Reisverhaal «Noorwegen, deel 2: een reis in een reis»

Noorwegen | Noorwegen | 0 Reacties 09 Augustus 2016 - Laatste Aanpassing 09 Augustus 2016

Terug op het vasteland van Noorwegen (om half twaalf ’s avonds), besluiten we door te rijden naar het zuiden, richting Trondheim. De kids liggen al snel in slaap, Jo en ik wisselen af bij het rijden en tegen de ochtend kiezen we een camping op een 100 km boven Trondheim. De zon is van de partij, dus daar moeten we van genieten. Na een wandelingetje kunnen de dapperen (de mannen dus) in de fjord een zeer frisse duik nemen. Terug op de camping doen we wat huishoudelijke taken: wassen, koken, de tent repareren, ... Met enkele strepen duct tape op de naden, hopen we de waterdichtheid terug te vergroten. We vernemen ondertussen dat Tom, In Ae, Gitte en Nolle dan toch hun vakantie in Noorwegen zullen spenderen en belissen niet te lang te blijven hangen in het noorden zodat we hen snel kunnen ontmoeten.

De volgende dag breken we dus opnieuw op en gaan we een dagje rijden, richting zuiden. Opnieuw haspelen we meer dan 500 km af, inclusief een stuk of 3 overzetboten en talrijke tunnels. Maar vooral: ook een heel stuk langs de prachtige weg langs de Geirangerfjord. We zijn op weg naar een camping in Olden, maar passeren prachtige hoogvlaktes waar het toch telkens kriebelt om onze tent neer te planten. Alleen ... we zitten hier op hoogte (zo’n 1000m) dus redelijk fris en telkens als we toch twijfelen begint het wat te regenen. Omdat de voorbije dagen al druk waren en we toch ook eens onze tent langer dan 1 nacht op eenzelfde plekje willen laten staan, beslissen we nog wat langer op de tanden te bijten en door te rijden naar de prachtig gelegen camping Oldevatn.

De eerste nacht staan we nog op de tweede rij, maar de volgende dag kunnen we ons op het mooiste kampeerplekje zetten. Niet enkel het mooiste van de camping, of van Noorwegen, maar eigenlijk van de hele reis. We staan langs een turquoise gletsjermeer met zicht op verschillende gletsjers. Helaas bedekken de wolken regelmatig wat stukjes van dit prachtige zicht. We checken de weerberichten en tussen de buien door maken we enkele hele mooie wandelingen naar de Briksdalsbreen en de Bodalsbreen: 2 indrukwekkende geltsjers die allemaal deel zijn van de Jostedalsbreen, de grootste geltsjer van Europa. Rond vier uur begint het steevast te regenen, dus dan zetten we ons in de ‘tv-room’ en kunnen we wat lezen, schrijven, eten, ... Ice hiking (wandelen op het ijs) zit er helaas niet meer in omwille van de smeltende gletsjers. De opwarming van het klimaat is hier heel erg tastbaar aanwezig. Elk jaar moeten er uitstappen definitief geschrapt worden en het wordt moeilijker en moeilijker om nog echt tot aan de sneeuw te geraken.

Op weg naar onze volgende bestemming, Geilo, passeren we nog een gletsjer (Boyabreen) en het leuke gletsjermuseum. Hier leren we hoe gletsjers ontstaan en kunnen we via een simulator ahw met de helicopter over de Jostedalsbreen vliegen en de indrukwekkende ijsmassa vanuit de lucht aanschouwen. De kinderen kunnen allerlei proefjes doen om de kenmerken van het gletsjerijs te onderzoeken en ... de tablets met uitleg verschaffen ons zelfs in het Nederlands alle begeleidende informatie !! Een topper dit museum. Via een tunnel vanmeer dan 24 km lang, rijden we naar het hoogtepunt van de dag: op de camping in Geilo kunnen we eindelijk Tom en zijn gezinnetje ontmoeten. Het verste hoekje van de camping wordt voor enkele dagen een Belgisch grondgebied en de kinderen genieten van hun twee speelvriendjes: Gitte en Nolle. De meisjes zijn twee handen op één buik, en Nolle is de mascotte van de bende: een soort Dries in het mini ;-). Met zijn vier jaar weet hij perfect onze twee jongens te charmeren. Hij verdeelt zijn aandacht mooi tussen beiden. Lander is als het ware de grote broer die Nolle door alle moeilijke passages en tochten zal loodsen, soms zelfs letterlijk zal dragen. Dries is eerder de zotte speelkameraad wanneer de twee varkentjes gekke toeren willen uithalen. Het weerzien wordt gevierd met een heus Mexicaans eetfestijn, volledig bereid op de kampeervuurtjes.

We zitten aan de rand van het grootste natuurpark van Noorwegen: de Hardanger Vidda. De eerste dag doen we een ‘proefwandelingetje’ in de bergen (de Prestholdwandeling). Wanneer we na een uur stijgen eindelijk boven staan, krijgen we een winterse bui over ons heen: inclusief wind en sneeuw. Voor het eerst deze vakantie worden mutsen en zelfs handschoenen boven gehaald. Ook de nachten zijn fris: in de tent is het zo’n 5 graden. Gelukkig blijken onze slaapzakken deze temperaturen aan te kunnen, weliswaar met thermisch ondergoed aan. Het doet toch soms meer denken aan de skivakantie dan aan een zomervakantie ;-). Het houtvuur dat we aansteken om worstjes te bakken doet deugd.

De dag nadien willen we het rustig aan doen want we plannen een meerdaagse bergtocht. Jo en Tom gaan een fietstocht maken (Rallarvegen), vrouwen en kinderen gaan met het befaamde Flamtreintje het laatste stukje hiervan, tussen Myrdal en Flam verkennen. Tom heeft een ‘Pino’, een fiets waarbij één kind vooraan op een stoeltje mee kan fietsen of rusten. Dries is kandidaat nummer 1 en heeft geluk dat Nolle en Gitte kiezen voor het treintje. Geluk .... het is maar hoe je het bekijkt. Het fietstochtje blijkt toch langer en veel meer hoogtemeters te bevatten dan aanvankelijk gedacht. De mannen zijn uiteindelijk langer dan 10u tegen de wind in aan het beuken, door besneeuwde landschappen met op het einde wel een spectaculaire afdaling als beloning. Achteraf lezen we dat de aanbevolen reistijd van een stuk van hun tocht al meer dan 11u was ... en dat was zonder de eerste 20 km stijgen gerekend. Ze hebben meer dan 100 km op de teller wanneer ze moe maar toch voldaan in de warme auto kunnen stappen. Ikzelf ben dan ondertussen al met de andere kinderen naar de camping gereden. Het schemert en we zien een eland, dus ook hier is het feest in de auto.

Een echte rustdag was het niet, maar toch vertrekken we de dag erna voor een nieuwe wandeldag. ’s Avonds zetten we onze tent op tussen de frambozen (en de schapensporen). Dit is hoe we ons Noorwegen voorstelden: wild kamperen op een mooi plekje, ’s avonds een vuurtje maken, een verhaaltje lezen en dan allemaal de tent in. Ja, deze keer slapen we met z’n negenen in onze grote tent. En dat lukt vlotjes. ’s Morgens iets na vijven krijgen we nog bezoek van schapen die wat graag erbij willen komen, maar we laten ze er niet in. Dit smaakt naar meer, dus we vertrekken (vanuit Kinsarvik) de volgende ochtend voor een stevige wandeltocht langs 4 watervallen, richting berghut Stavali. We vertrekken op enkele meters boven zeeniveau, de hut ligt 1024 meter boven zeeniveau. Noorse staptijd wordt geschat op 6 uren stevig doorstappen, wij doen het met onze bende (inclusief dus de kleine beentjes van de vierjarige Nolle !) op 8,5 uur, pauzes inbegrepen. Een topprestatie want we hebben heel wat hoogtemeters moeten overwinnen: soms klauterend over gladde rotsen, wortels, door moerassen, over beekjes via stapstenen, ... en regelmatig ook terug afdalen om dan terug te stijgen. Het laatste uur regent het, dus we zijn heel blij wanneer we in de verwarmde hut aankomen en onze kleren en schoenen in de droogruimte kunnen hangen. Geen stromend water of elektriciteit dus we moeten door de regen buiten naar de wc en met een kaarsje de kamer verlichten. Het heeft wel iets.

Wanneer we wakker worden, horen we het licht regenen, maar na een stevig ontbijt blijkt het wonderwel net droog als we vertrekken. Ondanks de zware stapdag van gisteren, wordt er bij de kinderen weinig geklaagd. Het feit dat er andere kinderen bij zijn, helpt duidelijk ! We stappen door want we willen voor de regen de rotsen afgedaald zijn, anders wordt het toch wel gevaarlijk. Maar ook nu zijn de weergoden ons gunstig gezind. Op de laatste kilometer na, geraken we droog beneden. Oef. Het was een zeer mooie tweedaagse: “één van de zwaarste inspanningen van de reis, maar ook één van de mooiste”, dixit Lander. De prestatie van de kinderen wordt beloond met een ‘kinderen baas dag’. Er wordt gekozen voor karten en zwemmen, pizza en kersen.

Op weg naar Oslo stoppen we nog een nachtje in Dalen, net genoeg om 4 elanden te zien: 2 keer een moeder met een kleintje. In Skien is er een hoogteparcours voor alle leeftijden, zo schrijft de brochure. En inderdaad, uitdagingen genoeg voor klein en groot. De kinderen beklimmen diverse parcours, Tom waagt zich aan de adrenaline route. Hij krijgt zelfs nog een extra portie adrenaline, wanneer zijn voetbeugel zowaar afbreekt. De plaatselijke tarzan moet hem even komen bevrijden, maar in plaats van hem terug te brengen, loodst hij hem naar het volgende platform. Tom zal het parcours nog verder moeten afwerken. Gelukkig zonder kleerscheuren. Na een dagje Oslo komt het moeilijke moment van afscheid nemen. Gitte en Nolle vertrekken maandag met de boot naar Frederikshaven, vanwaar ze via Legoland naar huis zullen rijden. Wij nemen op dinsdag de boot naar Kopenhagen en plannen Legoland wat later op onze trip. Het doet raar, plots terug met z’n vijven te zijn. Goed dus dat we beslist hebben om naar een nieuw land te trekken. Benieuwd wat Denemarken ons gaat brengen ...

 

 

 

 

 

Plaats een Reactie

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking