Reisverhaal «The Red Center.»

Onze wereldreis | Australië | 0 Reacties 26 Mei 2014 - Laatste Aanpassing 12 Juni 2014

26 mei - 1 juni

Het is wat, je oudste dochters verjaardag vieren. Je wordt toch telkens weer wat geconfronteerd met je eigen vooruitgang… 11 jaar wordt Lotte vandaag! En natuurlijk is Stef deze reis het meest veranderd, hij is echt van kleuter naar een jong kereltje gegaan, maar ook Lotte is heel fel veranderd. Ze is zowel lichamelijk als mentaal heel wat gegroeid. We kunnen gelukkig niet klagen. Ze is nog steeds één en al liefde en geduld. Maar met hier en daar eens een extra zuchtje erbij;-). Om te vieren gaan we lekker shoppen. Ze weet goed te scoren, en kan dolcontent haar buit aan Bart tonen. We snijden dan ook nog eens de zelfgekozen ‘Belgian Chocolate Cake’ aan, en hebben dus officieel een geslaagd verjaardagsfeestje. We proberen vanuit de winkelstraat in Alice Springs, waar er gratis wifi is, nog te skypen met de klas, maar jammergenoeg was de verbinding niet echt ideaal. Toch waren zowel Lotte als Ellie dolcontent dat ze iedereen nog eens gezien hadden.
Bart is minder content… Hij is niet helemaal in orde in de buik, en voelt zich ongelooflijk slap… Wat recupereren op de camping dus, en leven op crackers. Het zal wel voor iets goed zijn zekers;-).
De dag erna, met nog steeds een zieke Bart, vertrekken we naar de West Mac-Donalds Ranges. Dit is een soort bergketentje waar er om de zoveel kilometer wel een bezienswaardigheid is. We starten met de Simpsons Gap. Hier kun je, als je vroeg genoeg komt en wat geluk hebt, black-foot rock wallabies spotten. Erg vroeg zijn we niet, maar we hebben des te meer geluk, want opeens zien we een ‘rots’ bewegen. We zien al gauw een stuk of 3 wallabies, en het is echt leuk om ze in hun natuurlijke habitat bezig te zien. We blijven een tijdje gefascineerd toekijken.
Dan weer op weg, naar Ellery Creek Big Hole. Dit is een zwempoel temidden hoge rotswanden, waar de lokale bevolking graag komt afkoelen. Het is bijna winter hier, dus veel volk is er niet. Ellie en Stef maken zich klaar voor een duik in het water, maar het blijkt toch redelijk ijskoud te zijn… Ze houden het dan ook maar bij wat spelen aan de waterkant.
Volgende stop zijn de Ochre Pits. Hier kun je een kort wandelingetje doen doorheen de Okergroeven, maar heel erg indrukwekkend is het niet echt (ik stel iedereen voor om eens naar Rustrel in Frankrijk te gaan).
We houden het voor bekeken vandaag, en zoeken de gratis camping op die de man van het visitor center ons aangeraden had, 2 mile camp, net tegenover het Glen Helen resort. Echt leuk! Een lange, nogal ruwe weg, met allerlei natuurlijke vertakkingen naar eventuele staanplekken langs de Finke rivier. We hebben het voor het kiezen. Hier en daar staan er al mensen, maar we vinden nog een mooie vlakke plek naast een boom. Huiswerk maken en genieten van het kampvuurtje. Bart is nog altijd niet tip top, maar het eten begint hem toch al te smaken, dus da’s altijd een goed teken!
De volgende dag keren we enkele kilometers terug om de Ormiston Gorge te bezoeken. Terug een hele korte, gemakkelijke wandeling naar een hele mooie plek waar er -moest het stikkend heet zijn- gezwommen kan worden. Alle plekken die we in de West Mac Donald Ranges gedaan hebben zijn echt heel toegankelijk, met dan altijd de keuze om wat langere en eventueel ook uitdagendere wandelingen te doen. Moesten we meer tijd gehad hebben, en in betere gezondheid, we zouden deze opties misschien wel beter bekeken hebben, want mooi is het hier wel!
We stoppen nog bij het Glen Helen Resort om onze permit aan te vragen om de Mereenie Loop Road te mogen rijden, die dwars door Aboriginal gebied gaat. Deze is 3 dagen geldig vanaf uitgave, en kost 5$.
Om te picknicken stoppen we bij Gosses Bluff, waar er ook een meteoriet neergestort is. En bij Wolfes Creek beweerden ze dat ze de grootste krater hadden, maar deze is toch ook wel redelijk de moeite… Je volgt een simpel 4x4-pad, en zonder het goed en wel te beseffen sta je plotseling temidden de krater. Na onze stuutjes, stap ik met mijn dochters (de mannen hebben wat rust nodig) naar het uitkijkpunt en staan toch weer versteld. Het is echt heel mooi hier! Het kan voor ons niet tegenop Wolfe Creek, maar daar waren de omstandigheden misschien te verbluffend. Deze krater is absoluut ook wel een korte stop waard!
Daarna gaan we Palm Valley gaan ontdekken. Enkele jaren terug hadden we op een reismarkt iemand heel erg lovend horen spreken over het Finke National Park, en dit had ons wel nieuwsgierig gemaakt… En wat had die man gelijk zeg! Echt de max van een natuurpark! We twijfelden nochtans aan de afslag naar het park of we het wel zouden halen. Er stond namelijk een bord dat ons redelijk waarschuwde voor de ruwe weg, en dat we minstens 3uur moesten rekenen. Bij nader inzien bleek die 3 uur heen en terug te zijn, dus dat zagen we dan toch wel nog zitten. Wow, vanaf je de hoofdweg af bent kom je precies in een andere wereld terecht, weg van de beschaving. Ik zit aan het stuur vandaag, en het is een goeie introductie tot het 4x4-rijden. Het is echt genieten! Als we op de campground arriveren heerst er ook een hele rustige, serene sfeer. Zalig! Al moeten we de kinderen hier wel wat vaker tot de orde roepen, zodat ze de sereniteit niet helemaal om zeep zouden helpen…
Wanneer ik even met onze buren, die we al een paar keer tegengekomen zijn, en die van die heerlijke rustige, wijze, oude mensen zijn, sta te praten, komt Ellie plotseling heel opgewonden storen; ze hebben een slang gezien! En inderdaad, vlak bij onze tent glijdt een lange zwarte slang voorbij. We kunnen hem een heel eindje observeren, en zijn weer eens vol bewondering! Wat een geluk dat Ellie hem gespot heeft voordat iemand er per ongeluk zijn voet op zette!
Er loopt ook een dingo rond op de kampgrond, waar ze ons voor waarschuwen. Hij gaat van tent tot tent snuffelen om afval te vinden, dus je moet alles goed afsluiten. Heel erg op ons gemak zijn we niet, dus we zitten redelijk vroeg allemaal in de tent die avond. (maar laat me duidelijk zijn, het is hier echt wel zalig hé!)

De dag erna wordt er eentje om in te kaderen!
We willen naar de kloof gaan die hier iets dieper in het park ligt, en die enkel via een redelijke uitdagende weg te bereiken is. Het is maar 4km, maar er wordt toch minimum een half uur over gedaan (we zien iets later dat er mensen zijn die er ook in slagen om er meer dan een uur over te doen, al rijdende…).
Joehoew, tot nu toe hadden we nog geen echte 4x4-wegen gehad, of waren ze steeds een beetje braafjes uitgevallen. Maar deze is onze echte vuurdoop. Bart is gelukkig sinds gisteren weer erbovenop, en kan zich helemaal uitleven op deze route. Steil naar boven, naar beneden, door plassen, langs rotsen,… en dit allemaal in een ongelooflijk mooie omgeving! Echt adembenemend!
Wanneer we de kloof bereiken doen we de korte wandeling van 3km, wat Stef een beetje jammer vindt, maar ja…”we moeten een beetje aan papa denken hé”, zegt hij heel bezorgd! Stef is heel erg in form trouwens, hij loopt bijna heel de route vooraan, en lijkt te bruisen van energie! De omgeving lijkt misschien wel te helpen daarbij, het is hier echt heel heel erg mooi! We wandelen eerst een steile wand op, om dan van bovenuit in de kloof te kunnen kijken, waar verschillende palmsoorten groeien, wat het geheel een redelijke exotische sfeer geeft. Wanneer we halfweg de kloof indalen, en langs de rivierbedding terug naar de parking wandelen, spotten we opeens weer rock-wallabies. Ze zitten redelijk dichtbij, en we weten niet goed wie wie het meest bekeek. Niet te geloven hoe we hier toch altijd het meest van genieten. We zijn alle vijf enorm onder de indruk van deze wandeling met de wallaby's als mooie extra!
Terug naar de bewoonde wereld dan (al zal het nog een paar 100km’s duren voor we gewoon nog maar weer telefonisch bereik krijgen), waarbij we halfweg nog stoppen om te picknicken langs de weg, nog temidden de schoonheid van het park. Gewoon de tafel uitzetten, buffetje maken en allemaal al rechtstaand onze boterhammen opeten. Heerlijk.
En nu gaan we dus doorheen Aboriginalland langs de Mereenie Loop Road. Dit is een 155km lange weg die niet geasfalteerd is. Tja, de omgeving doet nu niet echt zo speciaal aan (niet specialer dan de omliggende uitgestrekte dorre vlaktes) en als je met gemak 100km/uur kan rijden, kun je ook niet klagen over de ondergrond hé… Het is dus eerder gewoon een kortere weg om bij King’s Canyon te geraken, dan echt een must-do.
Maar King’s Canyon dus, daar willen we naartoe. Ieder verslag hierover dat ik al las stond vol lof over deze koning der kloven. En met permissie, het ziet er naar uit dat dit hier niet veel anders wordt…
Kamperen kan enkel in het ‘King’s Canyon Resort’, maar we kunnen de luxe van warme douches (de nachten zijn hier terug behoorlijk koud), wasmachines en afwasbakken wel appreciëren. Op 20m van onze tent is ook het uitkijkpunt om de zonsondergang te bewonderen. Het is nu niet echt zo spectaculair, maar het uitzicht op de rode rotsen in de verte wakkert wel onze nieuwsgierigheid aan.
En de dag erop gaan we hem dus gaan bezoeken. We plannen om de King’s Canyon Rim Walk te doen, een 6km lange tocht op de ‘col’ van de kloof.
We moeten starten met een ferme klim, maar we worden hier dubbel en dik voor beloond! Het zicht van bovenuit is fantastisch! En het bijzondere aan deze wandeling is dat ze zo gevarieerd is! We wandelen langs verschillende rotsen in allerlei formaten, langs lege vlaktes, langs verschillende begroeiingen, af en toe een duizelingwekkende blik op de diepte,… Heel leuk allemaal. Halverwege moet je langs trappen naar beneden, om bij de garden of Eden te komen. Een klein mooi paradijsje temidden al deze rotsen. Dan moet je terug naar boven, naar de andere helft van de kloof, en ook hier blijft het leuk wandelen. Eens terug bij de jeep zijn we allemaal versleten, maar vooral supertrots op onze Stef! Dit heeft hij toch ook maar weer in de benen! Volgende uitdaging is 10km, helemaal rondom Uluru, en hij ziet dat voorlopig ongelooflijk goed zitten!
We rijden diezelfde dag weer vele kilometers om zo dicht mogelijk bij Uluru te geraken, en stranden op een gratis kampeerplek bij Curtis Springs, zo’n 100km van doel (wat hier dus zowat naast de deur is).
De volgende dag komen we dus redelijk vroeg aan bij het gebied rond Uluru, en we rijden direct door naar het informatiecentrum. Hier bekijken we een film over de vroegere bewoners van dit gebied, een aboriginalstam, en krijgen nog wat informatie over de mogelijke wandelingen.
Het heeft wel iets, dit steentje… Echt mooi is hij misschien niet, maar hij dwingt toch wel respect af. Sowieso voel je het hier toch kriebelen als je die grote monoliet nadert. Dit is echt wel een icoon van Australië!
Echt superheet is het niet, waardoor de wandelingen, in tegenstelling tot de warmere periodes hier, ook na 11u kunnen gedaan worden. We twijfelen even, maar beslissen toch maar om er een rustdagje van te maken. Met al dat gewandel de laatste dagen en ook de dagen die nog moeten komen, is dit zeker niet mis! De camping ligt op een 20km van Uluru zelf, en is onderdeel van een heel commercieel opgezet toeristisch project. Maar er is een speelplein, er zijn alle faciliteiten die we ons kunnen wensen, en meer hebben we nu eigenlijk niet nodig. We nemen het de rest van de dag lekker op het gemak. Tegen 5u ’s avonds vertrekken we naar een speciaal voorziene parking om de zonsondergang te gaan bekijken. Een ‘must-do’ als je hier bent, en dat zie je wel aan de volle parking! We vinden nog een plekje, en installeren ons om lekker te aperitieven met een achtergrond die kan tellen. Ik had hierover al veel gelezen, en ik kan het alleen maar beamen; het is toch iets heel speciaals! Je ziet de verschillende kleurfacetten passeren, en op het moment dat de laatste zonnestralen de top van Uluru tikken komt er precies vuur uit. Het is hier een makkie om spectaculaire foto’s te maken, mijn ogen zijn dus nog steeds niet helemaal op punt na al dat fotograferen… Als de meesten al weg zijn, en Bart er wel heel hongerig begint uit te zien, vertrekken we ook terug naar de camping om snel nog iets te eten, en de koude nacht in te gaan…
En dan maken we ons dus, eens we weer een klein beetje warmte voelen onze tenen, klaar om de ultieme uitdaging voor Stef aan te gaan! De Uluru Base Walk, waarbij we dus de volledige toer langs de steen doen. Ik ben niet echt een geoloog, laat staan dat ik iets kan uitleggen, maar het komt erop neer dat Uluru dus helemaal uit 1 steen bestaat, en geen opeenstapeling van rotsen is, maar 1 megagrote rots, waarvan we zelfs nog maar alleen het bovenste topje zien… Ze is ook van hele grote spirituele waarde voor de aboriginals, waardoor verschillende stukken zelfs niet mogen gefotografeerd worden.
Maar de wandeling dus. Heel erg boeiend is die eigenlijk niet. Ze is voortdurend plat, en voornamelijk op een redelijke afstand van de rots. De stukken waar je dichter bij de rots kan, en tekenen ziet van de vroegere stammen die hier leefden zijn wel interessant, en hier en daar is er zelfs een waterpartij, die ook wel iets heeft. Maar voor ons was de wandeling dus vooral lang en saai. De kinderen waren vooral nogal beteuterd dat het volledige parcours aangelegd is, en dus veel te veel te gemakkelijk… Maar laat ons wel wezen, voor Stef zal dit misschien wel niet zo erg geweest zijn. Hij heeft de volledige 10 (eigenlijk 11, met de zijpaadjes naar info-borden erbij) helemaal zelfstandig gewandeld! Hij gloeide praktisch van contentement!
De rest van de dag was weer voor op de camping. De kinderen hadden trouwens dubbel huiswerk, de dag ervoor waren ze zo flink en zo goed aan het spelen, dat we gewoonweg vergeten waren huiswerk te geven!!! We hebben de laatste lessen goed ingepland zodat ze klaar zijn met alles wanneer we vertrekken uit Australië, en dat willen ze zeker zo houden!
Een nieuwe dag, een nieuwe wandeling! Vandaag trekken we naar het tweede luik van dit nationale park. Want naast Uluru, op zo’n 50km afstand ligt hier nog een merkwaardigheid: de Olga’s (of Kata Tjuta). Dit is een meer grillige formatie van afgeronde rotsen waar er twee wandelingen te maken zijn. Wij kiezen voor Valley of the Winds, en de kinderen zijn verheugd dat dit een klasse 4 wandeling is. Wat meer klimmen en klauteren dus… We willen echter nog later op de dag in Alice Springs terug geraken, en korten de wandeling dan maar wat in. We gaan enkel tot aan het tweede uitkijkpunt. Maar dit is dan ook het meest spectaculaire deel van de wandeling. Langs rotswanden, over keien, langs kleine oases vol palmbomen, langs spekgladde rotsoppervlaktes, en af en toe flink stijgen en dalen. We genieten volop, en bij ons eindpunt aangekomen hebben we een ongelooflijk uitzicht over de vlaktes rondom. We voelen het allemaal kriebelen om de tocht toch verder te zetten, maar keren toch maar terug… Alice is calling!
We eten iets, en malen dan weer vele vele kilometers… We twijfelen even of we niet ergens op een rest area zullen overnachten, maar we zetten toch maar door. We zullen zeker tijd winnen als we vanavond al in Alice Springs zijn, en morgen dan efficiënter kunnen indelen. Het is wat langer rijden, maar het voordeel is wel, dat alles nog mooier wordt bij valavond. Tijdens het rijden ben je veel meer bewust van de mooie kleuren die de lucht krijgt, dan dat je op een camping bezig bent met eten maken, en kleren wassen, en huiswerk verbeteren, … Jullie kennen de routine wel hé;-).
En zo geraken we dus, iets na zes toch in Alice Springs, en is de cirkel rond.
Wow, the red centre heeft ons echt wel weten te bekoren! Uluru en King’s Canyon moet je eens gezien hebben, maar een volgende keer (jaja, we dromen al over ons pensioen;-)) zouden we heel graag wat meer tijd in Finke National Park steken, en hier en daar een langere wandeling in de West Mac-Donald Ranges meepikken. We zullen maar zorgen dat we fit blijven!
Oja… Naast de slangen en de dingo’s ook nog een ander aardig diertje tegengekomen: de spin… Terwijl Bart en ik in de daktent nog aan het lezen zijn, zegt Bart opeens “Belle, niet verschieten hoor”… Tja, ik heb nog nooit zo rap eerst op hem gelegen, en daarna het trapje naar beneden genomen! Op het tentdoek, aan mijn kant, al trippelend richting mijn hoofd zat een zwarte dikke spin van zeker 10 6 cm doorsnede! Ik huiver nog wanneer ik dit typ… Vlug wat keukenpapier doorgegeven aan Bart, en daarmee mocht hij het oplossen. Sorry voor de dierenvrienden, maar er is sinds die avond toch 1 vieze spin minder op deze mooie wereld, en voor de rest van de nacht sliep ik toch dieper in mijn slaapzak dan anders… (Het zal trouwens geen giftige spin geweest zijn, en er zullen wellicht al meerdere spinnen onze tent gekruist zijn, maar ‘wie niet weet, niet deert’…)
We hebben trouwens nog een ander ‘klein’ probleempje… De ritssluiting van onze zijtent heeft het begeven… Onze laatste avond bij Uluru krijgen we de rits maar halfweg meer toe, en moeten we de rest met veiligheidsspelden provisorisch dicht houden. Niet echt ideaal dus. We bellen het hoofdbureau van ons verhuurbedrijf op en zoals we dachten kunnen ze niet echt veel doen voor ons, daar zo’n ritsen repareren toch wel een specialistenwerkje is. Ik stel voor om dan maar een tent te kopen, die zij bij volgende verhuren gewoon mee kunnen geven, en gelukkig is hij direct enthousiast over dit voorstel en mogen we dus in Alice op zoek gaan naar een tent! Doordat we echter pas laat toekomen, moeten we nog 1 -ijzig koud- nachtje in de kapotte tent doormaken, waarbij we de rits helemaal niet meer toe krijgen, en we dus met 10 veiligheidsspelden alles een beetje omhoog moeten houden. De mensen zullen ons maar rare kwieten gevonden hebben… Het was een ijskoud nachtje op mijn triestig plooibedje, maar de gedachte aan een nieuwe tent, en daarbij de meer warmere noordelijke bestemming van de volgende dagen hielpen me er toch door;-).

 

 

 

 

Fotoalbums van locatie «Alice Springs»

The Red Center (33)

26 Mei 2014 | Onze wereldreis | Australië | Laatste Aanpassing 12 Juni 2014

  • Uluru!!!!
  • Kings Canyon Rim Walk.
  • Reeds 10 km in de benen!
  • The Olga's / Kata Tjuta

 

Plaats een Reactie

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking