Reisverhaal «Perth - Kalbarri»

Onze wereldreis | Australië | 0 Reacties 21 April 2014 - Laatste Aanpassing 01 Mei 2014

21-25 april.

In Auckland vlotjes de mobilhome afgezet (is echt gewoon een kwestie van het voertuig af te zetten en de sleutels terug te geven), en per shuttlebusje naar de vlieghaven. Klaar om heel wat uren te slijten al wachtende… We kwamen rond half 10 toe op de luchthaven van Auckland, en pas om 23u lokale tijd (wat dan eigenlijk al 3u is in Auckland-tijd) landen we in Perth… Redelijk pittig. Maar een uurtje later komen we aan in ons hotel, en de luxe van een simpele hotelkamer weten we weer heel erg te waarderen! Door het uurverschil van 4uur, kunnen we gelukkig lang uitslapen, en toch nog steeds op tijd opstaan om te ontbijten. Heerlijk! We kunnen precies niet stoppen met eten en willen alles dat het buffet te bieden heeft eens proeven.
We slapen hier 3 nachten dus we kunnen het helemaal rustig aan doen. Dat mag wel na het intensieve reizen dat we al gehad hebben en voor het nog intensievere reizen die ons nog te wachten staat…
Ons hotel ligt in Northbridge, en de ligging is ideaal! Northbridge is een hippe buurt met heel wat leuke restaurantjes en cafeetjes. En Perth centrum is maar een minuutje of 20 wandelen. Of, zoals we al snel leren, je springt hier gewoon op 1 van de CAT-bussen die hier in 4 verschillende circuits de omgeving van Perth doorkruisen. Maximaal 8 minuutjes wachten, en helemaal gratis. Voor ons dikwijls een ideale rustpauze, waarbij we dan toch nog wat meer van de stad zien. En wat we zien bevalt ons echt wel. Hele leuke oude gebouwen, genoeg vernieuwende ook. Heel veel parken, en veel verschillende winkelstraten. Voor elk wat wils dus.
Wij genieten vooral van Kings Park. Een gigantisch park, waar wij ons op het eerste grasveldje neervleien en genieten van het zonnetje, en van de relaxte sfeer die er hangt. En van de rondvliegende papegaaien! Niet te geloven welke kleurrijke vogels hier gewoonweg rondvliegen. Helemaal vrij! Echt machtig!
We slenteren ook nog eens door één van de vele winkelstraten, waarbij gelijk wat we zoeken (een stukje voor mijn fototoestel, een boekje ‘how to treat stings and bites’ (jup…) en een batterij voor Lotte’s horloge) niet te vinden is, maar waarbij iedere verkoper wel het adres weet van waar we wellicht meer succes zullen hebben. Uiteindelijk vinden we enkel de batterij. Voor een horloge die toch kapot blijkt…
Perth valt echt heel erg in onze smaak, en we genieten van het rustig rondwandelen, lekker eten (zelfs roomservice), Friends op televisie, en van het heerlijk slapen in een echt zacht bed, in een echt donkere kamer. Dit konden we wel eens gebruiken na 7 weken in een camper.
Maar dan moet het echte avontuur dus nog beginnen.
De kinderen zijn bijna niet meer te houden, maar dan mogen we dus eindelijk achter onze jeep! Deze keer krijgen we een deftige uitleg (behalve van de tent, en dat zullen we later die dag heel eventjes weer vervloeken…) en krijgen we alle tijd om alles eens te doorzoeken en te checken. En dan zijn we op weg met de stoerste car waar we ooit mee gereden hebben! A 4 wheel drive, baby!!!
Eerste stop natuurlijk de supermarkt, en bij de kassa krijgen we toch eventjes schrik dat we toch niet alles mee zullen krijgen… Maar die achterruimte van de jeep is zo vernuftigd ingedeeld, dat we niets moeten teruggeven. Oef.
Maar dan wil ik de frigo aan zetten, en lukt het niet. We pijnigen onze hersenen wat we kunnen vergeten zijn, maar we kunnen niets vinden. Wij dus terug naar naar het verhuurdepot. Blijkbaar was er een zekering ofzo versleten, en kunnen ze dit snel vervangen. Beter nu dan binnen een week denken we dan maar.
Weer op weg, en deze keer geraken we in Fremantle. Dit is een klein havenstadje in de schaduw van Perth, waar ik reeds een jaar terug boekte. En gelukkig maar want het is hier juist herfstvakantie, en alles is volzet.
Het blijkt niet echt onze goesting van camping te zijn, maar we zijn hier vooral om wat te wennen aan onze nieuwe woonst, en alles wat te ordenen.
Het opzetten van de tent lukt niet helemaal direct, maar eens we door hebben dat de palen kunnen verlengd worden, is het ‘a piece of cake’. Het gaat echt heel erg snel, en ik denk echt dat dit niet langer dan 10 minuten zal duren in het vervolg. De 3 plooibedjes voor in de tent naast de auto (er slapen er 2 boven op het dak, in de daktent, en 3 naast de auto, in dezelfde tent eigenlijk, maar een uitloper ervan, de foto zal klaarheid scheppen…) zijn iets anders. Maar uiteindelijk lukt dit ook wel, het zal ook een kwestie van training worden…
Het beloven 51 spannende dagen te worden…
Orde in de achterruimte van de jeep bewaren zal een noodzaak zijn. Leren slapen op een plooibedje van 30 cm breed ook. Opstaan als Stef wakker is ook….
Maar we zijn er helemaal klaar voor. Na een halve dag valiezen ordenen en herordenen, wegenkaarten en toeristische brochures doorspartelen, en het broodnodige relaxen zien we het helemaal zitten om het echte Australië te gaan ontdekken! Bring it on!
En oja, terwijl de kinderen in de zee aan het spelen waren gewoonweg een pelikaan zien passeren over het water! En in de boom naast onze tent zaten 2 roze papegaaien met kuiven! En Bart had net een felblauwe zien voorbijvliegen. Ze maken een ongelooflijke herrie al die vogels hier, maar het maakt het allemaal ook wel echt indrukwekkend. We zijn allen reuzebenieuwd welke dieren we hier nog allemaal op ons lijstje zullen kunnen afvinken…

26 - 28 april.

En zo vertrokken we dus, klaar om overrompeld te worden door Australië.
Het duurde wel een tijdje. Perth, met al zijn deelgemeentjes is redelijk groot… We moesten ook nog boodschappen gaan doen, en kozen dan net de afslag waar ook de IKEA gevestigd is… Ook hier betekent dat files tot aan de afrit. En ook bij het shoppingcenter was het zoeken achter een plekje. We waren meer dan een uur verloren, enkel om wat brood, choco en bloem te gaan kopen…
Het werd snel duidelijk. Afstanden zijn hier inderdaad echt gigantisch! En we zijn dan nog niet eens echt in de outback. We moeten toch een knopje omdraaien om niet in de val te trappen om heel de tijd met Nieuw-Zeeland te gaan vergelijken. Het is hier mooi hoor, maar het is -voorlopig- niet om de 3 minuten van ‘kiekt e kir ier’ of ‘kiekt e ki doa’. Wat ons wel weer enorm boeit zijn de dieren die hier vrij rondlopen. We zien emu’s passeren, en ook kangoeroes. Al is het voorlopig nog enkel de aangereden variant van die laatste… We zien er vandaag zeker zo’n stuk of 6 liggen.
Beetje later dan gepland komen we aan bij the pinnacles. Dit is een stukje woestijn in een natuurpark, waar er verschillende rechtopstaande rotsen staan. Allé ja, verschillende… een duizendtal is misschien beter geschat. We snellen eerst nog door het visitor center, dat op het punt staat om te sluiten, en kopen hier het ‘camp 7’ boek. Dè wegenatlas van Australie, die ook nog eens alle plekjes om goedkoop te kamperen aanduidt. We zullen zien of hij zijn geld waard zal zijn (voorlopig gok ik van wel…).
We bekijken ook nog eens de vele mooie foto’s en infoborden, en kruipen dan weer in de jeep om de rondrit in het park te maken. Eindelijk op zandwegen, dus dat begint al goed, en even later hebben we eindelijk een echt wow-momentje te pakken. Ongelooflijk, allemaal alleenstaande rotsen, in alle tinten geel, en alles in zand. Heel erg mooi! Doordat het ook al heel de dag miezert, en de lucht dus met momenten redelijk donker kleurt, krijgt alles een heel speciale sfeer. Echt wel iets wat we nog nooit eerder zagen, en dus zeker de moeite!
In een folder had ik gelezen dat er een camping was, ‘op enkele minuten van de ingang van het park’. We zullen het echt nog moeten leren, maar afstanden zijn hier echt héél relatief. Het was nog een 25 km verder… Gelukkig was er nog een plekje vrij -laatste zaterdag van hun paas- (of herfst-) verlof, en konden we ons rap rap voor het echt donker werd installeren.
Tijdens het eten maken begint het opeens te gieten! Echt heel veel chance dat we al geïnstalleerd waren! We eten onze patatjes (met van die heerlijke bruine saus….) op onder ons afdakje, terwijl de regen van geen ophouden weet…
Heel de nacht blijft het regenen en waaien. Hier zijn ze heel erg blij met eindelijk wat regen… wij hadden het toch wel liever anders gezien.

Gelukkig is het bij het opstaan droog, en eens de zon er door komt droogt alles snel op.
Vandaag rijden we langs allerlei mooie badstadjes, langs de Indian Ocean Drive, maar met het weer die niet weet of het nu moet stralen of waaien of miezeren, is de verleiding om het water in te gaan niet aanwezig. Weer vele kilometers verder slaan we af om een kampeerplek uit ons nieuwe kampeerboek te zoeken. Vanaf het dorpje Walkaway (what’s in a name…) is het nog 21km. En met al die kilometers die we al gedaan hebben zijn we precies ons afstandsgevoel kwijt, want na een hele tijd zien we nog altijd niets. En echt niets hé, gewoon mega-grote weilanden en hele gebieden in struikgewas. En een windmolenpark waar ze hier heel erg trots op zijn, maar waar we in Ieper er ook wel iets van gezien hebben. We maken rechtsomkeert, en zien dan inderdaad opeens een bordje… Aan een windmolen, dus we moeten eventjes toch teveel gekeken hebben. We rekenen snel uit dat we zo’n 60km omgereden hebben. In België zou dat precies niet lukken…
Gelukkig is het de moeite waard. We slapen in Ellendale Pool waar er voor 5$ kan gekampeerd worden, met toiletten, een open douche en gratis gasbarbecues. Er is ook een riviertje, maar ze raden niet aan om te zwemmen, omdat er een soort van ziekte inzit. Niet dat we het van plan waren, want ook al is het niet echt koud, het zit toch heel de tijd klaar om te regenen, en ook de wind is weer van de partij. Het is toch wel leuk, en we genieten natuurlijk weer vooral van de aanwezige vogels. Groene parkieten, en een hele horde witte papegaaien.

De dag nadien in een windvlaag de tent proberen af te breken, en terwijl we bezig zijn, ook nog wat extra regen… We kunnen er voorlopig gelukkig nog mee lachen en bedenken maar dat we dat dan ook maar weer gehad hebben.
Shoppen in Geraldton, waar we voor een laatste keer een deftige supermarkt hebben, en dan weer op weg. In Port Gregory is er een pink lake, en daar hopen we een picknick plek te vinden. We rijden erlangs, en het is inderdaad wel een vreemd zicht, een heel groot meer die gewoon roze uitslaat van de hoge aanwezigheid van beta-caroteen. Maar dit is NZ niet, en voor we het weten zijn we het meer gewoonweg gepasseerd, zonder ook maar een picknickplek, laat staan parking te zien. We rijden maar direct door naar onze kampplek, dat te bereiken is langs een grote weide vol schapen. Een echt prachtig uitzicht, en hier hebben we een hele namiddag om te genieten. Maar weer zit het weer een beetje tegen. Zoveel wind hebben we nog niet gehad. Gelukkig is er een kampkeuken waar we kunnen eten, en wat kaarten, en hebben we bij onze jeep toch een klein windschermpje waar we een klein beetje zielig ons langs zetten om te lezen. Gelukkig laten de kinderen het al zeker niet aan hun hart komen en spelen ze heel de namiddag prachtig samen, met zicht op een prachtige oceaan.


29 april.

Wat een dag! Echt eentje om te koesteren!
Ze was nochtans niet echt optimaal begonnen… Heel de nacht was het heel erg koud geweest en was de wind redelijk nadrukkelijk aanwezig. Met moeite dus uit onze slaapzakken gerold, om zo snel mogelijk van een warme douche te kunnen genieten. In de kampkeuken ontbeten, en daarna, terwijl de wind van geen ophouden wist onze tent afgebroken. Niet simpel, maar we zijn intussen een geoliede machine.
En toen dus, iets na negen vertrokken voor wat de mooiste Australië-dag tot nu toe zou worden.
De kust van Kalbarri heeft verschillende uitkijkpunten over de steile, of bijzonder gevormde kliffen. De eerste die wij deden was de Eagle Gorge. Dat was al een mooi opwarmertje. De kustlijn is echt machtig mooi, met kliffen in roodbruine tinten, waar de zee, toch zeker met de huidige windkracht heel erg indrukwekkend tegenop botst.
Volgende stop Pot Alley. Ook niet mis. Een 500m verder dan de vorige, maar toch weer een heel ander zicht. Wij waren eigenlijk vooral gestopt omdat de naam ons deed denken aan hoe onze Gentse familieleden Ellie’s naam uitspreken;-).
Volgende stop: Rainbow Valley. Hier wilden we onze benen eindelijk eens goed strekken, en kozen we voor de wandeling van 3km. Volgens het infobord was het een categorie 4 wandeling, waarbij 6 de categorie is voor technische bergbeklimmingen, en zou ze 2 uur duren. We twijfelden toch wat hierdoor, maar wat leuk dat we er toch aan begonnen zijn. Echt heel leuk wandelen, langs verschillende rotsachtige landschappen (allé, ja, als je over een afstand van 3km tenminste kunt spreken van ‘landschappen’, maar toch.) en met heel wat informatie over de geologie van deze formaties. Een driekwartier later stonden we terug aan onze auto. De Australiërs en afstand…tss tss tss…
Dan nog de verplichte stop aan het Red Bluff uitkijkpunt (waauw, vanuit hier zag je weer een hele andere kustlijn, daarom niet minder indrukwekkend…) en vervolgens naar Kalbarri centrum. Echt een leuk badstadje, waar we versteld stonden van het prachtige decor. Hier stroomt de Murchison rivier in zee, en doordat deze inham wat landinwaarts ligt, is er hier heel wat minder wind. Eventjes overwogen we om er een luierdagje op het strand van te maken, maar na de stuutjes bij het speelplein vertrokken we toch om het Nationale park te gaan ontdekken.
Weer een hele strook over zandwegen, temidden allemaal struikgewas, voor zover je kon kijken. Niet dat het uitzicht dan zo overweldigend mooi is, maar het geheel, en dan vooral die uitgestrektheid maakt het allemaal toch wel heel bijzonder.
Er is hier een wellicht heel erg mooie wandeling, the loop, van 8km, maar dat zagen we nu niet echt meer zitten. We beperkten ons dus tot het uitkijkpunt. Wow. Je zult weer naar de foto-afdeling moeten gaan om het te begrijpen, maar het was echt wow. Het deed ons heel sterk terugdenken aan onze eerste dagen in Zuid-Afrika. Iets verder stopten we bij Nature’s window. Veel kans dat je hier al foto’s van gezien hebt. Het zal wel 1 van de meest gefotografeerde natuurverschijnselen hier zijn. En wat merk ik als we er net arriveren? Lap, platte batterij… En dan heb ik wel steeds 2 fototoestellen mee, maar mijn andere was met de zoomlens, en in dit weidse decor was dat niet echt heel nuttig… Dan maar snel wat fotootjes met de gsm… Gelukkig zijn we geëquipeerd hé;-).
Intussen ook een praatje gemaakt met 2 gepensioneerden die hier aan het rondreizen zijn (ze verwachten ergens tegen september weer thuis te zijn aan de andere kant van het land…) waardoor we weer heel wat opgestoken hebben over het leven hier. Vooral als ze bezig waren over krokodillen hebben we deftig onze oren gespitst!
Volgende halte dan, de Z-bend. Dit is nog een ander uitkijkpunt over een diepe, machtige kloof. We deden de korte wandeling naar de rivierbedding, en man man, wat was dit zalig! Echt wat ik me van Australië had voorgesteld! De max! We waren tot nu toe wat op onze honger blijven zitten maar nu is het feest! De wandelingen hier zijn helemaal niet zo uitgewerkt zoals in Nieuw-Zeeland, waardoor het nog echt avontuurlijk aanvoelt. Ze zijn bewegwijzerd, hier en daar zelfs een infobordje, en indien nodig hier en daar een versterking of wat hulp, maar de ondergrond is gewoon puur natuur. We horen Stef (bijna) niet klagen, hij huppelt weer van de ene rots naar de andere.
Maar dan is het echt tijd om het park te verlaten. Om kwart na vijf kruipen we in de auto, en om tien voor zes gaat de zon onder. Met nog zo’n 90km te rijden naar de volgende ‘rest-area’. Had ik de afstanden hier al vermeld?
Maar het werd een ideale afsluiter van een ideale dag. We zagen in onze achteruitkijkspiegels 1 van de mooiste zonsondergangen (we zagen er nog niet zo heel veel), en de hemel werd prachtig ingekleurd in verschillende tinten blauw, roze, geel,… Magnifiek! En als toemaatje kregen Bart en ik nog een levende kangoeroe te zien. Tof! We genoten heel erg van het steeds veranderende licht, maar hoopten toch snel onze tent te kunnen opzetten. Rijden in het donker is sowieso al niet ideaal, maar zeker niet als je hier al al die dode kangoeroes hebt zien liggen. We hebben echt geen zin om zo eentje tegen onze bumper te zien springen…
Nu, net voordat het echt heel donker werd de restarea bereikt. Dit is een plek langs de grote weg, die voorzien is om te overnachten. Allé ja, er zijn toiletten en veel plaats om te parkeren. Maar het is prachtig! We zetten de tent weer in een recordtempo neer, maken eten klaar terwijl de De kinderen voor school werken, en genieten van een prachtige sterrenhemel! En van het eten genieten we ook! Voor de eerste keer kangoeroe-biefstuk (vanuit de winkel) geproefd, en amai, echt lekker vlees! Lotte en Ellie protesteerden eerst nog wat, en wilden de kangoeroe-vleesindustrie nog boycotten, maar eens ze geproefd hadden, waren de principes ver zoek…

 

 

 

 

Fotoalbums van locatie «Perth»

Perth - Kalbarri (27)

21 April 2014 | Onze wereldreis | Australië | Laatste Aanpassing 01 Mei 2014

  • Kings Park, Perth
  • Wandeling bij Rainbow Valley.
  • Stoer zeg!
  • Een beetje drama op zijn tijd...

 

Plaats een Reactie

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking