Reisverhaal «Taman Negara en Perhentian»
Taman Negara
|
Maleisië
|
0 Reacties
16 September 2016
-
Laatste Aanpassing 09 Oktober 2016
14 september, woensdag, van Kuala Lumpur naar Taman Negara.
Vroeg op, en drie van ons hebben slecht geslapen. Volle maan?
Om acht uur staan we al klaar aan het Mandarin Hotel in de Chinese wijk van KL. Een taxi-chauffeur met super opgewekt ochtendhumeur heeft ons hier naartoe gereden. Hoe het ter sprake kwam weet ik niet meer, maar zijn moslimvriend speelt wel eens met de Lotto. Foei, dat is eigenlijk verboden. Toch geeft Zoortje hem vier cijfers, hij moet zelf maar eens zijn geluk proberen: 1412. We wensen hem met veel plezier een goede winst toe.
Een minibus rijdt ons naar Jerantut, 179 km noordoostwaarts. Een prachtige rit, kleine dorpen en veel plantages geven een mooi beeld van dit boeiende land. Van hieruit nemen we de boot naar het National Parc Taman Negara, één van de oudste primaire regenwouden ter wereld. Primair betekent dat er nog niet zou gekapt zijn in het woud. En dat willen we al te graag geloven. De 3 uur durende boottocht brengt ons welkome verkoeling en mooie oeverzichten. Het is een zalige tocht. Met een tiental mensen op de lange, smalle boot heeft de buitenboordmotor het niet lastig om tempo te maken. We varen dwars door de jungle in een rivier met mokka bruine kleur. De oevers gaan steil omhoog en zijn volledig begroeid met een grote variëteit planten en bomen. Behalve vogels zien we een paar buffels en 1 makaak. Verder geen wilde dieren.
Maar wijzelf zijn al wild genoeg als we aan onze eindbestemming komen. Wat een uitzicht. Een veerbootje brengt ons voor 75 eurocent (!) naar de overkant waar we twee nachten zullen verblijven. Hier, in Mutiara, staan, verscholen in het groen, meer dan 100 chalets. Wij bezetten er twee naast elkaar. Het is een schot in de roos: alles in hout en bamboe, super gezellig en ruim. Uiteraard heel rustig, we horen alleen insecten, kikkers en in de verte het krijsen van de kleine apen. Iedereen is blij.
Ons avondeten gebruiken we opnieuw aan de andere kant van de rivier. Hier liggen de eethuisjes op vlotten, grote meertrossen houden ze dicht bij de oever. Plastiek stoelen, gebloemde tafelkleden en veelkleurige mensen maken een vrolijk geheel.
Voor Cathy en mezelf zit de dag erop maar LauraLien hebben nog volop energie. Terwijl wij ons klaarmaken voor de nacht, maken zij zich klaar voor een nachtelijke verkenning van de jungle. En daar hoort een aangepaste outfit bij: donkere broek en camouflagetrui, pet op het hoofd en koplamp. Zoortje draagt bovendien een camera. Lien haar ogen blinken van opwinding. Ze zien er geweldig uit. Ik vraag me af of ze zich ook geweldig voelen?! Zoiets hebben ze nog nooit gedaan en wie weet wat komen ze onderweg tegen. Maar nog lang vooraleer ze terug zijn vallen wij in slaap.
15 september, donderdag, Taman Negara
Om negen uur maken we LauraLien wakker. Ohoh, hun trekking heeft hen stijve kuiten en billen bezorgd. Blijkbaar waren er veel trappen te lopen op het pad. Alleen zijn de trappen geen trappen zoals wij dat kennen. Ze vertellen honderduit over hun avontuur. Zoortje heeft een heel stuk gefilmd maar er valt door de duisternis niets te zien. Des te meer te vertellen. Over geluiden die ze niet konden thuisbrengen. Hier leven behalve apen en olifanten ook nog tijgers! Spinnenrag die in hun haren bleef plakken. Ze waren niet zeker over wat ze voelden op hun lijf. Waren het wel gewoon de bladeren van de bomen? Enfin, ze hebben hun eerste jungle ervaring overleefd.
Na het ontbijt verkennen we samen de tocht nu bij daglicht en gaan een stuk verder. Er ligt een stevig getimmerd wandelpad. De jungle is overweldigend mooi met de gigantisch hoge bomen en gevarieerde vegetatie. Zoortje ziet een spin, een handpalm groot. Donker van kleur met stipjes fel oranje, een smal lang lijf. Regelmatig zien we vlinders in contrasterende kleurenpracht. Meer dieren krijgen we niet te zien maar misschien is dat maar goed ook. Wanneer we de heuvel zijn opgeklommen zien we een smalle hangbrug, canopy. We krijgen de instructie telkens 10 meter tussen ons in te laten, om de brug niet over te belasten. Zoortje zet haar webcam aan, wij volgen haar wiebelend hoog boven de grond. Ik kijk niet teveel naar beneden, eerder recht voor mij uit. Het is een wandeling over verschillende hangbruggen en af en toe hoor je Cathy: "oehoe, oehoeoeoe" roepen. Maar we vinden het alle vier een geweldige ervaring.
Wat een dag, en er volgt meer. Een rivierboot brengt ons naar een gemeenschap die nog steeds in de jungle leeft, de Orang Asli. Dat wil zeggen: oorspronkelijke bewoners. Zo een 8000 jaar geleden zijn ze vanuit Afrika hierheen getrokken. Nog steeds kunnen ze onafhankelijk bestaan door jacht en visvangst, nu verdienen ze ook bij door toeristen toe te laten in hun woongemeenschap. Wij vinden dat een beetje raar, toekijken hoe ze leven, hutten bouwen, kralen maken, de blaaspijp demonstreren of vuur maken. Van achter de bomen gluren de kleine kinderen. Ze hebben weinig om het lijf en blijven dicht in de buurt van hun moeder. Toch is het een gedroomde setting om foto's te maken. Onze gids legt alles piekfijn uit, Lien heeft het gevoel dat ze weer op school is. De demonstratie met het vuur maken lukt niet zo goed, Zoortje moedigt ze enthousiast aan en helpt mee bij het maken van gifpijltjes. Maar de blaaspijp hanteren lukt haar als de beste: ze schiet verschillende malen recht in de roos! Cathy en Lien blazen echt verdienstelijk, hun wangen staan er bol van.
De smalle rivierboot brengt ons terug naar ons verblijf. We moeten weer een beetje tot onszelf komen. We weten niet goed hoe we deze totaal andere wereld moeten interpreteren. National Geografic Life!
16 september, vrijdag Taman Negara- Kuala Besut
Om zeven uur aan de ontbijttafel, dat is vroeg voor ons. Wij zijn dat niet meer gewoon. Lien zit er al als eerste, ze ziet er zelfs al wakker uit. Straks vertrekken we met een kleine bus naar het eiland Perhentian. Het is een vrij lange tocht doorheen een bergachtig landschap. Het busje racet door de ene haarspeldbocht na de andere. Niemand voelt zich gezond maar straks wisselen we gelukkig van chauffeur. Een half uur pauze maakt dat we weer verder kunnen.
Zoortje is de verstandigste, zij heeft deze morgen een reispilletje genomen, Lien volgt nu haar voorbeeld. We rijden langsheen plantages, vooral palmbomen, hier en daar kleinere velden rubberbomen. Maar de wegen zijn goed en ook rechter nu. Zoortje en Lien passeren de tijd slapend en worden alleen waker bij het halt houden voor de lunch. Zo een plaatselijk restaurant is toch wennen, vooral als je nog niet lang door Azië trekt. Het smaakt Lien niet echt maar ze blijft er vrolijk onder. En Zoortje is de ganse tijd gelukkig, zeis blij met alles wat er te zien en te beleven valt. En we wachten op de bus die ons nog 200 km verder moet brengen. Én wachten. Uiteindelijk brengen we drie uur in het restaurant door. Er is gelukkig internet. Ik schrijf snel een briefje aan pa. Zoortje telefoneert met haar dochters. De resterende tijd kaarten we. Dat is ook lang geleden, we hebben pret met onze eigen stommiteiten en die van mekaar maar spelen lachend verder tot er eindelijk een bus komt opdagen.
Het is Nationale Feestdag en, net als in België, trekt iedereen er op uit om te genieten van een verlengd weekend. Wat uiteraard verlammend werkt op het verkeer. We komen dus uren te laat aan aan de haven en het is pikdonker. We verkiezen in Kuala Besut te overnachten en morgenochtend de eerste boot te nemen naar Perhentian Island. De busbegeleider heeft een vriend die een resort uitbaat. Daar is nog plaats voor vier, hij zal er ons naartoe brengen met zijn busje. Maar alles gaat mis. Die man is hypernerveus. Stopt om sigaretten te kopen. Stopt aan een tankstation. Stopt bij zijn familie om iets te vragen aan zijn madam. Stopt bij een neefje om wat dan ook te kopen. Iets speciaals om te roken? Hij stopt overal behalve aan ons verblijf. Nu worden wij wat nerveus. We praten op hem in, willen dat hij ons op de juiste plaats dropt. Zijn rijgedrag wordt steeds roekelozer, wij steeds onrustiger. Lien haar fantasie werkt goed: is dit een kidnapping? Verhandeld hij drugs? Daar ben ik gerust op maar ben wel blij dat we aan 'de resort' aankomen. Oeioei, de twee kleine kamertjes voldoen niet echt aan onze verwachtingen. Schraal is niet erg, luxe is niet nodig. Maar vuil! Insecten! Ik weet niet welke kleine beestjes vanuit het plafond op het bed vallen. Cathy zet een kakkerlak buiten. De badkamerdeur moet gesloten blijven. Wanneer Lien zich op ons bed zet, ziet ze piepkleine witte beestjes. Bedwanten? De maat is vol. We grabbelen alle vier onze spullen bijeen en maken dat we die vieze kamer uitkomen. Cathy en ik spreken in op de verdwaasde chauffeur die gelukkig nog niet is weggereden. Hij moet ervoor zorgen dat we én ons geld terugkrijgen én naar een proper verblijf gereden worden. Ook al vertrouwen we hem niet, een taxi is in deze negorij niet te vinden! De centen hebben we terug, we spreken mekaar moed in, alles komt nu goed. We hebben nog snel een hotel gegoogled om hem een adres te kunnen geven. De schrik slaat Cathy nog even om het hart bij zijn roekeloze rijgedrag. Zelfs als hier geen plaats meer is, het geeft niet, dan slapen we wel samen in de lobby of op het strand of aan het zwembad. Maar er is nog 1 kamer met drie bedden en een chaise longue. We vallen mekaar luid lachend in de armen. Wat een dag... .
17 & 18 september, Perhentian
Het is plezierig wakker worden in een veilig en proper onderkomen. En we zijn enorm benieuwd naar wat Perhentian ons zal bieden. De reisfoldertjes zijn alvast veelbelovend: paradijselijk!
Een taxi brengt ons naar de haven waar een kleine speedboot ons naar Perhentian Besar brengt. (Perhentian bestaat uit twee ellenden, een groot 'besar' en een klein 'kecil'). De zee is vrij rustig maar het bootje bonkt door zijn snelheid hard op de golven. Een klein uurtje later wandelen we waggelend over een deinende aanlegsteiger. De zee is hier is zo helder als kraantjeswater, kleine vissen zijn gemakkelijk te zien. We zijn bij Barat Perhentian, ons verblijf. Verrukt droppen we onze spullen in onze hut: een vierpersoonskamer met douche, toilet en terrasje. We trekken ons badpak aan en gaan op verkenning.
De vele verstopte witte stranden, groene jungle en heldere water zorgen voor een echt ‘bounty' gevoel. Daarbij zijn hier een aantal fantastische snorkel- en duikplekken. We weten al snel hoe deze drie dagen door te brengen.
Palmbomen geven op het witte strand juist genoeg verkoeling. De zee is lauwwarm, het uitzicht paradijselijk. De komende dagen doen we dan ook niets anders dan zonnen, zwemmen en iets eten aan het strandrestauant van ons verblijf.
Snorkelen moet je hier echt doen, ook al ben je geen ervaren zwemmer zoals Zoortje. Met duikbril en zwemvest aan zwemt ze onbevangen mee. We zien een wondermooie wereld van koraaltuinen en honderden kleurrijke vissen. Een bootje vaart ons naar verschillende plekken en telkens is de onderwaterwereld anders. Na een paar uur maakt de deining van de zee Zoortje zeeziek. Cathy en ik bezoeken nog een paar andere plekken en zien hoe enorme zeeschildpadden op de zeebodem grazen. Om de 40 min komen ze boven om lucht te happen. Het lukt me nog vrij diep naar beneden te zwemmen om ze te bewonderen. Spectaculair om ze bezig te zien!
Zo leven we nu hier. De dagen zijn intens zonnig, de vooravonden brengen bijna altijd wind en onweer. De donkere lucht steekt dan mooi af tegen het azuurblauwe water met daar tussen een streep frisgroene jungle. Adembenemend mooi.
De foto's: een verlies!
Het (draadloos) overzetten van de foto's van mijn camera naar mijn IPad is nogal omslachtig en vraagt heel wat bewerkingen, maar ook een goed werkend internet. Soms duurt het dagen vooraleer ze gedownload zijn en hier heb ik de fout gemaakt een groot deel in "IPad Foto's" te wissen vooraleer ze goed en wel in "Google Foto's" stonden. Een beetje technisch maar ik ben er zeker 400 kwijtgespeeld. Geen afbeeldingen dus van de oospronkelijke bewoners van Maleisië, de schitterende omgeving van Taman Negara en ook niet van het paradijselijke Perhentian. Daar gaat mijn carrière bij National Geografic. Ben daar echt eventjes niet goed van en zie er zowaar tegenop Zoortje en Lien hiervan op de hoogte te brengen. Het zijn ook hún vakantiefoto's. Gelukkig hebben ze allebei een paar afbeeldingen op hun gsm. Daar moeten we het nu maar mee doen. Én nu dubbel voorzichtig zijn in het vervolg.
19 september, maandag, Perhentian
Ik ben jarig. En in wat een omgeving! Hier kan je alleen maar van dromen maar dit is echt. Helemaal echt mét een fantastisch gezelschap. Een taxibootje brengt ons naar Perhentian Kecil, een vissersdorpje met aan de kade een paar restaurantjes. In één ervan eten we roti. Een soort pannenkoek met kip, gesuikerde melk of banaan. En een frisse thee met limoen erbij. We kijken uit over de haven met de vele kleine schuiten. Zoortje ziet op één ervan de naam van haar nog niet lang geleden overleden moeder: Alia. Het maakt haar een beetje stil maar een wandeling door het kleurrijke dorp fleurt haar weer op. Hier is het leven eenvoudig, rustig. Vrouwen doen de was van de omringende hotels. De mannen zijn blijkbaar op zee. Er spelen een paar kinderen op de ongeplaveide straat. Alles is stil onder de hete zon. We keren terug. Ik lees mijn post, de vele verjaardagswensen maken me gelukkig. De middag maakt ons loom, de uren passeren terwijl we zwemmen, zonnen, slapen. Om 6 uur staan we uitgedost klaar om met een taxiboot een tochtje ta maken. LauraLien hebben een verrassing voor mij: met mijn ogen dicht maken we een korte wandeling. Ik mag ze pas open doen wanneer we op een 'privé strandje' staan. Een zakdoek groot, helemaal voor ons alleen. We staan in het witte zand met de heldere zee aan onze voeten en een kokosboom als parasol: een mooi cadeau die ze met een zandtekening voor mijn verjaardag compleet maken. Tijd om te klinken: ze hebben ijs en tonic mee maar... zijn de gin vergeten. Helemaal niet erg, Lauralien halen een fris pintje in het dichtstbijgelegen hotel.
De lucht toont 50 tinten grijs, de wind steekt op. Er is een onweer op komst. Het is nog maar half 8 en plots zó donker dat we geen hand meer voor de ogen zien. De taxiboot vaart ons in complete duisternis terug, een bizarre ervaring.
Joelend klauteren we op de pier, het verjaardagsfeestje kan beginnen. Cathy heeft een deel van de keuken van het restaurant gegijzeld. De mise-en-place heeft ze al vroeger op de dag gedaan. Ik dacht dat ze tijd voor zichzelf nodig had. De in citroen en kruiden gemarineerde kip en zelfgemaakte buffelhamburgers liggen op de barbecue, de groentenbereidingen en lookboter worden opgediend. Het keukenpersoneel kijkt lachend toe hoe Cathy alles met passie klaar maakt. Het is ze nog nooit overkomen dat de gasten het werk doen. Als cadeau kan dat tellen. Belgisch getint eten op Bounty island!