Reisverhaal «Community living in Baan Don Sai»
TROPENTRIP
|
Thailand
|
4 Reacties
31 Januari 2014
-
Laatste Aanpassing 31 Januari 2014
Niet enkel geven, maar ook veel ontvangen. Dit is zeker een mooie een samenvatting van ons eerste vrijwilligersproject. Via Dalaa Thailand kwamen we terecht in Baan Don Sai, een dorp waar de mensen echt in gemeenschap met elkaar samenleven. Centraal in deze gemeenschap staat de school. Dat werd voor twee weken ons werkterrein. Aangezien het de eerste keer was dat een dergelijk project georganiseerd werd, was het zowel voor de organisatie, de deelnemers als de school wat zoeken naar de ideale invulling ervan. In overleg met de directeur kwamen we tot een programma waarbij we elke voormiddag Engelse les zouden geven in duo's aan graadsklassen. Wij namen het eerste en tweede leerjaar voor onze rekening. In de namiddag kregen we tijd om voor te bereiden en deel te nemen aan het gemeenschapsleven. Dikwijls waren dit traditionele activiteiten door de school georganiseerd
We blikken tevreden terug op de lessen die we hebben kunnen geven en de gastvrijheid en warmte die we van de lokale bevolking hebben mogen ontvangen. Het is echt onbeschrijfelijk hoe vriendelijk alle mensen voor ons waren. Een oudere man stelde zijn huis voor ons open, dagelijks kregen we meer dan genoeg Thaise lekkernijen op school (met een vast menu van rijst, vis, eieren en groenten, al dan niet te spicy) en de enthousiaste begroetingen waren echt ontelbaar. Voor de inwoners van het dorp waren we meer dan wat vrijwilligers die kwamen helpen. We waren hun eregasten. Ze waren vereerd dat we in hun school, hun gemeenschap kwamen werken en leven. Ook aan het afscheidsfeest was dit meer dan duidelijk.
Na alle inspanningen die we geleverd hadden om tot dit project te komen, waren we van het idee dat we alles moesten geven wat we hadden. We waren naar hier gekomen om te helpen, om te werken. Maar zo zagen de Thai dat niet altijd. Zij wilden ons vooral ook veel geven. Niet enkel voedsel en gastvrijheid, ook de pracht van hun gemeenschapsleven wilden ze graag met ons delen. "Elke buur is een vriend." Het duurde even voor we ons deze manier van denken konden maken. Niet enkel de taal op zich is verschillend, ook de taal van het denken verschilt.
Naast de Engelse lessen probeerden we ook waar mogelijk een bijdrage te leveren aan de school. We kochten een nieuw touw om het klimrek van de speeltuin te herstellen. Spelen uit ons jeugdwerk werden geïntroduceerd. En verder probeerden we er vooral voor de kinderen te zijn, door met hen te spelen en naar hen te luisteren.
Het was voor ons moeilijk inschatten of de bevolking van dit dorp nu arm of rijk was, naar Thaise normen. Volgens Dalaa stellen de mensen het goed. Hun rijkdom bestaat er ook in te wonen in een gemeenschap van vertrouwen en in een boomgaard vol heerlijk fruit!
We hebben nogal ogen getrokken. Met onze Westerse bril zagen we dingen die bij ons al jaren verboden of voorbijgestreefd zijn. Afval verbranden ze zelf, per gezin in hun tuin. Kinderen rijden hier probleemloos met de brommer naar school, zonder helm. Comfort binnen in de huizen is zo goed als nihil. Zo is douchen een emmertje water over je hoofd gieten, toilet papier kennen ze amper en de vaat droogt vanzelf wel. Maar de mensen zijn gelukkig. Uiteraard keurden wij sommige zaken niet goed. Maar wie zijn wij om te zeggen dat ze beter met de fiets zouden gaan? Of dat ze beter zouden sorteren en recycleren?
Het gaat er volgens ons vooral om om elkaars cultuur in de eerste plaats te begrijpen en te respecteren. Daarna kunnen we elkaar enkel inspireren. En wie weet wat daaruit kan groeien?