Reisverhaal «Ademloos»
My First Trip...
|
Nieuw Zeeland
|
3 Reacties
08 Maart 2016
-
Laatste Aanpassing 08 Maart 2016
Ik krijg klamme zweethandjes, een wee gevoel in mijn maag en elke vezel in mijn lijf wil protesteren. Vaag vraag ik me af waarom ik dit in godsnaam heb geboekt. Enkele maanden geleden leek het echter nog een super idee. Nu slaat de twijfel toe. Over welgeteld twaalf uur, dat is 9u 's ochtends op 9 maart plaatselijke tijd, vliegen we naar 13000 voet om vervolgens uit het vliegtuig te springen voor wat een geweldige parachutesprong moet worden over het Abel Tasman National Park. Adembenemend zal het zeker zijn.
En zo is het al de hele tijd sinds we op het Zuidereiland zijn gearriveerd: als de landschappen ons niet ademloos achter laten, dan is het wel de fauna. Heel specifiek de onderwaterwereld. Onze eerste ontmoeting met een local, was toen we met onze relocation naar Christchurch reden. Onderweg stopte Olivier de camper met gierende banden nadat ik heel luid 'STOP!!!' had gegild. Er lag namelijk een zeehond in het gras naast de autosnelweg. Het dier bekeek ons nieuwsgierig met zijn kop in zijn nek en we zagen dat het een hele kolonie was die wat lag uit te rusten. We konden redelijk dichtbij komen, hij stoorde zich nauwelijks aan ons. Beetje poseren voor de foto, wat geeuwen en dan verder rusten. Wat verder aan Ohau Sream, een rivier met verschillende poeltjes die na tien minuten wandelen naar een waterval leidde, zat een zeehondenpup te wachten op een speelkameraadje. Tien minuten lang hebben we hem geëntertaind, vooral Oliviers Go-Pro kon zijn goedkeuring wegdragen. Gewoon geweldig! Onze eerste indrukken van Zuid waren in elk geval al onuitwisbaar.
Nadat we de camper hadden ingeleverd en ingecheckt in ons hotel, hebben we genoten van een warme douche. De eerste in vijf dagen tijd! Ook dat was genieten! Het was interessant om Christchurch te verkennen: de helft van de stad is opgebouwd uit barakken, containers en lijkt nog het meest op een grote bouwwerf. Zoals een bewoonster zei: 'Voor ons is dit een streling voor het oog: huizen die uit de grond oprijzen in plaats van dat ze met de grond gelijk gemaakt worden. De aardbeving in 2011 heeft geen enkel gebouw gespaard en de stad draagt hiervan blijvende sporen. Langzaam herrijst ze, maar elke aardbeving (zoals die van een week geleden) doet de harten bang kloppen.
Onze harten slaan vreugdevol. We hebben een ervaring gehad die we nooit meer zullen vergeten. Wat zeg ik: meerdere ervaringen. Eerst zijn we met een privévliegtuigje potvissen gaan zoeken. Net op het moment dat ik dacht dat het geluk niet aan onze zijde stond, dook dit gigantische zeedier op. Hij lag in het water, geflankeerd door twee boten waarvan de passagiers deze gigant ook aan het bewonderen waren. Tien minuten lang zoog hij zich vol met lucht voor hij weer vijfenveertig minuten naar diepten dook van duizend vijfhonderd meter en meer. Vanuit de lucht leek hij niet zo groot, maar hij was even lang dan zo'n boot en die was ongeveer achttien meter lang... Net voor we landden, vloog de piloot over een grote school dolfijnen, honderden zwommen er onder ons, sprongen uit het water op en speelden.
Nog maar half bekomen van deze ervaring, scheepten we in de namiddag van dezelfde dag in om de potvis van dichterbij te bekijken. Ook deze keer was de natuur met ons: twee mannetjes lieten zich van hun beste kant zien. Het moment dat ze onder doken, was waar iedereen op wachtte: een plaatje van een potvissenstaart met een berglandschap van Kaikoura op de achtergrond spreekt net iets meer tot de verbeelding dan een bruinachtige bult in het water dat evengoed een rots kan zijn.
Helemaal vol van deze unieke ontmoeting, konden we die avond nauwelijks de slaap vatten. Dit kon ook te maken hebben met enkele motards die voor onze camper hadden besloten bij te praten tot 2u 's nachts. Toen twee uur later onze wekker ging, was ik nauwelijks aanspreekbaar. Olivier was evenmin te genieten zodat we algauw in elkaars haren zaten. Mokkend maakten we ons klaar voor een volgende ontmoeting. Gelukkig was onze onmin snel bijgelegd toen de zon aan de einder zijn komst aankondigde in zachte pasteltinten. De boot maakte meer vaart en het duurde niet lang voor ze met ons meezwommen: speelse dolfijnen bij dageraad. Toen we in het water mochten, waren niet enkel wij door het dolle heen, maar deze nobele zeedieren ook. Ze kwamen ons testen en draaiden rondjes rondom ons, logge mensen. Onder water zingen als een zeemeermin leverde ons nieuwsgierige blikken op en de speelse dieren zwommen door elkaar en ons heen, sprongen over ons heen en zwommen onder ons door. Plots zag ik niets meer, maar ik hoorde ze nog wel communiceren met hun hoge tonen. Toen ik me omdraaide, kwamen er drie dolfijnen op me af en vlak voor mijn gezicht zwommen ze elk een andere kant uit, ondertussen leek het of ze schaterden. Dit was werkelijk de meest betoverende ontmoeting die we ooit hebben gehad. We waren helemaal in de ban en hadden het gevoel dat we uren, dagen en zelfs de rest van ons leven met deze zeezoogdieren konden doorbrengen. We hebben het dan ook lang gerokken toen we terug aan boord moesten. Behalve de erg speelse Dusky dolfijnen, hebben we ook een groep Common Dolphins mogen ontmoeten, die in deze wateren niet zo gewoon zijn als hun naam doet vermoeden. Op weg naar de kade, was er nog ruim voldoende tijd om ook boven water foto's te trekken. De dolfijnen bleven rond de boot zwemmen en haalden allerlei acrobatische toeren uit. Tot nu zijn we beiden begeesterd door deze ontmoeting die ons tot diep in onze ziel geraakt heeft.
Alsof dit alles nog niet genoeg was, zijn we de dag nadien nog eens de wateren rond Kaikoura in gegaan. Just the two of us, deze keer. We hadden een wetsuit bij en wisten waar een zeehondenkolonie zich bevond, dus besloten we het erop te wagen. In water van 18° was een extra laagje zeker geen overbodige luxe. Het was een eindje zwemmen naar het nabijgelegen eilandje, Barney's Rock, maar onze volharding werd beloond. We waren nog maar net gearriveerd, of een nieuwsgierige zeehond kwam op me af gezwommen. En nog één! Met zijn tweeën kwamen ze tot vlak bij mij om dan heel sierlijk langs me heen te zwemmen. Het leek of ze me uitdaagden om me zeehondsgewijs in het water te bewegen. Mijn pak had echter zoveel drijfvermogen dat ik nauwelijks onder geraakte. Aan meer dan wat spartelende beenbewegingen kon ik ze niet helpen. Blijkbaar vonden ze me wel amusant, want ze bleven rond me cirkelen. Ook Olivier heeft schitterende beelden kunnen maken van deze speelse dieren. Hoewel ik daar nog lang had kunnen blijven ronddobberen, zijn we rustig weer naar de kant gezwommen, want ik begon er wat blauwig uit te zien.
We zijn nu een paar dagen verder en deze ontmoetingen lijken zo onwerkelijk, als in een droom. De foto's en film bewijzen echter het tegendeel. En een deel van ons hart hebben we aan de zee verloren en zwemt met de dolfijnen en zeehonden mee.