Reisverhaal «Kasanka National Parc: leven in de broese»
TROPENTRIP
|
Zambia
|
3 Reacties
15 Juli 2014
-
Laatste Aanpassing 19 Juli 2014
Waar de weg eindeloos lijkt en gsm-ontvangst ons niet weet te bereiken, sloegen we met plezier enkele dagen ons tentje op. Onderweg van noord naar zuid konden we ons geen idyllischer plekje inbeelden om te genieten van de natuurlijke rijkdom van Zambia.
WEG VAN DE RADAR
Verrassend vlot geraakten we in de laadbak van een halfvolle vrachtwagen terug tot aan de Chinese Road die ons verder naar het zuiden kon brengen. Met de fictieve dollartekens op ons hoofd werden onmiddellijk aangesproken om met een bus mee te rijden tot onze bestemming. De onderhandelde prijs kon ons wel bekoren en met een bus vol beschikbare zitplaatsen waren we al snel geneigd om op het voorstel in te gaan. Alhoewel, snel. Het vertrekuur werd bepaald door het aantal gevulde zitplaatsen. Gelukkig boodt een terrasje vertier en een ideale uitvalsbasis om het lokale leven te aanschouwen.
Traag maar zeker geraakten we onze bestemming. De grenzen van de capaciteit van passagiers en bagage werden tot het uiterste gedreven. Maar ons hoorde je niet klagen. Terwijl we hiermee de lokale economie steunden, zaten we ook op de eerste rij om van het Afrikaanse leven te proeven.
Rond valavond werden we eindelijk afgezet aan de poort van Kasanka National Parc. Verbaasd dat we zonder auto hierheen kwamen, maar vol enthousiasme, werden we begroet en doorverwezen naar het 'conservation centre' 1 km verder dan de poort. Of het nu lag aan de Zambiaanse inschatting voor afstanden of het feit dat de duisternis zich razendsnel meester maakte over het park laten we in het midden. Maar die ene kilometer leek ons toch behoorlijk ver. We waren dan ook maar al te blij toen onze ongeruste "Hello?" werd beantwoord met een Zambiaanse "Welcome!".
Ook al hadden we hier geen meter bereik met de rest van de wereld, de scouten Kingston en Kelvin deden er alles aan zodat we dit het paradijs op aarde zouden vinden. Voor we het beseften zaten we voor ons tentje temidden van de natuur ons avondmaal te koken op het door de heren voorziene kampvuur.
OP ZOEK NAAR HET HART
In de voetsporen van Dr. David Livingstone maakten we één van de meest gastvriendelijke en verwonderlijke avonturen mee in Zambia. Na de reeks op Vier, z'n standbeeld in Schotland en z'n kruisbeeld in Zanzibar wilden we ook graag z'n begraafplaats bezoeken. Een man die vol bewondering het zwarte continent ontdekte en tot op vandaag vereerd wordt door de Afrikanen omwille van z'n verwezenlijkingen verdiende wel een bezoekje van de tropentrippers.
Als voorvechter voor de afschaffing van de slavernij maakten we eerder in Zanzibar kennis met Dr. Livingstone. Uit de boom waaronder z'n hart begraven werd, is een kruis gemaakt voor de kathedraal van Stonetown. Met een bezoek aan Livingstone in het vooruitzicht en met het 'memorial' op enkele kilometers van onze verblijfplaats leek het ons de ideale gelegenheid om naar die boom op zoek te gaan.
De poortwachters van het National Park verklaarden ons gek toen we ons idee uitlegden om al liftend het 'memorial' te bereiken. Ze probeerden ons nog 2 fietsen voor 200 ZK te verhuren, maar voor die prijs geraken we zelf met de bus tot in Lusaka. Dus vertrokken we vol goede moed richting ons doel... Na 1 km wandelen konden we een truck strikken om ons 8 km verder te brengen op de Chinese Road. Daarna lag er nog 26 km zandweg voor de boeg naar de begraafplaats...
Aan de bandensporen en voetstappen te zien zag het er naar uit dat er hier maar zelden een gemotoriseerd voertuig reed. Dus begonnen we de tocht maar te voet. Enkele kilometers later werden we al vergezeld door een Zambiaanse tiener die ook op weg naar zijn dorp was. Hij kon voor ons twee fietsen regelen, zei hij. Enig probleem, telkens we vroegen hoe ver het nog was, antwoorde hij met "verry far"
Daar hadden we niet echt een boodschap aan dus deden we maar zelf twee Zambianen stoppen met de vraag of we achterop een stuk mee mochten. De unieke ervaring was echter van korte duur. De gammele fiets was blijkbaar niet bestand tegen de combinatie van een Afrikaan en een 'mzungu', met platte band tot gevolg.
Omdat we geen idee hadden hoe ver het nog was en we wel tegen valavond terug in het National Parc werden verwacht, beslisten we om op onze stappen terug te keren. We hadden het op zen minst geprobeerd en genoten van een prachtige warme zondag in de natuur. Beiden vonden we het echt jammer en we wilden niet opgeven. Maar als je afhankelijk bent van toevallige voorbijgangers heb je het niet in de hand of je tocht lukt of niet.
Groot was onze vreugde dan toen we bijna terug aan de Chinese Road een vriendelijke meneer tegen kwamen die iemand riep om ons helemaal tot hinder te brengen met de wagen!! We konden onze oren niet geloven en even later onze ogen ook niet, toen we met een permanente smile op ons gezicht door het Zambiaanse platteland cruisden met Afrikaanse muziek op de radio en een super symphatieke chauffeur.
Na een hele lange weg (onvoorstelbaar dat we ooit van het idee waren om dit te voet te proberen) kwamen we aan David Livingstones laatste rustplaats. We wisten al dat de boom er niet meer zou staan. Maar gewoon al het feit dat we zo'n avontuur beleefd hadden om hier te geraken maakte van deze simpele plek een heel speciale plaats in onze reisgeschiedenis.
Bij de terugkeer kregen we nog elk een zak vers gepofte popcorn en konden we onze drinkfles met fris bronwater bijvullen voor op onze terug weg. Oja en de auto betaalden we met een reep chocolade!
Moe, met zeer pijnlijke voeten maar heel te vreden kwamen we het park terug binnen als echte helden ;) Of zo voelden wij ons toch.
GENIETEN VAN DE BROESE
's Ochtend ontwaken met de boodschap dat de douche net gevuld is met op hout verwarmd water en dus klaar is voor gebruik, vonden we een heerlijke start van de dag. De temperatuur daalt 's nacht namelijk zo drastisch in Zambia dat een warme douche en een kampvuur om 7 uur 's morgens nodig zijn om je terug wat op temperatuur te krijgen. In ons tentje konden we elke nacht aan de lijve ondervinden dat het momenteel winter is hier.
Dat we midden in de natuur zaten, merkten we aan alles rondom ons. In de takken boven ons slingerden bavianen in het rond. Net alsof ze ons kwamen halen om samen te spelen. Niet de elektriciteit maar het licht en de warmte van de zon bepaalden het ritme van onze dagen. Het kampgevoel was nooit ver weg.
Toen we na een boeiend bezoek aan het infocentrum tijd namen om lijstjes en plannen te maken voor het vervolg van de reis terwijl we een prachtig landschap overschouwden, beseften we hoe gelukkig we waren. Samen deze droom kunnen beleven en er ook zo intens van genieten. Wat willen we nog meer?