Reisverhaal «Gonder en de Simien Mountains»
Vijf maanden van huis
|
Ethiopië
|
1 Reacties
24 Januari 2019
-
Laatste Aanpassing 30 Januari 2019
Donderdag 24 januari
De vluchtgegevens veranderden waardoor we de nacht doorbrachten op de luchthaven van Addis Abeba. En dat is er een met twee gezichten. Een moderne terminal voor de internationale vluchten en dan een verouderde voor de inlandse. Met matje en slaapzak installeerden we ons in de eerste maar werden vriendelijk verzocht de clochart uit te hangen in de tweede. Een Bombardier propellertoestel bracht ons de volgende morgen naar Gonder in het noorden van Ethiopië, van half 17de tot half 19de eeuw de hoofdstad van het land. Opeenvolgende koningen lieten imposante kastelen en kerken achter. De omvang van de paleizen en ruïnes gaven een beeld van de rijkdom die hier ooit was. Goud, ivoor, slaven, alles was voor handen op dit kruispunt van handelsroutes. Ons verplaatsen in de tijd was niet zo moeilijk. De rustige straatjes rond de ommuurde site waren vooral vroeg in de morgen en 's avonds een middeleeuws tafereel, reizen door Ethiopië wordt weer een tijdreis. Het bezoek aan Debre Berhan Selassie-kerk was beklijvend. De prachtige fresco's en hypnotiserende gezangen waren magisch. De priesters en monniken sloegen ritmisch op de kabaro en met de tsinatseil ratelden ze mee. Met de gebedsstok of maqiuamia gaven ze markeerpunten aan, waarna de gezangen overgingen naar andere. We zakten ook al een eerste keer af naar Koning Fasilas zijn buitenverblijf en bad, het middelpunt van de latere Timkat. Eeuwenoude boomwortels liggen over de ommuring van deze mooie historische plaats. We konden nog droog in het bad rondwandelen, alles werd in gereedheid gebracht om het te vullen als voorbereiding op de feesten.
De hulpvaardige eigenaar van het gezellige Lodge du Chateau regelde voor ons een driedaagse naar de Simienmountains. We kregen een gids, kok, chauffeur en bewaker mee. Gewapend met kalasjnikov beschermde hij ons tegen wilde dieren en boeven. Hij was de vriendelijkheid zelve maar het wapen in de buurt wende niet. Hij nam zijn taak wel heel ernstig. Hoewel de temperatuur 's nachts onder nul dook, zat hij met enkel een deken over zich heen voor de tent te waken. Toen we hem ook meekregen bij het bezoeken van de plaatselijke markt voelden we ons bijzonder onwennig.We kwamen niets te kort. De tenten werden opgezet voor ons, dubbele slaapzakken en dekens hielden ons warm, choco bij het ontbijt, popcorn na de wandelingen en 's avonds telkens een bijzonder lekker avondmaal. We kropen in het veel te kleine rommelige keukentje waar het lekker warm was. Toen er ook nog een kampvuur werd in aangestoken, was het vluchten voor de verstikkende rook. Het valt op dat veel Ethiopische ogen erdoor zijn aangetast. Ashu gidste ons doorheen de driedaagse. Zijn Engels was moeilijk verstaanbaar maar hij was van goede wil. De tweede dag bracht hij ons tot een 4100 meter hoge top. We waren snel buiten adem maar dat was het waard. De uitzichten waren fenomenaal. Miljoenen jaren vulkanisme hoogde de omgeving 4 kilometer op en dan deed erosie de rest. Het plateau is loodrecht tot 1,5 kilometer uitgesleten en dat geeft een spectaculair landschap met bijzondere vegetatie en enkele zeldzame diersoorten. We zagen lammergieren, steenbokken en natuurlijk de gelado apen. Met hun rode borst, lange haren en leeuwachtige staart konden we blijven kijken naar de grazende primaten. Een grote groep werd aangevallen door enkele honden. Ze sloegen alarm met luid geschreeuw. Een aap kon niet ontsnappen, gelukkig greep onze gewapende wachter in en met enkele perfect naast gerichte schoten verdreef hij de honden. Even kon ik zijn gewapend ingrijpen appreciëren. De driedaagse tocht in de Simienbergen was prachtig. De lange rit terug langs kleine dorpjes liet ons heel armzalige toestanden zien, gelukkig went dit nooit. Onderweg zagen we ook veel schapenherders, ezelkarren en mooie plattelandstaferelen die we enkel kenden van historische prenten. Er is een groot verschil tussen de vuile, bittere armoede en eenvoudig leven met weinig middelen. Hoewel in ander continent, maken we dikwijls de vergelijking met Nepal. Ook in Ethiopië vinden we veel authenticiteit en heeft armoede verschillende gezichten.
We boekten lang op het voorhand een hotel in Gonder tijdens de Timkatfeesten. Ze beginnen de 18de rond de middag. In de Ethiopisch Orthodoxe kerk wordt dan Jezus' doop in de Jordaan herdacht. Elke kerk heeft een kopie van de Ark van het Verbond, de Tabot en die wordt op de vooravond van de negentiende in een vijf uur durende processie naar het historische Fasilas bad gedragen. De rode loper werd uitgerold en mensen begonnen te zingen en bidden. Toen de arken uit de verschillende kerken samenkwamen op het centrale plein werd de stemming heel uitbundig. Groepen jongeren liepen rond terwijl ze zwaaiend met stokken religieuze teksten riepen. Dit was het begin van een feest dat drie dagen zou duren. 's Avonds snoven we de sfeer al eens op aan het Fasilas bad waar de Tabots toekwamen. Pelgrims baden mee met de niet aflatende gezangen door de luidsprekers. De hele nacht verbleven priesters en bisschoppen in het vroegere buitenverblijf van de koning. Jezus was er de absolute superstar, hoewel Lisse en Jolente in de buurt kwamen. Stiekem werden foto's van hen genomen en ze moesten mee op de selfies. We kropen er vroeg in terwijl het feestgedruis in de straten nog lang voort duurde. Tegen vijf uur in de morgen gingen we samen met duizenden pelgrims en heel wat toeristen naar de heilige plaats om het hoogtepunt mee te maken. We glipten mee met een groep tot binnen de ommuring en opeens zaten we op ereplaatsen tegenover de bisschopsstoel. Wat volgde waren eindeloze (valse) gezangen, donderpreken en uiteindelijk de climax, de wijding van het water. De sfeer werd opgewonden en duizenden gelovigen in extase drumden samen om het heilige water te voelen. We konden net ontsnappen aan de massahysterie, onvoorstelbaar wat geloof kan doen met mensen. De Arken werden in kleurrijke en luide processies terug naar de kerken gebracht en nog twee dagen en nachten verkeerde de stad in een gekte. Op straat werd luid meegezongen en gedanst, de ikista, waarbij met de schouders werd bewogen terwijl de heupen en benen stokstijf werden gehouden.
Het was een onwaarschijnlijke belevenis deze feesten mee te maken. We waren er moe van, rust konden we drie dagen nauwelijks vinden. De voorbije twee weken waren intens boeiend en was reizen in vijfde versnelling. We schakelen bewust een paar tanden terug nu en verkennen verder het historische noorden.
Herman