Reisverhaal «Airlie Beach & The Whitsunday Coast»
Arlie Beach
|
Australië
|
0 Reacties
28 November 2016
-
Laatste Aanpassing 15 December 2016
28 november, The Whitsunday Coast
We treinen verder met de Spirit of Queensland richting Whitsunday Islands en zien eindeloze maar dorre akkers waar prachtige runderen lopen. Hier zijn niet veel suikerrietplantages. Enorme akkers worden geploegd, van ver zie je de opwaaiende stofwolken door lange droogte. De vlakte wordt omzoomd door laag heuvelgebied. Tussen de kleine dorpen in staat geen enkel huis. We naderen Airlie Beach. Dat is een van de bekendste plaatsen aan de oostkust met opaal-witte kusten, beboste eilanden en 's wereld grootste koraaltuinen vol tropische vissen. We zijn uiteraard benieuwd. Airlie Beach is een kleine stad die druk door backpackers wordt bezocht. Het overgrote deel toeristen zijn twintigers en er heerst aan de schitterend aangelegde lagoon een uitgelaten sfeer. We genieten een ganse dag van dit - weerom gratis - zwemparadijs. Na onze wandeling keren we terug om hier bij de lagoon te kokkerellen op de 'barbie' en te genieten van een 'oceaan view diner'. En morgen varen we uit!
We hebben een dagtrip geboekt bij een lokaal familiebedrijf. Dat lijkt ons aantrekkelijker dan een grote touroperator. Met een dertigtal medepassagiers varen we naar The Whitsunday's. Een prachtige naam voor een groep van 74 tropische eilanden. Na een uur varen, meren we aan bij een strand dat uit één van de vele reisbrochures lijkt geknipt. Hagelwit fijn zand, azuurblauw water en frisgroen bos omgeven ons. Ik kijk als in een droom rondom mij en besef nog niet goed dat dit allemaal echt is. We trekken een pak aan om ons te beschermen tegen de kwallen en gaan het water in. We poseren gewillig: als Bond girl, als aangespoelde duikster, als Buffalo supporter speciaal voor Zoortje en de meisjes. Een Duitse toerist maakt lachend foto's van ons. In zo'n decor wil je niets missen. En zeker niet de landing van 'de Flying Doctors' met hun watervliegtuig. Ach neen, het zijn Aziatische toeristen, Japanners misschien, voor wie 'de zandloper' wordt uitgerold en de parasol wordt opgezet.
Ondertussen staat de lunch klaar, de driekoppige bemanning heeft alles klaargezet. De kapitein fungeert nu als kok, hij bakt de steaks. Pure verwennerij, alles is met veel smaak klaargemaakt. Een grote hagedis, of is het een kleine varaan, kijkt toe en wacht tot we weg zijn om restjes te zoeken. Hij valt met zijn camouflagekleuren helemaal niet op maar zijn bewegingen hebben hem verraden.
Op een ander eiland maken we een wandeling. Een kleine klim brengt ons naar een uitkijkpunt om de baai te overzien. Witte zandplekken glimmen in het helblauwe water. We zijn helemaal ontroerd bij het zien van zoveel schoonheid, emoties overweldigen ons. Het is een mix van uitgelatenheid en stille bewondering. Velen reageren met Oh's en Ah's, het laat niemand onberoerd. Ik geraak er meer en meer van overtuigd dat we voor onze wereld véél meer zorg voor moeten dragen!
Na weerom een half uur varen doen we flippers aan en zetten ons masker op. Tijd om de boot te verlaten en te snorkelen. Ik ga als eerste het water in, het moeten niet altijd eerst de jongste zijn... . Ik wil wachten tot Cathy erbij komt maar de bootsman maant mij aan door te zwemmen naar het rif, de stroming is hier te sterk. En zo komt het dat ik als eerste de schoonheid van het koraal en de vissen bewonder.
Nog een uur varen naar onze thuishaven, dan zit deze fantastische uitstap er op. Iedereen is in gedachten verzonken. Deze dag zal toch in ons geheugen gegrift blijven