Reisverhaal «Leven en dood in Georgië»
Turkije en Georgië
|
Georgië
|
0 Reacties
02 November 2013
-
Laatste Aanpassing 18 November 2013
Nazi is tevreden met de nieuwe
president van Georgië. Een varkenskop in maatpak, dat wel. Maar hij
gaat verder op het populaire anti-Rusland pad en onze gastvrouw is
dat communistische juk nog niet vergeten. Voor de argeloze bezoeker
die een opfrissing nodig heeft is er vandaag in het nationale museum
een tentoonstelling over de Sovjet bezetting. Die opent met een
mitrailleur die zich richt op een doorzeefde treinwagon en eindigt
met het aantal gedeporteerden en doden: 800.000 op een bevolking van
4 miljoen.
Het volstaat om de trein van Borjomi
naar Tbilisi te nemen om te zien dat het nu beter gaat dan toen.
Vroeger had je lege winkels en volle treinen, nu kun je zelfs
winkelen in de trein. Stel dat je voor zaken op weg naar de hoofdstad
bent en je bent toevallig een paar sokken, een orthodox kruis of een
DVD van de lokale filmheld vergeten. Geen paniek: het komt allemaal
naar je tafeltje. Nee het gaat Georgië werkelijk voor de wind.
Bomma's proppen vandaag met alcohol gevuld pralines in je mond, zelfs
als je vier jaar bent.
Alhoewel. Over de grijze leeftijd
gesproken: ongeveer elke verkoper lijkt een gepensioneerde te zijn.
Ik merk aan hun ijverige pogingen om ons een miskaars of brood te
slijten dat het pensioen hier dan toch niet zo royaal zal zijn. Dat
de trein niet meer zo vol zit als vroeger heeft misschien ook te
maken met het feit dat hij waarschijnlijk niet meer gekuist werd
sinds het einde van de Sovjet Unie. En als je enkel van de
gelaatsuitdrukkingen afgaat krijg je niet de indruk dat de mensen
vandaag vinden dat ze nu in het lang beloofde land van melk en honing
wonen. En als ze dat al vinden dan houden ze het verdomd goed
verborgen.
Niet dat we het - buiten de
schitterende hoofdstad - sombere heden als slechter dan de
Sovjetbezetting willen afschilderen. Daar laat de tentoonstelling
geen ruimte voor. Flora vraagt hoe oud de mensen waren die in de met
kogelgaten doorzeefde wagon zaten.
"Daar zaten oude en jonge mensen
in."
"Dus ook kindjes?"
"Euh ... ja"
"Dus er zijn mensen die kindjes
dood maken?"
Dat was niet de bedoeling van ons
bezoek. Haar volgende vraag is wie die kindjes dood doet. Het
Nationaal Museum van Georgië heeft kosten noch moeite gespaard om
duidelijk te maken hoeveel mensen de Sovjets hier gedeporteerd en
gedood hebben , maar voor Flora is er maar één schuldige: soldaten.
Meer specifiek: gewapende soldaten.
Een en ander resulteert in een angstige
vraag naar wat die gewapende soldaat daar doet, als we er even later
op straat een kruisen. Waarop de nuance over landen in oorlog volgt:
soldaten doden enkel kinderen als er oorlog is en ja, mama en papa
kunnen lang op voorhand weten als er oorlog gaat komen. Lang genoeg
om ergens anders naar toe te gaan. Dat de Koude Oorlog hier zo recent
als 2008 nog heet was - met bombardementen, Russische troepen op 40km
van de hoofdstad en bijna 1000 doden - hoeven we er niet bij te
vertellen.