Reisverhaal «Aankomen in Ulaanbaatar»
Ulaanbatar
|
Mongolië
|
0 Reacties
08 Juni 2016
-
Laatste Aanpassing 20 Juni 2016
Het is ochtend en het is een gezellige drukte aan het station van families beladen met bagage, die mekaar warm omhelzen.
Anton (de broer van een vriend van Maarten) en Mona, zijn Mongoolse vriendin, halen ons af aan de trein. We hebben hen nog nooit gezien maar we worden hartelijk begroet alsof het een blij weerzien is. Met een taxi worden we naar ons adres gereden.
We vragen naar hun leven hier in UB. Anton vertelt rustig over zijn muziek, Mona klatert er vrolijk doorheen. Maar we zijn moe en spreken af mekaar 's avonds terug te zien, we moeten nodig wat bijslapen. Ondertussen gaat het al heel wat beter met mijn blaas. Al meer dan een week heb ik last van een ontsteking maar met de lange afstandsdiagnose van Jan en de hulp van Max bij de apotheker in Irkutsk ben ik prima geholpen. Bedankt Jan!
In de namiddag verkennen we de stad. Hier leven ongeveer 1 miljoen mensen, 1/3 de van de totale bevolking. Velen komen naar de stad in de hoop de armoede van het platteland te ontvluchten maar slagen daar lang niet allemaal in. Van urbanisatie hebben ze duidelijk nooit gehoord. Oud, nieuw, hoog, laag, arbeidersflats of grote winkelcentra - waar ze trouwens verzot op zijn - alles staat dooreen. Als we een oude tempel bezoeken staat die verstikt tussen de kantoortorens. Er is weinig tot geen groen te bespeuren. Wel alom imposante beelden van Dzjengis Khan (13 de eeuw) of andere tijdgenoten. Daar zijn ze, terecht, duidelijk trots op. Ook het verkeer heeft hier zijn eigen regels, alles rijdt luid toeterend door elkaar heen. Het is helemaal niet duidelijk wat de voorrangsregels zijn en om de straat te dwarsen neem je als voetganger zeker een risico. Zelfs bij groen licht het zebrapad oversteken is niet veilig.
Tijd om samen met Anton en Mona iets te eten in een klein typisch Mongools eethuis. Als buitenlander zouden we dit nooit gevonden hebben. Veel mooie eethuisjes en winkels zijn te zoeken achter kleine deurtjes.
Mona en Anton vertellen hoe ze hier samen leven. Duidelijk niet gemakkelijk want men staat de vrouwen hier niet graag af aan buitenlanders, ze worden dan ook regelmatig uitgescholden. Dat kan Mona niet uit het lood slaan want ik heb zelden een zo ontwapenend en goedlachse vrouw gezien die nog in alles het goede ziet. Ze vertelt honderduit en haar Engels is prima.
UB dag twee.
Mona en Anton hebben voor ons een dag vrijaf genomen.
Het is knap hoe een inwoner zijn of haar stad met zoveel trots aanprijst. Dat is iets wat ons Vlamingen toch wat ontbreekt. In Rusland was dit het geval, hier ook. Het lijkt alsof ze de hoeder zijn van een plaats waar de mooiste gebouwen staan, de rijkste historie leeft. Mona kan dat ook als de beste. Het Boeddhistisch klooster dat we bezoeken leeft doorheen het verhaal dat ze vertelt. En hoewel we in Azië er al veel hebben bezocht leren we hier met respect te luisteren en te kijken naar de vele betekenissen achter elk detail, achter elke handeling.
Cathy leeft helemaal op als we, weer langs een kleine ingang, een grote overdekte markt bezoeken. Onvoorstelbaar wat er allemaal kan worden uitgestald op een paar vierkante meter. Grote afdelingen groenten en fruit, er liggen zelfs asperges! Vrouwen die de grote stukken vlees uitbenen. Winkeltjes waar gefermenteerde producten worden verkocht.
Er staat ons nog een verrassing te wachten. Anton is twee jaar geleden naar hier verhuisd om muziek te studeren: de typische Mongoolse zang met dubbele keelklank en het bespelen van The Horse-head Fiddle. Een instrument dat je een beetje met een viool kunt vergelijken. Hij speelt, samen met een Franse medestudent, voor ons enkele nummers. Het is niet uit te leggen welke fantastisch mooie, diepe en gevarieerde klanken met dit tweesnarig instrument kunnen gevormd worden. Ontroerend mooi. Ze gaan ook samen in dialoog met een groot enthousiasme. Wondermooi. Na afloop somt de Fransman de vele eigenschappen en mogelijkheden van de Fidler op, die zijn blijkbaar eindeloos. Hij zou uren kunnen doorgaan maar we spreken opnieuw af na terugkomst in UB.