Reisverhaal «Oost-Canada 2016»

Oost-Canada 2016 | Canada | 0 Reacties 24 Juni 2016 - Laatste Aanpassing 07 Juli 2016


Oost-Canada 2016



Zaterdag 16 Juli Brussel-Londen-Montréal (5534km):

De trein zal ons van Oostende rond een uur of 9 naar Zaventem brengen. British Airways vertrekt met een Airbus A320 om 13u45 naar London Heathhrow waar we om 14u10 zullen toekomen.(vlucht BA 395)

Op Heathrow moeten we 4u05 wachten op de vlucht naar Canada. Deze tijd zullen we makkelijk kunnen overbruggen met wat rond te kijken op luchthaven.

Om 18u15 is het dan zo ver. Een boeing 787-8 van British Airways vliegt ons van London naar Montréal. Aankomstuur is voorzien om 20u15 zelfde dag. (vlucht BA 95)

Buslijn VH brengt ons van de luchthaven naar het centrum van de stad tot Gare Lucien-L’Allier. Daar de Metro van Station Lucien Allier (lijn2) tot Station Place-d’Armes, ff zoeken naar Rue Jeanne-Mance, rechts Boulevard René-Lévesque tot Boulevard Sint-Laurent, links tot Rue Sainte-Cathérine, daar ff naar rechts tot huisnummer 9.

We overnachten de komende twee dagen in Hotel Abri du Voyageur, Montréal.


Montréal:

Is de grootte stad van de provincie Quebec en na Toronto de grootste stad van Canada. Op 1 januari 2014 woonden in Montréal ongeveer 1 700 000 mensen. Groot-Montréal had in 2014 een inwonersaantal van 4.027.100. Montréal is de 15e agglomeratie van Noord-Amerika en staat op de 107e plaats op de lijst van grootste metropolen van de wereld.

Montréal ligt op een sikkelvormig eiland in de rivier de Saint-Lawrece (fleuve Saint-Laurent), genaamd île de Montréal. De stad werd in 1642 door de Fransen gesticht als deel van hun kolonie Nieuw-Frankrijk. De naam van de stad is afgeleid van de in de stad gelegen heuvel “Mont Royal”, of Koninklijke Berg.

In de provincie Quebec, en dus ook in Montréal, is het Frans de officiële taal. Montreal is na Parijs de grootste Franstalige stad ter wereld als het om moedertaalsprekers gaat. De stad is het culturele centrum van Franstalig Canada.

Montréal is ook een belangrijk internationaal centrum voor handel, industrie, financiën en cultuur. Het centrum van Montréal bestaat bestaat grotendeels uit wolkenkrabbers en een grote ‘ondergrondse stad’, maar er is ook een oud stadscentrum. In Montréal werden de Wereldtentoonstelling van 1967 en de Olympische Spelen van 1976 gehouden.

In Montréal zijn alle verwijzingen naar windrichtingen een kwartslag gedraaid en er wordt daarom wel eens gezegd dat de zon in een deel van Montréal in het zuiden opkomt. De verklaring daarvoor

is als volgt: de Saint-Lawrence stroomt ruwweg van west naar oost. Straten die parallel aan de rivier lopen, werkelijkheid stroomt de rivier bij Montréal echter een stukje van zuid naar noord.

In Frans bezit: Huron-, Algonquin-, en Iroquois-indianen bewoonden de omgeving van Montréal al ruim 8000 jaar geleden. De eerste Europeaan die het gebied bereikte was de Franse ontdekkingsreiziger Jacques Cartier, die op 2 oktober 1535 het dorp Hochelaga op het Eiland van Montréal binnenkwam. Samuel de Champlain bereikte de plek ruim zeventig jaar later maar toen bestond Hochelaga niet meer. In 1611 stichtte hij La Place Royale, een bonthandelspost op het Eiland van Montréal maar de Iroquois verzetten zich tegen deze nieuwkomer en verdedigden hun territorium met succes.

De eerste poging tot een permanente Franse nederzetting op het Eiland van Montréal werd in 1939 gedaan door de fransman Jérôme Le Royer. Op 17 mei 1642 werd ten slotte de versterkte plaats Ville Marie op het eiland gesticht door een aantal Franse priesters, nonnen en kolonisten van de zendingsgroep Société Notre-Dame de Montréal onder leiding van Paul Chomedey de Maisonneuve. Deze datum wordt beschouwd als de stichtingsdatum van Montréal. Eén van de vrouwen in de groep, Jeanne Mance, richtte het Hôtel-Dieu op, het eerste ziekenhuis van Noord-Amerika.

De beoogde evangelisatie van indianen was geen groot succes maar Ville Marie werd een belangrijk centrum voor de handel van bont en een uitvalsbasis voor verdere verkenning van Nieuw-Frankrijk. De Iroquois-indianen bleven de nederzetting echter tot in 1701 aanvallen; in dat jaar werd er een vredesverdrag getekend waarna de handel verder opbloeide.

Een nieuwe bedreiging diende zich aan toen de Engelsen begonnen te azen op Nieuw-Frankrijk. Verschillende aanvallen werden afgeslagen maar in 1759 viel de hoofdplaats Quebec in het kader van de Zevenjarige Oorlog. Montréal capituleerde een jaar later, op 8 september 1760, toen gouverneur Pierre François de Voudreuil zich overgaf aan het Britse leger, dat onder leiding van Jeffrey Amherst de vestiging in beslag nam.

In Brits bezit: Het verdrag van Parijs maakte in 1763 een einde aan de Zevenjarige Oorlog en Nieuw-Frankrijk hoorde vanaf toen bij het Britse Koninkrijk onder de naam Province of Quebec.

Montréal werd in 1832 officieel een stad. In die tijd raakten de Engelstaligen in de meerderheid door een golf van vooral Ierse immigranten. De Engelstalige bovenlaag van de bevolking richtte in 1821 te Montréal één van de eerste Canadese universiteiten op, de McGill-universiteit en de rijkere handelsklassen bouwden grote huizen aan de voet van de Mont Royal. In 1851 werd in Montréal de eerste YMCA-jeugdherberg geopend.

Een grote opstand in 1837-1838 tegen het Britse gezag leidde tot een nieuwe inrichting van de kolonie, die nu de provincie Canada ging heten en waarvan Montréal in 1844 de hoofdstad werd. De regering verhuisde echter in 1849 naar Toronto nadat opstandelingen het parlementsgebouw in Montréal in de as hadden gelegd.

Na de confederatie: Ten tijde van de Canadese Confederatie in 1867 woonden er zo’n 100 000 mensen in Montréal. Het was toen veruit de grootste stad en het economische en culturele centrum van Canada. Vooral de sterke ontwikkeling van de financiële sector maakte Montréal tot een internationaal centrum: zo werd het hoofdkantoor van de Royal Bank of Canada in 1907 in Montréal gevestigd. Door immigratie vanuit de provincie werd Montréal rond 1865 weer een overheersend Franstalige stad. Daarnaast werden tussen 1883 en 1918 de nabijgelegen dorpen door de stad geannexeerd waardoor de stad in omvang toenam.

Na de eerste wereldoorlog kreeg de stad echter te maken met een hoge werkloosheid, die nog eens verergerde door de Grote Depressie van 1929. Pas rond 1935 begon de stad weer uit het economische dal te klimmen en werd onder andere de bouw van een aantal nieuwe wolkenkrabbers gestart. Symbolisch was de voltooiing van het Sun Life Building, destijds het grootste gebouw in het Britse Rijk. Honderden rooms-katholieke kerken werden gebouwd om de groeiende bevolking te kunnen bedienen. Dit verklaart ook twee bekende bijnamen van Montréal: “Stad van de heiligen en Stad van de honderd klokkentorens”.

Na de Tweede Wereldoorlog: In het begin van de jaren 50 overschreed het inwonertal van Montréal het miljoen. Nieuwe plannen voor uitbreiding en modernisering werden gemaakt. Het ging onder andere om een metrosysteem, een uitbreiding van de haven en de aanleg van een “ondergrondse stad”. Tijdens deze periode werden nieuwe gebouwen bovenop al bestaande gebouwen geconstrueerd. Deze techniek werd onder meer toegepast bij de bouw van het drieënveertig verdiepingen tellende Place Ville-Marie en de zevenenveertig verdiepingen hoge Tour de la Bourse.

In de jaren 60 vond in de provincie Quebec “La Révolution tranquille” plaats. Die leidde tot een groter zelfbewustzijn van de Franstaligen, die tot dat moment economisch altijd ondergeschikt waren geweest aan de Engelstaligen. Het zelfbewustzijn werd uitgestraald door de flamboyante burgemeester Jean Drapeau, die de Wereldtentoonstelling van 1967 en de Olympische Spelen van 1976 naar de stad wist te halen. Het imago van Montréal als internationale metropool werd hierdoor versterkt.

De economie van Montréal is door een diep dal gegaan in de jaren 80. In de jaren 90 kwam de werkgelegenheid maar langzaam op gang in vergelijking met andere Canadese steden. Pas halverwege de jaren negentig stabiliseerde de economie van Montréal zich en nieuwe bedrijven en instellingen vestigden zich in de stad. Door deze gunstige economische situatie kon de infrastructuur sterk verbeterd worden. Het metronetwerk werd uitgebreid, nieuwe wolkenkrabbers verrezen en er werd begonnen aan een nieuwe ringweg.

Geografie: Montréal ligt in het zuidwesten van de provincie Quebec, ongeveer 250km ten zuidwesten van de stad Quebec en 190km ten oosten van Ottawa, de Canadese hoofdstad. Montréal ligt 539km ten noordoosten van Toronto, 610km ten noorden van New York en 510km ten noordwesten van Boston.

De stad ligt op het Eiland van Montréal, één van de eilanden bij de samenvloeiing van de Saint Lawrence en de Ottawa die samen de Hochelaga-archipel vormen. Het eiland is ongeveer 50km lang en 17km breed. De Saint Lawrence stroomt langs de zuidkant ervan. Aan de noordkant grenst het eiland aan de Rivière des Prairies. Ten noorden van die rivier door de Rivière des Mille Îles. Op het Eiland van Montréal ligt de Mont Royal, een heuvel van 228m hoogte, gevormd tijdens het Krijt. De haven van Montréal ligt aan de Saint Lawrence Seaway, de gekanaliseerde vaarweg die van de Grote Meren naar de Atlantische Oceaan loopt.

Klimaat: Montréal ligt op een punt waar verscheidene klimaatzones elkaar snijden, waardoor het een zeer veranderlijk klimaat heeft. De stad krijgt jaarlijks relatief veel neerslag, inclusief 2,18m sneeuw. Er valt gemiddeld meer sneeuw in Montréal dan in Moskou. Bovendien valt er in Montréal jaarlijks 897mm regen. De zomer is statistisch gezien het natste seizoen maar ook het zonnigste. De koudste maand van het jaar is januari met een gemiddelde temperatuur van -10,4°C en een gemiddelde minimumtemperatuur van –15,1°C. De gevoelstemperatuur kan echter nog veel lager worden door de kille wind die typerend is voor de stad. De warmste maand is juli met een gemiddelde maximumtemperatuur van 26,7°C. De laagste temperatuur ooit gemeten in Montréal is -42° en de hoogste is 37,6°C. De zomers zijn meestal behoorlijk vochtig en sneeuw in de lente en de herfst is geen ongebruikelijk verschijnsel.

Bevolking: Ongeveer 14% van de bevolking maakt deel uit van een etnische minderheid. Naar schatting hebben zo’n 100 000 van hen (4,2%) een zwarte huidskleur. Andere niet-Canadese bevolkingsgroepen zoals Zuid-Amerikanen, Zuid-Aziaten en Chinezen maken ook een groot deel uit van de samenleving in Montréal.

Village Gai: Montréal heeft een omvangrijke homobuurt, de ‘Village Gai’ of de “Gay Village”. Het centrum van deze buurt ligt rondom de Rue Sainte-Catherine tussen de metrostations Berri-UQAM en Papineau. Met name in de jaren negentig werd de wijk steeds populairder onder homo’s en lesbiennes. Inmiddels is de Village Gai uitgegroeid tot een van de grootste homobuurten ter wereld. Op 29 juli 2006 organiseerde Montréal in deze wijk de “Outgames Mondiaux”, waar 12000 deelnemers aan meededen en 250 000 bezoekers op afkwamen.

Religie: Montréal is de zetel van een rooms-katholiek aartsbisschop en een anglicaans bisschop. De stad is overwegend rooms-katholiek (74,5%) wat ongewoon is voor een grote Noord-Amerikaanse stad. Dit komt vooral doordat de bevolking van Montréal het katholieke geloof associeert met hun cultureel erfgoed. Het gaat dan om inwoners van Franse, Italiaanse en Ierse afkomst. In werkelijkheid is maar een klein percentage van hen ook actief gelovig. 7,02% van de bevolking is protestants (meestal anglicaans) en 3,03% orthodox (vooral inwoners van Griekse afkomst).

Islam, jodendom en boeddhisme zijn te situeren in de grote groep van immigranten van niet-Europese afkomst. De islam is de grootste met zo’n 100 000 gelovigen, de op één na grootste concentratie van moslims in Canada. De joodse gemeenschap van Montréal bestaat ui ongeveer 90 000 personen, geconcentreerd in enkele buurten.

In Montréal zijn boeddhistische, Chinese, Vietnamese, Japanse, Laotiaanse, Cambodjaanse en vele Tibetaanse tempels te vinden.

Economie: Montréal is een belangrijk centrum voor handel, industrie, cultuur, financiën en internationale betrekkingen. Voordat de Saint Lawrence Seaway werd aangelegd, die Montréal met de grote meren verbindt, bezat Montréal één van de havens in Noord-Amerika die het verst van de Atlantische kust aflagen. Hierdoor fungeerde de haven als de belangrijkste graan- en grondstoffenhaven in Noord-Amerika. De haven van Montréal is nog steeds belangrijk; het is een handelscentrum voor graan, suiker en petroleum, machines en consumptiegoederen. De stad vormt ook nog steeds een belangrijk knooppunt in het Canadese spoorwegnetwerk. De Canadian National Railway heeft in Montréal haar hoofdkantoor. Ook zijn er de hoofdkantoren gevestigd van het Agence Spatiale Canadienne (Canadian Space Agency, in de voorstad van Longueuil), de International Civil Aviation Organisation (een afdeling van de Verenigde Naties) en het Anti-Dopingsagentschap WADA (een Olympisch orgaan) en de International Air Transport Association.

Montréal is ook een centrum voor film- en televisieproductie, voornamelijk voor Franstalige producties. Het hoofdkantoor en vijf studio’s van het Office National du Film du Canada (National Film Board of Canada) staan in de stad en ook die van Telefilm Canada.

Centre Ville (Downtown): Het centrum van Montréal ligt aan de voet van Mont Royal en het bijbehorende stadspark en strekt zich uit tot aan de Saint Lawrence. Dit gebied komt overeen met het arrondissement Ville-Marie. Het zakencentrum staat volgebouwd met wolkenkrabbers, die volgens de plaatselijke wet nooit hoger mogen zijn dan Mont Royal (228m). Elders in de stad zijn nog veel karakteristieke huizen uit het Victoriaanse tijdperk bewaard gebleven. Aan de voet van de heuvel bevindt zich de campus van de McGill-universiteit met deels fraaie negentiende-eeuwse gebouwen.

De centrale straat in het centrum is Rue Sainte-Cathérine, de drukste winkelstraat van Canada. Andere grote straten zijn Sherbrooke, Saint-Denis, Crescent en Maisonneuve. Montréal staat bekend om het contrast in haar stadsbeeld tussen oude en nieuwe architectuur. Twee van de meest prominente wolkenkrabbers van de stad staan bijvoorbeeld pal naast de twee kathedralen van de stad.

De Anglicaanse kathedraal, de Christ Church Cathedral aan de Rue Sainte-Cathérine, werd in 1859 gebouwd in neogotische stijl. De Rooms-Katholieke kathedraal, de Basilique-Cathédrale Ma

rie-Reine-du-Monde aan de Boulevard René-Levesque, is geïnspireerd op de Sint-Pietersbasiliek in Rome en gebouwd van 1870 tot 1894.

Het gebouw van verzekeringsmaatschappij Sun Life aan Dorchester Square uit 1913-1931 was ooit het grootste gebouw van het Britse Rijk. De Tour de la Bourse uit 1964, waarin zich de beurs van Montréal bevindt, is een kenmerkende wolkenkrabber van de stad. Montréal bezat de eerste beurs van Canada.

Aan de place Ville-Marie staat een opvallend kruisvormig kantoorgebouw van de Banque Royale, dat in 1962 is gebouwd door architect I.M. Pei (die later de piramide van het Louvre ontwierp). Het gebouw staat bovenop een ondergronds winkelcentrum, het hart van Montréals “ondergrondse stad”. Twee hoogste wolkenkrabbers zijn: 1250 René-Lévesque (230m (199m zonder spits) voltooid in 1992) en de 1000 de La Gauchetière (205m en voltooid in 1992).

De ondergrondse stad: van Montréal (Frans: La ville souterraine, Engels:Underground City) is een enorm complex van ondergrondse hallen en tunnels onder het centrum, die met elkaar verbonden zijn. Het staat in Montréal ook wel bekend als “de Ville intérieure”. In de ondergrondse stad bevinden zich zo’n 1600 winkels, banken, faculteiten, hotels, restaurants, bioscopen, musea en kantoren. Bovendien bevat het complex zeven metrostations, twee treinstations, een busterminals en een hockey-arena. Er zijn meer dan 120 in- en uitgangen en de ondergrondse stad wordt dagelijks gebruikt door zo’n 500 000 mensen, vooral om het verkeer en de strenge winters te ontwijken. Vanwege deze ondergrondse stad noemt men Montréal soms “twee steden in één”.

Vieux-Montréal: Ten zuidoosten van het zakencentrum ligt Vieux-Montréal. Het grootste deel van deze oude kern is door de jaren heen behouden gebleven of gerestaureerd. Dat de historische stad behouden bleef is te danken aan het feit dat het zakencentrum in de twintigste eeuw naar het noorden verschoof, terwijl anderzijds ook de haven verplaatst werd. Zodoende bleef dit deel van de stad achter als historisch gebied.

Vieux-Montréal is een zonde met vele attracties, waaronder natuurlijk de oude haven maar ook een aantal historische gebouwen, deels gelegen aan de hoofdpleinen: de Place Jacques-Cartier, de Place d’Armes en de Place d’Youville.Aan het eerstgenoemde plein staat het stadhuis uit circa 1870, gebouwd in Second Empire stijl. Vanaf het balkon deed de Franse president Charles de Gaulle in 1967 de beroemde uitspraak ‘Vive le Québec libre!’ Naast het stadhuis staat het Château Ramezay, een herenhuis uit de achttiende eeuw. Vlakbij bevindt zich de Marché Bonsecours, een overdekt marktgebouw uit 1845 met een opvallende koepel en de fraaie Chapelle Notre-Dame-de-Bonsecours, de kapel van de zeelieden die deels nog uit de 18e eeuw stamt.

Aan de place d’Armes staat de Basilique Notre-Dame, de beroemdste kerk van Montréal, gebouwd in 1824-1829 in neogotische stijl door architect James O’Donnell. Het rijke interieur is in 1872-1880 aangebracht door Victor Bourgeau. Aan het plein staan verder het voormalige seminarie Saint-Sulpice uit 1695 (het oudste gebouw van Montréal), het gebouw van de New York Life Insurance uit 1889 (de eerste wolkenkrabber in Montréal met zijn acht verdiepingen). En de Banque de Montréal met een enorme neoclassicistische gevel uit 1847.

Aan het place d’Youville staat onder meer het imposante douanekantoor uit 1912-1936 en de oude kloostergebouwen van de Soeurs Grises. Het aangrenzende veldje met de naam Pointe-à-Callière is de plaats waar Montréal gesticht werd. Een archeologisch centrum herinnert daaraan.

In de straten van Vieux-Montréal, zoals de rue Notre-Dame, de rue Saint-Jacques en de rue Saint-Paul staan nog verschillende andere interessante gebouwen. Het Maison Papineau en het Maison

de Calvet zijn twee achttiende-eeuwse woonhuizen. De Banque Royale du Canada aan de rue Saint-Jacques was na de bouw in 1924 met zijn 119m het hoogste kantoorgebouw in het Britse Rijk.

Openbaar vervoer: De stad beschikt over een aantal buslijnen, metrolijnen en regionale treinen, beheerd door de Société de transport de Montréal. Elk station van de Metro van Montréal is ontworpen door een andere architect, met eigen thema’s en originele kunst. De metrotreinen rijden op rubberbanden waardoor ze weinig lawaai maken. Het netwerk bestaat uit vier lijnen en vijfenzestig stations en werd geopend in 1966 als voorbereiding op de Wereldtentoonstelling Expo ’67. Het project werd gestart door burgemeester Jean Drapeua.

Universiteiten: Montréal heeft zes universiteiten en twaalf zogenaamde “junoir colleges” in een straal van acht kilometer. De stad heeft de op één na hoogste concentratie post-middelbare school studenten van alle grote Noord-Amerikaanse steden.


Zondag 17 Juli Stadsbezoek Montréal:

Basilique Notre-Dame, Place d’Armes, ondergrondse stad, wandeling in Parc du Mont-Royal, Oratoire St-Joseph, … Het kan allemaal op het programma staan. Full day in Montréal, tweede grootste stad van Canada, genieten maar.

We overnachten in Hotel Abri du Voyageur, Montréal.


Maandag 18 Juli Montréal-Québec (268km):

Om 11u worden we verwacht op de Boulevard Romeo Vachon 975, Dorval (gelegen bij de luchthaven) om onze gehuurde Chrysler 200 sedan op te halen. Dit zal ons trekpaard worden voor de komende 19 dagen.

We kunnen alle tijd nemen om te cruisen naar Québec. We worden pas rond 16u verwacht in onze B&B. Regelmatig stoppen en genieten van de omgeving.

Onze B&B is net buiten Québec City gelegen in Saint-Jean-de-Boischatel. Natuurlijk hebben we deze niet zomaar gekozen. Montmorency Falls liggen hier op enkele minuten wandelen vandaan. Dus …

Montmorency Falls: Is een waterval op de Montmorency. De watervallen liggen op de grens tussen de wijk Beauport en Boischatel, dat ongeveer 12km van het hart van het oude Québec City ligt. De watervallen zijn 84m hoog en 46m breed en zijn daarmee de hoogste in de provincie Québec (30m hoger dan de Niagara Falls). Het bassin aan de voet van de waterval is 17m diep.

B&B Au Gîte de la Chute zullen we twee nachten verblijven.

Dinsdag 19 Juli Québec-City:

Québec City wordt vandaag door ons onveilig gemaakt.

Overnachting in B&B Au Gîte de la Chute.


Québec Stad:

De stad Québec is de hoofdstad van de Canadese gelijknamige provincie, ongeveer 250km ten noordoosten van Montréal. Québec heeft ongeveer 500 000 inwoners en de agglomeratie telt ruim 715 000 inwoners en is daarmee de tweede (na Montréal) in de provincie, de zevende in Canada.

De stad ligt op Kaap Diamant aan de oever van de Saint Lawrencerivier, die bij de stad een breedte van 800m bereikt. De stad heeft een haven aan de Saint Lawrencerivier en nijverheden verwerken producten uit de omgeving zoals hout. Aan de overkant van de rivier ligt de stad lévis, met 127 352 inwoners, die tot het stedelijk gebied van Québec gerekend wordt.

Fransen: De streek rondom Québec werd al lang door indiaanse jagers en vissers bewoond toen de Franse ontdekkingsreiziger Jacques Cartier er in 1535 voet aan land zette. Québec werd officieel op 3 juli 1608 gesticht door Samuel de Champlain als eerste permanente nederzetting van de Franse kolonie Nieuw-Frankrijk. De plek bij de versmalling van de Saint Lawrencerivier, daar waar de Saint-Charlesrivier erin uitmondt, en aan de voet van de Kaap Diamant, werd beschouwd als een strategisch goede locatie en een gunstige uitvalbasis voor verdere ontwikkeling van de kolonie. De versmalling in de rivier gaf de stad ook haar naam; Kebek, een woord uit de Lagonquin-taal, betekent ‘vernauwing’.

De nederzetting bestond aanvankelijk uit niet meer dan een houten versterking en een handelspost en bleef nog lang bescheiden van omvang omdat de Fransen niet echt werk maakten van hun kolonie. In 1663, het jaar waarin Québec de officiële hoofdstad van Nieuw-Frankrijk werd, waren er nog slechts 550 inwoners. Door een verwoestende brand in 1682 werden de huizen van de stad in steen herbouwd.

Québec werd herhaaldelijk bedreigd door de Engelse kolonisten in het zuiden. Een eerste aanval van Britse troepen in 1629 leidde tot drie jaar Britse overheersing maar een tweede veroveringspoging van de Britten in 1690 had geen succes. De vrede van Utrecht in 1713 leidde tot een tijdelijke ontspanning. De handel bloeide op en in 1737 werd de Chemin du Roy, de eerste landweg van Québec naar Montréal langs de noordoever van de Saint Lawrencerivier, voltooid.

Engelsen: Na verloop van tijd nam de druk van de Engelsen weer toe. In 1759, tijdens de Zevenjarige Oorlog, belegerden de Engelsen de stad opnieuw. Vanaf boten op de rivier voerden zij twee maanden lang bombardementen uit. Op 13 september versloegen de troepen van Britse generaal James Wolfe die van de Franse generaal Louis-Joseph de Montcalm tijdens de slag op de vlaktes van Abraham vlak buiten de stadspoorten. Québec werd door de Engelsen ingenomen. Bij het Verdrag van Parijs in 1763 werd de stad definitief door de Engelsen ingelijfd. De voormalige hoofdstad van Nieuw-Frankrijk werd nu de hoofdstad van de Britse kolonie Quebec. De stad had bij de overname door de Britten omstreeks 800 inwoners.

Tijdens de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog in 1775 werd de stad aangevallen door de Amerikaanse revolutionairen, die hoopten dat Canada zich bij hen zou aansluiten, maar hun poging strandde doordat zij de stad niet konden innemen. In 1791 werd de kolonie Quebec door de Constitutional Act verdeeld in twee kolonies: Laag-Canada met als hoofdstad Quebec en Hoog-Canada, het latere Ontario. De verdedigingswerken van de stad, die steeds weer door aanvallen bedreigd werd, werden versterkt, uitmondend in de bouw van de citadel van 1820 tot 1832.

Negentiende eeuw: Quebec kende in de decennia rond 1800 een economische bloei als toegangspoort voor trans-Atlantische schepen die goederen, reizigers en immigranten naar de kolonie brachten en grondstoffen meenamen naar Groot-Brittannië. Daarnaast ontstond er een belangrijke scheepsbouwindustrie.

Als gevolg van de constante toestroom van immigranten vanuit Groot-Brittannië en vooral Ierland, werd de stad steeds sterker gedomineerd door Engelstaligen. Nieuwe woonwijken (Saint-Roch, Saint-Sauveur, Saint-Jean-Baptiste) ontstonden buiten de stadwallen maar die vielen vaak ten prooi aan grootschalige branden omdat de huizen meestal van hout werden gebouwd.

Tegen het midden van de negentiende eeuw stagneerde de economische bedrijvigheid. Oorzaken daarvoor was het gebrek aan innovatie want door de industriële revolutie raakten de houthandel en de bouw van schepen achterhaald. Door de aanleg van spoorwegen en het bevaarbaar maken van de Saint Lawrencerivier voor zeeschepen tot Montréal verloor Quebec zijn strategische handelspositie aan Montréal. Deze nam de positie van financieel, industrieel en handelscentrum van Canada over van Quebec.

In juni 1881 werd een voorstad van Quebec, St. Johns, getroffen door een grote brand. Zes tot achthonderd huizen gingen in de vlammen op

Als gevolg van deze ontwikkeling trokken veel Engelstaligen verder naar het westen, terwijl de bevolking van de stad Quebec aangevuld werd door Franstalige boeren van het platteland. In 1871 was nog maar 31% van de inwoners Engelstalig. (In 1921 verder gedaald tot 10%)

Ondertussen verloor Quebec langzamerhand ook aan belang als bestuurlijk centrum. Toen Canada in 1841 herenigd werd door de Act of Union, werd Quebec niet automatisch als hoofdstad aangewezen. De regering verhuisde regelmatig, waarbij Quebec van 1852-1856 en van 1859-1866 als Canadese hoofdstad fungeerde. Vanaf de uiteindelijke invoering van de Canadese Confederatie in 1867 bekleedde Ottawa definitief de functie van hoofdstad van Canada. Quebec werd de hoofdstad van de nieuwe provincie Quebec maar de bevolking stagneerde tussen 1870 en 1900.

Twintigste en eenentwintigste eeuw: In de twintigste eeuw was de stad een bloeiende provincieplaats. In 1917 werd een vaste oeververbinding over de Saint Lawrencerivier voltooid, de Pont de Quebec. Het is nog altijd de langste brug met cantileverconstructie ter wereld.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden twee geallieerde conferenties in Quebec gehouden (1943 en 1944) waaraan Winston Churchill en Franklin Roosevelt deelnamen.

In 1985 werd de oude stad van Quebec op de lijst van werelderfgoed van de Unesco geplaatst als een van de best bewaarde koloniale steden ter wereld.

In april 2001 werd in Quebec een Amerikaanse topontmoeting gehouden waarbij de vrijhandelszone Free Trade Area of the Americas onderhandeld werd. Hierbij ontstond veel protest van de anders-globalisten.

In 2002 werd een stedelijke herinrichting doorgevoerd waardoor de stad Quebec uitgebreid werd met de steden Sainte-Foy, Beauport, Charlesbourg, Sillery, Loretteville, Vol-Bélair, Cap-Rouge, Saint-Emile, Vanier en Lac-Saint-Charles. Twee steden, Ancienne-Lorette en Saint-Augustin maak

ten tijdelijk deel uit van Quebec maar in 2004 verwierven ze bij referendum weer hun zelfstandigheid.

Circa 96% van de inwoners is Franstalig en daarmee is Québec na Montréal de grootste Franstalige stad in Noord-Amerika. Ruim 90% van de inwoners is rooms-katholiek en 98% is blank. De stad kent verhoudingsgewijs weinig immigranten en door een laag geboortecijfer zal de bevolking de komende jaren sterk verouderen.

Stadsbeeld en bezienswaardigheden: Québec is de enige stad in Noord-Amerika die door een stadsmuur wordt omgeven. Tot de verdedigingswerken behoort ook een grote citadel. Het oude historisch gedeelte van de stad staat op de Werelderfgoedlijst van Unesco.

Le vieux Québec bestaat uit een bovenstad en een benedenstad. De benedenstad langs de oever van de rivier is het oudst; het had dankzij de aanwezigheid van de haven vooral een handelskarakter. Hier bevindt zich onder andere het Place Royale, een plein met huizen uit de Franse tijd en met de Notre Dame des Victoires, een kleinere kerk uit 1687-1723. Langs de Rue Saint-Pierre en de Rue Saint-Paul ontwikkelde zich in de negentiende eeuw het zakencentrum. De bovenstad op de Kaap Diamant had vanouds vooral een militaire, administratieve en religieuze functie; de meeste gebouwen dateren tegenwoordig uit de negentiende eeuw. Wegens plaatsgebrek in de benedenstad ontwikkelde de bovenstad zich in de twintigste eeuw als het stadscentrum.

Het meest opvallende gebouw van de stad is het Château Frontenac, een hotel uit 1893 in de stijl van een kasteel, ontworpen door architect Bruce Price. Het staat op de punt van de Kaap Diamant en domineert het silhouet van de stad. Het Ursulinenklooster, gesticht in 1639, dateert deels nog uit de zeventiende eeuw. Hetzelfde geldt voor het Seminarie, gesticht in 1663. De anglicaanse kathedraal, de Kathedraal van de Heilige Drie-eenheid, is gebouwd in 1800-1804. De rooms-katholieke kathedraal Notre-Dame de Québec, als zetel van de primaat van Canada de voornaamste kerk van het land, dateert in de huidige vorm uit de achttiende en negentiende eeuw. Na een brand in 1922 werd het interieur in oude stijl gereconstrueerd. Het provinciale parlement is gehuisvest in een indrukwekkend gebouw uit 1886 vlak buiten de stadswallen. Het is ontworpen door Eugène-Etienne Taché in Second Empire-stijl.

Naar het noordoosten staat de Basilique Saintes-Anne-de-Beaupré, een bekende bedevaartkerk in Ne-romaanse stijl. Vlak bij Québec, in de Saint Lawrencerivier, ligt het 32km lange eiland Île d’Orleans, dat bekend is vanwege zijn koloniale bouwwerken en afwisselende landschap. Binnen de stad zonder daartoe te behoren ligt indianenreservaat Wendake.

Toerisme: Québec is één van de belangrijkste toeristische trekpleisters van Noord-Amerika dankzij de voor dat continent uitzonderlijke sfeer, die door Amerikanen als Europeanen wordt ervaren. Naast het historische erfgoed zijn er verschillende evenementen en attracties die veel bezoekers naar de stad trekken.

Québec staat bekend om zijn wintercarnaval, na dat van Rio de Janeiro en New Orleans het derde carnaval ter wereld – tevens het grootste wintercarnaval ter wereld – met +/- een miljoen bezoekers per jaar, voor het eerst in 1955 georganiseerd. Twee weken per jaar in februari staat de stad in het teken van winterse activiteiten op het gebied van cultuur, sport en uitgaan. Vaste onderdelen zijn de optochten, het grote ijspaleis, diverse sportieve activiteiten en attracties, muziekoptredens en de mascotte Bonhomme. Het Festival d’Eté trekt elk jaar in juli omstreeks 900 000 bezoekers. 


Woensdag 20 Juli Québec - Baie-Sainte-Catherine (208km)

Op tijd vertrekken uit Québec is de boodschap vandaag! We willen een boottrip maken op Le Fleuve Saint-Laurent, in het Parc Marin du Saguenay-Saint-Laurent, om walvissen te spotten. Hopelijk hebben we wat geluk?

Parc Marin du Saguenay-Saint-Laurent: Ligt op de plaats waar de Saguenay-rivier in de St. Laurence-rivier uitmondt. Door de mengeling van het warme, zoete water van de Saguenay en het koude, zoute water van de St. Laurence komt er veel krill voor. Krill vormt voedsel voor walvissen die er vaak gespot worden. Twaalf verschillende walvissoorten worden er gespot. Misschien hebben wel het geluk om een blauwe vinvis te spotten, het grootste zeezoogdier op aarde. Het is dan ook waar je moet zijn om mee te gaan met een walvisexcursie. Een gemiddelde walviscruise duurt +/- 3u.


We overnachten in Auberge du Café chez Sam.

Donderdag 21 Juli Baie-Sainte-Catherine-La Dore (320km)

La Doré is een klein stadje ( 1472 inwoners) gelegen in het uiterste westen van het Lac-St-Jean, in het bijzonder 19 kilometer van Saint-Félicien. Het is de laatste halte voor het Ashuapmushuan wildreservaat die het scheidt van Chibougamau. De rivier Ashuapmushuan is ook de natuurlijke grens met Normandin ten oosten van haar grondgebied.

De mensen van La Doré leven in harmony met de natuur. Velen leven van de jacht en/of de visvangst.

  1. In La Doré moeten we toch eens informeren of we eens kunnen meegaan met wat jagers.
  2. In La Doré eens rondkijken naar een waterzuivering ‘installatie’ – Planten?

Verder zijn er supermarkten, winkels, garages, restaurants, … misschien wel de plaats waar we wat proviand moeten inslaan voor de komende dagen.

De bevolking van La Doré voelen zich erg verbonden met elkaar, ze zijn meer dan solidair, als de gemeenschap er maar beter van wordt.

Het leven in La Doré is rustig en stil – kort bij de bossen, ver van het lawaai en de drukte van de grote steden.

Jaarlijks wordt de rust ff verstoort door het “Festival des Camionneurs”. Van 30 juni tot 3 juli ronken er de zware motoren, jammer dat we iets later toekomen.

We overnachten in Aux Saveurs du Lac.

Vrijdag 22 tot 25 juli La Doré-Val des Lacs (588km)


Vandaag misschien wel één van de langste verplaatsingen (9 uur) van ons verblijf. We plannen om van La Doré via Parc National de Mauricie - Parc Récréoforestier Saint-Mathieu naar Val des Lacs te rijden.

Parc National de Mauricie (544km²): Door het zuiden van het park loopt de Route Panoramique, een 62km lange weg die de beide hoofdingangen met elkaar verbindt en op diverse punten prachtig uitzicht biedt op meren, bossen en rotsen. Eens uitstappen bij het 20km lange Lac Wapizagonke zou een mooie plaats kunnen zijn om te picknicken.

In het park vinden we buiten de 180 verschillende vogelsoorten ook elanden, zwarte beren, bevers en otters. Minder in aantal zijn de bosschildpadden die nog maar zelden voorkomen in Canada.

Parc Récréoforestier Saint-Mathieu (127km²):Ligt onder het Parc National de Mauricie en heeft wat dezelfde eigenschappen. Zou een echte aanrader zijn.

Val des Lacs: Veel lectuur is er niet te vinden over deze gemeente. Hier en daar wordt er geschreven dat deze gemeente het erg moeilijk heeft gehad. Het zou een geïsoleerde gemeenschap kolonisten zijn geweest die vochten tegen het verengelsen van de streek. Het eerste winkeltje zou nog steeds open zijn. Niet zo ongewoon misschien maar wel dat het is gelegen in de entree van de kerk.

We verblijven drie nachten in La maison de Charlèna.


Maandag 25 tot 27 juli Val des Lacs - Grand Remous (182km)


Grand-Remous is een deelgemeente van La Vallée-de-la-Gatineau Regional County Municipality, Québec, Canada. De gemeente ligt ten zuiden van de Baskatong Reservoir, verspreid over de beide zijden van de rivier Gatineau en ligt op de kruising van Route 117 en 105.

“Grand-Remous” is Frans voor ‘Grote Eddy’ en is een verwijzing naar een brede whirlpool aan de rivier Gatineau van Grand Remous Fall. Het zou komen uit de originele taal: ‘Atikamekw “Obémiticwang”aussi en zou “woelige wateren” of “grote opschudding”.

Het grondgebied bestaat uit lage heuvels tussen de 200 en 380m boven de zeespiegel.

De gemeente is opgericht in 1937 maar noemde eerst Sicotte, genoemd ter ere van Louis-Victor Sicotte (1812-1889). Hij zou een belangrijke functie hebben gehad in de County of Saint-Hyacinthe van 1857 tot 1863. In 1933 werd de gemeente, na een volksraadpleging, omgedoopt tot Grand-Remous.

We slapen twee nachten in Domaine Bitobi.


Woensdag 27 tot 29 juli Grand Remous-Ottawa (225km)

Eerst en vooral toch even vermelden dat we hier van de ene provincie naar de andere verhuizen. Van de provincie Québec naar Ontario. Hier stopt het met Frans spreken, Engels is hier de voertaal.

Ontario: De inwoners van Ontario beschouwen zichzelf allereerst als Canadezen en pas dan als Ontarians. ‘The Rest of Canada’ (TROC) vindt Ontario behoudend, liberaal, kleinburgerlijk en op de toekomst gericht. Waarschijnlijk is Ontario van alles een beetje – en daarmee typisch Canadees. In ieder geval is Ontario de dichtstbevolkte (+/- 13.3 miljoen inwoners) en de rijkste provincie van het land. Hoewel een derde van alle Canadezen in deze provincie woont, is Ontario allerminst overbevolkt. Met een oppervlakte van 1.07km² is Ontario groter dan Spanje en Frankrijk samen.

De naam Ontario is naar verluidt een Irokees woord dat ‘glinsterend water’ betekent. Niet zo raar als je weet dat Ontario om en bij de 250.000 meren en 60.000 rivieren herbergt. Deze liggen met name in het dunbevolkte noorden, waartoe 80% van de provincie gerekend wordt, al snel drie uur rijden ten noorden van Toronto. Het voor de landbouw ongeschikte landschap met zijn vele bossen en meren behoort tot het Canadees Schild. Deze wildernis ten noorden van Lake Huron en Lake Superior is een paradijs voor natuurliefhebbers. Slechts 20% van de Ontarians woont hier, de rest is gehuisvest in het zuiden en dan voornamelijk in de vruchtbare driehoek tussen Lake Ontario, Lake Erie en Lake Huron. Hier ligt met de zogeheten ‘Golden Horseshoe’ het dichtstbevolkte deel van het land.

De vele natuurgebieden, zoals Point Pelee National Park en Algonquin Provincial Park, tonen de rijkdom van de Canadese flora en fauna. En met de Niagara Falls heeft de provincie één van de beroemdste natuurlijke wereldwonderen in huis.

Enkele hoogtepunten van Ontario zijn:

Ottawa: De Canadese hoofdstad. We verblijven hier 2 nachten, meer over Ottawa hieronder.

Toronto: Amerikaans aanvoelende grootstad. We verblijven hier 3 nachten.

De Niagara Falls natuurlijk. Een wereldberoemde waterval. We zullen hier een helikoptervlucht over doen.

Ottawa: De hoofdstad van Canada heeft niet in zijn rol kunnen groeien, maar werd als zodanig benoemd. Daardoor maakte Ottawa lange tijd een nogal ontoegankelijke en slome indruk. Pas de laatste paar jaar krijgt de stad steeds meer de kenmerken van een bruisende, culturele metropool. Zo vindt je nergens in Canada meer internationale musea.

Zelfs voor Canadese begrippen is Ottawa een jonge stad. Samuel de Champlain, de ‘Vader van Nieuw-Frankrijk’ voer weliswaar in 1613 de Ottawa River op maar pas rond 1800 werd een begin gemaakt met de kolonisatie en ontsluiting van de regio. De voornaamste reden hiervoor was de enorme hoeveelheid bomen die hier gerooid kon worden. Ook toen kolonel John By in 1826 met zijn Royal Engineers aankwam om een kanaal aan te leggen, trof hij behalve een ruw houthakkerskamp alleen wildernis aan. Met de oorlog van 1812 tegen de Amerikanen nog vers in het geheugen wilden de Engelsen een bevoorradingsroute aanleggen van Kingston naar de Ottawa River, waarop men veilig was voor de Amerikaanse kanonnen. Zo ontstond het 200km lange Rideau Canal.

De werkzaamheden duurden tot 1832 maar kolonel By liet naast het kanaal ook de nederzetting Bytown bouwen. Omdat men in Engeland dringend hout nodig had, verrezen hier en aan de overkant diverse zaagmolens. Het kleine kamp, bevolkt door houthakkers en kanaalarbeiders, dat vanaf 1855 Ottawa heette, groeide snel. Toch was de schok groot toen koningin Victoria in 1857 uitgerekend Ottawa uitriep tot hoofdstad van de provincie Canada, die in die tijd bestond uit Upper (Ontario) en Lower Canada (Québec). Victoria kende Ottawa waarschijnlijk alleen maar van ansichtkaarten, zo mopperden de Canadese kranten. Aan deze keuze was een spannende strijd voorafgegaan tussen de steden Montréal, Kingston en Toronto, die alle tot hoofdstad wilden worden uitgeroepen. Al spoedig zou blijken dat Victoria een verstandige keuze had gemaakt. Want Ottawa lag niet alleen buiten de reikwijdte van de Amerikaanse artillerie, maar, en dat is nú belangrijker dan in die tijd, het lag ook precies op de grens tussen Engelstalig en Franstalig Canada.

Tegenwoordig heeft Ottawa 812.000 inwoners. De stad vormt het middelpunt van een Metropolitan Area van 1.2 miljoen mensen, waartoe ook de stad Gatineau gerekend wordt. Deze stad ligt op de, al bij Québec behorende, overzijde van de Ottawa River. Ottawa is de hoofdstad van het op een na grootste en minst gecentraliseerde land ter wereld, een kwalificatie waarop men trots is, maar waaraan ook nadelen kleven. De uitgestrektheid van het land zorgt er bijvoorbeeld voor dat de doorsnee Canadees zelden over de grens van zijn provincie kijkt. En doet hij dat wel, dan trekken de inwonders van Vancouver eerder naar Californië en die van Nova Scotia eerder naar Boston dan naar Ottawa. Canadezen zijn veel beter op de hoogte van de verrichtingen van de provinciale regering dan van die van de landelijke politici. Langs de kust en op de prairie zien velen Ottawa alleen als de plek waar de inkomsten van de – natuurlijke – als te hoog ervaren GST (General Sales Taks) naartoe vloeien en de stad staat dan ook bekend als ‘the city Canadians love to hate’.

Ottawa, die stad zonder roemrijk verleden, werd lange tijd als muurbloempje gezien. Het leukste in Ottawa is de trein naar Montréal, zo plachten ambtenaren te klagen. De afgelopen decennia heeft deze bedaagde ambtenarenstad dit imago steeds meer weten af te schudden. Dankzij grote investeringen van staatswege is de stad in een groene metropool met een hoge levensstandaard veranderd. De meeste nationale musea, een redelijk actief nachtleven en een gevarieerde evenementenkalender nodigen het hele jaar door uit tot een verblijf van enkele dagen. De overzichtelijkheid van de stad heeft onder deze ontwikkelingen niet geleden. Symbolen van de stad als Parliament Hill, de grootste musea en het Rideau Canal zijn vanaf de meeste uitkijkpunten in Downtown te zien. De gebouwen ‘groeien’ niet tot in de hemel en bijna alle bezienswaardigheden zijn vanuit het centrum te voet te bereiken.

Belangrijkste bezienswaardigheden: Confederation Square, Parliament Hill, Sparks Street Mall, Rideau Centre en Byward Market, Sussex Drive, Canadian Museum of Nature, Canadian Museum of Civilization, Gatineau Park, …

Twee nachten verblijven we in Hotel Indigo Ottawa Downtown Parliament Hill.


Vrijdag 29 tot 31 juli Ottawa – Golden Lake (150km)

Zo goed als niets over te vinden! Zelf exploreren … we vertellen het jullie wel.

We verblijven 2 nachten in Greystone on Goldon Lake.

Mennonieten:

Thiessen, Derksen, Janzen, Koop: veel namen op de brievenbussen lans de straat Bergen een rijke familiegeschiedenis in zich. Die van de mennonieten gaat terug tot de 16de eeuw, toen Nederland Menno Simons, een katholiek priester, zijn oude geloof afzwoer en zich opnieuw liet dopen. Zijn volgelingen noemen zich mennonieten.

Zij geloofden dat de kerk was afgedwaald van de Bijbel, zij vonden geweld en oorlog onverenigbaar met de leer van Jezus en waren ervan overtuigd dat de mens geen verantwoording schuldig was aan een wereldse overheid maar alleen aan God. Aangezien mennonieten het geloof als een diepgevoelde en persoonlijke verplichting beschouwden, werden uitsluitend volwassenen gedoopt en in de geloofsgemeenschap opgenomen. De mennonieten zijn deze beginselen tot op de dag van vandaag trouw gebleven, ondanks de vijandige houding die velen jegens hen koesteren. Door de eeuwenlange vervolgingen is de onderlinge band zeer sterk geworden. Ze gingen op zoek naar een plek waar ze hun geloof in vrijheid konden belijden en waar de economische omstandigheden beter waren. Ze verlieten Nederland en Zwitserland en trokken naar Duitsland en Rusland en uiteindelijk naar Noord- en Zuid-Amerika. In de loop der jaren ontwikkelde het Duits zoals dat in het noorden van Duitsland in de 16de en 17de eeuw gesproken werd zich tot de taal van de mennonieten.

De meeste Canadese mennonieten zijn afkomstig uit Pennsylvania. Toen de grond daar rond 1800 schaars begon te worden, namen de Webers, Brubachers, Gossens, Dijcks en Sawatzky’s hun boeltje op en vertrokken ze met door vier paarden voortgetrokken conestoga wagons (huifkarren) naar het zuiden van Ontario, 900km noordwaarts, om het land daar te ontginnen. De vredelievende nieuwkomers konden goed overweg met de indianen. Ze ruilden melk en brood tegen vis en wild en het wederzijdse vertrouwen was zo groot dat ’s nachts aangekomen indianen rustig in de keuken wachtten tot de immigranten wakker werden.

Het al dan niet omarmen van vernieuwingen is voor de mennonieten een geloofskwestie die veelvuldig problemen geeft. Het komt hierbij regelmatig tot een kerkscheuring. Als een meerderheid van de gemeenschap het op een bepaald punt oneens is met een kerkelijk leider, kan het gebeuren dat een deel van hen zich afscheidt. Het beginsel dat een groepje van twee of drie mensen, door het geloof in Jezus met elkaar verbonden, al een geloofsgemeenschap vormt, maakt de drempel hiertoe vrij laag. Zo zijn de mennonieten in Ontario onderverdeeld in maar liefst zeventien groeperingen, van behoudend en gematigd tot progressief. Ongeveer een derde van hen is gematigd of progressief en leidt een overwegend ‘normaal’ leven in Canada.

Behoudende Old Order Mennonites wijzen het gebruik van elektriciteit, telefoon, auto’s en moderne productiemethodes zonder meer af. Ze dragen ouderwetse kleding, meestal zwart – alleen bij kinderkleding is enige kleur toegestaan – en ze rijden rond met paard-en-wagen. Ze houden zich politiek afzijdig en wijzen het leger af, net als het schoolsysteem. In plaats van verzekeringen af te sluiten, vertrouwen ze op het mennonitische principe dat de zieken en ouderen worden verzorgd en dat van barn raising, waarbij iedereen bijvoorbeeld helpt bij de wederopbouw van een afgebrande schuur.

Bij gematigde groepen hebben telefoon en elektriciteit hun intrede gedaan op de boerderij, bezit een enkeling ook een auto en neemt men op lokaal niveau deel aan het politieke leven, bijvoorbeeld op het gebied van het onderwijs. Er zijn echter ook kleine verschillen. Zo kan het zijn dat bijvoorbeeld radio wel en tv niet is toegestaan. De kerk fungeert als filter voor invloeden van buitenaf en vormt voor de mennonieten ‘een vesting’ die bescherming biedt tegen de vooruitgang. Progressieve mennonieten beschouwen sommige nieuwe productiemethodes of uitvindingen als vooruitgang, terwijl conservatieve mennonieten deze als een gevaar voor het geloof ervaren. Een van de opvallendste elementen van de Old Order Mennonites is de traditionele kleding van de gelovigen. Zolang de mennonieten zich afzonderden in hun eigen gemeenschap, leidde dit zelden tot problemen maar in het huidige communicatietijdperk storen vooral jongeren zich aan de beperkende voorschriften van de Old Order.

Ondanks de meningsverschillen zijn de betrekkingen tussen de afgesplitste groeperingen over het algemeen goed. Zo beheert men bijvoorbeeld gezamenlijk het Mennonite Central Committee, waarvoor meer dan 700 mennonieten, zowel mannen als vrouwen, zich met hart en ziel inzetten. De organisatie zendt hulpverleners uit naar zo’n veertig landen, helpt vluchtelingen die zich in Canada willen vestigen en biedt een helpende hand in door natuurrampen getroffen gebieden in Noord-Amerika en daarbuiten.


Zondag 31 juli Golden Lake - Toronto (380km)

Volgende drie dagen doen we de miljoenenstad Toronto aan. Tijdens ons verblijf zullen we de Niagara Falls overvliegen per helikopter.

We verblijven 3 nachten in het The Saint James Hotel.


Toronto: Zo’n 5.5 miljoen mensen in Groot-Toronto, nog eens 8 miljoen in de Golden Horseshoe, het gebied langs de westoever van Lake Ontario: de hoofdstad van Ontario zorgt ervoor dat het uitgestrekte en ongerepte Canada met zijn 34.5 miljoen inwoners in alle statistieken toch tot de sterkst verstedelijkte samenlevingen ter wereld wordt gerekend. De hypermoderne skyline van Toronto, waar de eerste Trump Tower buiten de VS en de nieuwste creaties van internationale toparchitecten als Frank Gehry en Daniel Libeskind oprijzen, doet misschien anders vermoeden maar deze stad doet aan als een dorp. Of liever gezegd als een verzameling dorpen. Het behoud van die dorpse sfeer is mede te danken aan Jane Jacobs (1916-2006). Deze legendarische activiste en voorvechtster van hoogwaardige woonruimte hielp in 1971 de aanleg van de Spadina Expressway te voorkomen. Die weg zou het einde hebben betekend van vele mooie wijken.

Tegenwoordig is Toronto een stads paradijs: een aangename mengeling van drukke, meertalige wijken met oude en nieuwe huizen door elkaar en een bakker op de hoek. Toronto telt niet veel belangrijke bezienswaardigheden. Het ware karakter van de stad komt vooral naar voren in de verschillende Neighbourhoods, zoals Chinatown, West Queen West en Little Italy. Deze etnische wijken kunt u het best lopend verkennen, zodat u zich kunt laten verrassen door wat u onderweg op uw pad vindt, zoals terrasjes, een hotdogkraam of de scherpe contrasten. Zoals Bay Street, waar u, te midden van mensen uit alle windstreken, pas echt het gevoel hebt in Toronto aangekomen te zijn. Voor theaters en concert- en kleinkunstzalen moet u in het Entertainment District zijn. De toneel- en musicalscene van Toronto is, na die van New York, de meest productieve van heel Noord-Amerika.

Downtown Toronto: Hoofdstad van Toronto, economisch hart van het land, meest internationale stad van Noord-Amerika, sexy: de aan Lake Ontario gelegen stad, die meestal wordt aangeduid als T.O. (ti-oh), kent vele typeringen. Downtown maakt ze allemaal waar. En dat is niet slecht voor een stad die twintig jaar geleden nog als ‘slaperig’ werd aangeduid.

‘Toronto the Good’ werd de stad vroeger genoemd omdat er niets te doen was. Jean-Paul Sartre plaatste Toronto in één rijtje met Timboektoe en nizjni Novgorod. Wilden de inwoners een avondje uit dan reden ze naar Montréal – geen wonder, want hun stad was tot de Tweede Wereldoorlog een door en door puriteins bolwerk van conservatieve ‘white Anglo-Saxon protestants’, waar op zondag noch alcohol, noch enige vorm van vermaak te vinden was. Zelfs de bioscopen waren dan gesloten. Tot in 1950 werden de etalages van warenhuis Eatons op zondag aan het oog onttrokken, want anders zou het publiek wel eens kunnen zondigen door te gaan window shoppen…

Dit alles behoort tot het verleden. Het Franse fort werd in 1759 door Engeland ingenomen. Dit Fort York werd in 1834 omgedoopt tot Toronto (Irokees voor ‘ontmoetingsplaats’).

Na Miami telt de stad het grootste aantal immigranten ter wereld: de helft van de inwoners werd buiten Canada geboren. Op straat kunt u meer dan honderd talen horen en er worden 79 niet-Engelstalige kranten gedrukt. Het multiculturele karakter van de stad heeft ook zijn weerslag op het culturele leven: musicals, toneel, kleinkunst, Jazz – na New York is Toronto het drukste culturele centrum van Noord-Amerika. Misschien is dat de reden dat er sprake is van een bouwkundige renaissance, die begon met toparchitecten als Frank Gehry en Daniel Libeskind en wordt voortgezet door gerenommeerde Torontese architectenbureaus.

Toronto vormt het economische en financiële hart van Canada. Maar de bonte mengeling van vreemde culturen in deze metropool aan Lake Ontario heeft van de stad een levenslustig oord gemaakt, met als bruisend middelpunt de Neighbourhoods.

Deze door afzonderlijke etnische bevolkingsgroepen of andere sociale verbanden bewoonde wijken hebben stuk voor stuk een uniek karakter. Hoog boven alle wijken rijst de CN Tower op, het symbool van het nieuwe, moderne Toronto en een niet te missen oriëntatiepunt. Downtown, in alle opzichten representatief voor geheel Toronto, is bij elke ontdekkingstocht in de stad het uitgangspunt. Zij vinden er gemakkelijk de weg, aangezien het stratenplan doet denken aan een schaakbord. De huisnummers van de van oost naar west lopende straten lopen op vanaf de centraal gelegen Yonge Street, die zich vanaf Lake Ontario in noordelijke richting uitstrekt. Het merendeel van de bezienswaardigheden in deze grote stad ligt in Downtown Toronto, een haaks op het meer staande rechthoek die grofweg wordt begrensd door Spadina Avenue. Bloor Street wordt Midtown genoemd, de wijk ten westen van Bathurst Street heet West End. Het gebied ten oosten van de Don Valley Parkway staat alom bekend als East Side. De meeste bezienswaardigheden buiten Down Town kunt u bereiken met de metro die hier subway heet.

De Niagara Falls:

De Niagara River, die Lake Erie en Lake Ontario met elkaar verbindt, is nog geen 60km lang en bereikt een stroomsnelheid van wel 50km/u en is daarmee een van de kortste en snelst stromende rivieren ter wereld. Zo’n 12000 jaar geleden stortte de grote waterval die de indianen niagara, ‘donderend water’ noemden, omlaag bij Queenston, nu 11km stroomafwaarts van de waterval. De scherpe daling van de bedding van de Niagara River is lange tijd geleden ontstaan door terugtrekkende gletsjers. Sindsdien is de waterval door de eroderende kracht van het water steeds verder zuidwaarts komen te liggen. Tijdens deze reis is de diepe Niagara Gorge in de rivierbedding uitgeleten. Zijn ‘wandeling’ van ongeveer een meter per jaar is de laatste jaren teruggelopen tot slechts 10cm. Dit komt door dat tegenwoordig een groot deel van de Niagara River boven de waterval wordt afgebogen in de richting van een energiecentrale. Toch stroomt er ieder uur tot wel 15 miljoen m³ water van Lake Erie via de hoefijzervormige Horseshoe Falls aan de Ontariokant en via de American Falls aan de zijde van New York State in Lake Ontario.

Woensdag 3 augustus – 6 augustus Toronto - Montréal (540km)

Laatste dagen worden vrij ingevuld al naargelang de ervaringen dat we hebben opgedaan.

 

 

 

 

Fotoalbums van Canada

Kingston & 1000 Islands (12)

04 Augustus 2016 | Oost-Canada 2016 | Canada | Laatste Aanpassing 19 Januari 2017

  • IMG 9769
  • IMG 9704
  • IMG 9752
  • IMG 9877

Helikoptervlucht boven Niagara Falls (10)

04 Augustus 2016 | Oost-Canada 2016 | Canada | Laatste Aanpassing 04 Augustus 2016

  • Prachtig toch?
  • Klaar om in te stappen.
  • Take off

Niagara on the Lake (5)

04 Augustus 2016 | Oost-Canada 2016 | Canada | Laatste Aanpassing 04 Augustus 2016

  • Toronto2 233
  • Toronto2 232
  • Toronto2 234
  • Toronto2 228

On golden Lake (8)

02 Augustus 2016 | Oost-Canada 2016 | Canada | Laatste Aanpassing 02 Augustus 2016

  • IMG 9194
  • IMG 9202
  • IMG 9230
  • IMG 9205

Toronto (57)

02 Augustus 2016 | Oost-Canada 2016 | Canada | Laatste Aanpassing 02 Augustus 2016

  • IMG 9509
  • IMG 9366
  • IMG 9388
  • IMG 9328

Lightshow op parlement (9)

02 Augustus 2016 | Oost-Canada 2016 | Canada | Laatste Aanpassing 02 Augustus 2016

  • alle foto's losse pols getrokken
  • Canada 2016 438
  • parlement door lightshow
  • Canada 2016 434

Ottawa (47)

29 Juli 2016 | Oost-Canada 2016 | Canada | Laatste Aanpassing 29 Juli 2016

  • Canada 2016 277
  • Ottowa 102
  • Ottowa 042
  • Ottowa 037

Grand Remous (7)

29 Juli 2016 | Oost-Canada 2016 | Canada | Laatste Aanpassing 29 Juli 2016

  • Canada 2016 207
  • Canada 2016 220
  • Canada 2016 216
  • Canada 2016 209

Val des Lacs (18)

29 Juli 2016 | Oost-Canada 2016 | Canada | Laatste Aanpassing 29 Juli 2016

  • Canada 2016 153
  • Canada 2016 165
  • Canada 2016 173
  • Canada 2016 106

La Doré (10)

29 Juli 2016 | Oost-Canada 2016 | Canada | Laatste Aanpassing 29 Juli 2016

  • Canada 2016 093
  • Canada 2016 100
  • Canada 2016 094
  • Canada 2016 075

St Catherine (10)

29 Juli 2016 | Oost-Canada 2016 | Canada | Laatste Aanpassing 29 Juli 2016

  • Canada 2016 002
  • Canada 2016 068
  • Canada 2016 032
  • Canada 2016 014

Québéc (32)

20 Juli 2016 | Oost-Canada 2016 | Canada | Laatste Aanpassing 20 Juli 2016

  • Citadel Québec
  • Parlement Québec
  • Notre Dame Québec

B&B en omstreek Boischatel (7)

20 Juli 2016 | Oost-Canada 2016 | Canada | Laatste Aanpassing 20 Juli 2016

  • Québec 002
  • Québec 010
  • Québec 031
  • Québec 008

Montréal (18)

19 Juli 2016 | Oost-Canada 2016 | Canada | Laatste Aanpassing 19 Juli 2016

  • Basilique Marie-Reine du Monde, Montréal.
  • Hotel Abri du Voyageur, Montréal.
  • Wild in het midden van de stad, Montréal
  • Oud en nieuw verenigen, Montréal

 

Plaats een Reactie

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking