Reisverhaal «En toen was er Flores»

Een jaar van huis | Indonesië | 1 Reacties 22 September 2014 - Laatste Aanpassing 14 Augustus 2015

22 september 2014

Het vliegtuig nemen in Denpasar ging relax, vervoer en slaapplaats zoeken lukt prima en het zwerversbestaan vinden we leuk. We beginnen de knepen van het reizigersvak goed te onder de knie te hebben !

Voor de vliegreis naar Flores sliepen we nog een nachtje in Denpasar City. Hoewel dit de hoofdstad van Bali is, bleek het helemaal niet toeristisch. We werden echt aangekeken en ook de gastvrouw van de homestay waar we verbleven was zichtbaar dankbaar dat we geïnteresseerd waren in haar stad. Toeristen slaan duidelijk Denpasar over op rondreis door Bali. De vogelmarkt, met ook apen, eekhoorns, vissen en reptielen deed ons dierenwelzijnhart wel wat bloeden maar paste in het plaatje van een drukke Aziatische grootstad. De bloemenmarkt waar werkelijk alles kon worden gekocht voor de dagelijkse Hindoe-offers was geur- en kleurrijk. 's Morgens de wekker zetten om tijdig te vertrekken naar de luchthaven bleek niet nodig. We bevonden ons in de Islamitische wijk en werden om vier uur opgeroepen tot gebed, wel wat vroeg maar deed me meteen beseffen dat we de andere kant van de wereld waren.

Het was een fijne vliegreis tot in Flores. Westerlingen zaten nauwelijks aan boord en de vlucht had iets van een stoptrein. Even landen op het Sumba-eiland, wat passagiers opladen en een half uur later weer vertrekken. In de luchthaven van Maumere stapten we met een simpel trapje van het vliegtuig naar een gebouwtje dat de vertrek- en aankomsthal bleek te zijn. Het had zo een prent uit 'Kuifje in Flores' kunnen zijn. En daar stond onze driver met het bordje 'Welcome to Flores Herman De Paepe', plezant als de puzelstukjes mooi in elkaar vallen.

De rit door het binnenland naar Moni was onze eerste kennismaking met het echte, overwegend katholieke, Flores. Wat een landschap, volledig verkreukeld door de botsing van twee aardplaten en getekend door nog actieve vulkanen. Verschillende keren kregen we het verhaal van de verwoestende aardbeving en tsunami van 1992. Onderweg zagen we een totaal andere wereld : armoede, hutjes soms nauwelijk meer dan wat tegen elkaar gesmeten golfplaten. Dat was soms toch even slikken. Van die armoede zagen we de eerste vier dagen weinig. We verbleven in een echt paradijs. Een Indonesisch-Zwitsers koppel heeft aan de Watimutakust een prachtige reeks bungalows neergezet waar wij verbleven in ons ruim huisje. We besloten dan ook wat langer te blijven en te genieten van de rust. Hier beleefden we de, tot nu toe, mooiste dag. We boekten een uitstap met een boot naar het afgelegen eiland Pandangban waar enkel een streng Islamitische vissersgemeenschap leeft. Zo een mooie tocht, begeleid door vliegende vissen (walvissen lieten zich die dag spijtig genoeg niet zien), snorkelend langs de mooiste koraalbossen, wandelen langs exotische stranden waarvan ik dacht dat ze werden gefotoshopt in reisbrochures, om dan uiteindelijk bij het vissersdorp te komen. Het was een eenvoudige samenleving van enkele tientallen mensen waar alles draait rond visvangst, een ongelooflijke ervaring. Zeker voor Lisse en Jolente die er het middelpunt van de belangstelling waren. Ons tweede verblijf was in Moni, een wat hippie-bergdorp en de uitvalsbasis om het Kelimuti Nationaalpark te bezoeken met hotsprings en veelkeurige kratermeren, samen met de Komodo-eilanden één van de natuurwonderen van Indonesië. Drie reusachtige pijpen maken verbinding met de binnenkant van onze aarde en hebben zich gevuld met regenwater. Door vulkanische activiteit in het hart van deze Kelimutikrater verandert de kleur van deze meren om de paar maanden van kleur. Terwijl we op de flanken van de vulkaan, tussen de rijstvelden, zorgeloos in een warmwaterbron lagen, gaf het een bijzonder gevoel te weten dat enkele honderden meters dieper alles borrelt en zich voorbereidt om binnenkort (in geologische tijd gerekend dan) opnieuw uit te barsten.

De kindjes doen het ook super. Ze genieten van zoveel aandacht, blijven verwonderd rondkijken, verteren hun dagelijkse lesjes goed en hun inwendig klokje staat al Indonesisch ingesteld, vroeg gaan slapen (het is hier om zes uur pikdonker) en heel vroeg wakker. Maar dat laatste begrijp ik wel (een beetje), er valt elke dag zoveel te zien en te beleven.

Herman

 

 

 

 

Fotoalbums van locatie «Moni - Flores»

Moni - Flores (19)

22 September 2014 | Een jaar van huis | Indonesië | Laatste Aanpassing 22 September 2014

  • 2 van de 3 kratermeren van Kelimutu
  • Laatste uitbarsting in 1869, nu een 'braaf' meer.
  • Dagelijkse kost.
  • Wie bekijkt wie?

 

Plaats een Reactie

Anja & Bjorn Wat schrijf jij mooi, Herman, leuk om te lezen en vanuit een andere invalshoek dan Tine...geweldig om lezen, allebei, indrukwekkend ook wat jullie op deze korte tijd reeds beleefden en wij genieten vanop afstand mee...goe bezig ! Geplaatst op 23 September 2014

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking