Reisverhaal «Phillip Island, een familiegebeuren»
Phillip island
|
Australië
|
0 Reacties
28 December 2016
-
Laatste Aanpassing 17 Januari 2017
28 december, Phillip Island, een familiegebeuren
Het einde van het jaar nadert met rasse schreden. Overmorgen is het kerstavond. Elk jaar komt de familie van Brenden bijeen in het vakantiehuis op Phillip Island en daar rijden we nu naartoe. De wegen zijn op vrijdagnamiddag drukker bereden om de stad te verlaten maar files zoals bij ons bestaan niet. Melbourne verlaten duurt eventjes omdat de stad eigenlijk bestaat uit een wijdverbreide aaneenschakeling van diverse woonwijken. Er staan riante woonhuizen tussen. De percelen zijn niet al te groot en de bouwstijl is helemaal anders dan de 'Queenslanders', ik zou niet kunnen kiezen tussen beide. Maar ook hier breekt men met de traditionele bouwstijl en komen er meer en meer rechttoe rechtaan betonnen woningen in de plaats, ook vaker appartementsgebouwen. Net als bij ons. Gedaan met de ornamenten, gietijzeren franjes, houten terrassen en overkappingen, glasramen, gezelligheid kortom. Zelfs de interieurs zijn eenheidsworst door - net als in zoveel andere landen - identieke meubels en woningdecoratie van bij Ikea. Er is blijkbaar geen ontkomen aan. Toch zie je af en toe, net als aan de Gold Coast, een volledig houten huis ingepakt staan, klaar om te verplaatsen en te renoveren. Jammer dat België net iets te ver af ligt om een mee te nemen... .
Anderhalf uur later rijden we de brug over en passeren het eerste stadje, San Remo, een vissersplaatje waar nog geen 300 inwoners leven. Dichtbij ligt het vakantiehuis, een puntdak tot aan de grond met twee verdiepingen en veel glas aan voor- en achterkant. Karin, de moeder van Brenden en Peter, haar tweede man, hebben het zopas grondig laten renoveren. Hier zullen we, met alle broes en verwanten, de kerstdagen doorbrengen.
Phillip Island is bijzonder mooi. Amper 26 km lang en 9 km breed heeft het nog enkele grote boerderijen en verschillende vissersplaatsen. Het landschap is heuvelachtig en biedt altijd een schitterend uitzicht op de oceaan. De kustlijn is grillig met kliffen, duinpartijen en naaldbomen die een prima habitat zijn voor de grote aantallen kleine pinguïns. The Nobbies is zo een plek waar je die beestjes kunt zien en waar ook een grote peslrobbenkolonie verblijft. Tijdens de wandeling zie ik geen enkel dier, wel heel veel houten mini-huisjes in het hoge duingras als verblijf voor de pinguïns. Hierin zijn ze veilig tegen de vossen. Overdag zijn alleen de jongen "thuis", hun ouders zwemmen kilometers ver weg om te jagen. Bij zonsondergang trekken ze met honderden tegelijk de duinen weer in op zoek naar hun nest. Vaak een lange en steile klimpartij. Dit trekt busladingen toeristen aan, er zijn daarvoor zelfs grote tribunes gebouwd. Maar daar pas ik voor. Veel liever maak ik met Cathy lange strandwandelingen waarbij je weinig mensen tegenkomt. Of verdwijnen we in de hoge golven waar surfers aan het oefenen zijn. Het verrast ons hoe sterk de onderstroom is. Het is naar adem happen bij het boven komen. Hier zijn vooral bodyboarders aan het werk, een vorm van surfen met een verkorte plank op kleinere golven. Eigenlijk iets wat je in de Noordzee ook kunt doen maar ik prefereer toch deze plek ... !
Snorkelen is een andere favoriete sport hier. Brenden en zijn broer Glen weten een plek waar abalone , zeeoren, groeien. Een zeeoor is een slak met een niet draaiende schelp. Alhoewel, als je goed kijkt zit er toch een draai in, zoals in een oor. Zeeoren – er bestaan tientallen soorten – worden beschouwd als ‘primitieve’ slakken. Op de ondergrond waar ze leven zijn ze aan de buitenkant goed gecamoufleerd maar de binnenkant van de schelp is bekleed met het meest schitterende paarlemoer. Brenden en Glen duiken tot drie om na een paar uur er twee te hebben gevonden. Het zijn echt grote exemplaren en eens schoongemaakt lijken ze op een reuzeoester. Brenden gaat ze verwerken in een vulling voor de spring rolls.
Ondertussen bezoeken wij, samen met Eva en Kerrin, een Farmer’s Market op het pittoreske Churchill Island, nog kleiner dan Phillip Island. Hier komen op een akker, onder de bomen, de landbouwers hun producten verkopen. Eromheen grazen prachtige bruine runderen. Lavendelvelden omringen hen, ze kleuren mooi tegenover de droge, goudgele akkers met daarachter de blauwe oceaan. Daar halen de Aussies ook een groot deel van hun voedsel uit. Alles hebben ze hier in voorraad, alles vers, alles binnen handbereik.
En dit is wat de familie gemeen heeft: voedsel kopen en bereiden. Ze vertellen er graag over, weten hun producten te kiezen, hebben elk hun specialiteit en doen daar niet gewichtig over. Ontbijt, daar zorg je zelf voor. Lunchen is eten wat je in de grote koelkast kunt vinden of je gaat iets eten in de buurt. Maar 's avonds wordt alles uit de kast gehaald. Er is een beurtrol, maar niet dwingend, je help mee als je zin hebt maar niets moet. De voorbereidingen duren soms lang maar de aperitief staat klaar. Er wordt veel gepraat, iedereen houdt er de sfeer in. Het eten wordt gesmaakt, alleman is tevreden, de avond is voor je het weet voorbij. Een 'afzakkertje', de tafel wordt geruimd. Morgen vers voedsel.
Het zijn gezellige dagen. Geen kerst zoals wij die kennen, geen boom, geen pakjes, geen koude of sneeuw maar strandwandelingen, duiken in de hoge golven, zalige temperaturen....
Wij genieten ervan en naderen het eind van een avontuurlijk 2016.