo de Historia en del Romanticismo, het
Palacio Longoria… Tussen deze oudheden vind je hippe winkels en leuke
terrasjes. Je bent hier duidelijk in een jonge buurt. Er heerst een open sfeer.
De zijstraten Calle de Hortaleza en Calle de Fuencarral zijn winkel- en
schoenenparadijzen.
De wijken La
Latina en Lavapiés
Ongeveer
evenwijdig met de Calle de Toledo – die op de Plaza Mayor uitkomt – liggen de straatjes
Calle Cava Baja en Calle Cava Alta. Ik verken ze in de ochtend, maar besef door
de hoeveelheid restaurantjes en cafeetjes dat de ambiance hier ’s avonds te
vinden is. Dan nu nog maar een portie cultuur. Vanaf de kleine Plaza de San
Andres duikt de reusachtige koepel van de Basilica San Francisco El Grande op.
De paasmis is bezig en het krioelt er van de gelovigen, dus kan ik enkel snel
een glimp van het imposante interieur opvangen. Het is op zondagochtend niet de
enige plaats waar je over de koppen kan lopen. In de straten onder de Plaza de
Tirso Molina is er een grote straatmarkt, de Rastro. Ik drum me een weg door de
markt op de Calle Ribera de Curtidores. Je vindt er zowel kleding als souvenirs,
maar er is ook een oude vlooienmarkt waar je best je tijd neemt om rond te
snuisteren en af te dingen (Ronda de Toledo tot de Calle de Embajadores). Rond
de Plaza de Lavapiés heerst er een volkse en multiculturele sfeer. Exotische
eetgelegenheden à volonté.
Uitrusten in het Parque
del Retiro
Een park in een
stad is niet alleen voor de toeristen een verademing, maar is vooral voor de locals een must om te ontsnappen aan de
dagelijkse rush. Je kan dit uitgestrekte park met bomen, bloemen, gazons,
standbeelden, paleizen en waterpartijen verkennen, maar je kan ook gewoon een
vrij stukje op het gazon zoeken en verpozen met een ijsje, een boek… Als je het
park binnenwandelt langs de Calle Claudio Moyano, rechts van de Real Jardin
Botanico, kan je aan een van de boekenstalletjes een oud boek scoren. Het
Palacio de Cristal is een reusachtige glazen plantenkas, idyllisch gelegen aan
een klein meertje. Ernaast ligt het Palacio de Velazquez. Zonder plannetje mis
je misschien El Jardin Chino of La Rosaleda, de rozentuin, maar het grote meer,
El Estanque, kun je niet missen. Romantische zielen kunnen hier een roeibootje huren.
Als liefhebber van botanische tuinen bezoek ik de Real Jardin Botanico. Het kan
aan het seizoen liggen, maar onder de indruk ben ik niet. Geef mij dan maar de uitgestrektheid
en gezelligheid van het achtergelegen park.
Verschenen in Wegwijzer, juni 2013